Terwijl hij zijn zwaar beladen koffers uitpakt, laat hij zijn blik over het oppervlak van verschillende spullen, die uit zijn koffers verschijnen, glijden. Ze zien soms er dof uit, maar zo hier en daar is een piekfijn exemplaar te vinden. Aan ieder voorwerp dat er door zijn handen passeert zit een verhaal gekleefd, ze maken deel uit van, voor hem, unieke ervaringen. Een arsenaal aan emoties en verborgen wensen van weleer.
Een foto met daarop de afbeelding van een jonge vrouw zou in een ander leven een traan bij hem hebben losgemaakt, maar in het hier en nu vervult het hem met een simpele vorm van woede. Een, nog gesloten, fles met drank doet hem denken aan de dag dat hij een prijs won, als student, voor een van zijn meest brilliante uitvindingen. Hoe Trots hem vervulde die dag zal hij nooit vergeten. In stilte vraagt hij zich af waarom hij de fles heeft bewaard, maar weet dat hij geen enkel logisch antwoord kan geven op deze vraag.
Een rond voorwerp verpakt in verschillende lagen van oud, gelig, krantenpapier komt boven drijven, en met iedere papierlaag die het vreemde, onbekende, voorwerp verliest, komt de ware aard stukje bij beetje naar boven. Het licht dat op het oppervlak valt spiegelt ietwat en laat tegelijkertijd zien dat het is gemaakt van glas.
Het is een vissenkom.
Er worden wat dekens en kussens in een hoek geplaatst, naast een oud matras. Een kleine sobere tafel vind zijn plaats in het midden van de kamer en wordt vergezeld door bijpassende stoelen.
De vissenkom wordt gevuld met water en biedt het beest dat niet veel later tevoorschijn komt een nieuw thuis aan.
Absinthe is bij deze op het eiland ingetrokken. Het heeft enige tijd geduurd, maar uiteindelijk heeft hij dan toch op deze kluit modder een onderdak gevonden.
Voorzichtig loopt er een kat binnen, al snuffelend aan de deurpost. Het beest schijnt erg geintereseert te zijn in een grote plak ham die op de grond ligt. Een brede glimlach verschijnt op het gezicht van Absinthe, de deur slaat met een klap dicht en de schurftige zwerf-kat verdwijnt uit het zicht.
En wat vindt VerdrietigMannetje van dit kleurtje?
De arme diertjes trillen bij het ruiken van de ingewanden van het kleine huisje, het is een unieke geur, van metaal, olie maar ook een zekere steriele geur die er hangt.
Een voor een verdwijnen de bosdieren in de kelder, niet vrijwillig. Voor hun kleine kraaloogjes staat een grote ijzeren tafel waar ze op worden gezet met kooi en al. Ze wachten angstig af.
Absinthe keert, een toch zeker wel 100-tal van seconden, later terug gekleed in een witte jas, kenmerkend voor een doctor of voor een wetenschapper. In zijn hand houdt hij een dikke naald vast, gevuld met een doorzichtige vloeistof.
Het eerste slachtoffer is een eekhoorn die zich buiten waagde, ook al was het winter. Het arme beestje ziet de wereld vervagen en overgaan in een zachte, geruststellende duisternis. Het vlijmscherpe mesje van Absinthe dat door de huid heen prikt wordt niet door het beestje gemerkt, de operatie begint.
Geconcentreerd begint Absinth aan zijn tweede karweitje, al denkend aan Kitty, de eerste, die tevreden boven ergens in een hoekje ligt te spinnen.
Meteen daarna is het lijkje onderzocht, waar lag het probleem en hoe kon het in de toekomst worden voorkomen? Absinthe heeft zich hierover, een groot deel van de nacht, gebogen, op zoek naar antwoorden, maar hij vond er tot zijn grote spijt geen een.
Zorgvuldig werden de onderdelen uit het eekhoorn-vlees verwijderd en ontmanteld om ze later voor iets anders te kunnen gebruiken.
Absinthe laat de andere dieren gaan, ze zijn te klein en et risico is groot dat ook deze dieren het experiment niet zullen overleven, behalve de grote zwarte raaf. De zwarte vogel is groter en sterker dan de vrijgelaten dieren en maakt nog een redelijke kans om te overleven.
Met een zucht besluit Absinthe om naar de laatste paar vallen te gaan kijken. Misschien dat er vandaag een iets groter dier in zijn val is gelopen.
De vos maakt een zacht jammerend geluid en de katachtige probeert vanuit zijn draagbare kooi fel uit te halen naar Kitty, die, als reactie hierop, een hoge rug opzet. Met een sissend geluid beveelt Absinthe Kitty zich koest te houden, verslagen loopt het beest naar een donkere hoek en houd vanuit de veilige duisternis de baas in de gaten.
Absinthe besluit om eerst de aarde te onderzoeken, het is een redelijk makkelijk karweitje om wat grond onder de microscoop te houden en enkele tests uit te voeren. Veel makkelijker en sneller dan het uitvoeren van onderzoeken op de dieren. De vos en de katachtige verdwijnen in de kelder, hun tijd komt later vandaag nog.
Interesant, het is alsof deze grond ruwer is dan normaal, alsof het van een zekere diepte afkomstig is. Hmmmmmm?
Vreemd, er lijkt geen enkel organisme in dit monster te zitten, hmmmmah?
* Mompelt Absinthe tegen zichzelf een beetje verward. Hij laat de grond voor wat het is en begeeft zich naar de kelder. Morgen zal hij nog maar eens een bezoekje brengen aan het woud om een wat betere indruk te krijgen van het merkwaardige natuurverschijnsel, maar voorlopig is het tijd om zijn vangsten te bekijken en om zijn werk te doen.
Een tweetal ogen staren naar een groene pot waarin twee organische ogen drijven in een sterk geurende oplossing.
Er is geen waas, geen enkel vuiltje aan het zicht, sterker nog het zicht van het arme beest is verbeterd.
De vos voelt zich zwak en uitgeput, het zijn de vele medicijnen in zijn lichaam die langzaam uitgewerkt raken en een vreemd gevoel achterlaten. Alles voelt zwaar aan, maar zijn ogen registreren alles om hem heen, er is bijna niets dat zijn blik nog ontgaat.
Uitgeput valt het beest om en rust uit.
Absinthe glimlacht vriendelijk naar het harige mormel en besluit om vandaag geen aanpassingen meer aan de andere dieren te maken. Het is eindelijk tijd om te rusten, om te ontspannen.
Dit beest is een knap staaltje van zijn werk. Kitty was voorheen het toonbeeld van zijn kunnen, nu heeft deze zwarte boodschapper van onheil die plaats ingenomen. De kat schijnt er niet wakker van te liggen.
Met zorg wordt de kraai terug in de kooi geplaats, redelijk comfortabel, de wonden moeten helen en het lichaam moet zich aanpassen aan de veranderingen, zoals al die andere dieren. Het lichaam voelt warm en slap aan, iets wat zal veranderen.
Absinthe laat zijn ogen glijden over de kooi die op de grond staat. Een stoot van adrenaline schiet door zijn bloedbaan. Het geeft hem een klap, een stoot van energie.
De kooi staat open, maar is leeg. De vos is op slinkse wijze ontsnapt uit zijn kooi, maar hoe?
Met een magere bleke vinger voelt Absinthe de bodem van de kooi, waar stof ligt. Het is koud, het dier moet al een tijdje zijn ontsnapt.
Absinthe voelt hoe zijn lichaam tot rust komt. Dit is een lichte tegenslag. Een duur grapje.
Vossen, niet de meest betrouwbare dieren in het dierenrijk. Maar hoe is dat beest voorbij Kiity gekomen?
Absinthe besluit om een bakje met voer buiten te zetten, in geval dat het honger krijgt en terugkomt.
Met zijn magere vingers gaat hij door zijn vette haar heen, en krijgt een beter zicht op zijn bleke gezicht. Hij sluit langzaam zijn ogen en draait weg van zijn spiegelbeeld. Met lange, trage passen zet hij een koers in naar de kraai.
De deur van het kooitje wordt geopend en het beest wordt er uit gehaald. De stalen klauwen boren zich een weg door zijn vlees. Het lijkt hem niet te raken, ongevoelig, terwijl het bloed door zijn kleren zichtbaar wordt, loopt hij met de kraai naar de kelder.
De kat volgt trouw zijn baasje.
Eenmaal in de kelder aangekomen mompelt Absinthe iets tegen de katachtige die nog volkomen organisch is.
Het beest kijkt angstig naar de twee aangepaste dieren en dan naar Absinthe. Absinthe kijkt bedroefd naar de angstige ogen van het beest en besluit om de kooi te openen.
Het duurt een tijdje maar het beest besluit om zijn kans te grijpen en het op een lopen te zetten. Ver komt het niet, want Kitty valt, vrijwel meteen, fel aan.
Het arme dier heeft geen keuze dan zich te verdedigen tegen Kitty, die dankzij de aanpassingen een ongekend voordeel heeft over de organische verdediger.
