Etapa 20: Robledo de Chavela - Bola del Mundo. Puerto de Navacerrada, 165,6 kmDeze matige Vuelta staat vol van de mindere dagen en gisteren voegden we daar weer een perfecte illustratie aan toe. Dat viel in dit geval wel te verwachten, het was een bijna volledig vlakke rit. Een rit door een volstrekt leeg gebied, 160 kilometer afhaspelen in een troosteloze omgeving. Alleen de wind kon ons redden, maar de wind gaf niet thuis. Dat is eigenlijk altijd het geval, er wordt met onze kloten gespeeld. Direct vanuit het vertrek ging Jakob Otruba in de aanval en hij kreeg in eerste instantie Victor Guernalec mee, maar Guernalec hield het een kwartiertje later voor gezien en dus mocht Otruba een paar uur voor lul in zijn eentje voor het peloton uit gaan rijden. De rit was niet alleen saai, ook nog eens heel traag. We haalden de 40 per uur niet eens, het werd een vreselijke zit. Halverwege deze lege vlakte kwamen we uit in Salamanca, een grote stad in het midden van het niets. Hier lag de tussensprint van de dag, tevens lag hier ook de bonussprint. Er was maar één koploper vooruit en dus kon je hier op een makkelijke manier wat punten pakken voor de groene trui, alsmede een paar bonificatieseconden in de strijd om de rode trui. Bij Visma waren ze hier mee bezig, Jonas Vingegaard werd in een zetel naar de sprint gepakt en hij kon achter Otruba tweede worden. Van Almeida was geen sprake, zoals altijd is UAE nergens te bekennen als het ook maar een beetje tactisch dreigt te worden. Tijdens de tijdrit verloor Vingegaard tien seconden, op deze manier won hij er wel heel eenvoudig vier. Ondanks hun oneindige budget blijft UAE een amateuristische ploeg, zodra het niet puur op talent geregeld kan worden haken ze af. Na de tussensprint dreigde de rit zowaar even wat spannender te worden, voorbij Salamanca zouden we van richting veranderen en daardoor zou de wind ineens gunstig komen te staan. Er werd weinig wind verwacht, maar de ploegen probeerden het alsnog. Vol sprintend verlieten we Salamanca, waarbij er ook even een paar breuken vielen, maar een paar minuten later kwam men tot de conclusie dat er geen wind stond. Terwijl Otruba werd ingerekend ging even later een duo van Burgos in de aanval, Chumil en Aparicio haalden op die manier ook een keer de uitzending. Ze hielden het een kilometer of tien vol, waarna we even later nog een tweede poging zagen om de boel op de kant te gooien. Wederom bleek het niet hard genoeg te waaien, en dus reden we op een waanzinnig gezapige manier naar de finish. Er gebeurde helemaal niets, terwijl iedere kilometer een uur leek te duren. Het was wachten op de sprint, dat wachten duurde een eeuwigheid. Vonden enkele ploegen ook, dus waren er wat enthousiastelingen bij die net wat te vroeg begonnen met het oproken van hun trein. Bij Ineos waren ze heel ongeduldig, waarbij het vooral Ganna was die lang op kop mocht rijden. Maarja, het was wel een beetje een hellende aankomst en dus kon je maar beter wachten met het inzetten van je sprint. Nou, laat dat maar aan de mannen van Alpecin over. Jonas Rickaert hield zich weer gedeisd, met Edward Planckaert en Jasper Philipsen in het wiel. Pas in de laatste kilometer schoof hij op naar voren, om daarna op een meter of 500 van het eind de sprint aan te trekken. De andere ploegen hadden zichzelf al opgerookt, dus kon Rickaert probleemloos naar voren stomen. Na zijn beurt mocht Planckaert maar weer eens de sprint aantrekken voor Philipsen en dat deed hij wederom op een voortreffelijke manier. Een lead-out uit het boekje, waarna Philipsen met speels gemak de rit kon winnen. Zijn derde ritzege, en dat in een Vuelta waar de sprinters geen kansen zouden krijgen! Het deed blijkbaar wel veel pijn, maar het zag er toch vrij makkelijk uit. Tegen het treintje van Alpecin is niemand opgewassen, zeker niet Mads Pedersen. De Deen mocht het weer eens alleen uitzoeken, ditmaal kreeg hij het in ieder geval wel voor elkaar om mee te sprinten en dat leverde een tweede plaats op, net voor Aular. Een masterclass van Alpecin in een etappe die we nu alweer vergeten zijn. We kunnen door naar de volgende etappe, de laatste lastige rit van deze magere Vuelta. We zijn in de regio Madrid en daar gaan we een parcours afwerken vol bekende beklimmingen, in een korte rit vol hoogtemeters. Qua aantal hoogtemeters is dit de lastigste etappe van deze Vuelta, maar zijn het nuttige hoogtemeters? Mijn vrees is dat alles pas besloten zal worden op de slotklim, en dan met name in de laatste kilometers van de slotklim. Na een dag waarin het vrij vaak op een niet al te lastige manier op en af gaat rijden we de Puerto de Navacerrada op, om op de top van die klim af te slaan richting Bola del Mundo. De Puerto de Navacerrada is redelijk lastig, maar de brede weg omhoog zorgt ervoor dat we daar vaak weinig koers zien. Die koers ontstaat dan eerder op het laatste stuk naar Bola del Mundo, maar dan is de finish er ook al bijna. Dit kan een etappe zijn waar we alleen in de laatste drie kilometer spanning en sensatie gaan zien. Op voorhand niet het beste ontwerp ooit voor een laatste bergrit, het heeft wat weg van die ene Giro waar we in de laatste bergrit bergop zouden aankomen op de Fedaia. Een rit waar we bij in slaap vielen, tot we de laatste drie loodzware kilometers bereikten. Gezien alles wat we deze Vuelta al hebben meegemaakt ligt het voor de hand dat we ook nu met een spelletje van wachten, wachten en wachten te maken krijgen. Om daarna bij het bereiken van de smalle weg naar Bola del Mundo tot de conclusie te komen dat de weg wordt afgesloten door milieuactivisten. Dat zou deze Vuelta helemaal afmaken.
