Botsende belangen en onbegrip: hoe 9600 woningen bij scheepswerf Damen in de ijskast belandden
Zijn woord was niet genoeg en het was 'Amsterdam bashing', zo omschreef een boze wethouder Reinier van Dantzig de situatie toen duizenden woningen in Noord in de ijskast werden gezet door een besluit van de provincie Noord-Holland. Het zorgde voor spanningen tussen de gemeente, de provincie en het Rijk. AT5 deed een beroep op de Wet open overheid (Woo) en onderzocht hoe de plannen voor duizenden woningen bij scheepswerf Damen op het spel kwamen te staan. Een proces met veel onderhandelingen, verschillende belangen, onbegrip en soms ook woede, dat 'niet de schoonheidsprijs verdiende'. Wie langs de scheepswerf loopt hoort de bedrijvigheid goed. Lassen, geschuur en het getik van metaal. Bij de vier reparatiedokken wordt hard gewerkt, maar de vraag is hoelang dat nog kan. Het gebied rond de scheepswerf, het Cornelis Douwesterrein 2-3, is namelijk onderdeel van de plannen voor het nieuwe stadsdeel Haven-Stad.
De gemeente wil het gebied dolgraag ontwikkelen om het gebrek aan woningen in de stad te verlichten. In het gebied, verdeeld over gedeeltes van Noord en het Westelijk Havengebied, moet, als het aan de gemeente ligt, de zware industrie van de Amsterdamse haven plaatsmaken voor tienduizenden woningen en werkplekken. Op en rond het terrein van Damen staan 9600 woningen, 6400 werkplekken, zes scholen en andere voorzieningen op de planning.
De gemeente en de grondeigenaren waren van plan om vanaf 2029 te beginnen aan de bouw. Het huurcontract van Damen loopt een jaar daarvoor af. Of de bouw alleen vanaf 2029 gaat beginnen, moet nog blijken. De provincie en het Rijk steken daar voorlopig nog een stokje voor, door het gebied aan te wijzen als Industrieterrein van Provinciaal Belang. Daardoor mag de gemeente zolang het gebied zo is aangewezen niet bouwen en moet de industrie er blijven.
Een plan van 20 jaar
De wens van de gemeente om het havengebied te transformeren naar een woon/werkgebied is niet iets van de afgelopen jaren. Het speelt al zeker 20 jaar en is hét plan van Amsterdam om de stad verder te kunnen laten groeien.
Maar in de haven was en is veel bedrijvigheid, van veelal zware industrie, en die bedrijven kunnen niet zomaar hun biezen pakken en ergens anders aan de slag gaan. In 2009 werd daarom met het Havenconvenant afgesproken om de plannen voor 15 jaar te parkeren en de start van de bouw op z'n vroegst pas over 20 jaar te starten.
Vorig jaar februari loopt de afgesproken 15 jaar zonder besluitvorming af en de gemeente zet meteen de eerste stappen om de transformatie van het terrein te realiseren. In het concept van de 'Ontwikkelstrategie 2035', de plannen van de gemeente voor stedelijke ontwikkeling, zet het stadsbestuur duidelijk neer dat de scheepswerflocatie moet worden getransformeerd naar een woon/werkgebied.
Stress bij Rijk en provincie
Begin februari heeft de provincie ook al contact met het Rijk over de scheepswerf. Gedeputeerde Esther Rommel, verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening en het Noordzeekanaalgebied, praat met Micky Adriaansens, minister van Economische Zaken onder Rutte IV, onder andere over Damen. Het Rijk en de provincie zijn er vanaf het begin al over eens dat moet worden onderzocht of de werven kunnen worden behouden.
Bij het Rijk is namelijk de kritieke ondergrens in zicht voor de maritieme maakindustrie en dat is met de veranderingen op het politieke wereldtoneel slecht nieuws. De minister ziet het liefst Damen nog tot 2040 blijven zitten en is bang dat de gemeente snel gaat beginnen met het aanpassen van het bestemmingsplan.
De aanwijzing tot een Industrieterrein van Provinciaal Belang (IPB) komt dan al naar voren als mogelijkheid om de transformatie van het terrein tegen te gaan, maar wordt nog wel genoemd als de 'ultieme stap'. De provincie wil op dat idee nog niet verder ingaan, onder andere omdat de verwachting is dat het de relatie met Amsterdam onder spanning zou zetten.
De 'ultieme stap' wordt dan ook niet meteen gezet door het Rijk en de provincie. Beide dienen bij de gemeente een aanpassingsverzoek in voor de Ontwikkelstrategie waarin wordt verzocht om de scheepswerf te bouden tot 2040, zodat er een alternatieve locatie voor de scheepswerf gevonden kan worden. De gemeente neemt de verzoeken niet op in de definitieve versie.