Ook de kraai lijkt een bepaalde honger te bezitten en sierlijk glijd hij door de lucht om neer te duiken op de katachtige. Zijn klauwen boren zich in het vlees dat zich op de rug bevind. Een hels kabaal komt er voort uit het slachtoffer terwijl de kraai met zijn metalen snavel stukken vlees wegpikt.
De lijdensweg van het slachtoffer is lang en na een kwartier van strijd vol met pijn geeft het lichaam het op en valt het neer op de grond.
Het arme beest is nu niets meer dan voer voor Kat en Kraai.
Absinthe besluit om de wond op zijn arm te verzorgen en verlaat de kelder in de wetenschap dat, wanneer hij terug keert, er slechts een paar resten liggen die de beesten niet op wilden of konden eten.
Met een gebaar verwelkomt hij Equilan in zijn huis.
Kom binnen, kom binnen.
* De godin kijkt tersluiks de kamer rond en wat ze ziet bevreemd haar. De deur naar de kelder staat op een kiertje en een vage rottende geur komt door de opening drijven.
Ze trekt haar neus op. Even kijkt ze door de microscoop en ergens in haar achterhoofd registreert ze dat er iets mis is met het bodemmonster, maar ze heeft haar aandacht bij Absinthe die haar antwoord geeft en let er verder niet op.
Het is een techniek waarmee ooit miljoenen levens kunnen worden gered. Stel je eens voor, iemand die een arm verliest, of blind wordt na een ongeluk. Ik geef ze de mogelijkheid weer om te kunnen zien en om weer een arm te hebben waarmee ze kunnen leven.
Voor de rokers onder ons, als de teer hun longen heeft verslonden kan ik ze een nieuwe geven, een die beter is dan de oude, schoner en efficienter.
* Absinthe kijkt naar de microscoop en de aarde
Tja dat is nog steeds een raadsel. Ik heb het gevonden in het bos. Gewoon een plek wat gitzwarte aarde waar geen sprietje gras opgroeide. En hoewel er overal gevallen bladeren te vinden zijn, was op dit stuk grond nog niet het kleinste blaadje of takje terechtekomen. Een erg vreemd fenomeen, maar ik heb het antwoord nog niet daarop gevonden.
denk je dat het... nou ja... met mij te maken heeft?
Ow?? Dat klinkt als niet natuurlijk... ja het is aannemelijk om te denken dat het wat met jou gemoedstoestand te maken heeft... het is wel eg toevallig anders...
Vind je het goed als ik deze aarde meeneem??
* De godin haalt uit haar tas een glazen potje te voorschijn. Met een houten spateltje schept ze de aarde in het potje. Het potje sluit ze goed af en stopt het dan weer in haar tas.
Absinthe, laten we eens gaan kijken in het bos, naar die plek waar jij deze aarde gevonden hebt, oke?? Wie weet wat we daar verder voor aanwijzingen vinden
irl moet ik zo naar mn werk
Absinthe glimlacht terwijl hij op de achtergrond een geruststellende stem hoort. Het geluid is zacht en de stem klinkt zwakker dan voorheen, maar de boodschap is nog steeds scherp.
Als je haar alles had vertelt, het hele verhaal, dan zou ze nu een stuk veiliger zijn geweest. Jou treft geen blaam, voor wat er gaat gebeuren.
Wat denk je dat zich daar buiten afspeelt?
Weet ik niet
Denk je dat ze het gaat redden?
Ja.
Jij wist wat er zou kunnen gaan gebeuren, wie weet, misschien ben je wel verantwoordelijk voor wat er ook daadwerkelijk gaat gebeuren. Als je haar het hele verhaal had verteld dan had ze misschien en veel veiligere weg gekozen, dan had ze zich beter kunnen voorbereiden, dan liep ze misschien nu geen gevaar.
"Ga eens naar Equilan, ga dan mijn beestje, ga dan eens kijken waar ze uitspookt" * roept Absinthe naar de kraai. Het beest knikt zijn kop en laat de boodschap door zijn kleine hersenen lopen. Wonder boven wonder lijkt het alsof het beest hem begrijpt en het vliegt weg door het raam.
Wat denk je daarmee te bereiken?
Wat wil je nu eigenlijk van me? Eerst vertelde je me wat ik wel en niet moest zeggen tegen Equilan en nu probeer je me een schuld gevoel aan te praten. Denk je soms dat ik achterlijk ben? Met iedere minuut die er passeert word jij zwakker. Ik hoor het, ik merk het. Je brandt langzaam, als een kaars, op. Ik heb spijt dat ik naar je heb geluisterd.
Misschien is het nog niet te laat, misschien kan ik de schade nog beperken. Zij heeft mijn leven gered, ze heeft me gevoed, verzorgd en geholpen. Hoe betaal ik haar terug, door haar slechts een stukje van de puzzel te geven en haar mogelijk in een val laat lopen!?
Ben je soms achterlijk!? haalt de stem onverwachts fel uit.
Ja... oh, en ik vergat je te vertellen, bij deze is onze "samenwerking" be-eindigt, ik luister niet meer naar je, je bestaat niet meer voor me!
* Absinthe staat op uit zijn stoel en maakt zich klaar om te vertrekken. De stem in zijn hoofd probeert zijn aandacht te trekken maar zonder succes. Absinthe gelooft niet dat de stem lang in zijn hoofd zal klinken. Met ieder woord dat er door zijn geest word gefluisterd neemt de kracht van de stem af, het wordt zachter en zwakker. Maar nu voelt hij zich verplicht om Equilan te gaan helpen, hij bidt dat hij nog op tijd is, en hij hoopt dat ze het hem vergeeft. zijn zoektocht begint bij:De Toren van Equilan
quote:
Een koele lucht stroomt het vertrek binnen. Voetstappen zijn hoorbaar. Hij voelt hoe een dikke naald door zijn huid heen prikt, alsof het een dun vlies is, en zich dan een weg naar zijn aderen baant.Absinthe is gedwongen om naar het plafond te kijken. Hij staart zich bijna blind op de rijen met buizen waaruit een fel wit licht tevoorschijn komt. Op de achtergrond hoort hij een vloeiende stem spreken, maar de woorden zijn niet voor hem bestemd. Het antwoord komt van, wat klinkt, een jonge vrouw. Ze bespreken kort maar krachtig wat de taak is die ze voor hen hebben liggen.
Zijn ogen raken vermoeid en hij voelt hoe het slaapmiddel begint te werken. Hij verliest zijn bewustzijn, maar dit keer heeft hij er toestemming voor gegeven. Absinthe is er zeker van dat hij dit keer niets verliest.
Kundige handen gebruiken de meest afschrikwekkende werktuigen om de oude wond open te snijden, scheuren en te breken. Een leger van holle slangetjes en draden wordt er door zijn keel geduwd, maar ze vinden ook hun plaats in zijn gapende wonde. Uit zijn overgebleven long wurmt zich langs de buisjes en draadjes een klein rochelend geluid. Een extra slangetje wordt er toegevoegd, ditmaal zuigt het speeksel en slijm weg uit zijn mond.
De kamer wordt met een ijzingwekkend geluid gevuld. Een snijdende onregelmatige toon, afkomstig van een kleine boor die door bot heen probeert te boren.
.
quote:
Buiten was de maan duidelijk zichtbaar, de gitzwarte hemel droeg haar met respect en ontzag, de oceaan, even zwart als de hemel, werkte als een levende spiegel. Kleine, nietzeggende golven droegen het spiegelbeeld van de hemel, bezaaid met talloze sterren en volle maan, en deed het beeld dansen op het wateroppervlak.
De koude, zilte lucht deed zijn reukzintuig prikkelen en zijn huid verkrampen.
Het beeld drong tot hem door en beet zich vast in zijn geest om er een indruk achter te laten.Voor hem strekte zich een eindeloze oceaan uit die ongenadig was en waar, diep onder het oppervlak, een oneindig aantal geheimen lagen verborgen. Het geluid van tal van golven die het strand bereikten werkte kalmerend.
Achter hem lagen de duinen en daarachter de bewoonde mensenwereld. Het geluid van de oceaan ging gepaard met het geluid van het duingras, dat leek te fluisteren tegen de wind.Zo natuurlijk en rustgevend dat hij een moment lang zijn pijn kon vergeten. Het beeld van de wereld om hem heen was groter dan hemzelf. Het was er al, lang voor zijn geboorte en het zou er zijn lang na zijn dood.
Al sinds zijn jeugd had hj de zee gerespecteerd en bewonderd. Een eeuwenoud mysterie dat de mensheid in haar greep hield. Het was harder en genadelozer dan dat een mens ooit zou kunnen zijn, geen onderscheid dat zij maakte. Niemand kan haar temmen, ze bewijst telkens weer een natuurkracht te zijn waarmee niemand kan spotten, niemand heeft haar ooit getrotseerd, zij heeft het leven ontnomen van de sterksten en de zwaksten zonder enige spijt.
Daar had hij respect voor, en nog steeds heeft.
Hij bewondert haar omdat ze de moeder is waaruit het leven is ontstaan, uit haar schoot komt alle leven op deze kluit vuil vandaan en toch is haar inhoud onbekend.De oceaan is de moeder van alle geheimen op aarde.
