quote:
Wie is supertalent en kandidaat-wereldkampioen Jarno Widar? “Geen nieuwe Remco, maar ook hij kan een uitzonderlijke renner worden”
Op het WK beloften in Zürich speelt België supertalent Jarno Widar (18) uit. Portret van een renner ‘met handleiding’, voor wie alleen de eerste plaats telt. “Strijden voor plaats acht, dat interesseert Jarno niet.”
Hij is een eerstejaarsbelofte, geboren midden november. Eén jaar jonger dan Jan Christen, twee jaar jonger dan Isaac Del Toro en bijna drie jaar jonger dan Joseph Blackmore. Een kop kleiner dan Antonio Morgado en ook nog eens bijna twintig kilo lichter. En toch is Jarno Widar – 1m66 voor 54 kilogram – samen met de bovengenoemde namen favoriet voor de wereldtitel in Zürich.
Widar is een natuurtalent. Zijn VO2max – de hoeveelheid zuurstof die je naar de spieren kan transporteren — is buitengewoon. “Ik ga geen cijfer geven”, zegt zijn trainer Danny Stevens. “Dat gaat alleen maar een eigen leven leiden. Maar de motor van Jarno is uitzonderlijk. Hij heeft een heel hoge FTP (Functional Treshold Power, het vermogen dat je gedurende een uur kan leveren, red.) én ook nog een grote anaerobe batterij. Hij kan lang in het rood gaan en daar ook nog in de koers van herstellen. Vergelijk het met een elektrische wagen waarbij je de turbo aanzet. De batterij van het ene merk gaat dan langer mee dan die van een ander merk. Jarno zijn batterij is top.”
Behalve het hart en de longen heeft Widar ook de maag van de topwielrenner. “Hij kan makkelijk honderd tot honderdtwintig gram koolhydraten per uur eten”, zegt Stevens. “Ook vijf dagen na elkaar in een rittenkoers. Die VO2max en zijn vermogen om voeding op te nemen, maken hem uitzonderlijk goed.”
Al van bij de nieuwelingen viel Widar op. Jo Van Gossum scoutte hem destijds voor zijn ploeg ‘Dakwerken Crabbé’. “Een kleine patodder”, zegt hij. “Een mager mannetje, vel over been. Hij was het soort renner waar ik naar op zoek was: de uitslag interesseerde hem niet. Als junior won hij voor onze ploeg meteen Nokere Koerse, in een sprint tegen een Noor waar hij twee keer in kon.”
Toch excelleerde Widar vooral als klimmer. Van Gossum: “Twee jaar op rij won hij in La Philippe Gilbert de koninginnenrit op La Redoute. Zeker het tweede jaar wist iedereen dat hij daar zou wegrijden. Niemand die er iets aan kon doen, ook niet de Franse toptalenten van Ag2R.”
Klimmer Widar trapt bergop nu al – bij een inspanning van een half uur – de befaamde 6.5 tot 7 watt per kilo, nodig om op het hoogste niveau mee te spelen in het rondewerk. Van Gossum: “Als je die 6.5 of zeven watt per kilo haalt, wordt daar soms met wantrouwen naar gekeken. Maar als er één renner is voor wie ik mijn hand in het vuur steek, dan wel Jarno. Als hij een andere renner gewoon maar een pilletje ziet nemen, zegt hij daar iets van. Hij is faliekant tegen elk soort gefoefel.”
Coach Stevens verwacht dat Widar over twee, drie jaar “mee kan doen” in het rondewerk bij de profs: “Jarno is geen Remco Evenepoel die op zijn achttiende al bijna een volwassen lichaam had. Hij zal meer tijd nodig hebben, maar in de juiste omgeving kan ook hij uitgroeien tot een uitzonderlijke renner.”
Op dit moment ligt Widar onder contract bij Lotto Dstny, officieel tot en met 2027. Maar sinds de Ronde van de Toekomst zit er ruis op de lijn. Widar uitte daar zijn ongenoegen over het overladen programma dat de ploeg hem zou gegeven hebben. Sportief manager Kurt Van de Wouwer probeert sindsdien om de brokken te lijmen, maar zelfs een verbeterd contractvoorstel helpt niet meer. Widar geniet sterke interesse van Red Bull-BORA-hansgrohe, waar hij al het trainingscentrum bezocht. Een transfer is echter complex: voor de UCI kan een overgang alleen als Lotto Dstny akkoord gaat en zij zullen zich niet inschikkelijk opstellen.