![sbpYIei.png]()
![b97d5]()
De laatste serieuze rit van deze Vuelta gaat van start in Robledo de Chavela, een plaatsje waar nog nooit eerder een rit van start is gegaan. Robledo de Chavela is een gemeente in de provincie en regio Madrid waar ongeveer 5.000 mensen wonen. Het ligt in de Sierra Oeste de Madrid, in een gebied halverwege de Sierra de Guadarrama en de Sierra de Gredos. Twee onvermijdelijke gebieden tijdens de laatste bergrit van de Vuelta, vooral de Sierra de Guadarrama is vaste prik voorafgaand aan de laatste rit in Madrid, dat zal nu weer eens het geval zijn. Over Robledo de Chavela valt bijzonder weinig te vertellen, in de kern is het een klein dorpje met alleen een aardige kerk waar men in de loop der jaren wegens de nabijheid van Madrid enkele nieuwbouwwijken aan heeft toegevoegd. Robledo de Chavelo ligt midden tussen een hoop heuvels in, waardoor je aan alle kanten van de stad klimmetjes en bijbehorende uitzichtpunten kunt vinden. Net buiten de stad kom je ook enkele kapelletjes tegen, het roadbook stipt de Ermita de Nuestra Señora de Navahonda als hoogtepunt aan. Deze kapel ligt wel een stuk ten zuiden van het dorp, maar als je toevallig in deze omgeving bent moet je sowieso naar het zuiden van Robledo de Chavela trekken. In de heuvels ten zuiden van het dorp vinden we namelijk het echte hoogtepunt van de omgeving, we komen hier het Complejo de Comunicaciones de Espacio Profundo de Madrid tegen, ook wel het Madrid Deep Space Communications Complex (MDSCC) genaamd. In samenwerking met de NASA en de ESA kwam de Spaanse ruimtevaartorganisatie op het idee om in de sierra hier een antenne neer te pleuren. In de gemeente Fresnedillas de la Oliva werd die antenne geplaatst, maar later verplaatst naar het grondgebied van de gemeente Robledo de Chavala. Daar staan thans zes antennes, met het idee dat er in de toekomst nog meer antennes gaan komen. Sinds 1964 zijn ze hier bezig en in die jaren draaide het vooral om het Apollo-programma. De eerste foto van de aarde gezien vanaf de maan werd op 23 augustus 1966 verzonden vanuit de Lunar Orbiter I naar de MDSCC in Robledo de Chavela, aldus Wikipedia. Kunnen ze hier toch maar mooi in hun zak steken. Een van de antennes van het station (een 26 meter lange met de bijnaam de Dino) diende, samen met de rest van de antennes van het Deep Space Network, als ondersteuning voor de vlucht van Apollo 11 in 1969, en de rest van de Apollo-missies. “Zonder de vitale communicatie tussen Apollo 11 en het station Robledo de Chavela in Madrid zou onze landing op de maan niet mogelijk zijn geweest”, aldus Neil Armstrong. Destijds was de antenne slechts 26 meter lang en bevond hij zich op het station Fresnedillas de la Oliva. Later werd het stukje bij beetje verplaatst naar Robledo de Chavela, vanuit deze locatie werden er ook andere missies gevolgd, zoals de landing van een sonde op Mars en dan noemt Wikipedia nog een heleboel dingen op, kortom, met afstand het belangrijkste element van de startgemeente. Als onderdeel van het Deep Space Network (DSN) van NASA's Jet Propulsion Laboratory (JPL), samen met zijn twee zusterstations in Goldstone, Californië en Canberra, Australië, wordt het gebruikt voor het volgen en communiceren met NASA's ruimtevaartuigen, met name interplanetaire missies. De faciliteit draagt bij aan de missie van het Deep Space Network om een vitale tweerichtingscommunicatieverbinding te bieden die interplanetaire ruimtevaartuigen volgt en bestuurt en de beelden en wetenschappelijke informatie ontvangt die ze verzamelen. Het complex is een van de drie NASA Deep Space Network-complexen ter wereld, gelegen op een afstand van ongeveer 120° lengtegraad, zodat een ruimtevaartuig altijd in het zicht van ten minste een van de stations zal zijn, enorm belangrijk dus! Het complex wordt ook gebruikt voor enkele missies van de Europese Ruimtevaartorganisatie, we runnen de boel hier niet alleen in dienst van de Amerikanen. Blijkbaar staan er tegenwoordig niet zes, maar zelfs acht grote parabolische antennes, jawel! De nieuwste antennes zijn in gebruik genomen in 2021 en 2022, Robledo de Chavela leeft! Deze antennes maken het onder andere mogelijk om telemetriegegevens van ruimtevaartuigen te verzamelen, commando's naar ruimtevaartuigen te sturen, de positie en snelheid van die vaartuigen te volgen en dan noemt Wikipedia nog een boel mogelijkheden op, blijkbaar voert men hier ook radiowetenschappelijke experimenten uit, wat dat dan ook moge betekenen. Ik heb het vermoeden dat de antennes tijdens de etappe wel een keer in beeld gaan komen, ook al bevinden ze zich in feite vrij ver van Robledo de Chavela. Kilometertje of 12 ten zuiden van het dorp. De route naar het complex toe is ook 's nachts een aanrader, je komt langs enkele uitkijkposten die een ideale locatie vormen om aan sterrenkijken te doen. Wij gaan nu ook maar eens kijken naar sterren, maar dan op de fiets.
![Vista_de_Robledo_de_Chavela_con_la_iglesia_de_la_Asunci%C3%B3n.jpg]()
![mdscc-13.jpg]()
![16579823630_a91a692933_b.jpg]()
De renners gaan van start aan de rand van Robledo de Chavela, langs de Calle Miguel de Unamuno. Een straat vernoemd naar een markante Baskische schrijver, dat kunnen wij alleen maar toejuichen. Schreef vele bekende weken, waarvan er talloze zijn vertaald in het Nederlands. Iemand die altijd zijn mening gaf en daarom ruzie had met zo ongeveer iedereen, ook met Franco. Beroemd werd zijn uitspraak ‘Overwinnen is nog niet overtuigen’. Are you reading, Jonas Vingegaard? Goed, na de start gaan we in de eerste kilometers van de etappe een stukje rijden over een weg die enkele renners nog kunnen kennen van een paar jaar geleden. In de Vuelta van 2023 reden we tijdens de voorlaatste rit van Manzanares El Real naar Guadarrama, iedere keer als we door deze omgeving rijden komen we uit op ongeveer dezelfde wegen en tijdens die lange rit van een kilometer of 200 kwamen we ook uit in Robledo de Chavela. Meerdere keren, zelfs. We reden een paar rondjes met in die rondjes steeds enkele korte hellingen, het bleek aan het eind van de dag niet voldoende te zijn om voor grote verschillen te zorgen in het klassement. Moeten we vandaag ondanks een lastigere finale ook nog maar zien. In 2023 reden we twee keer een rondje waarin we vanuit Robledo de Chavela naar La Escondida zouden fietsen, dat doen we nu ook in de eerste kilometers van de rit. Voorbij de start komen de renners op een brede weg terecht die ze gaan volgen tot in Valdemaqueda. We volgen 8,5 kilometer dezelfde weg, een brede weg die een kilometer of vier vrij bochtig gaat zijn. Een deel van die weg werken we evenwel geneutraliseerd af, pas als we bijna in Valdemaqueda zijn begint de weg echt. We rijden door de bossen vals plat omlaag, maarja, voorlopig is het nog geneutraliseerd dus. De rit begint pas als we uitkomen in de buurt van een wat smaller bruggetje, voorbij de brug gaat het ineens omhoog en dat is het punt waarop de rit officieel begint. Om deze rit leuk te laten beginnen gaat het direct na de officiële start een kilometer aan 7% omhoog, het wordt een vliegende start. Na dit klimmetje, toch best pittig, rijden we Valdemaqueda binnen. Hier loopt de weg dan weer een kilometer vals plat omlaag, zo goed als rechtdoor. We komen wel even een aantal meter over wat steentjes te rijden in het centrum van het dorp, maar we komen snel weer op het asfalt terecht en dan loopt de weg na een paar flauwe bochten opnieuw omhoog. Het blijft nu bij een kilometer aan 4%, net iets minder boeiend. Na dit stuk veredeld vals plat omhoog over een mooie, brede en rechte weg door een bos verlaten we tijdelijk de regio Madrid en fietsen we heel even Castilië en León binnen, waar na het stukje omhoog een klein stukje in dalende lijn volgt richting de voet van de eerste officiële klim. Op een paar flauwe bochten na gaat het rechtdoor omlaag tot we na amper vijf kilometer koers de voet van de klim naar La Escondida bereiken.