Absinthe richt zijn blik naar de hemel en beseft dat daar een kracht zich bevind die groter is dan de oceaan.
Zijn nieuwe arm is koud en glimt in het weinige licht dat aanwezig is. Het koude metaal voelt niets, maar absinthe voelt het wel. Hoe een complex apparaat verwoven is met zijn vlees. Een deel van zijn ruggegraat is vervangen om zo het onnatuurlijke apparaat te laten werken. Allebei zijn longen zijn vervangen door synthetische, het was nodig omdat anders de distributie van zuurstof in zijn bloed dusdanig werd verstoord dat het interne beschadigingen zou opleveren.De verandering in zijn lichaam zijn voltooid, dit is zijn eerste nacht van vrijheid, zijn eerste nacht in een nieuw lichaam. Maar dat gaat niet zonder een prijs. Uiteindelijk zal zijn lichaam zich volledig hebben aangepast aan de nieuwe onderdelen, maar voorlopig is het voor Absinthe, leven in een lichaam dat constant word geconfronteerd met helse pijnen.
Het is slechts een kwestie van tijd, zijn geest kan de pijn aan. Hij is sterker dan ooit en de mogelijkheden die zijn nieuwe lichaam met zich meebrengt, maken hem zo ongeduldig als een kind dat met zijn nieuwe speelgoed wil spelen.
Diep van binnen maakt hij zich klaar om wraak te nemen op zijn nieuwe vijanden. Het vervloekte varken dat hem zijn lichaam ontnam en zijn geest verkrachtte, de teef die hem meesleurde naar die hel en haar vervloekte schoothondje dat hem bijna zijn dood had betekent.
Absinthe broed op zijn haat als een gans op haar eieren.
Ditmaal is de eerste stap de makkelijkste stapAbsinthe kijkt terug naar zijn eerste liefde. De foto staat nog steeds in zijn huis op het eiland, maar hij heeft nog altijd zijn herinneringen aan haar. De goede en de minder goede herinneringen.
Absinthe keert zijn rug naar de oceaan en loopt over het strand richting de duinen. Hij maakt zich klaar op zijn reis terug naar het eiland.
Absinthe is uiteindelijk op het eiland gearriveerd maar besloot om niet direkt terug te gaan naar zijn nederige stulpje, in plaats daarvan bracht hij een bezoekje aan zijn grote vriendin Equilan die niet thuis was. De onverlaat zag schoon zijn kans en nam met zich mee een aantal boeken uit Equilan's bibliotheek
In zijn huis is er niets veranderd, er ligt meer stof, maar met een paar simpele schoonmaak procedures valt dt ook wel mee. Absinthe kijkt eens goed rond maar mist niets. Precies zoals hij het achter heeft gelaten.
Absinthe aat zijn gedachten dwalen naar een wereld van weleer waarin hij liefde kende. Het beeld van een jonge vrouw verschijnt voor zijn geestesoog en vervaagt even snel. Hij heeft haar verloren, maar hij heeft geleerd dat kracht van hemzelf uit moet komen. Zijn nieuwe arm glanst. Met een bijna onbewuste gedachte laat hij de vingers bewegen, soepel alsof ze een deel van hem zijn geweest sinds zijn geboorte.
Het is zijn kracht geweest die de dingen in beweging heeft gezet, hij maakte keuzes gebaseerd op de toekomst, op zijn toekomst.
Niets dat hij doet is zonder plan, er is altijd een groter geheel dat er schuilgaat achter een haastige beslissing. Dat is een les die Absinthe nooit mag vergeten.
Zijn geest kijkt terug naar zijn laatste droom, een verschrikkelijke nachtmerrie van verwrongen ledematen en rottend vlees. Verlangens naar wat kon zijn geweest. Het was niet zozeer het beeld dat hem angst inboezemde, maar de sfeer. Een leven in de schaduwen van je eigen keuzes, slaafs aan regelmaat en sleur. Dag in, dag uit, alles is hetzelfde er komt geen einde aan. Stagnatie, oneindig.
Traag beweegt hij zich voort, men zou kunnen zeggen dat zijn passen statig waren. Een teken van klasse en afkomst. Zijn bewegingen doen denken aan een perfecte heer die zich een weg baant door een overvolle zaal gevuld met de meest imposante figuren die de maatschappij maar kent. Omringd door protocollen omtrend omgang en etiquette. Een luttele seconde lang waant zelf Absinthe zich in de situatie die zijn bewegingen uitbeelden.
Met enige desinteresse pakt hij zijn buit, bestaande uit de boeken die hij niet lang geleden uit Equilan’s bibliotheek heeft gestolen, bijeen en begeeft hij zich naar zijn favoriete leesplaats.
De stank ontgaat hem, zijn zintuigen zijn er gewend aan geraakt.
Al zittende in zijn stoel bestudeert hij de boeken die hij sinds kort in zijn bezit heeft. Ja zijn bezoekje aan Equilan heeft zijn vruchten afgeworpen. Met iedere pagina die hij omslaat komt hij meer te weten over Godin haar achtergrond en haar bondgenoten.
Haar grootste fout is al snel ontdekt, ze leeft mee, ze is vergevensgezind en ze zal altijd kiezen voor een band van vertrouwen en respect.
Daar, besluit Absinthe, zal haar ondergang liggen. Dat is waar hij zal beginnen, als een wolf in schaapskleren zal hij haar benaderen en van binnenuit ongekende schade aanrichten. Het is niet veel anders dan zijn oorspronkelijke plan, maar het gevaar ligt ‘em in de mogelijkheid dat hij sympathie gaat voelen voor zijn doel, zijn prooi.
Een blik op zijn nieuwe mechanische arm is genoeg voor hem om zich te herinneren waar dit wezen verantwoordelijk voor is. De schade die zij en haar vrienden hem hebben aangedaan gaat door zijn vlees en doorboort zijn ziel.
Zijn oog valt op een boek dat hij zich niet kan herinneren mee te hebben genomen. Het is gehuld in een rode kaft en op de voorkant staat in sierlijke gouden letters het woord Verbeelding. Het interessert hem, het heeft iets simpels maar complex.
Een stille, zwakke glimlach verschijnt op zijn lippen wanneer hij het boek openslaat. Wat vreemd, dat dit boek bij een figuur als Equilan te vinden is... het is zo... anders dan de andere boeken
Aan het raam hoort hij een schril gekras en ritmisch getik, het is zijn allerliefste kraai. Het beest ziet er, ondanks zijn verwachtingen, uitermate gezond uit.
Kom eens hier mijn allerliefste zingt hij het beest toe met zijn valse stem, kom maar je krijgt nog veel meer goeds, je wordt nog beter dan voorheen.
Maar er is meer. Achter zijn geliefde kraai, wacht een tweetal gitzwarte broeders. Arrogant vliegen ze naar binnen en landen op een stoelleuning. Vier paar nieuwsgierige kraalogen kijken uit over de kamer en registreren alles wat hen intereseert.
De kleine kopjes draaien en knikken wanneer hun broeder, die het slachtoffer van de wetenschap is geworden, luid door het vertrek schreeuwt. De metalen snavel glanst niet meer, maar is bedekt met opgedroogt bloed en kleine krassen.
Ach je hebt bezoek met je meegenomen? Absinthe opent de deur van de kelder en de drie zwarte beesten glijden door de lucht, het duister in. Absinthe volgt hen en weet met zijn magere vingers van vlees en bloed het licht aan te maken. Dit zal zijn eerste operatie zijn met zijn nieuwe mechanische arm... hij heeft er het volste vertrouwen in dat hij de techniek onder controle heeft om delicaat werk te verrichten.
Mijn wraak zal zoeter zijn dan honing, gerechtigheid.
Want, zo beweert Absinthe, God noch Godin ontkomt aan gerechtigheid.
Absinthe laat zijn blik dwalen door de kamer en over het rode boek. Er is iets anders aan.
Waar de andere boeken zich bezighouden met een wereld die hij maar amper kan bevatten, een wereld die zich uitstrekt van Baba Yaga tot aan Oberon's kinderen, horizontaal, verticaal en daar ver voorbij, houdt dit rode boek zich bezig met het leven van een enkel persoon. Het beschrijft de plannen van een briljant figuur. De opkomst en ondergang van zijn verbeelding.
Absinthe laat zijn vingers over de bladzijden glijden en met zijn organische vingertoppen proeft hij de textuur van het gelige papier en de inkt. Er staan illustraties in die hem doen denken aan de blauwdrukken van een uiterst ingewikkeld apparaat, maar ook illustraties van een groots gebouw, enorme ruimtes die hem doen denken aan afbeeldingen van het spaanse hof in de zestiende eeuw.
Het boek is zo divers, het houd zich niet aan een enkel onderwerp, het volgt geen overduidelijke rode lijn, het zijn losse ideeen, ingevingen, dromen en ervaringen opgeschreven door een figuur. Het lijkt op een dagboek en een encyclopedie.
Daar staat het dan, niet als een opvallen hoofdstuk maar als een paragraaf. Het is dat de naam in zijn hoofd rondspookte maar anders was het hem volledig ontgaan, geen sierlijke letters, geen plaatje, maar de naam staat er toch echt. . . Equilan.