Tegelijk zit de ploeg ook niet in een comfortabele situatie. Het huidige contract van Widar bevat volgens onze informatie een ‘exit clausule’ na 2025. Als Lotto nu niet wil praten met geïnteresseerde partijen – ook over een verbrekingsvergoeding — ziet het Widar eind volgend seizoen mogelijk gratis vertrekken.
Crème van een gast
De hele saga rond de transfer zadelt eerstejaarsbelofte Widar nu wel al met een reputatie op. Die van moeilijke jongen. “Ik denk niet dat ik niets verkeerd zeg als ik Jarno ‘een renner met een handleiding’ noem”, aldus Kurt Van de Wouwer.
Eerste ploegleider Van Gossum doet er ook niet flauw over: “Jarno niet de gemakkelijkste? Zeg het maar zoals het is: het is een hele moeilijke. Maar geen probleem, hé. Ik ben dat ook. En mag ik een anekdote vertellen? Jarno is bij ons Belgisch kampioen geworden als junior. Daarvoor wilde ik een premie storten, zoals ik dat altijd doe. Maar Jarno wilde er niks van weten. ‘Jo, jij doet al zoveel voor de ploeg, dat is niet nodig.’ Toen ik aandrong, heeft hij een compromis voorgesteld: ‘Mijn broer is diabetespatiënt en we rijden samen de Stelvio op om geld in te zamelen. Stort het bedrag maar op die rekening.’ Dat is ook Jarno Widar. Als je weet hoe hij in elkaar zit: een crème van een gast.”
Ook coach Danny Stevens wil het etiket ‘moeilijke jongen’ nuanceren: “Ik heb Jarno leren kennen als lesgever aan de provinciale wielerschool in Limburg. Hij volgde daar vanaf zijn vijftiende een opleiding wielrenner/fietsmechanieker in het deeltijds secundair beroepsonderwijs, een richting die gericht is op kinderen die een beetje verloren lopen in het normale onderwijs. Jarno is nochtans bovengemiddeld begaafd. Ik denk dat hij echt een hoog IQ heeft. Alleen is hij bijzonder gefocust op bepaalde zaken die hem interesseren. Op andere dingen helemaal niet.”
Nu hij de coach van Widar is geworden, probeert Stevens zo veel mogelijk diens ‘handleiding’ te volgen: “Je moet gewoon weten hoe hij in elkaar zit. Labotesten kunnen we bijvoorbeeld niet doen met Jarno. Voor hem is dat te confronterend. Ook individuele tijdrittraining kan je niet zomaar doen. Je kan een test opstellen en zeggen: ‘Probeer dat vermogen te trappen’, maar dan heeft hij daar zijn eigen idee over, met eigen waardes die hij te hoog inschat. Als belofte hebben we de afspraak gemaakt om in wedstrijden waar hij rijdt om te winnen geen vermogensmeter meer te gebruiken. Die leidt hem te veel af.”
“Ander voorbeeld: als je bij Jarno een jaarplanning opstelt, dan heeft hij het ook zo in zijn hoofd en is het nadien heel moeilijk om daar nog in aan te passen. De wedstrijden die hij wil winnen, begint hij weken op voorhand te analyseren. Hij bestudeert elke individuele helling en zelfs de windrichting. Dat perfectionisme zit in hem.”
Ook Jo Van Gossum typeert Widar als een uitgesproken perfectionist: “Hij koerst alleen om te winnen. Als dat niet meer kan, laat hij lopen, zoals we in de Tour de l’Avenir gezien hebben. Strijden voor plaats acht, dat interesseert hem niet.”
Widar verwacht veel van zichzelf en van zijn omgeving: “Als hij iets niet goed vindt, durft hij het ook zo te zeggen”, aldus Kurt Van de Wouwer, “maar met veel van zijn ploegmaats heeft hij tegelijk een goeie vriendschappelijke klik. Die jongens van onze opleidingsploeg hangen aan hem vast. Die kwaliteit heeft Jarno zeker wel.”
Kan ‘de handleiding’ een rem worden op de carrière van Widar? “De mensen rond hem zullen daarover moeten waken”, zegt Van Gossum. “Bij Jarno moet je binnen geraken. Als een ploeg niet de moeite doet om hem te begrijpen, gaat het lastig worden.”
Dat is ook hoe Danny Stevens het ziet: “Het kan mislopen bij een transfer. De Spartaanse manier gaat sowieso niet werken. Maar een ploeg die in Jarno investeert, gaat daar net heel veel voor in de plaats krijgen.”