![Valdemaqueda_vista_general.jpg]()
De renners slaan schuin rechtsaf de Camino Forestal a las Navas del Marques, ze komen terecht op een bosweg en deze weg is een stuk smaller. Geen doorgaande weg, hier komen doorgaans alleen mensen die zich bezighouden met bosbouw. Over de klim kan ik verder betrekkelijk kort zijn, het gaat negen kilometer omhoog aan 4,1% gemiddeld naar La Escondida. De weg voert door een prachtig natuurgebied, waar heel veel mooie bomen te zien zijn, met tussendoor zo nu en dan ook een grasveld. De weg is wat smaller, maar alsnog breed genoeg. Het is een mooie klim, puur kijkend naar de omgeving, kijkend naar de percentages valt het tegen. Een loper van jewelste, het gaat eigenlijk continu aan 4% omhoog, met tussendoor een wat vlakkere fase waarin het aan 2% zal stijgen en dan ter compensatie nog even een 'steile' kilometer aan 5%. De omgeving is schitterend, na een tijd komen we wat meer in een donker bos terecht, maar qua percentages houdt het niet over. De renners fietsen eigenlijk continu door een soort park, het oogt hier wel redelijk geordend en aangeharkt. In het park komen we wat bochten tegen, maar er valt verder weinig te zeggen over deze klim. Na 13 kilometer rijden de renners over een wildrooster, daarna slaan ze rechtsaf en dan bereiken ze de top van de klim. In 2023 reden we twee keer over deze klim van de derde categorie, nu komen we er eenmalig voorbij. Zo in het begin van de rit is het wel een prima klim om een leuke kopgroep te laten ontstaan, het is dan weer een slechte klim om de koers overhoop te gooien. Hier gaat UAE Visma maar moeilijk het leven zuur kunnen maken, de angst is groot dat alles vandaag te doen zal zijn in de laatste paar kilometer van Bola del Mundo. Als we op de top linksaf zouden slaan rijden we naar het dorpje Las Navas del Marqués, waar een kicken kasteel te vinden is, maar we slaan juist rechtsaf en dan rijden de renners vier kilometer omlaag over een brede en rechte weg. Het gaat een tijdje aan 6% omlaag, maar het gaat ook een tijd vals plat omlaag. Omdat het vooral rechtdoor omlaag gaat over die brede weg stelt deze afdaling helemaal niets voor, dit is te doen met je ogen dicht en je handen van het stuur. Na een tijd rijden we de regio Madrid weer binnen, hier komen we een enorm lange bocht naar rechts tegen, die continu goed blijft lopen. Daarna buigt de weg dan weer heel langzaam af naar links, terwijl het ineens omhoog gaat. Als ik zeg dat het een halve kilometer omhoog zal gaan aan 5% zit ik wel redelijk in de buurt van de waarheid, even een kort knikje tussendoor, om nog maar te onderstrepen dat we in het begin van de etappe weinig vlakke kilometers tegenkomen. Na deze korte onderbreking loopt de weg nog eens anderhalve kilometer verder omlaag. Het blijft breed, het gaat niet heel steil naar beneden en de bochten zijn flauw, terwijl het uitzicht ineens weer leuk is. We verlaten een bos en zien ineens allemaal bergen in de verte, geinig. Na deze afdaling volgt meteen een nieuwe klim, via een bijzonder hoge brug rijden we over de Rio Cofio en daarna loopt de weg 5,8 kilometer aan 5,4% omhoog via het dorpje La Paradilla naar de Puerto de La Paradilla. De klim begint op een imponerende manier, we rijden tussen twee rotswanden door. Na een tijdje verdwijnen die rotswanden uit beeld en dan wordt het weer ouderwets groen. De klim begint met een eerste kilometer aan 5,4%, daarna gaat het in de tweede kilometer aan 4% omhoog. Na een aantal meter aan 5,8% komen we vervolgens aan in La Paradilla, waar we een blauw gebouwtje zien. Hier sloegen de renners in de Vuelta van 2023 linksaf een andere weg in, nu rijden we rechtdoor en vervolgen we onze tocht naar de top van de Puerto de La Paradilla. Over een brede weg rijden we door een typische sierra vooral rechtdoor omhoog verder, op een best acceptabele manier. Na een halve kilometer aan 5,6% buiten het dorpje La Paradilla gaat het vervolgens een kilometer aan 6% omhoog, terwijl we bijna continu kunnen genieten van een mooi uitzicht. In de volgende kilometer gaat het aan 5,8% omhoog, maar we komen hier wel een korte strook aan 9% tegen. Het enige steile stuk tijdens het begin van deze rit, maar hey, het gaat in ieder geval wel continu op en af. In 2023 zagen we dat we in deze regio vaak serieuze percentages missen om er echt een leuke rit van te maken, maar op Valdezcaray liet Vingegaard dan weer zien dat er altijd een weg te vinden is al de wil aanwezig is. In de laatste 800 meter van de klim gaat het omhoog aan 5,6%, op zich is deze Paradilla best regelmatig. Na 26,4 kilometer komen we boven op deze klim van de derde categorie. Net iets meer dan 25 kilometer bezig en al twee beklimmingen achter de rug, helemaal goed natuurlijk.
![laescondidaperfil.png]()
![205C644CBB2D5C5204B6415C52041F.jpg]()
![43258143972_a3e4357e39_h.jpg]()
![Puerto%20de%20la%20Paradilla%20-O-.jpg]()
![robledondo-7.jpg]()
Het sneeuwt hier dus blijkbaar wel eens, jeetje. Niet nu, het wordt prima koersweer. Op de top komen we uit op een kruispunt, in de Vuelta van 2023 bereikten we ditzelfde kruispunt. We sloegen toen in het dorp La Paradilla linksaf, om vervolgens kort te dalen en weer te klimmen naar Santa María de la Alameda. Daarna volgde er weer een korte afdaling, om vervolgens te klimmen naar de Alto de Robledondo. Na de Robledondo daalden we dan weer af naar het kruispunt dat de top vormt van de Puerto de La Paradilla, en zo komen we in Madrid altijd weer op dezelfde wegen uit. In 2023 pakten we kort achter elkaar drie korte klimmetjes mee, nu rijden we in een rechte lijn van het dorp door naar de top van de klim en dus houden we het bij één net wat langere klim. Enige variatie, maar het idee is hetzelfde. Voorbij het kruispunt rijden we rechtdoor, waarna de renners anderhalve kilometer gaan afdalen richting de Puerto de La Cruz Verde. Na een kleine versmalling wordt de weg weer breed, terwijl het aan 6,6% omlaag gaat. We komen twee flauwe bochten naar rechts tegen, in de tweede flauwe bocht naar rechts rijden de renners langs de Mirador Ángel Nieto. Ángel Nieto was een Spaans motorcoureur. Hij werd in het seizoen 1969 de eerste Spaanse wereldkampioen in de wegrace. Hij werd 13 (de bijgelovige Nieto sprak altijd van 12 + 1) keer wereldkampioen: 6 x in de 50cc-klasse en 7 x in de 125cc-klasse. Toen hij in 1986 afscheid nam van de professionele motorsport had hij negentig GP-overwinningen op zijn naam. Op 26 juli 2017 werd Nieto rijdend op een quad door een auto aangereden. Hij werd met hersentrauma naar het ziekenhuis overgebracht, waar hij ruim een week later aan zijn verwondingen overleed. Nieto werd geboren in Zamora, maar groeide op in de wijk Vallecas in Madrid. Helemaal een local is hij niet, maar na zijn overlijden vond men het in deze omgeving wel nodig om hem te eren. Sinds september 2018 is het uitkijkpunt net boven de Puerto de La Cruz Verde vernoemd naar Nieto. We zien er een kunstwerk, grote letters die A. Nieto afbeelden, met daarnaast de getallen 12+1. De Puerto de La Cruz Verde is zeer geliefd onder fietsers, maar het is ook een populaire route voor motorrijders. Die kunnen bij dit uitzichtpunt even pauzeren om een van de bekendste Spaanse motorcoureurs ooit te eren, en meteen te genieten van de mooie plaatjes. Voorbij deze ode aan Nieto en het uitzichtpunt komen de renners nog een bocht naar rechts tegen met meteen daarna een bocht naar links, waarna ze de rotonde op de top van de Puerto de La Cruz Verde bereiken. In de Vuelta van 2023 kwamen we liefst vier (!) keer uit bij deze rotonde, we reden toen een aantal rondjes door deze regio om helemaal bang te worden. Zo sloegen we hier een keer rechtsaf om te dalen naar Robledo de Chavela en dan nog eens omhoog te gaan naar La Escondida, maar we daalden daarna ook een keer af naar Robledo de Chavela om daarna via Zarzalejo naar de Cruz Verde te klimmen, het was een puzzeltocht waar de Amstel Gold Race niets bij was. We houden het nu wat simpeler, op de top van de Puerto de La Cruz Verde slaan we nu linksaf en we komen hier niet meer terug. We rijden langs een restaurant en daarna gaat het bij de rotonde naar links, maar niet voordat nog wat hebben verteld over het mijnverleden van deze regio. Een paar meter van de haven van Cruz Verde bevonden zich enkele magnesietmijnen die sinds 1940 werden geëxploiteerd. Zowel ondergronds als bovengronds. Het zijn een aantal interessante mijnen, gelegen aan beide zijden van de berg van La Cruz Verde, op de helling tegenover El Escorial. Er was een enorme dagbouwmijn, die begin jaren 90 volledig werd gerestaureerd en afgedekt. Enkele dorpjes in de omgeving, zoals startplaats Robledo de Chavela, waren ook echte mijndorpjes. Tegenwoordig doen ze er niets meer mee, behalve dan dat ze blijkbaar een festival organiseren dat het mijnverleden van de regio als thema heeft. Je hebt in de buurt van deze helling ook het Teatro La Vieja Mina liggen. Een oude mijn, omgebouwd tot theater. Toch een creatieve manier om de boel om te bouwen. Bij de bouw van het klooster van San Lorenzo de El Escorial, waar we zometeen naartoe gaan, hebben ze stenen gebruikt die hier, op de flanken van deze berg, zijn opgegraven, zo! En dan is er ook nog een lokale mythe dat hier op de berg de Vrouw van het Groene Kruis verschijnt, de geest van een vrouw die hier ooit door een auto-ongeluk is overleden. Verhalen genoeg, we schrijven er vandaag weer een wielerverhaal bij. Het is zeker niet voor het eerst dat we hier passeren, niet alleen in 2023 kwamen we hier voorbij, ook bijvoorbeeld in 2000 en in 2010, bij die laatste gelegenheid gingen we net als nu naar Bola del Mundo!