Met hernieuwde interesse spit hij het boek door op zoek naar andere informatie, misschien staat er iets in over. . . Herne the Hunter. Ook die naam valt een enkele keer. Absinthe grijnst, een figuur naar mijn hart is de schrijver van dit boek. Het is en blijft hem een raadsel wie het figuur Lurky is. Ze wordt meerdere malen genoemd en beschreven, maar geen van die keren dat haar naam opduikt is de boodschap positief. Ze wordt afgespiegeld als een ware vijand, een snood figuur met de intentie om de schrijver tot het uiterste te drijven, om hem naar het leven te staan en zijn plannen te dwarsbomen. Deze Lurky was, waar de schrijver had willen staan.
Absinthe weet zijn aandacht wederom op de boeken te vestigen die hem informatie verschaffen over zijn vijanden. Direkte informatie en indirekte informatie, maar informatie die hem de gelegenheid krijgt om zijn vijanden van binnenuit aan te vallen.
Ze zijn te sterk, ze hebben veel meer ervaring dan hij heeft of ooit kan opdoen. Als wat er in deze boeken staat geschreven waar is dan staat hij voor een immens karwei. Kracht en vastberadenheid tonen karakter. Ongeacht het obstakel, ongeacht de grote van zijn vijand, hij zal volhouden en slagen. Hij mag niet zijn zaak verslappen hij mag nooit maar dan ook nooit opgeven.
Hij denkt terug aan Helena, de vrouw van wie hij eens hield en met wiens ziekte hij iedere dag geconfronteerd werd. Haar ogen helder en eindeloos leerden hem te leven. Haar lessen deden hem beseffen dat er een wereld was om hem heen.
Hij is haar nooit vergeten, haar lessen leven voort in zijn handelingen. Absinthe vraagt zich af wat Helena als advies zou bieden in deze situatie. Hij denkt na, raapt alle beetjes die hij van haar bezit in zijn geheugen bijeen en probeert het beeld te laten spreken maar het lukt niet. Er komt niets nieuws uit.
Chaotisch hij is te chaotisch! Absinthe vloekt zachtjes. Er is zoveel aan de gang zoveel punten waarmee hij rekening moet houden alles volgt elkaar op en beinvloed de rest.
Het zal niet lang duren of de fase van voorbereiding eindigt en hij kan beginnen aan de uitvoering.
Met zijn valse stem roept hij zijn kraai, het beest reageert en kijkt hem aan met een zijn kop gedraaid. Droge klanken komen er voort uit Absinthe's keel en hij beveelt het gitzwarte voorteken van onheil om over het eiland te vliegen en op zoek te gaan naar iets dat hij kan gebruiken, iets opmerkelijks.
Het beest spant zijn vleugels en vliegt het raam uit. Absinthe twijfelt of het beest hem goed begrepen heeft en hoe het beest hem uberhaupt begrepen kon hebben.
Langzaam staat hij uit zijn stoel op en loopt hij naar de kelder om de twee beesten vrij te laten. Het moment dat hij de kelder betreed is het moment waarop de twee vogels hun gekras staken. Ze wachtend zwijgend op wat Absinthe gaat doen.
"Mijn gevleugelde vriend ik doop je bij deze om tot Hugin" * fluistert Absinthe tegen een van de beesten "En jij zal voortaan Munin heetten."
* Absinthe glimlacht als de beesten uit hun kooitjes kruipen en hun vleugels strekken.
"Leer maar te leven met jullie nieuwe ledematen," * roept Absinthe ze toe. Hij haalt uit een kast een lange leren jas tevoorschijn en een sjaal, met als motief de vlag van het Verengd Koninkrijk. In een kleine tas stopt hij een paar voorwerpen en een tweetal boeken waaronder het rode boek genaamd Verbeelding. Goed ingepakt stapt hij de kelder uit en besluit hij om eens een kijkje te nemen op het eiland. Wie weet misschien breekt zijn moment van wraak wel sneller aan dan dat hij had verwacht.
Verwarring is wat ik van plan ben om te scheppen. Daarmee ben ik in het voordeel, degene die de informatie verstrekt, die controleert wat en hoeveel ze ergens van weten is de persoon die het spelverloop bepaalt. Ze zullen door de bomen het bos niet meer kunnen zien. Wat is werkelijk belangrijk en wat is een doodlopend spoor?
* De kraai vliegt door het raam naar buiten op zoek naar zijn twee lotgenoten... Absinthe wacht geduldig af op de terugkeer van de drie.
Jij gaat naar Equilan’s toren, blijf daar totdat ik je kom halen.* Fluistert Absinthe tegen Hugin, tegen Munin fluistert hij een soortgelijke boodschap, namelijk: Jij komt met mij mee.
* Absinhte kleed zich warm aan en pakt het materiaal dat bij de kist geleverd is bijeen om zo het zware gevaarte te vervoeren. Maar voordat hij ook maar een stap buiten heeft gezet merkt hij dat er iets niet klopt.
Zijn arm is en blijft een machine en heeft nu behoefte aan wat extra voeding.
Absinthe loopt in stevig tempo naar de kelder en vervangt daar een onderdeel. Het zit in de borst, zo ontworpen dat het geen enkele beweging in de weg zit. Absinthe peutert het oude onderdeel eruit en plaatst het nieuwe onderdeel erin. Het is een soort accu, maar heeft een radicaal ander uiterlijk en een andere werking. Het is meer dan slechts een batterij, het is het belangrijkste onderdeel van zijn vernieuwde arm. Zonder dat onding zeult hij rond met een homp ijzer aan zijn lichaam.
Het zojuist weggehaalde onderdeel word in een speciaal gemaakte houder gezet waar het kan opladen. Absinthe is opgelucht dat zijn kunstmatige longen en ruggegraat niet afhankelijk zijn van een speciaal ontworpen onderdeel.
Na het korte ritueel, vertrekt het duo inclusief de kist.
Een paar zwarte handschoenen, gemaakt van een glanzend leer, beschermden haar handen tegen de buitenwereld. Ze stond nu al enkele minuten lang te wachten op een antwoord op haar geklop. Ze verwachtte niet dat iemand nog de deur open zou doen voor haar.
Ietwat geirriteerd pakte de jongedame haar koffer op en vertrok.
Hier en daar kon hij delen van gesprekken opvangen, uiteenlopend van kinderen tot slavernij. Deze mensen verveelden hem mateloos. Ze droomden pretentieuze dromen. Ze voelden zich beter dan de rest, elk van hen was bezeten door hun eigen persoon.
De kostuums die ze droegen waren daar het bewijs van. Wat je droeg bepaalde wie je was en waartoe je in staat was. De noodzaak om op te vallen, om het eigen ik te laten manifesteren in felgekleurde stof en uitbundige maskers deed hem inwendig lachen.
Zelfs al was de drager in het bezit van een eenvoudig kostuum, met een bijbehorend masker, dan nog was het een hopeloze poging om op te vallen in deze menigte. Deze vormloze figuren waren hem niet waardig, hij stond boven hen allemaal.
Varkens die rondwentelen in hun eigen stront, zo tolden deze figuren in hun eigen egos rond. Het had iets primitiefs.
* De menselijke geest laat zich nu eenmaal graag verwennen. Het is het vieren van je eigen persoonlijke vrijheden. Je beloont jezelf voor wat je hebt bereikt en waar je bent gekomen in het leven. Dit is voor hen een manier om hun eigen verleden te vieren, niet zozeer het vieren van hun succes en macht.
Ze voelen zich beter, net als jij je beter voelt dan zij.
Het uiterlijk is zo zwak, zo breekbaar en zo vergankelijk.
Hoeveel jaren heb je hen verafschuwt? Hoe veel woorden heb je vuil gemaakt aan de oppervlakkigheid waarvan je hen beschuldigde?
Ben je jaloers?
Ik verspil mijn tijd en moeite niet aan uiterlijk vertoon. Ik verafschuw de figuren die hun levens op hun uiterlijk hebben gebaseerd. Zij hebben alles, hun sleutel naar succes is hun gezicht, mijn sleutel naar succes is kennis en vleit.
Hun kleine leventjes zijn zo broos. Wat denk je dat er zou gebeuren als vlammen zich tegoed doen aan hun knappe gezichtjes? Zie je het al gebeuren? Stel je eens voor, de maskers verdwijnen, de kleding lost op en daar staan we dan in een kamer vol met naakte lijven. De toekomst-droom van een eenzame puber. Zo mooi, zo gaaf, zo jong en gezond. Spieren die zich aanspannen onder een gladde, zachte huid en zich zichtbaar maken in het gekleurde licht. Gladde sierlijke lijnen en rondingen die hun lichamen verheffen tot kunst.
Heldere ogen die, wanneer ze in een spiegel kijken, worden geconfronteerd met iets zo mooi dat er zo veel mensen van dromen om het in hun bezit te hebben.
Zie je de kamer al voor je, hoe hun lichamen kronkelen en in elkaar overgaan op de maat van de muziek. Hoe ze het ritme gebruiken om met elkaar te communiceren.
De lucht is dik, spanning hangt overal, seksuele spanning.
