DAG 8: Een dag der beslissingen;
Het is half negen in de morgen en op het huidige moment zit ik op de rand van mijn bed. Ik staar naar de muur van mijn cabin, en ik voel de pijn van de binnen. Neer geslagen, er is een leegte achter gebleven na het verlies van deze dierbare vriend. Het leven is betrekkelijk, de natuur heeft mijn dierbare vriend weggenomen van deze wereld. Het besef is weer daar, elk ogenblik kan het laatste moment op aarde zijn.
Daarom heb ik dan ook besloten om deze vakantie toch voort te zetten, hoewel er toch een onbehagelijk gevoel aanwezig is. De realiteit van het verlies heeft een diepe indruk op mij achter gelaten. Misschien is het een goed plan om me eens aan te gaan kleden en op weg te gaan naar de ontbijttafel.
10.00, hoewel ik nog geen hap door mij keel heb kunnen krijgen heb ik toch het gevoel dat het goed is dat ik de draad weer opgepakt heb. Het alleen zijn in de cabin leidt slechts tot depressiviteit.
De hoteleigenaar is nog even wezen informeren hoe het gaat met mij gemoedstoestand. Hij heeft een aantal troostende woorden gesproken, zijn woorden hadden een grote impact op mij. 
Deze man leeft met je mee in deze toch moeilijke tijden, na het verlies van Svenson. Ook heeft hij gezegd dat ik even langs moest komen bij de receptie, waar hij de gehele morgen aanwezig zal zijn. Op dit moment zit ik echter na buiten te turen, echt genieten van het prachtige landschap kan ik niet. Het sneeuwlandschap roept bij mij weer die herinnering op aan dat dramatische moment. Die paar seconden spelen weer voor mijn ogen af, waar ik stuitte op een gehavende Svenson. Bloed kleurde de witte maagdelijke sneeuw rood. Zijn schreeuw galmde over de verlaten sneeuwvlakte, een schreeuw die door merg en been heen ging. Afschuwelijk, ik leg mijn handen voor mijn ogen. 
10.20, bij de receptie heb ik geïnformeerd of de hoteleigenaar aanwezig was. De receptioniste meldt echter dat hij zojuist het pand heeft verlaten. Ze kan mij vertellen dat hij om 11 uur weer aanwezig zal zijn. Omdat ik vanmorgen voor de rest niets bijzonders gepland heb, besluit ik om later op de dag wederom me te melden bij de receptie.
11.10, ik stond nog geen vijf minuten te wachten toen de hoteleigenaar zijn SUV parkeerde voor het hotel. Op een hartelijke manier begroette hij mij toen hij het hotel binnen trad. 
Na een vriendelijk schouderklopje, sommeert hij mij dat ik even mee moet lopen. Na een korte wandeling arriveren we in zijn kantoor. Hij biedt mij een drankje aan, en hij neemt plaats achter zijn prachtige bureau. Ik moet zeggen het bureau is een lust voor het oog, het houtwerk, de handgekerfde versieringen aan de poten. Kortom met oog voor detail is hier een praachtig product afgeleverd, een product dat vele generaties zal mee gaan.
De hoteleigenaar begint direct zijn verhaal af te steken. Hij vreest voor mijn veiligheid, na de aanval op Svenson en na het herhaaldelijk rond struinen van ijsberen rond mijn cabin. Na een korte pauze in zijn woorden, trekt hij een lade van zijn bureau open. Er komt een kleine zwarte doos te voorschijn. Het valt mij echter gelijk op dat er een slot op de doos zit. De hoteleigenaar heeft na luttele seconden de doos echer al geopend. 
Te voorschijn komt een SIG SAUER P210, ter bescherming biedt hij deze aan mij aan. Ik sla natuurlijk deze gelegenheid tot zelfbescherming niet af. De SIG SAUER P210 is een uitstekend zelfverdedigingswapen. Terwijl hij 18 kogels te voorschijn haalt, vertelt hij mij dat het wapen gebruikt is door zijn vader. Begin jaren ’60 was zijn vader een soldaat in het Deense leger. Na jaren trouwe dienst werd dit pistool aan hem geschonken.
Ik bedank de hoteleigenaar nog even, en ik verzeker hem dat ik uiterst zogvuldig om zal gaan met het wapen van zijn vader. 
Intussen denk ik er over na om te gaan luchen. Ik heb honger, ik denk dat dit vooral veroorzaakt wordt door dag van gisteren.
14.30, ik ben op weg naar de hoofdstraat van Illussat. Eerder deze week, toen ik daar een souvenier heb gekocht in een klein winkeltje, viel het mij op dat er aantal cafés waren. Misschien kan de gezelligheid die daar waarschijnlijk heerst, mij gedachten weg nemen van dat verschrikkelijke moment van eergisteren.
15.10, na mijn verhaal over Svenson verteld te hebben aan een groep Eskimo jagers, heffen we nu gezamelijk herhaaldelijk het glas op Svenson. Ter nagedachtenis en als eerbetoon aan deze held. Dat wij hem eeuwig mogen herinneren als de man die hij was.  
15.25, ik zit nu alleen aan een tafeltje naar buiten te kijken. Hoewel ik nu al diverse glazen bier achter over heb geslagen, dwalen mij gedachten nog steeds af na dat noodlottige moment. Gelukkig is bier hier niet al te prijzig, dus vooruit we zullen er nog maar eens één nemen en hopelijk kan ik deze ellende dan vergeten.
15.45, depressief voel ik me, maar ja een biertje zal dit gevoel wel wegenemen bij mij. 
16.15, ik eb nog maar een biertje genomen. Svenson een held voor mijn. Sven held. Sven is held!!!.
16.20, ja dat is Svenson, held!!, h e ld, geld, hel d,eld, #*#$ ijsberen, dood DOOD moeten ze klere hagel door hun kop FUC blijf vanm ij af Hoemo heafafafs #&*#
16.25-ebn biuiten gezet door barman, ik op weg naar cabin. Klote bar morgne teug gaan ik zla hem letren
18.05 ikben retug in de cabin ik zeet op rand bet ik heben geen zi iom te leven in de crule ereld de uur lijkt iop mii fte komen hoor geristeld geritsel svebn muren op af benwd ijsbee
18.05*Klik* de sig de SIG haha ahhahaopm ond ha ha haha