![47284443942_3016769110_c.jpg]()
![7298562068_88c8f655c0_b.jpg]()
Bij de rotonde gaat het dus naar links en na die bocht volgt er een afdaling van een kleine acht kilometer richting El Escorial. Het gaat de komende kilometers gemiddeld aan 5% omlaag over een enorm brede weg. Direct in het begin van de afdaling komen de renners na een bocht naar links kort achter elkaar twee brede haarspeldbochten tegen, na dit enigszins pittige begin komen ze nog een keer een stevige bocht naar links met meteen daarna een flinke naar rechts tegen, maar het feit dat de weg hier zo breed is gaat wel helpen. En natuurlijk het feit dat het ook niet echt steil omlaag gaat, al bij al is het weer een makkelijke afdaling. Vooral omdat de weg na het bochtige begin steeds rechter wordt, in principe komen de renners na de eerste twee kilometer van de afdaling geen enkele bocht van betekenis meer tegen. De laatste paar kilometer van de afdaling moet je zelfs flink bijtrappen, anders kom je amper beneden. Na acht kilometer in dalende lijn bereiken we El Escorial, waar de renners een aantal rotondes tegenkomen. We moeten nog twee kilometer overbruggen tot de voet van een stiekem klimmetje dat men nog even in het parcours heeft gefietst, bij de eerste rotonde die we tegenkomen slaan we linksaf. De weg loopt nog wat verder vals plat omlaag, maar nu is het eigenlijk gewoon zo goed als vlak. We rijden rechtdoor de volgende rotonde tegemoet, ook hier slaan we linksaf en dan rijden we El Escorial binnen. Na deze bocht naar links loopt de weg meteen omhoog, een aantal meter later begint beginnen we officieus aan een volgende klim. De afgelopen jaren zijn we ontzettend vaak in San Lorenzo de El Escorial geweest, het is in zekere zin bekend terrein voor ons. We fietsen de stad binnen en werken hier een deel van een bekende klim af. In het centrum kun je hier een paar enorm steile stroken vinden, maar in de aanloop naar die steile stroken toe gaat het al even omhoog naar het belangrijkste gebouw van de stad, het Real Monasterio de San Lorenzo del Escorial. We komen na de rotonde via een wegversmalling op een mooie weg terecht, een brede laan die is voorzien van wat bomen. Hier gaat het dus een tijdje aan drie procent omhoog, voor de organisatie de klim laat beginnen op het moment dat er aan 3,5% geklommen wordt. We rijden een tijd rechtdoor, waarna de klim gaat beginnen op het moment dat we door een tunnelbak rijden. De eerste hoge percentages komen er nu aan, het gaat een halve kilometer omhoog aan 6% terwijl we even een aantal meter over een weg vol steentjes rijden. De renners komen snel weer uit op het asfalt, maar even later bereiken ze het Real Monasterio de San Lorenzo del Escorial en langs het klooster zijn de steentjes weer terug, terwijl het een halve kilometer omhoog gaat aan 8,5%. In de omgeving van het klooster volgde in 2023 op de steentjes de tussensprint van de dag, nu we hier na 39 kilometer koers passeren hoeft er geen sprint ingezet te worden. We pakken wel wat fraaie beelden mee, San Lorenzo de El Escorial is een van de pareltjes van de regio Madrid. Voorbij het klooster slaan de renners rechtsaf, ze rijden langs een rotonde af en komen weer op het asfalt terecht, waar het een halve kilometer rechtdoor zal gaan aan slechts 3%. We rijden over de Calle Juan de Toledo en in 2023 sloegen we hier linksaf de Calle Canada Nueva in, een enorm smalle en supersteile weg voorzien van kasseien. Leuk, maar dat onderdeel laat men nu even zitten. In 2023 pakten we de zogenaamde Alto de San Lorenzo del Escorial mee en gingen we dik vijf kilometer aan 6% omhoog, nu nemen we alleen het eerste deel van deze klim mee. We blijven in San Lorenzo de El Escorial en nemen niet de steile weg vol kasseien naar het bos boven de stad, daardoor hoeft er nu maar drie kilometer aan 5% geklommen te worden. Na een vals platte aanloop gaat het wel anderhalve kilometer aan 7% omhoog, dus is deze passage in San Lorenzo de El Escorial alsnog de moeite waard, al hadden ze van mij wel de hele klim mee mogen pakken net als in 2023.
![ts5MUWf.png]()
![1200px-Monasterio_de_El_Escorial_en_Madrid.jpg]()
![altodesanlorenzodelescorialfoto4.JPG]()
We rijden alleen omhoog tot het klooster van San Lorenzo de El Escorial, we gaan niet verder omhoog naar de Alto de San Lorenzo de El Escorial die boven het stadje in het bos verscholen ligt. We gaan al helemaal niet nóg verder omhoog naar de Alto de Abantos, een verloren Vueltaklassieker. De Abantos is een klim die in het verleden regelmatig voorkwam in de Vuelta. Roberto Laiseka won op de top van deze klim in de Vuelta van 1999, Roberto Heras won op de top van de klim in 2000, Heras won in 2003 een klimtijdrit met aankomst op de klim en Samuel Sanchez was in 2007 de laatste die wist te winnen op de Abantos. Hij zal voorlopig ook de laatste blijven, want de weg is in de loop der jaren onbegaanbaar geworden en de lokale politici lijken voorlopig niet van plan de klim opnieuw te asfalteren. Je hebt tegenwoordig een mountainbike nodig om boven te komen, best bijzonder voor een weg die een kleine 20 jaar geleden nog voorkwam in de koers. Geen Abantos, geen Alto de San Lorenzo de El Escorial, nee, alleen een tocht door het centrum van San Lorenzo de El Escorial, een plaats waar we ontzettend veel over kunnen vertellen. Dat Carlos Verona uit deze stad afkomstig is mag niet onvermeld blijven, hij mag vandaag door zijn eigen woonplaats gaan fietsen. Voor alle andere Spanjaarden is het ook bekend terrein, we zijn hier in 2023 en 2024 gepasseerd tijdens het Spaanse kampioenschap wielrennen. Het inmiddels van de aardbodem verdwenen fenomeen Oier Lazkano werd in 2023 Spaans kampioen in San Lorenzo de El Escorial. Op een parcours vol klimmetjes wist hij na een imponerende solo alleen aan te komen bij het klooster van de stad, voor een opstomende Juan Ayuso. Een jaar later hielp hij in dezelfde stad dan weer Alex Aranburu aan de titel, we hebben een aantal Baskische feestjes gezien in deze stad. In San Lorenzo de El Escorial ging ook de beslissende rit van de Vuelta van 2015 van start, een traumatische rit voor ONS. De dag dat Tom Dumoulin ten onder ging, gesloopt door Astana. Zijn ondergang begon hier, in San Lorenzo de El Escorial. In de stad kwam in de Vuelta van 2011 een etappe aan, die etappe werd gewonnen door Joaquim Rodriguez, op de hellende aankomst in de stad kletste hij de tegenstand uit het wiel, zoals altijd in die jaren. De muur van de Calle Cañada Nueva kwam toen ook voorbij, dat levert wel echt beelden op, jammer dat we dat gedeelte nu laten liggen. Voor we San Lorenzo de El Escorial bereiken rijden we eerst door El Escorial, daar komt Jesus Manzano dan weer vandaan, de man die Operacion Puerto in gang heeft gezet. Althans, dat zegt de ene bron, volgens een andere bron komt hij dan weer uit Huelva, helemaal in het zuiden, maar afijn. Alberto Leon komt in ieder geval wel uit San Lorenzo de El Escorial, een voormalig mountainbiker die in 2011 zelfmoord pleegde wegens betrokkenheid bij een dopingschandaal, en een scheiding. San Lorenzo de El Escorial is vooral bekend vanwege het Escorial, het immense abdijcomplex van Filips II van Spanje. Het is een kasteel, een abdij en een koninklijk mausoleum in één geworden en UNESCO werelderfgoed. Ook