Om tafel met elkaar
De partijen gaan daarom met elkaar om tafel om uit te vogelen hoe het nu verder moet. Dat begint op 8 april met een overleg waar iedereen bij aanwezig is. Voormalig wethouder Wonen Reinier van Dantzig, wethouder Financiën Hester van Buren, gedeputeerde Rommel en een afvaardiging van de ministeries van Economische Zaken, Infrastructuur en Defensie met minister Adriaansens.
De minister wil uitleggen waarom Damen in het gebied moet worden behouden en haalt naast het belang voor reparatie van marineschepen en daarmee de nationale veiligheid, ook het belang dat Damen volgens haar heeft voor de energietransitie - vanwege het ombouwen van schepen naar duurzamere varianten. Amsterdam geeft in het overleg aan zich overvallen te voelen, omdat de plannen al jaren op tafel liggen. Er wordt afgesproken om mogelijke scenario's in kaart te brengen en om het daar later verder over te hebben.
Een paar dagen later hebben de gemeente en de provincie opnieuw een overleg over het gebied, deze keer zonder het Rijk. De provincie maakt duidelijk dat zij overwegen om het gebied aan te wijzen als IPB. Het idee staat de gemeente tegen, maar de provincie wil voorkomen dat Amsterdam onomkeerbare stappen zet totdat er een oplossing voor de werf is gevonden. Van Dantzig belt daarom de volgende dag met Rommel om de belofte te doen dat er geen onomkeerbare stappen worden gezet. De provincie besluit na het belletje om het gebied vooralsnog niet aan te wijzen als IPB en om het proces met Amsterdam af te wachten.
Vertrouwelijk contact
Maar daar komt verandering in wanneer minister Adriaansens en gedeputeerde Rommel contact met elkaar hebben begin mei. De minister kondigt aan dat de ministeries een verzoek gaan indienen om de scheepswerf aan te wijzen als een IPB. Adriaansens vraagt aan Rommel of de informatie nog vertrouwelijk kan blijven, waarmee de provincie akkoord gaat.
Toch krijgt Amsterdam hoogte van het gesprek tussen de minister en Rommel. Het zorgt voor onrust op de Stopera. Naar Esther Rommel appt Van Buren dat zij van het gesprek heeft gehoord. "Als dit klopt, is dat heel vervelend. Ik dacht dat dit goed afgesproken was tussen jou en Reinier." De provincie houdt zich op de vlakte over het gesprek, in afwachting van de brief van het Rijk. Maar een dag later wordt het concept van de brief gedeeld met ambtenaren in Amsterdam. Het gezamenlijke overleg op 11 juni wordt er daardoor een met twee gezichten.
Vier scenario's
In het overleg worden eerst de scenario's besproken die het verkennende onderzoek naar voren heeft gebracht. Het zijn er in totaal vier: transformatie naar woon-werkgebied, behoud van de scheepsreparatiewerf, verplaatsen van de werf en het combineren van de scheepswerf en de woningen. Van Dantzig maakt bezwaar tegen alle scenario's die afwijken van de transformatie van het gebied.
Voor Amsterdam is ook de combinatie van woningen en scheepsdokken geen mogelijkheid. Die optie, waar 3000 woningen zouden worden gebouwd en de dokken zouden worden overkapt tegen geluidshinder, is in het verleden door Damen zelf onderzocht. Het plan werd nooit verder uitgewerkt. Deels vanwege gebrek aan draagvlak bij de gemeente, maar ook omdat Damen te veel geluid zou blijven maken om woningen daaromheen te zetten.
De gemeente ziet de verplaatsing of het verdwijnen van Damen eigenlijk als enige echte opties. De verplaatsing is wel een lastig verhaal. Hoewel er meerdere geschikte locaties binnen en buiten het gebied denkbaar zijn, is er maar één logisch alternatief in het Noordzeekanaalgebied, maar de plek is niet in publieke handen. Een andere verplaatsingsmogelijkheid is de aanleg van drijvende droogdokken. Echter kan de complete capaciteit dan niet worden behouden en is de doorlooptijd van de aanleg daarvan jaren.
Er wordt tijdens het overleg gezamenlijk besloten dat de scenario's de komende twee jaar verder worden onderzocht. In de zomer van 2026 wordt dan bekeken welke scenario's haalbaar zijn en hoeveel dat moet gaan kosten. Van Dantzig laat ook weten te willen praten met de grondeigenaren over het huurcontract van Damen.