Zie je hoe ze zich langzaam aan elkaar overgeven. Zie je hoe oneindig veel handen strelend kennis maken met de perfectie van een ander lichaam. Hoe sierlijke vingers dansen over het oppervlak.
Hoor je hoe ze admenhalen, hoe lucht hun longen instroomt en uitstroomt.
Nog geen tien minuten geleden had het moeiteloos geklonken, nu klinkt het schokkerig en luider. Geluiden ontsnappen uit hun kelen, klanken die nog net geen woorden zijn, die een emotie, een gemoedstoestand overbrengen.
Lust.
Het begint heel klein maar groeit steeds sneller. En terwijl hun naakte lijven van elkaar genieten zonder liefde, verliezen ze het grootste gevaar uit het oog.
Het begint als een tinteling.
Het jeukt en verspreid zich langzaam, maar ze negeren het. In hun bijna orgasmische toestand vinden ze het niet nodig om zich druk te maken om dat gevoel. Als ze het negeren gaat het weg, net als al het andere lelijke in hun perfecte leventjes.
De warmte die steeds merkbaarder aanwezig is, is niet afkomstig van hun spel, maar ze zijn te diep in elkaar verzonken om dat te beseffen.
Dan gaat het snel, hun huid brand langzaam. Als ze het doorhebben is het al te laat. Hun gekrijs doet de blaren, die zich op hun naakte huid zichtbaar maken, niet verdwijnen in het niets. Ze springen open en de vloeitstof loopt langs hun ledematen naar beneden. Het beeld van je eigen huid bedekt onder de blaren die een voor een openspringen moet angstaanjagend zijn, maar angstaanjagender moet de geur zijn die in om hen heen hangt. Vlees dat kookt en brandt.
Hun vel laat los wanneer ze met hun nagels langs hun gezichtjes strelen. Binnen de kortste keren zijn ze bedekt met bloed dat uit hun wonden loopt.
* Maar ze overleven het, nietwaar?
Natuurlijk.
* Wat heb je aan wraak als je er niet van kunt genieten. Als ze daar kronkelend op de grond liggen met hun verminkte lichamen ben jij tevreden? Nee wacht, jij bent pas tevreden als ze in de spiegel kijken. Dat is het. Daar doe jij het voor, je wilt het moment zien wanneer ze zich realiseren dat ze alles kwijt zijn.
Hun uiterlijk, de spil van hun lege bestaan.
Jij begrijpt me.
* Inderdaad . Ik begrijp je. Ik weet hoe goed het voelt om wraak te nemen. Maar ik sta er boven. Lege dromen, verspilde moeite. Vertel me eens hoeveel jaar heb je verspild met deze dromen? Hoeveel moeite heb je niet in je beelden gestoken? Hoeveel scenarios heb je al voor je geest afgespeeld? Hoe gruwelijk is de pijn die jij wilt dat zij beleven?
. . .
* Je denkt dat die beelden, die dromen je sterker hebben gemaakt. Je bent geobsedeerd door hun uiterlijk, net als zij. Jij wilt niets liever dan in hun lichamen leven. Geen zorgen, geen moeite, eindeloos genieten van de wereld die jou word aangeboden op een gouden dienblad terwijl je in de zon ligt en geniet van een duur exotisch drankje.
Word toch wakker. Jij wilt net als zij, verliefd worden op iemand en bemind worden door iemand. Je bent er bang voor, je bent er bang voor omdat het je onbekend is. Hoe leeg is jouw leven?
De wereld is gevuld met gebroken dromen en gebroken mensen. Je woorden zijn zo scherp als messen en je gebruikt ze kundig om door mijn masker en kostuum heen te snijden. Dat bevalt me.
Vertel me eens, wie ben je werkelijk? Wat gaat er schuil achter jou masker?
* Zie je dat dan niet?
Nee.
* Met zijn hand tilt hij het masker op. Het gezicht van een jonge vrouw wordt zichtbaar. Ze is een van hen, maar anders. Ze is knap, maar in haar ogen ziet hij een gelijke. Iemand die hem begrijpt. Met zijn twee vlezige handen langs haar gezicht merkt hij dat er iets mis is. Haar huid scheurt langzaam open. Zoals een slang zijn huid afwerpt, zo werpt deze jonge vrouw haar huid af.
Onder de huid van de jonge vrouw wordt een gruwelijk figuur zichtbaar. Gemaakt van glanzend metaal zo koud als ijs. Het is niet een heel figuur het is een skelet, een verwrongen machine.
De schedel die naar hem grijnst, met twee spierwitte ogen boezemt hem angst in. Dit wezen is niet vrouwelijk. Absinthe kijkt eens goed naar deze nachtmerrie en beseft dat hij dit is. Geboren uit technologie.
.
Het beeld vervaagt. De droom houd op met bestaan. Sinds hij is teruggekeerd van het Postkantoor is er iets aan hem gaan knagen. Iets uit zijn verleden.
Wraak zo zoet als honing, is een teken van zwakheid.
Verspilde moeite?
[Dit bericht is gewijzigd door Absinthe op 15-12-2001 22:48]
Het gekras van een van de kraaien doet Absinthe opschrikken, het heerlijke gevoel van de bijna-slaap, waarin hij verkeerde, ebt steeds sneller weg.
Moeizaam hijst hij zich op uit de stoel en zet een koers richting de voordeur, waar een, voor zijn idee veel te luid, geklop vandaan komt. Vermoeid opent hij de deur.
"Jij?" zucht hj uit, "Wat doe jij hier?"
* Miss_Hiss trekt zich terug van Absinthe en geeft hem een zacht duwtje opzij zodat ze haar eerste stappen in het huis kan zetten. Ze laat haar spullen bij de deur achter. Zonder ook maar een enkel woord te wisselen is het Absinthe duidelijk dat van hem verwacht wordt om de koffers binnen te dragen. En wie is hij om niet aan de verwachting te voldoen?
* Vraagt Absinthe terwijl hij de koffers een voor een naar binnen draagt en ze een plaatsje geeft in een hoek van de kamer, waar ze niet teveel opvallen en belangrijker, waar ze niemand in de weg staan.
Hoe lang is het eigenlijk geleden? Een half jaar, een jaar?
* Hij strekt zijn rug en biedt de jonge dame een stoel aan. Absinthe verdwijnt vrijwel meteen naar de keuken, waar de keukenkastjes overvallen worden met een zeer overwachts en ietwat geweldadig bezoek.
Hoe lang zou het geleden zijn? Eens even kijken de laatste keer dat ik je zag was op dat feest... dat moet nu ongeveer anderhalf jaar geleden zijn. Zo rond die koers volgens mij.
* Vanuit de keuken klinkt nogmaals de vraag hoe ze hem heeft gevonden, hier, op dit afgelegen eiland. Haar stem klinkt plagerig en zo zoet als honing. Ze heeft het altijd leuk gevonden om hem een beetje te plagen, ze weet precies hoe ze hem nerveus kan maken. En die kennis gebruikt ze dan ook met alle plezier.
Je weet toch dat ik je altijd en overal kan vinden... Twee schepjes suiker! Je zou bijna denken dat je bent weggevlucht van ons, weg van mij...
* Absinthe komt de keuken uitgelopen met twee kopjes thee, hij zet ze voorzichtig neer en schuift het juiste kopje, naar Miss Hiss toe.
Je komt een beetje nerveus over... heeft het iets met je arm te maken?
* Miss Hiss ziet dat Absinthe schrikt van haar opmerking. Ze geeft haar gezicht precies de juiste uitdrukking. Meelevend, vol begrip en met precies genoeg nieuwsgierigheid en interesse om Absinthe genoeg aanwijzingen te geven om verder te praten.
* Het valt even stil. Beiden nemen kleine slokjes van hun thee om zo niet hun tong te verbranden. Absinthe voelt aan de stilte die er hangt dat ze van hem verwacht dat hij er meer over verteld. Hij twijfelt hoeveel hij haar moet gaan vertellen en wat hij haar precies moet gaan vertellen... de waarheid?
Waarom zij? Waarom moest zij nu uitgerekent op dit moment voor zijn deur staan!? Hij kan haar niet weigeren, niet na al dat ze voor hem heeft gedaan. Ze is er altijd voor hem geweest. Ze voelt hem beter aan dan wie dan ook.
Kijk het zit zo... dit eiland... dit eiland is de oorzaak van mijn ellende. Al vanaf de eerste dag dat ik hier arriveerde is er wel enige vorm van strijd of onvrede geweest. Mijn arm is het resultaat van mijn laatste aanvaring met de bewoners. Op dit eiland is behulpzaam zijn in sommige gevallen levensgevaarlijk.
Ze kennen elkaar beter dan wie dan ook. Hij was er voor haar toen zij hem nodig had en zij was er voor hem. Dat hadden ze beiden gezworen toen, die ene dag.
Ze voelt hoe zijn lichaam reageert op haar omhelzing. Het is ook voor hem lang geleden.
Haar spieren spannen zich aan, haar omhelzing wordt steviger. Ze tilt haar hoofd van zijn schouder en kijkt Absinthe aan. Haar hoofd kantelt en ze sluit haar ogen, het is voor hem een uitnodiging om hetzelfde te doen en om haar te kussen. De uitnodiging neemt hij in stilte aan.