de Vallei van de Gevallenen bevindt zich op het grondgebied van de gemeente, een buitengewoon onsympathieke locatie. Op een van de bergpaden in de omgeving bevindt zich het Cruz de Rubens. Vanop die locatie zou Pieter Paul Rubens een schilderij gemaakt hebben dat een zicht op het klooster van San Lorenzo de El Escorial toont. Maar goed, het draait hier dus vooral om het Escorial. Het Escorial is een vierhoekig complex van 206 bij 161 meter, op een eenzaam bergachtig terrein. Het voldeed aan alle noodzakelijke voorwaarden voor Filips' streng religieuze opvatting van het koningschap: een centrale binnenplaats beheerst door een kerk met een koepel, aan de ene kant geflankeerd door een klooster en aan de andere kant door een seminarie en koninklijke vertrekken. Het complex is 13 hectare groot met meer dan 16 binnenpleinen, 16 kilometer gangen en 86 trapzalen, 4000 kamers, 1200 deuren en 2675 ramen. Ze zijn in een gebouw gegoten naar het model van het rooster waarop de heilige Laurentius geroosterd werd. De muren zijn uit graniet uit de Sierra de Guadarrama opgetrokken. De ornamenten lijken niet Spaans. Door de relatief korte bouwtijd kent het complex een grote eenheid van stijl. Filips II liet het Escorial bouwen als laatste rustplaats voor zijn vader Karel V, tevens als plek waar hij zich kon terugtrekken en in gemeenschap van geestelijken gebed voor zijn eeuwige rust kon beoefenen. Enzovoorts, het complex zal uitgebreid in beeld worden gebracht, uiteraard. Na deze verhandeling over San Lorenzo de El Escorial kunnen we door met de rit. Na het klimwerk richting het klooster dalen we een tijdje heel voorzichtig rechtdoor af over een brede weg. Beneden komen we uit bij een joekel van een rotonde, hier moeten we rechtdoor. Even verderop gaan we bij de volgende rotonde schuin naar links en daarna komen we op de doorgaande weg richting Guadarrama terecht. We sluiten hier aan op de afdaling van de Alto de San Lorenzo de El Escorial, bekend van de Vuelta van 2023. Toen eindigde de rit in Guadarrama, we volgen nu de laatste kilometers van die etappe. We gaan rijden over een brede en enorm rechte weg. Geen volledig vlakke weg, het glooit een beetje. Een paar stukjes omhoog en omlaag, maar grosso modo is het een vlakke en rechte weg. De weg richting Guadarrama verdient verder weinig omschrijving, door de bossen rijden we over een soortement snelweg de finishplaats van 2023 tegemoet. Het gaat een keer twee kilometer omhoog aan liefst 1,5%, meer kan ik daar niet van maken. Op drie kilometer van Guadarrama komen we een wegsplitsing tegen, de snelweg is hier even een paar meter minder breed. Daarna komen we op 2,5 kilometer van de toenmalige finish een rotonde tegen, daarna loopt de weg even merkbaar een paar meter omlaag, rechtdoor. Het wordt snel weer vlak, waarna we op een rechte manier verder zullen fietsen over de brede weg tot we bijna in Guadarrama zijn. We komen nog wat rotondes tegen, waarna we even verderop in het centrum van Guadarrama linksaf zullen slaan. We gaan nu heel snel op weg naar de volgende klim, maar voor we die klim bereiken rijden we eerst nog even langs de exacte finishlocatie van de 20e rit van de Vuelta van 2023. Voor altijd een straat waar een memorabele foto werd gemaakt.
![ptofaEZ6SKEimCHVmX6jZW-1200-80.jpg]()
![la-vuelta-2023-en-20-imagenes.jpeg]()
Langs de Plaza Mayor volgde de finish van de laatste serieuze rit van die Vuelta, het was het moment waarop duidelijk werd dat Sepp Kuss de Vuelta zou gaan winnen. Vroeg in die Vuelta kwam hij min of meer per ongeluk aan de leiding, hij zat in de kopgroep tijdens een van de eerste bergritten en hoewel zijn ploeggenoten er daarna alles aan deden om hem uit het rood te rijden werd er na de Angliru besloten dat Kuss de Vuelta zou mogen winnen. Tijdens de 20e rit van die Vuelta, van Manzanares El Real naar Guadarrama, bleken alle hellingen in de regio Madrid niet lastig genoeg te zijn om het verschil te maken. Niemand kon Kuss nog bedreigen, zeker niet toen de ploeg het voor elkaar gekregen had om Roglic en Vingegaard duidelijk te maken dat ze Kuss niet mochten aanvallen. Voor het klassement werd het een zeer gezapige rit, het was zo gezapig dat het trio van Visma het zich kon veroorloven aan het eind van de etappe even uit te zakken en met z'n drieën gezamenlijk over de finish te komen. Sepp Kuss zou de Vuelta winnen, Jonas Vingegaard zou tweede worden en Primoz Roglic derde. Wat een idiote Vuelta was dat ook, we werden toen enorm in de maling genomen. Kuss heeft daarna nooit meer dat niveau laten zien, zelfs bij de UCI vond men het er waarschijnlijk een beetje over. De dominantie van Visma is ook nooit meer teruggekeerd, in de Vuelta van 2023 overspeelden ze hun hand. Ondertussen werd de rit gewonnen door Wout Poels, in een nagelbijtende millimetersprint was hij Remco Evenepoel net te snel af. Wout speelde het heel geslepen, maar voor die geslepenheid koopt hij anno 2025 niets meer. Pelotonvulling, het einde van de carrière is dichtbij. Dit alles vond plaats in Guadarrama, een plaats waar de Vuelta nog nooit eerder was geëindigd. Merkwaardig, want in Guadarrama organiseerden ze jarenlang een profkoers. De stad vormde de thuishaven van een van de grote Spaanse klassiekers. Liefst 65 jaar lang organiseerden ze hier de Clásica de los Puertos, een wedstrijd waarin meerdere bergen van de Sierra de Guadarrama werden verkend. Tijdens een koers van 146 kilometer reden de renners na de start in Guadarrama onder meer over de Alto del León, een klim waar we nu naartoe zullen gaan. Voorbij de fraaie Plaza Mayor, waar Wout Poels dus een mooie zege boekte en waar de eindzege van Kuss definitief werd, rijden we op een vrij vlakke manier door Guadarrama heen, de naamgever van de lokale sierra. Er staan een paar aardige gebouwen in dit plaatsje, maar je hoeft er niet speciaal voor om te rijden. Tenzij je wil klimmen, dat kan hier wel. We verlaten de stad via een brede weg vol drempels, de weg is omgeven door een hoop bomen, terwijl het op dit moment aan een procent of twee omhoog zal gaan. Dit hoort nog niet bij de volgende klim volgens de organisatie, de Alto del León is volgens de organisatie zeven kilometer lang aan 7,3% gemiddeld en dus laten ze weer mooi een makkelijke aanvangsfase weg. De AltimetriasGoden nemen alles mee en komen aan 8,7 kilometer aan 6,3%. Na een vals platte kilometer in en rond Guadarrama komen we buiten de stad in een bosachtige omgeving terecht en hier gaat het een kilometer aan 5% omhoog, terwijl we over een soort van snelweg aan het rijden zijn. In het dagelijks leven een enorm drukke weg, daarom niet direct aan te raden voor de fietstoerist. De weg is af en toe voorzien van wat paaltjes en een middenberm, maar grotendeels rijden we over een enorm brede weg met perfect asfalt rechtdoor omhoog. Na een tijd wordt deze snelweg wat bochtiger, maar vooral ook een stuk steiler. Deze Alto del León gaat de moeite waard zijn, na een kilometer aan 6% gaat het vervolgens een kilometer aan 7,5% omhoog met de eerste strook aan 10%. Normaal zie je dat niet aan zo'n brede weg, maar ik zie de weg nu daadwerkelijk loodrecht omhoog lopen. De klim, ook wel de Puerto de Guadarrama genoemd, voert door een bijzondere omgeving. Een snelweg omhoog door een bos, goed, dat