Ik weet wat het is.
Moeder worden van een piepklein totaal hulpeloos wezentje. Hem zien groeien, geestelijk en lichamelijk.
Een eerste fruithapje, een boterham. Van kinderstoel naar eetkamerstoel. Van eerste stapjes naar hard wegrennen. Van gebrabbel naar woordjes tot volledige volzinnen. En bij iedere fase en leeftijd dacht ik weer; bleef hij maar zo want zo is hij het leukst!
En nu kijk ik nog steeds vol verbazing naar mijn kleine grote jongen die uit de keuken komt omdat hij zijn handen heeft gewassen of iets te drinken heeft gepakt, honderduit pratend over wat er op school is gebeurd en ik besef hoe geweldig het is.
Wat een genot en voorrecht het is om zijn moeder te mogen zijn...
En even later lig ik op bed. Een klein warm lijfje tegen me aan. Een luierkontje in trappelpakje. Kleine grijpgrage knuistjes die aan mijn tshirt of haar trekken. Twee grote blauwe pretogen die me aankijken alsof ik het geweldigste wezen op aarde ben. Een tandeloos smoeltje wat me kirrend aanlacht.
S nachts dat warme lijfje tegen me aan. Aan mijn borst drinkend of gewoon troostend omdat hij verdriet heeft.
En het begint gewoon weer opnieuw. De gedachte; kon dit maar eeuwig duren....