Richard L. was brigadier, maar werd een boef: 'Bij de politie ben ik een cowboy geworden'Daar zit hij weer in de rechtszaal, Richard L. De boef die elke keer terugkeert. Een bijzondere boef: hij genoot zijn opleiding bij de politie. Maar nu is het klaar, zegt hij in een persoonlijk interview. “Dit was mijn laatste trucje.”
In een etablissement in Rotterdam-Oost praat hij honderduit over het verleden. Never a dull moment in het leven van Richard L. Spannende observaties bij de recherche, schimmige klussen voor criminelen en avontuurlijke reizen vol seks, drugs en rock-'n-roll. Misschien moet hij die ervaringen eens te gelde maken, zegt hij. Hij zal er later in het gesprek op terugkomen.
De 61-jarige Rotterdammer heeft net zijn zoveelste rechtszaak achter de rug: een veroordeling voor het vervoer van xtc-pillen. Het levert hem een taakstraf van 180 uur op en honderd dagen cel. Die celstraf zat hij al in voorarrest, dus hij hoeft niet terug naar de gevangenis. Een opluchting.
Gekooid dier
“Ik vond het vreselijk in Alphen aan den Rijn. Zo’n beetje de hele dag op cel, geen dagprogramma’s meer. Ik voelde me een gekooid dier. Het is overvol, het systeem loopt vast. Die staatssecretaris die het tegen Wilders opneemt, Coenradie, die heeft het goed gezien. Twee-op-een cel geeft al spanningen, laat staan acht man. Dat is absurd.”
Ruim elf jaar van zijn leven heeft Richard in een cel doorgebracht, hij is dus ervaringsdeskundige. “Toen ik vroeger in de Noordsingel in Rotterdam zat, man! Dan bleven de celdeuren open, je keek naar Canal Plus. Dagarbeid of sporten: daar keek je naar uit, dan kon je stoom afblazen. Als je dat weglaat, richt de agressie zich op het personeel of op elkaar. Ik heb meerdere vechtpartijen meegemaakt en dan sprong ik ertussen, want ik ben niet bang.”
Vrouw pikt het niet meer
De sobere detentie is niet de enige reden dat hij de bajes nu echt wil mijden. In de rechtszaal zei hij al dat zijn vrouw het niet meer pikt: “Als ik nog een keer in de fout ga, kan ik mijn koffers pakken.” Hij wil het ook zijn stiefdochter niet meer aandoen, voegt hij eraan toe. “Een politie-inval in huis, ze was nog heel jong. Ik besef nu pas wat ik haar heb aangedaan.”
Ook zijn vader en moeder heeft hij altijd veel pijn gedaan. Beiden zijn inmiddels overleden. “Bij het overlijden van mijn vader zat ik vast. Ik werd met handboeien naar het rouwcentrum gebracht. Daar heb ik mijn moeder wel pijn mee gedaan.”
Trots van het gezin
Het kost hem zichtbaar moeite hierover te praten. “Mijn ouders zijn maar twee keer bij me op bezoek geweest in de gevangenis: in 1997 in de Noordsingel en later in Duitsland in een open gevangenis. Mijn zus is laatst in Alphen voor het eerst geweest, dat stel ik zeer op prijs. Ze hebben me wel altijd gesteund. Nee echt, die xtc-zaak was mijn laatste trucje.”
En dat, terwijl Richard de trots van het gezin was. Hij die met een IQ van 136 snel en flitsend carrière maakt als brigadier bij de Criminele Inlichtingen Dienst (CID). Maar daar gaat het in de jaren negentig ook fout.
Gepakt voor corruptie
In die tijd zoekt de recherche contact met criminelen in de hoop de grotere vissen te kunnen vangen. Richard zit op de Schiedamse drugshandelaar Cock S. Het onderzoek wordt abrupt stopgezet door de IRT-affaire: bondjes met criminelen zijn voortaan uit den boze.
Richard besluit eigenhandig het onderzoek voort te zetten en wordt gepakt als hij 10.000 gulden in ontvangst neemt van een crimineel. Het leidt tot zijn eerste rechtszaak: corruptie.
De zaak klapt omdat geheime informatie over de CID niet naar buiten mag komen. Richard L. wordt niet veroordeeld voor de corruptie, hij krijgt zelfs een schadevergoeding, wel volgt ontslag bij de politie. Na het eenmaal overschrijden van de rode lijn lijkt hij niet meer terug te kunnen. De rechtszaken rijgen zich aaneen: valse documenten, heling, drugshandel (hasj, cocaïne, xtc), vuurwapenbezit, witwassen. “Dan word je verhoord door mensen die je collega waren. Dat was wel heel erg apart.”
CowboygedragHoe kan een rechtgeaarde diender zo de fout in gaan? Hij noemt als een van de oorzaken de politie zelf. “Die tijd bij de CID was prachtig. Ik had contact met de chef van de CID Kennemerland, Klaas Langendoen. Infiltraties, doorlaten van drugs, lekker met van die criminele gasten afspreken: heel spannend. Daar is dat cowboygedrag ontstaan.”
Het stopzetten van deze praktijken ervoer hij als frustrerend. “Ik had een gereformeerde chef en ineens mocht niets meer. Het werk bij de politie werd een stuk saaier.” En dat strookt niet met het karakter van Richard L. “De rode draad in mijn leven is spanning zoeken. Als marinier en rechercheur heb ik altijd het randje opgezocht en ben er overheen gegaan. Een keurige kantoorbaan is niks voor mij.”