...
Hun lichamen drukken zich stevig tegen elkaar aan. Het koude metaal geeft de naakte aanraking iets extra's. Het verhoogt de spanning, het doet haar verlangen naar zijn vlees. Hun lippen laten elkaar geen moment los. Een oud vuur wordt opnieuw opgestookt.
Haar boezem brandt en zijn lippen doven het vuur met hartstochtelijke kussen. Ze beloont hem door haar handen over zijn naakte lichaam te laten dansen. Zachtjes fluistert ze in zijn oor de meest geweldige dingen en terwijl de twee geliefden dieper in hun liefdesspel zinken, drijven Miss Hiss' gedachten terug naar vroeger.
...
Zo verboden is hun samenkomst, zo taboe. Hun lichamen mogen niet in elkaar overgaan, ze delen bloed, ze delen familie. Ze kennen elkaar al sinds ze kinderen zijn, ze zijn meer dan alleen familie, ze zijn meer dan de som der delen.
Samen verdwijnen ze in de nacht en in het spel.
Waarom ben je hier werkelijk naar toe gekomen?
* Absinthe ademt door zijn neus in en ruikt de dierlijke lucht die er hangt. Hij opent een raam in de hoop dat de geur wegtrekt en de daad met zich mee neemt door het raam en naar de vergetelheid.
Ik ben niet achterlijk, ik houd niet van je, dat weet je. Dus waarom ben je hier heen gekomen? Hoe ben je erachter gekomen dat ik hier zat?
Ik ben je achterna gekomen omdat ik om je geef. Je hebt me nodig. Ik wist het zodra ik wist wat er met je was gebeurd. Ik ken je.
* Miss Hiss heeft nog amper bewogen en haar woorden snijden door de lucht als vlijmscherpe messen. Hij hoort ze en verwerkt ze. Hij haat haar en is haar dankbaar. Ze ziet het aan de beweging van zijn schouders, ze merkt het aan zijn ademhaling
Ik weet wie je bent Absinthe. Ik ken je als een vriend en neef en als een minnaar. Ik zie het, ik merk het als je pijn lijdt. Die teef heeft je helemaal opengehaald. Als je naar mij had geluisterd, als je haar was vergeten...
* Blaft Absinthe onverwachts uit. Zoveel woede in zijn stem, zo ruw en zo gemeend. Ook al ziet hij haar niet direkt hij weet dat ze moet zijn geschrokken
Ik weet dat je schrok, ik voel het. Jij denkt dat je mij kent, maar ik ken jou net zo goed. Er is veel gebeurd in die anderhalf jaar. Ik ben veranderd, jij daarentegen bent hetzelfde gebleven. Dat is gevaarlijk, dat weet je. Ik ben hier op dit vervloekte eiland bezig en jij gaat me daar bij helpen.
IK ben nu degene die het initiatief neemt. Ik heb hier de touwtjes in handen.
Goed jij je zin. Ik doe met je mee. Je laat me weinig keus. Wat ben je eigenlijk van plan? Wat wil je precies van mij?
* Ze ziet hoe Absinthe door de kamer loopt en een boek tevoorschijn haalt. Hij gooit het haar richting in. Het boek beland niet ver voor haar voeten op de grond. In het weinige licht dat er aanwezig ziet ze de kaft en kan ze met enige moeite een titel lezen. Verbeelding. Ze raapt het boek op en bladert er door, het is te donker om de letters te kunnen lezen.
Wat kan ik hierin verwachten? Ik neem aan dat ik wel wat meer moet doen dan alleen een stoffig oud boek lezen. Vertel me eens wat meer...
Je moet goed uitkijken, hier heb je niet alleen te maken met mensen, maar ook met Goden. Deze wereld kan behoorlijk duister zijn als je het dunne laagje aan de oppervlakte weg krabt.
* Absinthe vertelt zijn verhaal helder en zielloos. Alsof ieder woord nauwkeurig is afgewogen en is ingestudeerd. Hij grijpt zijn kans.
Hij draait zich naar haar toe en kijkt haar aan. Hij ziet in het gezicht van deze jonge vrouw het gezicht van haar moeder, zijn tante, maar dan gerafineerder.
En ik wil dat je je spullen pakt.
* Absinthe knikt. Ze laat het even tot haar doordringen en bekijkt de mogelijheden, de mogelijke antwoorden op de vraag waarom Absinthe van haar verwacht dat ze in een hotel moet gaan zitten, ze trekt haar conclussies. Ze zucht.
Ik betwijfel dat dit een nuttige les zal worden. Ik heb niets met de mensen op dit eiland te maken. Ik wil ook niet met de mensen op dit eiland te maken hebben. Maar jij je zin. Ik doe mee met dit spelletje.
is er nog iets meer dat er van mijn verwacht word?
* Nou als je dan toch niet weet waar je moet beginnen, kan je net zo goed de eerste gelegenheid aanpakken die zich voordoet. En dat is dus hier.
Ze voelt dat ze bekeken wordt, maar als ze om zich heen kijkt ziet ze enkel een zwarte kraai in een boom achter zich.
Ze loopt op de voordeur af en klopt aan.
Absinthe loopt de trap af terwijl hij zich aankleedt. Iets moeizamer dan dat hij had veracht, maar als hij eenmaal voor de deur staat ziet hij er degelijk genoeg uit. Hij vraagt zich in stilte af wie dat op dit uur kan zijn.
Hij opent de deur langzaam en kijkt verbaasd naar de vrouw die voor de deur staat
Hallo?
* Goedenavond meneer. Mijn naam is Phoenixx en ik ben op zoek naar de plaats Finias. Daar zou Sleá Bua liggen een speer die ik nodig hebt. Weet u daar misschien meer over?
Hopend dat haar vraag niet al te vreemd is, en dat ze de man niet ergens mee heeft gestoord, kijkt ze hem vragend aan.
Het spijt me zeer. Ik ben niet bekend met dit soort zaken. Ik weet slechts een paar kleine dingen over de wondere wereld van de mythologie en het bovennatuurlijke. Mijn kennis begint en eindigt bij de russische heks Baba Yaga... het spijt me dat ik je niet verder kan helpen.
* Dank u zeer, meneer. Ik ben me ervan bewust dat het geen gewone vraag was. Het spijt me dat ik beslag heb gelegd op uw kostbare tijd. Maar nogmaals hartelijk dank en nog een prettige avond verder.
Toch enigszins opgelucht knikt Phoenixx vriendelijk naar het heerschap en draait zich om. Ze moet moeite doen om niet al te snel weg te lopen. Wat een vreemde atmosfeer hing er rond dat huisje.
Hoe lang sta je daar eigenlijk al?
* Hij kijkt haar aan. De glimlach op haar lippen verraad dat ze niets gezien, niets gehoord heeft en wat nog veel belangrijker is, dat niemand haar gezien heeft. Ze doet het expres, om bij hem een reaktie uit te lokken.
* Ze glimlacht vals naar Asbinthe. Het intereseert haar geen moet wie dat was, het laat haar koud waar het korte gesprek tussen deze twee figuren over ging. Ze haalt met een hand door haar haar.
Voordat ik ga wil ik nog een paar dingen weten... wat moet ik de mensen vertellen als ze iets aan me vragen? Hoe houden we contact met elkaar?
* Miss Hiss hoest, ze houdt beleefd haar hand voor haar mond. Ze draait zich om en loopt nog een maal de huiskamer en keuken in. Ze pakt een theezakje en stopt het weg in een broekzak.
Wat verwacht je eigenlijk van me?
Zolang je maar niet met mij in verband wordt gebracht, jij kent mij niet en ik ken jou niet.
* Absinthe grijnst. Hij keert zijn rug naar miss hiss toe en staard naar de deur. Koeltjes vervolgt hij zijn verhaal...
Op een gegeven moment zal je bezoek krijgen van een kraai, een gitzwarte kraai die net iets anders is dan de anderen. Je zult het beest herkennen aan zijn niet-organische lichaamsdelen. Als je mij iets wil vragen geef het gevleugelde ongedierte dan een briefje mee.
Kortom wat ik van je verwacht is dat je op die eilandje een leventje opbouwt. Zie het als je grootste uitdaging, om geheel overnieuw te beginnen.
* Miss Hiss lacht bijna hardop, met iedere minuut die ze besteed aan het bedenken van mogelijkheden voor haar nieuwe leven groeit haar enthousiasme.
Ik moet toegeven in het begin zag ik het niet zozeer zitten. Ik voelde me zelfs beledigd, maar ik begin het te snappen, ik begin de kans die je me zojuist hebt gegeven te waarderen.
* Met een grote grijns op haar gezicht stapt ze de deur uit en begeeft ze zich richting het Het Hotel
Absinthe grijnst, het zal niet lang duren eer een van die zwarte vogels terugkomt. Hij heeft een brilliant idee gekregen. Die armzalige beesten met hun mechanische onderdelen zijn nog verre van volmaakt, wat hij met ze van plan is, zal ze zeer nuttig maken voor toekomstige doeleinden.