Welles-nietes discussie
Daarna gaat het in het overleg over de oproep van het Rijk aan de provincie om het gebied aan te wijzen als een IPB. Minister Adriaansens geeft opnieuw aan dat het Rijk dit wil om ervoor te zorgen dat er gedurende het proces waarin de scenario's worden onderzocht geen onomkeerbare stappen of ontwikkelingen plaatsvinden.
Van Dantzig is fel gekant tegen de oproep en noemt het onnodig en onwenselijk. Hij is van mening dat de aanwijzing alleen nodig is als de gemeente er niet uitkomt met de grondeigenaren. "Als Amsterdam toezegt mee te werken aan dit proces, dan kunnen jullie daarop vertrouwen." Hij geeft ook meerdere keren aan dat als het gebied nu wordt aangewezen als IPB de sfeer en de relatie tussen de partijen helemaal verstoord raken.
Daarnaast maakt hij naar gedeputeerde Rommel het verwijt dat zij nooit heeft gemeld dat het IPB een optie was. Rommel heeft geen zin in een welles-nietes discussie met de wethouder, maar Van Dantzig blijft over het onderwerp doorgaan. Rommel geeft daarna aan dat de mogelijkheid is besproken in april.
Uithalen in de raad en op tv
Het Rijk dient eind juni toch formeel het verzoek in bij de provincie voor een IPB van twee jaar, zij gaan daar mee akkoord. Ondanks de tijdelijkheid en dat Amsterdam het zag aankomen, is de Stopera niet blij met het besluit van de provincie. Noord-Holland probeert goed duidelijk te maken dat het ook nog altijd hun wens is dat de woningen er komen, maar dat er ook een oplossing moet worden gevonden voor Damen.
Dat Van Dantzig woest is over het besluit maakt hij duidelijk in een brief aan de gemeenteraad, tijdens een commissievergadering en bij het AT5-programma Park Politiek. 'Amsterdam bashing' noemt de wethouder het. Van Dantzig was boos over het feit dat duizenden woningen daardoor in de ijskast worden gezet, maar vooral ook dat zijn woord om geen onomkeerbare stappen te zetten niet genoeg was. "Een afspraak met Reinier van Dantzig is een afspraak."
'Het ventiel opzoeken'
Na de uitbarstingen van Van Dantzig is er bij de provincie het besef dat er actie moet worden genomen om de relatie tussen de twee overheden goed verder te laten lopen. De provincie begrijpt waarom Amsterdam ontstemd is over de pas op de plaats, maar blijft duidelijk maken dat er geen koerswijziging is over de wens voor woningen.
Provinciale ambtenaren raden dan ook aan om zo snel mogelijk 'de angel er uit te trekken' door het gesprek aan te gaan met de gemeente. "Het ventiel opzoeken", zoals een van hen dat omschrijft. In de weken die volgen worden de klokken gelijkgezet, ondanks dat Amsterdam nog altijd niet blij is met het besluit. De overheden spreken af goed samen te werken in de onderzoeksfase van de komende twee jaar.
En dat onderstreept een woordvoerder van de provincie ook aan AT5. "De samenwerking verloopt goed. Beide partijen zien de noodzaak om tot een structurele oplossing te komen voor dit gebied en staan constructief in het onderzoekstraject." Het doel om de onderzoeksfase in de zomer van 2026 af te ronden is volgens de provincie nog altijd haalbaar.
'Proces verdient geen schoonheidsprijs'
Dat vertrouwen heeft de gemeente ook, zo laat een woordvoerder van woonwethouder Steven van Weyenberg, de vervanger van de door ziekte afgetreden Van Dantzig, weten. De gemeente verwacht ook nog dat er woningen worden gerealiseerd in het gebied. "Er is veelvuldig contact over dit dossier en er wordt goed samengewerkt met de verschillende partijen. Provincie en gemeente hebben daarbij hetzelfde doel: het snel realiseren van zoveel mogelijk woningen."
"De bestuurlijke besluitvorming in dit proces verdient geen schoonheidsprijs. De plotselinge koerswijziging van het Rijk en de provincie hebben de onderlinge relatie geen goed gedaan", geeft de gemeente eerlijk toe. "Desondanks werkt Amsterdam volledig mee aan het onderzoeken van de verschillende scenario's voor de toekomst van Shipdock. We hebben er vertrouwen in dat we er met onze medeoverheden uit zullen komen."
Het contract van Damen is nog niet verlengd door de grondeigenaren. Zelf ziet de scheepswerf het contract wel worden verlengd, zelfs voor de uitkomst van het scenario-onderzoek, naar in ieder geval 2030. Volgens Damen zou anderhalf jaar na de zomer van 2026 te kort dag zijn voor een verhuizing.