Ook buiten het criminele circuit zoekt hij steeds nieuwe prikkels, waar hij smakelijk over kan vertellen. “Ik ben duty manager geweest in een hotel in Cannes. Daar heb ik nog een Russische ontmoet, bloedmooie meid. In Spanje moest ik voor 8 duizend euro per maand het wagenpark van een groep Kroaten beheren. Prachtig appartement met zwembad.”
Tussen 2011 en 2013 vaart hij in de Golf van Aden, voor de kust van Somalië. “Ik was security officer op Koreaanse schepen die tegen piraten beschermd moesten worden. Dan liep ik met een geweer over het dek en als een groep piraten aan boord wilde komen, volstond het om het wapen te tonen. Ik heb nooit hoeven schieten.”
“Het kantoor zat op Sri Lanka. Als we niet uitvoeren, zat ik op het strand met een glas bier te wachten, tegen 500 euro per dag. Belastingvrij. Het is één van de mooiste tijden die ik heb gehad: spannend en nog legaal ook.”
HeldendaadTussendoor verricht hij een heuse heldendaad, als in 2009 in café Laurenshof in Rotterdam-Alexander een man schietend rondloopt. Er valt een dode en dan wordt de schutter overmeesterd door Richard.
“Ik was op weekendverlof uit de gevangenis. Mijn toenmalige vrouw zat in de jury van een talentenjacht. Het was gezellig, polonaise en dan ineens komt die vent binnen. Ik pak zijn pistool en met een rechtse sla ik hem naar de grond. Er zaten nog zes patronen in zijn pistool, hij wilde meer doden maken.”
Bloemetje van de politie
Richard gaat terug naar de gevangenis om de rest van zijn straf uit te zitten. “De politie wilde me op de foto met een bloemetje, dat heb ik geweigerd. Ze hebben nog wel een bosje thuis bezorgd.“
De heldendaad en het positieve contact met het korps brengen hem niet terug op het rechte pad. Altijd is er ‘de verleiding van het kwaad’, zoals het gelijknamige boek heet dat Henk Strootman in 2005 over Richard L. schrijft.
Snakken naar rust
In het nawoord staat dat de oud-rechercheur snakt naar rust en een punt wil zetten achter de contacten met Vrouwe Justitia. Maar steeds loopt hij weer tegen de lamp. Niet zelden geeft hij in de rechtszaal aan dat het slechts ‘vriendendiensten’ waren: een tasje geld bewaren (850.000 euro) hier, een tasje spullen brengen (xtc) daar.
Dubieuze vrienden dus. Ook daar grossiert Richard L. in. In De Schie ontmoet hij Leon van M. die vastzit voor de Oostvoornse kofferbakmoord. “Ik vond het wel een spontane gozer. Ik geloofde in zijn onschuld, hij is ook vrijgesproken. Daarna is hij nog bij me komen werken op een manege in Nieuwerkerk aan den IJssel. Ik wilde hem een nieuwe kans geven. Inmiddels hebben we geen contact meer.”
HasjhandelIn Vlaardingen doet hij zaken met Cees S. die in het onroerend goed én de hasjhandel zat. “Daar ontmoette ik Henk Ebben die klusjes voor hem deed, incasso’s en zo. Hij vond mij wel interessant, dacht dat ik als ex-agent wel wat voor hem kon betekenen. Dingen opzoeken in de politiesystemen en zo.”
Zoon Marco komt ook mee, die is dan begin twintig. “Hij riep toen al: ‘Ik hoef geen dertig te worden, ik ga leven als een koning met de mooiste vrouwen.’ Dat heeft hij wel waargemaakt. Hij is een gangster geworden van de hoogste categorie.”
Meer dan die foute agent
In februari heeft Buitenlandse Zaken officieel bevestigd dat Marco Ebben op 32-jarige leeftijd in Mexico is doodgeschoten nadat hij zich had aangesloten bij een drugskartel. Richard L.: “Ik denk dat hij achter de aanslagen op de Vlaardingse loodgieter zat. Hij heeft bij jullie, bij Rijnmond gezegd dat hij Ron van Uffelen niet kende, maar ik weet voor honderd procent zeker dat het wel zo was.”
L. heeft niet alleen slechte vrienden, benadrukt hij. “Ik was keeper bij GGK, een elftal met hoogopgeleiden en die gasten zeiden dan tegen me ‘Ries, kap ermee’. Ik heb ook veel goede, normale dingen gedaan: een kringloopwinkel, een bedrijf in tandartsspullen. Ik ben meer dan die foute agent.”
'Flikken Rotterdam? Verschrikkelijk'
Hij zegt ook wat rustiger te zijn geworden, als zestigplusser. Zijn dagen slijt hij in de kroeg, lezend of voor de tv. “Nee, geen true crime. Penose of Flikken Rotterdam? Verschrikkelijk, niet om aan te gluren. Het staat volledig buiten de realiteit.”
Een eigen serie dan? ‘Richard L., brigadier, boef en bon vivant’? Hij knikt meteen. “Door die xtc-zaak ben ik mijn baan verloren. Af en toe heb ik een klusje als privédetective, maar ik houd mij aanbevolen voor alle legale aanbiedingen. Ik denk nu serieus na over een documentaire of het geven van lezingen. Mijn leven heeft toch alles weg van een thriller.”