is wellicht niet het meest bijzondere ooit, het bijzondere element is vooral dat dit een omgeving is waar vroeger ontzettend veel sanatoriums te vinden waren. Guadarrama was ooit een plek waar iedereen met tuberculose naartoe gestuurd werd, al die mensen kwamen in sanatoria op de flanken van deze klim terecht. Een aantal van die sanatoria staan er nog, uiteraard zijn ze niet meer in gebruik. We fietsen langs een aantal ruïnes, min of meer, geeft toch een gek beeld. We vonden hier het centrum van de tuberculosepreventie in het land, lekker dicht in de buurt van Madrid, maar toch netjes weggestopt in de bergen. Na een tijd werd er alleen een medicijn bedacht waardoor al die sanatoria niet meer nodig waren, de boel bleef verlaten achter. Een van de ruïnes die we passeren is ook vooral een ruïne omdat ze dat ding nooit volledig hebben gebouwd, voor ze klaar waren met de bouw was er al een medicijn gevonden. Na een kilometer aan 7% gaat het een kilometer aan 8% omhoog met een piek tot 13%, precies op dat steilste punt zien we zo'n verlaten sanatorium liggen. Via wat waanzinnig brede haarspeldbochten gaat het in de volgende kilometer aan 8,5% omhoog, met weer stroken boven de 10%. Dit is de eerste klim van de dag waar je echt het verschil kunt maken, al is de finish nog ver en volgt er een lang vlak stuk na deze klim. Bruggenhoofden, bruggenhoofden! Juan Ayuso, Marc Soler, Jay Vine! Na een grillige kilometer aan 7,5% met enkele vlakke stroken en stroken tot 10% bereiken we na een laatste kilometer aan 6% de top van de Alto del León na 59 kilometer koers. Op de top van deze klim van tweede categorie verruilen we opnieuw tijdelijk de regio Madrid voor Castilië en León, op de top zien we bovendien waarom deze klim ook wel de Alto del León wordt genoemd. Op het hoogste punt van de berg komen we namelijk een rotonde tegen, met in het midden van die rotonde een standbeeld van een leeuw, ja, echt! Vroeger noemde men deze klim ook wel de Alto de Leónes, maar omdat er slechts één leeuw op de top te vinden is hebben ze er tegenwoordig enkelvoud van gemaakt.
![LeonGuada.gif]()
![2358836855_c1e064c0d4_k.jpg]()
![8638000302_34f897f50b_b.jpg]()
![Alto_del_Le%C3%B3n.JPG]()
De Alto del León is een klim die we vaak genoeg in de Vuelta hebben gezien, al is het even geleden dat we hier zijn geweest. De laatste passage dateert van 2010, toen we eveneens onderweg waren naar Bola del Mundo. Bij nadere bestudering blijkt die rit heel erg te lijken op deze rit, ook toen reden we via de Alto del León naar de Puerto de Navacerrada om die klim af te dalen en via een omweg nog een keer omhoog te gaan, met daarna het uitsmijtertje richting Bola del Mundo. Goed, vijftien jaar na dato kan ik een herhaling nog wel accepteren. In die jaren was de Alto del León een vaste klant, ook in 2009 en 2008 kwamen we hier voorbij, net als in 2004, 2003 en 2002. Ondanks het feit dat we nog steeds haast jaarlijks de Sierra de Guadarrama bezoeken is deze klim toch uit het collectieve geheugen verdwenen, we krijgen vandaag met een opfriscursus te maken. Na de klim volgt er een afdaling van zes kilometer richting San Rafael, een van de makkelijkste afdalingen die ik ooit heb gezien. Over een ongelooflijk brede driebaansweg dalen we door een fraai dennenbos af. We komen in Castilië en León enkele bochten tegen, maar die bochten zijn allemaal enorm breed en de brede weg is ook nog eens van goed asfalt voorzien. In het begin gaat het een kilometer aan 8% omhoog, maar nee, als je zo een weg neerlegt komt er hier natuurlijk nooit iemand in de problemen. Het is onmogelijk om hier uit het peloton weg te rijden, dit is echt een afdaling waar je met je ogen dicht naar beneden kunt. Beneden komen we uit in het nietige dorpje San Rafael, hier slaan we in het centrum rechtsaf en daarna komen we een rotonde tegen, waarna we buiten het dorp een tijdje een weg zullen volgen die weer eens heel breed en heel recht is. Van San Rafael rijden we naar Los Ángeles de San Rafael, de komende negen kilometer volgen we dezelfde weg en dat is echt weer zo'n typisch Spaanse weg. Het is breed, het is recht en de omgeving spreekt buiten het bos weer een heel stuk minder tot de verbeelding. In de verte zien we wat bergen, maar om ons heen is het hier tamelijk leeg. De weg loopt een kilometer of drie vals plat omlaag, maar dat is amper te merken. Daarna is het drie kilometer volledig vlak, voor we vlak voor we Los Ángeles de San Rafael bereiken toch even moeten klimmen. De enorm brede weg loopt zonder veel bochtenwerk na een strook vals plat een kilometer of twee aan 4,5% omhoog, daar gaan de renners natuurlijk ook niet veel van merken. Na 73 kilometer passeert de koers in Los Ángeles de San Rafael, in de buurt van dit dorpje komen we een rotonde en wat mijnbouw tegen. Het is een plaatsje waar de Vuelta in het verleden vaker is geweest, de Vuelta is hier zelfs verrassend vaak aangekomen. Iconen van het Spaanse wielrennen hebben hier zelfs gewonnen, in 1974 won José Manuel Fuente hier de negende rit van die Vuelta. El Tarangu, ja! In dat jaar zou hij de Vuelta winnen, mede dankzij een solo die hem naar Los Ángeles bracht. Je kunt op meerdere manier naar dit dorp toe, er ligt aan de andere kant van dit plaatsje een iets lastigere klim. Is in het verleden wel eens genoeg geweest om voor een leuke koers te zorgen, zo won Angel Arroyo hier in 1981 ook solo. In 1997, voorlopig de laatste aankomst in Los Ángeles de San Rafael, won publiekslieveling José Maria Jiménez. Hij was Daniel Clavero en Roberto Heras net te snel af, Los Ángeles de San Rafael kan daardoor buigen op een prachtige erelijst. Manuel Esparza in 1980 en Raymond Delisle in 1974 completeren die erelijst. Naar het schijnt is dit een vrij recent stadje, in 1967 begonnen ze hier pas met het bouwen van de eerste huizen. Een ideetje van zakenman Jesus Gil, de louche baas die heel wat op zijn geweten heeft. Beetje corruptie, beetje zaken doen met de maffia, beetje overal gebouwen laten neerzetten die dan neerstorten. Dat gebeurde nota bene hier, in Los Ángeles de San Rafael. Op zondag 15 juni 1969 kwamen 58 mensen om het leven en raakten er 150 gewond toen het dak van een gebouw waar een banket werd gehouden instortte. Werd hij wel voor gestraft, tot Franco hem gratie verleende. Uiteraard. Gil was ook politiek actief, natuurlijk was het een enorme populist. Beetje racisme, homofobie en eigenlijk gewoon ieder verwerpelijk stukje gedachtengoed bij elkaar in de mixer gegooid, je typische Spanjaard dus eigenlijk. Lang burgemeester van Marbella geweest, maar bij ons vooral bekend als voorzitter van Atletico Madrid, na zijn dood nam zijn zoon de boel over. Het moet wel in de familie blijven, natuurlijk. Maar goed, weet je wel meteen waarom de Vuelta in het verleden regelmatig aankwam in dit lullige dorpje met 1500 inwoners. In die ritten met aankomst in Los Ángeles de San Rafael reden we ook vaak over de Alto del León en de Puerto de Navacerrada, om dan in de buurt van dit dorpje een of twee korte klimmetjes mee te pakken. Leverde we altijd koers op, het nadeel was dat je als winnaar op het podium op de foto moest met patjepeeër Gil in een shirt van Atletico Madrid met Marbella als sponsor. Helaas kan ik geen beter beeldmateriaal voor jullie vinden.