Hij heeft zijn plannen nu al gewijzigd nog voordat hij ze in werking had gesteld. Waarom zou hij het riskeren om ontdekt te worden, waarom zou hij direkt bij mogelijk gevaar betrokken worden als hij nu zijn allerliefste nichtje kan gebruiken om zijn vuile klusjes op te knappen.
Absinthe is er zeker van dat ze het nooit door zal hebben, misschien als het te laat is, maar zelfs dan zal ze er geen bezwaar tegen kunnen maken.
Het enige nadeel aan de speler die hij zojuist in het spel heeft gelaten is dat ze, ook voor hem, een risico met zich meebrengt. Ook al is ze voor hem voorspelbaar, ze kan voor enkele zeer onvoorspelbare situaties zorgen.
Een complex staaltje van techniek, ingewikkeld voor de maker, maar ook voor de persoon die het in het beest heeft geplaatst.
Tot een spion gemaakt door mensenhanden. De drager van de techniek is nu niets meer dan een verraderlijk afluisterapparaat. Gemaakt om gebruikt te worden, om woorden en geluiden te verzamelen.
Absinthe fluister iets tegen het beest. Het is klaar om te vertrekken, om zijn missie te starten, maar voor dat het beest wegvliegt de wijde wereld in, laat Absinthe nog een klein berichtje op de vogel achter. Hij schrijft met sierlijke letters een kleine aanwijzing op een stukje papier.
Zijn bleke vingers binden om het pootje het briefje, het beest is nu pas klaar om te vertrekken...
Absinthe wacht geduldig af.
*
Ze stond te wachten op een reaktie. De mantel om haar schouders was zwart, onderaan besmeurd met koude modder en verborgen onder de schaduw van de kap, lag haar gezicht.
Wat doe je hier!? Heeft iemand je gezien!? Kom snel binnen!* blafte Absinthe, bij het zien van Miss Hiss.
Ik heb besloten, dat we dit vanaf dit moment samen doen. Ik heb zoveel ideeen. Ik beweeg me op een compleet ander niveau, ik zie dingen die jou ontgaan zijn en nog steeds ontgaan.
Vanaf vandaag gaat er het een en ander veranderen voor jou en voor mij. We worden partners, zaken-partners.
* Miss Hiss haalt uit haar tas de nodige spullen. Ze glimlacht nog een keer en sluit dan de deur achter zich.
eeeeeeeeeevil
Voor hem ziet hij een drukke marktplaats. Chaotisch lopen de mensen van het ene naar het andere kraampje met rijkelijk gevulde tassen in hun handen. Ze vegen langs elkaar heen, maar botsen nooit op elkaar. De zon schijnt, er is geen wolkje aan de lucht te vinden. Het weer verraad dat het zomer is.
In de verte is muziek te horen, afkomstig van een groep mensen die zich speciaal voor deze gelegenheid in kleurrijke kostuums hebben gestoken. Ze spelen vrolijke muziek in een rap tempo, het ene nummer loopt bijna vlekkeloos over in het andere, waardoor het lijkt alsof het geheel een eindeloos lang muziekstuk is, gespeeld door bovenmenselijke wezens die hun eeuwigheid besteden aan het presenteren ervan.
Een groep kinderen rent langs hem heen, hun gelach tovert een meelevende glimlach op zijn lippen.
Alles om hem heen, kleuren, geuren, geluiden, bewegingen, worden versterkt door het zomerse weer, door de felle zon. Het voelt geweldig aan, een mens zou dit perfect durven te noemen.
En hij weet dat hij droomt.
Het beeld vervaagt en hij voelt zich weer moederziel alleen in de wereld.
Naast hem staan schimmen, bekende figuren uit zijn verleden en uit zijn heden. Ze zwijgen, hoe kunnen ze ook anders. Ze zijn geen volledige personen, ze missen een deel.
Hij voelt zich een puzzel, een vreemd voorwerp, een gedrocht in een kooi.
Een lichaam van vlees en metaal. Een geest verdraaid en verward.
Hoe kunnen zij hem begrijpen als hij zichzelf niet eens begrijpt?
Hij draait zich om en kijkt een tweede, en laatste, maal naar de overvolle markt, naar de zon, de spelende kinderen, naar perfectie. Hij knikt en hij laat het beeld los.
De schimmen wachten op hem in de peilloze ruimte waarin hij zich nu bevindt. Met een handgebaar doet hij de ruimte breken als een glas dat van een klif naar beneden valt. De schimmen blijven over in het niets waarin hij zich bevind.
Een glimlach op zijn lippen.
Hij laat ze vrij. Niet langer zijn ze aan hem gebonden, ze zijn vrij om te gaan en staan in hetzelfde niets als waar hij zich in bevindt. Waar zij heen gaan, kan hij niet volgen en mag hij niet volgen.
Absinthe voelt zich vrij, zijn haat ebt weg, de schimmen verdwijnen, ze gaan waar ze heen willen. En net als zij zal hij ook vorm geven aan het niets waarin hij leeft. Hij creert zijn eigen wereld, zijn eigen avonturen.
De eenzaamheid, de oneindigheid boezemt hem angst in, maar hij weet diep van binnen dat er geen andere weg is die door hem kan worden bewandelt. Het is deze weg die hem eindeloos veel mogelijkheden biedt.
Net als zijn twee lotgenoten, heeft het beest een tweede behandeling ondergaan. De lege ogen van de kraai slaan talloze beelden op die naar de wens van zijn meester kunnen worden bekeken.
Vanuit de keel van het beest klinken een paar wazige klanken, zo nu en dan zijn er woorden te herkennen, maar het overgrote deel is onverstaanbaar. De apparatuur die daar is geinstalleerd werkt perfect, maar niet in een levend wezen. Het is een geweldige methode om verbale berichten mee te verzenden van punt A naar punt B, maar om af te luisteren is er meer nodig dan alleen apparatuur.
Helaas zit er een limiet aan de hoeveelheid informatie die er kan worden opgeslagen.
Het is vooral de hersencapaciteit van de kraai die de grenzen aangeeft. Ook al hebben er in de hersenen, een deel van de kleine hersenen, aanpassingen plaatsgevonden, het is nog steeds gelimiteerd door de biologie van het dier.
Achter zijn meester, Absinthe, staat Miss Hiss, ze kijkt met een duivelse glimlach op haar lippen naar de kraai. Er broeit iets achter haar ogen.
"Absinthe vertel me eens wat meer over je dromen," fluistert ze hem toe met een verleidelijke stem.
"Er valt niet veel te vertellen," mompelt hij, terwijl hij voorzichtig de apparatuur in de kraai aansluit op een netwerk dat in het leven is geroepen om de informatie uit de hersenen te peuteren en om te zetten in beelden, en daarbij de ruimte vrijmaakt voor eventuele nieuwe informatie die nog moet worden opgeslagen.
"Ik vraag me alleen af... ik vraag me af, of ik niet... of ik geen fouten ga maken. Ben ik onredelijk geweest, ben ik nog steeds onredelijk bezig? Ik vrees dat ik wordt verslonden door mijn haat."
Op het beeldscherm vormt zich een naargeestig tafereel. Rouwende figuren rondom een lichaam dat Absinthe bekend voorkomt. Miss Hiss verandert haar houding en spreekt Absinthe toe: "Is dat niet degene die jou je arm heeft afgehakt? En is zij niet degene die je heeft verzorgd? En die andere figuren..."
Absinthe's gezicht wordt rood. Zijn ogen puilen uit en hij bestudeert alles nauwkeurig. Hij voelt zich verraden en alleen.
"Het is altijd fijn om te weten hoe andere mensen over je denken. Het is leuk om te weten dat je wordt gewaardeerd. Is er hier iemand langs geweest om te vragen hoe ik me voel, hoe ik het heb overleefd. En kijk ze rouwen allemaal om het verlies van hun nobele vriend, hun toeverlaat.
En wat is dat?
Equilan is... zwanger?"
"Je bent hier niet echt populair, in die korte tijd dat ik in het Hotel heb gezeten, werd ik al uitgenodigd voor een bruiloft. Het schijnt dat iedereen is uitgenodigt, er zijn zelfs kaarten verstuurd door de lokale... postbode," sist Miss Hiss.
"Weet je hoe ze dit moment noemen?,"
"Nee?"
"Het moment waarop Absinthe een bezoekje gaat brengen aan zijn liefste eilandvrienden. Dit is hun laatste kans, hun allerlaatste kans," gromt Absinthe terwijl hij de kraai met een boodschap naar het Bos toe stuurt.
Verdomme, ik ben niet het enige slachtoffer geweest van dit vervloekte eiland! Ik heb een grote fout gemaakt.
* Absinthe stormt de kelder in, waar hij aan de steriele, metalen operatie tafel plaats neemt. Hij heeft heel wat zaken om op een rijtje te zetten. De personen waarvan hij eens dacht dat ze zijn leed op hun geweten hadden, zijn zelf ook slachtoffers. Hij heeft ze veroordeeld op basis van te weinig gegevens en hevige emoties. Beoordeel nooit iets of iemand op basis van eenzijdige berichten. Absinthe leunt achterover en staart naar een denkbeeldige leegte. Hij is weer alleen. Miss Hiss bestaat, maar maakt geen deel uit van zijn leven, zijn denken en doen staat los van haar aanwezigheid hier. Absinthe kijkt naar de nieuwe situatie en beseft dat hij keuzes moet gaan maken die invloed hebben op de wereld om hem heen. Hij kan zich niet langer richten op zijn eigen wereld, er is meer daarbuiten, en hij heeft het nodig.
