quote:
quote:
Deutschland, das größte Mitgliedsland der EU, ist auch der mit Abstand größte Nettozahler. Einnahmen und Ausgaben miteinander verrechnet, blieb für die Bundesrepublik 2003 nach Angaben der EU-Kommission ein Minus von 7,652 Milliarden Euro. 2004 lagen die Bruttozahlungen Berlins bei über 22 Milliarden Euro. Angaben zu den Nettopositionen der EU-Staaten für 2004 wird es nach Auskunft der EU-Behörde erst im September geben.
http://www.handelsblatt.d(...)0/depot/0/index.htmlDuitsland betaalt netto 7,7 miljard euro en heeft 80 miljoen inwoners. Nederland betaalt 3,5 miljard en heeft 16 mln inwoners. Hoezo scheef?
quote:
Kijkend naar de nettobetalingen is de verhouding op dit moment echter scheef: een Nederlander betaalt per inwoner namelijk tweemaal zoveel aan Europa als een Zweed, vier keer zoveel als een Deen en bijna zes keer zoveel als een Fransman, terwijl die landen niet armer (of zelfs rijker) zijn. Dat is vreemd en daar wil het kabinet wat aan veranderen.
http://www.minfin.nl/defa(...)021DD4B08X2X42438X05quote:
Kabinet kan huid duur verkopen bij budget EU
Mocht het kabinet zich afvragen hoe de uitslag van het referendum van woensdag te vertalen in snelle daadkracht, dan dringt zich op de korte termijn ten minste één onderwerp op: de onderhandelingen over de begroting van de EU voor de periode 2007-2013. Dat onderwerp staat bovenaan de agenda van de top van de EU-regeringsleiders en staatshoofden over twee weken in Brussel.
Bij het referendum woensdag noemde noemde tweederde van de nee-stemmers in peilingen de hoge netto-afdracht van Nederland aan het EU-budget als voorname oorzaak voor hun afwijzing. De positie van Nederland als nettobetaler zit de burger hoog en terecht. Het zal nooit zo zijn dat alle lidstaten precies in balans zijn met wat zij betalen aan en ontvangen uit de gemeenschappelijke middelen van de EU. Dat is ook niet de bedoeling. Steun van welvarender aan achterblijvende regio's is niet alleen een blijk van onbaatzuchtige solidariteit, maar is ook noodzakelijk om de economische dynamiek in het geïntegreerde Europa zo breed mogelijk aan het werk te houden. Bovendien kost de uitbreiding van de EU naar landen in Oost- en Midden-Europa geld.
De EU heeft, anders dan de Verenigde Staten, geen systeem waarbij de herverdeling van federale middelen tussen staten of regio's automatisch gebeurt. In Europa moet alles worden onderhandeld, en ligt daarna voor lange tijd grotendeels vast, terwijl de onderliggende werkelijkheid intussen sterk kan veranderen. De huidige verdeelsleutel stamt van de Europese Top in Edinburg, in 1992, toen Nederland op zijn best onfortuinlijk onderhandelde.
Zo heeft het bijvoorbeeld kunnen gebeuren dat het eens zo arme Ierland, dat razendsnel is opgeklommen tot het op een na rijkste land van de gehele EU, nog steeds een van grootste netto-ontvangers is van de vijftien lidstaten van vóór de uitbreiding van vorig jaar. Het ooit zo rijke Duitsland, wat welvaart betreft afgezakt naar de elfde plaats, is nog steeds een van drie grootste nettobetalers. En dan is er de teruggave aan het Verenigd Koninkrijk, ter compensatie van geringe landbouwsteun, die nu al twee decennia plaatsvindt, maar overigens onverlet laat dat ook de Britten nettobetalers zijn.
Nederland, nog steeds in welvaart de nummer vijf van de EU, betaalt in verhouding van alle lidstaten veruit het meest. Gezien de opwaartse bijstelling van de omvang van de economie, onlangs door het Centraal Bureau voor de Statistiek, dreigt dat nóg meer te worden.
Het bovenstaande laat de gevolgen zien van een goeddeels statisch systeem van herverdeling in de EU. Wanneer er over de meerjarige begrotingen van de EU bijstellingen plaatsvinden, zoals in 1999 in Berlijn en ook nu, dan breekt terstond een 'oorlog van allen tegen allen' uit. Nederland heeft de laatste jaren al enige kleinere successen weten te behalen, maar die lijken vooral een verdere stijging van de afdracht te hebben beperkt. De makkelijke uitweg voor Brussel is om de begroting van de EU dan maar op te hogen. Dat geeft nieuwe speelruimte. Het verzet daartegen, niet toevallig van Nederland en Duitsland, is ook ditmaal terecht.
Minister Zalm (Financiën, VVD) heeft al laten weten zich door de uitslag van het referendum gesterkt te voelen om zich extra hard op te stellen in het Europese begrotingsdebat. Dat voornemen van Zalm zal zijn Europese collega's niet nieuw in de oren klinken, maar als er een moment is om hard te roepen: 'We want our money back', dan is het wel nu. Zalm en premier Balkenende kunnen laten zien dat zij in eigen land een groot probleem hebben, en dat is een argument dat Europese politici onder elkaar beter begrijpen.
De schrik die het Nederlandse 'nee' heeft veroorzaakt bij de Europese partners hoeft in Brussel niet met schaamte te worden gedragen. De schok kan evengoed worden aangewend om meer evenwicht te bereiken in de verdeling van lasten en lusten binnen de EU.
http://www.nrc.nl/opinie/artikel/1117775936771.html