![1+026501_071.jpg]()
![hqdefault.jpg]()
![05-asr-monumento-Jesus_Gil-w.jpg]()
Je zou denken dat ze gezien de tragedie in 1969 niet heel trots zijn op Jesus Gil hier, maar het is Spanje en dus zit je mis. Er is zelfs een buste van hem te vinden hier, in wat in feite een gated community is. We rijden langs Los Ángeles de San Rafael af, om het dorp daadwerkelijk te betreden moet je langs een slagboom passeren. Er ligt hier ook een treinstation in het midden van het niets, met geld is alles te koop. Enfin, we laten dit oord waar Atletico Madrid heden ten dage nog steeds de voorbereiding op ieder nieuw seizoen afwerkt snel achter ons. De renners werken in het vervolg van de etappe 18 kilometer af over dezelfde weg, we blijven actief op een brede en vrij rechte weg. Deze weg voert rechtdoor naar Segovia, de stad van Pedro Delgado. Die stad gaan we alleen net niet bereiken, vlak voor we zouden uitkomen in Segovia slaan we rechtsaf een andere weg in. In deze 18 kilometer komen we ontzettend weinig tegen, het is niet echt de moeite om dit uitgebreid te beschrijven. Vooral rechtdoor, eerst een kilometer of zeven vals plat omlaag. We rijden grotendeels langs de snelweg af over een weg die zelf ook best een snelweg te noemen valt, door een omgeving die weinig schilderijen zal opleveren. Onderweg komen we een keer een rotonde tegen, maar dan heb je het wel gehad. Na het stuk in dalende lijn loopt de weg een keer een kilometertje vals plat omhoog, daarna is het eigenlijk een kilometer of tien zo goed als vlak. We passeren een keer langs een soort van kasteeltje, dat vormt dan het hoogtepunt van dit deel van de route. Aan het eind van deze lange rechte weg komen we nog een stukje in dalende lijn tegen van een kilometer of twee, met zowaar een bocht of twee als bonus. We fietsen hier langs het stuwmeer van Puente Alta, de naam verklaart zichzelf meteen doordat we hier langs een hoge brug fietsen. De stuwdam domineert hier tussen de bomen door het beeld, kunnen we toch nog zeggen dat we hier iets hebben gezien. De route eindigt in het piepkleine dorpje Revenga, net buiten dit gehucht slaan we rechtsaf een andere weg in. We gaan niet rechtdoor naar Segovia, nee, we slaan rechtsaf en daarna zetten we over een nieuwe weg koers richting Real Sitio de Ildefonso. De weg naar deze stad toe is acht kilometer lang, het wordt nu wel wat glooiender. In de komende acht kilometer komen we een stuk of drie klimmetjes tegen, al wordt het nooit heel lastig. Paar keer een kilometer omhoog aan 2% en dan ook weer omlaag tegen hetzelfde percentage, je kent het wel. De weg voert door een omgeving die wat doet denken aan de rit van gisteren, we zien hier vooral veel graan met her en der wat bomen verspreid over de omgeving. In de verte zien we dan wel weer de bergen liggen, de Sierra de Guadarrama komt weer in beeld. De weg kent zo nu en dan wat bochten, terwijl we ook heel wat korte stukjes op en af tegenkomen. Een heerlijk glooiende hobbelweg, maar voor de koers is het inmiddels toch wel een heel lang stuk om te overbruggen. Dit soort stroken maken het alleen maar waarschijnlijk dat alles tijdens deze rit beslist zal worden in de finale, of er moeten heel gekke dingen gebeuren op de Alto del León. Met wat wind had het hier overigens ook grappig kunnen worden, maar ook vandaag gaat het natuurlijk weer niet waaien. Zonder veel bijzonderheden komen we na 99 kilometer uit in Real Sitio de San Ildefonso, na een kort stukje in dalende lijn slaan we bij een rotonde rechtsaf en daarna rijden we rechtdoor deze stad binnen waar wel het een en ander over te vertellen valt. De plaats werd aangelegd rond het 18e-eeuwse Spaanse koninklijke paleis La Granje de San Ildefonso. Het paleis in barok-stijl werd gemodelleerd naar het paleis van Versailles. La Granja is een populaire toeristische attractie. Het huisvest onder meer een museum waar de omvangrijke koninklijke collectie van Vlaamse en Nederlandse wandtapijten getoond wordt. Zo! De uitgestrekte formele tuinen die het paleis omringen omvatten een gebied van 600 hectare, en bevatten 26 fonteinen met sculpturen die verschillende scènes uit de Griekse en Romeinse mythologie voorstellen. De fonteinen worden gevoed door een kunstmatig meer op het hoogste punt van de tuinen. Doe maar duur. Het paleis werd ooit gebouwd in opdracht van Filips V, in de buurt van wat een geliefde jachtlocatie voor de koningen van Castilië was. In de eeuwen na de bouw was La Granja het belangrijkste zomerpaleis van de Spaanse koningen, en de locatie van veel koninklijke geboortes, huwelijken en begrafenissen. Voor de Vuelta was het ook een geliefde locatie, zo eindigde hier 20 jaar geleden een keer een rit. Vanuit El Espinar reden we toen meerdere keren over de Puerto de Navacerrada om beneden in de buurt van La Granja te finishen, Carlos Garcia Quesada won na een lange solo, het nog steeds koersende fenomeen Francisco Mancebo werd bij die gelegenheid twee. In 2008 ging er dan weer een klimtijdrit van start in Real Sitio de San Ildefonso, we reden toen omhoog naar de Puerto de Navacerrada en dat gaan we nu ook maar eens doen. Levi Leipheimer klopte toen Contador, zo dan!
![Puente-Alta-Presa.jpg]()
![La_Granja_Palacio.jpg]()
![9460665730_35ef1b0b51_b.jpg]()
In de Vuelta van 2022 reden we ook door Real Sitio de San Ildefonso heen, tijdens de 20e rit reden we van Moralzarzal naar Puerto de Navacerrada. In het begin van de etappe reden we omhoog over de klim naar Navacerrada om vervolgens af te dalen naar Real Sitio de San Ildefonso, waarna er een rondje volgde via Navafria en de Morcuera om vervolgens via Puerto de Cotos nog eens naar Navacerrada te rijden. De Sierra de Guadarrama, voor al uw voorlaatste ritten in een Vuelta. Van Navacerrada daalden we toen af richting Real Sitio, nu gaan we juist vanuit deze koninklijke plaats omhoog. We komen in het centrum een rotonde tegen, daar slaan we rechtsaf en daarna begint de klim officieus al bijna. We rijden over een mooie weg omgeven door bomen verder, waardoor La Granja helemaal niet in beeld komt. Ligt hier ergens langs de weg, maar er is niets van te zien. Op een vlakke manier rijden we over een brede en vrij rechte weg door een bos naar La Pradera de Navalhorno, een kilometer of drie buiten Real Sitio de San Ildefonso laten we hier de volgende klim beginnen. Althans, als het aan de AltimetriasGoden ligt. Zij vinden dat de Puerto de Navacerrada van deze kant 13,7 kilometer lang is, kilometers waarin het gemiddeld aan 4,9% omhoog zal gaan. De organisatie laat de klim even verderop pas beginnen en dat valt te begrijpen. Na een kilometer aan 2% in La Pradera de Navalhorno volgt er een volledig vlakke kilometer, waarin we via een paar bochten door een duister bos slingeren. Vervolgens gaat het een kilometer of vier aan 2,5% omhoog, we zijn dan al onderhand zes kilometer bezig en de klim is nog steeds niet echt begonnen. In de volgende kilometer gaat het aan 5,7% omhoog en dat is het moment dat de organisatie besluit dat de klim naar Puerto de Navacerrada is begonnen. Zij houden het op 6,9 kilometer aan 7,6%, dat heeft dan toch meteen een andere klank. Tijdens die kilometer aan 5,7% is het eerst nog even vals plat, waarna het ineens steil wordt. De enorm brede en enorm goede weg in het bos kent direct een paar stroken aan 10%, dat soort stroken zullen we het volledige restant van de klim tegen gaan komen. Bij een parkeerplaats rijden we over een brug heen en dan weet je meestal genoeg: nu gaan we los. De weg liep vooral rechtdoor omhoog, maar in de zeven kilometer tot de top van de Navacerrada komen we de nodige bochten tegen, een bult haarspeldbochten ook. We noteren een kilometer aan 8%, met stroken tot 11%, na een lange vlakke tussenfase is dit dan het moment om de knuppel in het hoenderhok te gooien. Als je nog wat wil moet je hier alvast druk gaan zetten, al heb je bij zo'n snelweg omhoog altijd het idee dat het er niet echt inzit. In de volgende kilometer gaat het aan 6,6% omhoog, wel weer met een strookje tot 10%. In het restant van de klim blijkt deze kant van de Navacerrada best regelmatig te zijn, het is een kant die we bijna niet in koers zien. Ik kan de Navacerrada dromen, maar deze kant hebben we in 2022 alleen in dalende lijn gezien en verder, ja, niet. Voor de laatste beklimming van deze kant van de beroemde Navacerrada moeten we terug naar 2010, de eerste keer dat we naar Bola del Mundo gingen. Aangezien we hier bijna ieder jaar te vinden zijn is dat toch best opmerkelijk, zou je kunnen stellen. Via heel wat haarspeldbochten klimmen we een aantal kilometer verder aan 7,5%, wel steeds met strookjes tot 10% tussendoor. Bordjes langs de kant van de weg geven de hoogte aan, op de top komen we uit op een hoogte van 1850 meter en dat is toch de moeite waard. Door een gezellig dennenbos rijden we verder omhoog een weg die tamelijk recent van nieuw asfalt lijkt te voorzien, het is een populaire weg om Madrid te bereiken en op de top van de klim vinden we een skistation, natuurlijk wordt de boel hier goed onderhouden. Eind 2023 opgeknapt, blijkt dan uit een lokale krant, toch goed gezien. We rijden langs La Boca Del Asno, een mooi natuurpark vol watervalletjes en mooie wandelroutes, al is de fietsroute ook niet verkeerd. Na vier kilometer aan 7,5% met stroken tot 10% gaat het in het laatste stuk van de klim aan 8% omhoog, na 116 kilometer komen de renners vervolgens voor het eerst vandaag boven op de Puerto de Navacerrada. Als ze boven zijn zien ze links boven op een nog hogere berg Bola del Mundo liggen, de finish is dichtbij en tegelijkertijd ver weg. We zijn aangekomen in het Estación de Esquí Puerto de Navacerrada, een skistation waar ik later nog op terugkom aangezien we hier überhaupt nog gaan terugkomen. Op 50 kilometer van de aankomst komen we hier voor het eerst boven, we gaan nu een lokale lus afwerken. Mogelijk een belangrijk detail, tevens een dienstmededeling voor UAE: op de top van deze beklimming van eerste categorie ligt vandaag de bonussprint. Opletten, Joao.
![Vuelta-a-Espana-2025-Tappa-20-Salita-Navacerrada.png]()
![Navacerrada1.gif]()
![51651678496_c25a84fa4c_b.jpg]()
![puerto-de-navacerrada-la-pradera-de-navalhorno-upload-26181-1024x0.jpg]()
In het skistation rijden we rechtdoor, om vervolgens te beginnen aan een afdaling over een weg die in de absolute slotfase van de rit zal dienen als klim. De slimme renner slaat op de top linksaf richting Bola del Mundo, scheelt je toch heel wat kilometers. Op de top verruilen we Castilië en León weer voor de regio Madrid, en in de regio Madrid volgt er nu een afdaling van 12 kilometer richting de tussensprint in Cercedilla. In eerste instantie dalen we acht kilometer af richting het dorp Navacerrada, over de weg die we later nog zullen tegenkomen. We dalen af over een brede weg, of wat had u gedacht? Een weg zonder echt lastige bochten, het skistation moet immers makkelijk te bereiken zijn. Het is daardoor een enorm makkelijke afdaling, je hoeft hier weinig problemen te verwachten. In het begin een keer twee bochten kort achter elkaar, daarna wordt het een bijtrapafdaling van jewelste. Vooral rechtdoor, geen gezeik. Er ligt hier ook nog eens een verse laag asfalt, dat maakt het extra makkelijk. We komen onderweg nog een keer een enorm brede bocht naar links tegen, die was lastig geweest als de weg hier niet uit drie banen had bestaan. Pas na acht kilometer komen we een echt lastige bocht tegen, we verlaten de doorgaande weg en slaan via een afrit rechtsaf. In de buurt van het dorp Navacerrada slaan we ter hoogte van Collado del Portazgo rechtsaf, de weg is tijdelijk wat smaller, maar aan het eind van de afrit komen we weer op een brede weg terecht en deze loopt een kilometer rechtdoor verder omlaag. Daarna slaan we nog eens rechtsaf via een wat smallere bocht om vervolgens over een brede weg nog een stuk in dalende lijn van drie kilometer af te werken tot in Cercedilla. In dit laatste deel van de afdaling komen we wel wat serieuze bochten tegen, vooral als we de bebouwde kom van Cercedilla bereiken. Dat is normaal geen probleem, in dit geval is het wel opvallend aangezien we in Cercedilla de tussensprint van de dag gaan vinden. In de laatste kilometer voor die tussensprint komen we meerdere bochten tegen, terwijl het wel bijna volledig vlak is geworden. Vlak voor we sprinten slaan we schuin rechtsaf de lokale winkelstraat in, die voorzien is van wat steentjes. Na 127,6 kilometer volgt hier de tussensprint van de dag, een tamelijk nutteloze sprint. We rijden door de wat smallere winkelstraat verder over de steentjes en verlaten die straat al snel weer om een paar bochtjes later opnieuw een brede geasfalteerde weg te bereiken. De sprint in Cercedilla voelt als een trap na voor ONS Nederlanders, dit was namelijk de finishplaats van dé etappe van de Vuelta van 2015. Hier spatte de droom van Tom Dumoulin uiteen. Daags voor we naar Madrid gingen werd Dumoulin in de Sierra de Guadarrama naar de slachtbank gereden door Astana. Na een aantal beklimmingen die we vandaag niet gaan zien volgde de aankomst in Cercedilla, waar Ruben Plaza won vanuit de vlucht. Aru werd die dag slechts 24e, maar omdat Dumoulin 35e werd en een kleine vier minuten verloor ging de eindzege toch naar de Italiaan. Dumoulin viel helemaal terug naar de zesde plaats, dat was me de etappe wel zeg. Een lullige ontknoping voor het vlaggetje, objectief gezien natuurlijk een topshow. Hoe je het ook wendt of keert, hier werd wielergeschiedenis geschreven. Het was de klim van de Morcuera waar Aru Dumoulin overboord wist te kieperen, Dumoulin keerde daarna in de afdaling bijna terug, maar hij sloot net niet aan en hij werd vervolgens door Astana gekookt in de vallei. Je kunt tijdens zo'n voorlaatste rit in de Sierra de Guadarrama dus je leiderstrui verliezen, maar Visma heeft wel een net iets betere ploeg bij dan de waardeloze ploeg van Giant-Alpecin die Dumoulin toen tot zijn beschikking had. Alsnog is een mannetje in de vlucht hier geen overbodige luxe, je weet maar nooit wat er onderweg allemaal gaat gebeuren. Een wonderknecht als Landa kan ook geen kwaad, je ziet een Ayuso zich niet op dezelfde manier opofferen voor UAE.
![1442048118_782075_1442076899_noticia_grande.jpg]()