Hun handelen werd beinvloed door Slough Feg. Hij is het die de oorzaak is van zijn leed, maar ook het leed van de anderen. Ze zijn allemaal door de sinistere figuur gebruikt. Voor Absinthe betekent dit een drastische verandering in zijn beschouwing van het eiland, van Equilan en van Herne The Hunter.
Zij maakt deel uit van de restanten van zijn oude leven.
Het is nu precies zeven uur en veertien minuten geleden dat ze een diepgaand gesprek hebben gevoerd. Er is heel wat besproken, hier voor dit raam. Zij verweet hem een zwak persoon te zijn die in misleiding een bondgenoot had gevonden. Hij was een labiel figuur dat dit eiland verdiende. Hij was niets beters waard. Hij had haar gebruikt en nu hij haar niet meer nodig had kon ze oprotten.
Bij nader inzien was het misschien niet verstandig geweest om haar te vertellen dat zijn plannen gewijzigd waren. Zij kan hem niet begrijpen, niet meer zoals ze hem vroeger begreep.
Ze voelde zich bedrogen. Ze had zich eerst overgegeven aan zijn plannen, zijn avontuur, en nu is daar niets meer van over.
En nog zo veel meer, dat hij nu vergeten is. Absinthe zuchtte. Ze zag het verkeerd, hij bedoelde het niet zo, maar ze wilde het niet zien, ze wilde het niet begrijpen.
En nu...
...nu gaat ze weg. Ze heeft genoeg van hem en zijn grillen. Ze heeft genoeg van zijn problemen, ze heeft er genoeg van om opgescheept te zitten met iemand die niet naar haar luistert, die haar niet respecteert, die haar niet erkent als een gelijke.
Alles is verandert, ze hoort het hem nog zeggen. Alles is verandert, ze zijn niet mijn vijanden, ze zijn slachtoffers, net als ik.
En dan de rest van zijn walgelijke verhaal. Hij wil haar kwijt, hij hoeft haar niet meer te hebben want hij heeft tijd nodig om alles te ordenen.
Ze heeft verdomme op hem gewacht toen ze hier aankwam, ze gaf zich over aan zijn ideen. Ze had zin in wat avontuur, en nu blaast hij alles af, en heeft hij tijd nodig, moet hij alleen zijn.
Ze blijft niet eeuwig wachten, ze heeft haar eigen leven. Ze had nooit hierheen hoeven te komen, ze had thuis kunnen blijven. Al die kansen, al die mogelijkheden die ze heeft gemist omdat hij haar zonodig nodig had.
Hij heeft haar nooit nodig gehad, hij heeft haar hier gehouden!
De deur slaat achter haar dicht, ze heeft er genoeg van. Gisterenavond is haar alles maar al te duidelijk geworden. Hij kan de pot op! Dit hele eiland kan de pot op!
Met een stevige pas zet ze een koers in naar het bos...
diep in gedachte verzonken merkt ze niet eens dat ze een erf oprijd.
pas als Vincent nerveus begint te snuiven kijkt ze op en ziet voor haar een donker, haast verlaten uitzient, huis.
waarom doe ik dit eigenlijk? ik waag me op de meest gevaarlijke plekken van het eiland voor een dooie man.
maar het avontuur lokt rebel, en ze kan zeker wel wat afleiding gebruiken na de verschikkelijke ervaringen op het vasteland, dus klopt ze aan en blijft rustig wachten bij de voordeur.
Een tweede kraai vliegt door het huis en gaat naast zijn soortgenoot op de rugleuning van de stoel zitten, duidelijk zichtbaar voor de jongedame die vanuit de deuropening staat te gluren. Vanuit de kamer klinkt een stem, de bron is onzichtbaar vanuit de deuropening...
"Heeft niemand je verteld dat het onbeleefd is om te staren?"
One might question your upbringing...
net om de hoek van de deuropening staat, wat blijkbaar de eigenaar is van het huis.
rebel strijkt een haarlok uit haar gezicht en bind haar lange haar opnieuw bij elkaar voor ze haar verhaal afsteekt.
Goedemiddag, ik hoop dat ik niet stoor maar euhh het zit zo, ik ben opzoek naar informatie.
* rebel_girl haalt het papier uit haar binnenzak en laat de tekening aan de man zien.
weet u misschien wie of euhh wat dit is?
Na een dramatische stilte spreekt hij haar droog toe:
"Ik neem aan dat het een afbeelding is van de persoon die door jouw roekeloos gedrag om het leven is gekomen?"
* de man staat nog steeds met zijn rug naar haar toe. dan doet ze stap naar voren, mijn naam is rebel_girl trouwens, en ze steekt haar rechterhand uit.
rebel kijkt om zich heen opzoek naar een stoel maar besluit dan liever te blijven staan.
de kraaien hebben de enigste, nog degelijk uiziende stoel in bezit genomen en ze heeft geen zin die met ze te delen.
voor de zoveelste keer weet een plukje haar te ontsnappen aan het leren bandje en rebel haalt met een zucht het bandje er helemaal maar af zodat haar haar nu vrolijk haar gezicht omlijst.
Mijn naam is Absinthe... en ik weet dat het een ongeluk was, het spijt me als ik iets anders insinueerde. Ik weet ook dat de arme ziel een brief bij zich droeg...
* Absinthe draait zich om, hij kijkt de jonge dame recht in haar ogen aan en pakt de brief uit haar hand. Hij bekijkt het voorwerp en besluit om het te openen. Curiosity killed the cat klinkt er zachtjes in zijn achterhoofd, maar de verleiding is te groot om het aloude gezegde in acht te nemen.
Er staat niets in. Het papier is blanco... wacht...
* Absinthe staart naar het papier en ziet een klein logootje staan in een van de hoeken, kleine letters staat er iets onder geschreven. Hij doorkruist de kamer en pakt een vreemd ogend voorwerp uit de kast, gemaakt van glas en ijzer. Kundig plaats hij het tussen zijn oog en de brief, in de hoop om zo duidelijk te kunnen zien wat er precies staat geschreven...
De Binnenste Cirkel... de binnenste cirkel? Nooit van gehoord. Zegt het jou iets?
en wat zou die ring betekenen denk je?
* als rebel opzij kijkt ziet ze vier paar kraaloogjes haar in de gaten houden.
als ze goed kijkt ziet ze dat hun snaveltjes niet zwart zijn zoals normaal maar metaalachtig.
een beetje zenuwachtig plukt ze aan een haarlokje.
* Absinthe staart doelloos naar het lege papier. Voor zijn ogen beginnen zich patronen te openbaren op het papier. Het is vreemd, het is er niet, maar toch ziet hij het. Het doet hem denken aan een van de platen die hij heeft gezien op het vasteland. Als je er vluchtig naar kijkt is de mogelijkheid groot dat je er niets in ziet, maar als je een tijdje blijft kijken en je ogen ontspant zul je een figuur zien. Dit is precies hetzelfde, maar in plaats van een enkel figuur, worden er ditmaal dunne rode lijnen zichtbaar op het vel, terwijl er eigenlijk niets staat. Het is een soort plattegrond, of een vreemd symbool van het een of het antwoord. Absinthe hoest en geeft het vel terug aan Rebel_Girl.
Ik denk dat we zojuist een stapje verder zijn gekomen. Kijk eens goed naar het papier, staar ernaar. Als je er langer naar kijkt zul je zien dat er wel degelijk iets op staat. iets dat er eerst niet was, maar nu wel.
Optisch bedrog, een vernuftige manier om iets te verbergen vind je niet?
* Absinthe hoest en merkt dat er een flinke scheut pijn door zijn lichaam heen trekt. Overwacht.
Het spijt me, maar ik denk dat je er beter aan doet om naar huis te gaan. *kuche* Ik denk dat ik ziek aan het worden ben.
ik heb het irl behoorlijk druk met meerdere zaken, dus ik kan momenteel niet direkt betrokken zijn bij het verhaal. Geen reden om een pauze inlassen, ik post zo nu en dan nog wel als Broeder_Strijd.
Met een zucht stapt hij de kelder in om de "batterij" van zijn mechanische arm te verversen. Hij veegt het overvolle geheugen van zijn kraaien schoon en stuurt een van hen op pad om informatie te zoeken. Het beest gehoorzaamt en verdwijnt door het raam op zoek naar beelden en geluiden die zijn meester op weg kunnen helpen.
Motivatie, dat is wat Absinthe door zijn aderen voelt stromen.
Er vallen stukjes van het plafond naar beneden, boeken vallen uit de kast, er heerst chaos.
Het duurt niet langer dan een klein halfuur voordat het gebouw instort.
Wat er overblijft is stof, brokstukken en loos puin.
De woning is vernietigd er is niets meer van over.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |