Zo, de eerste paragraaf is voor vanavond weer even af, en daar ga ik morgen pas weer kritiek op leveren.
quote:
Provo
Na de Tweede Wereldoorlog brak er een periode aan van grote economische groei, en de Nederlandse welvaart nam werd al groter. Begin jaren zestig kwam er voor het eerst serieus protest tegen de samenleving zoals die zich ontwikkeld had. Deze acties vonden plaats in Amsterdam. Initiatiefnemers waren vertegenwoordigers van een nieuwe generatie. Eerst Robert Jan Grootveld en later ook Roel van Duijn. Robert Jan Grootveld, die al vanaf 1961 actie voerde tegen de tabaksindustrie, kreeg al meer jongeren achter zich. Rond 1964 ontstonden er zogenaamde Happenings, bijeenkomsten waarbij jongeren zich op zaterdagnacht bij het standbeeld het Lieverdje op het Spui verzamelden . Deze happenings werden al populairder. In 1965 werd door een criminoloog de term Provo bedacht voor deze jongeren, afkomstig van het woord ‘ provoceren’. Deze term namen werd door Roel van Duijn overgenomen, die bezig was een anarchistisch tijdschrift op te richten. Op 25 mei 1965 was het zo ver, en werd door middel van een pamflet het tijdschrift ‘Provo’ aangekondigd. Dit moest een jongerentijdschrift ter vernieuwing van het anarchisme worden. Al snel kwamen er contacten tussen Grootveld en van Duijn en de Provo’s gingen al snel ook naar de happenings van Grootveld toe. Binnen een paar maanden verwerden de happenings tot verslagen met de politie, die zich nogal autistisch opstelde en in veel dingen een aanleiding zag om hardhandig in te grijpen . Het voorgenomen huwelijk van Prinses Beatrix met Claus von Ambsberg was een volgende gebeurtenis waar Provo zich tegen verzette, allereerst omdat ze sowieso tegen het koningshuis waren, en bovendien omdat Claus een Duitser was die in de oorlog in de Wehrmacht had gediend. Naarmate het koninklijke huwelijk dichterbij kwam werd de politie al zenuwachtiger. Provo had aangekondigd met acties te komen en er waren geruchten dat men LSD in het drinkwater van de politiepaarden wilde gooien. Uiteindelijk bleef de schade beperkt tot wat rookbommen en een losgelaten kip, maar die beelden gingen desondanks de hele wereld over. De beelden van het hardhandige politieoptreden daarentegen niet.
Een week later verscheen er een fototentoonstelling over het optreden van de politie tijdens het huwelijk. Veel Nederlanders waren geschokt, en burgemeester Van Hall deed bij Mies Bouwman een oproep waarbij hij het politieoptreden goedpraatte, maar verloor daar veel goodwill bij het publiek mee.
Ondertussen was Provo door haar acties in bijna heel Nederland bekend en ontstonden er ook vele Provo-achtige bewegingen in andere plekken in Nederland, die meestal maar een erg korte periode actief waren. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van Amsterdam in juni 1966 besluit Provo om mee te doen , en slaagt het er in om een zetel te veroveren. Men neemt zich voor om die zetel ieder jaar door iemand anders te laten bekleden.
In Amsterdam gaat de opschudding ondertussen door, en in diezelfde maand ontstaat er een bouwvakkersopstand waarbij een van de bouwvakkers overlijdt. De politie wordt daarvoor verantwoordelijk gehouden , en uiteindelijk wordt het gebouw van de Telegraaf bestormd, aangezien de Telegraaf met haar berichtgeving altijd de kant van de politie had gekozen bij conflicten. Na enige dagen vechten, waarbij ook provo’s aan de kant van de bouwvakkers meevochten, wordt de rust moeizaam weer hersteld. De hoofdcommissaris van politie krijgt eervol ontslag.
In de rest van 1966 gaat Provo door met demonstreren, met name tegen Vietnam, maar in het najaar wordt het protest minder talrijk. In februari 1967 krijgt de Provo-raadszetel een nieuwe vertegenwoordiger, Luud Schimmelpennink, die het Witte Fietsenplan probeert te promoten. Het Witte Fietsenplan was een plan om de autodruk in het centrum te verminderen door de gemeente 3000 fietsen neer te laten zetten in het centrum die voor iedereen te gebruiken waren, zolang ze maar achtergelaten werden op de plaats van bestemming. Net als tientallen andere Provo plannen krijgt ook dit plan geen meerderheid achter zich.
In april 1967 wordt eerst een provo-boot vernield door jongeren die rondhingen in de omgeving van het Centraal Station en enige dagen later worden provo’s afgetuigd door een groep langskomende mariniers. De Telegraaf juicht, maar minister-president De Jong is not amused en maakt burgemeester Van Hall duidelijk dat het afgelopen moet zijn met de ordeverstoringen in Amsterdam. Als enige dagen later ook nog eens een rapport verschijnt waarin het beleid van de burgemeester rondom de rellen van 1966 met de grond gelijk wordt gemaakt is het te veel. Van Hall krijgt op 13 mei 1967 eervol ontslag.
Twee dagen later, op 15 mei 1967, wordt Provo opgeheven. Het vindt dat haar doel bereikt is en dat er niets meer te provoceren valt. Daarnaast hebben ze meer dan genoeg media-aandacht gehad en zijn de standpunten duidelijk gemaakt.
De zetel die Provo in ’66 verkregen had in de gemeenteraad wordt wel aangehouden en volgens afspraak wordt die jaarlijks gerouleerd. In 1969 komt Roel van Duyn op die zetel en begint daar al gedachtegoed uit te dragen dat veel beter bij een nieuwe stroming, de Kabouters, past.
Wat waren dat toch mooie tijden.
![]()
.