Etapa 8: Úbeda - Cazorla, 159 kmIk zou bijna willen zeggen dat ik wielrennen niet meer snap, maar dan bedenk ik me dat ik wielrennen nooit heb gesnapt en laat dat nou net de reden zijn dat we met z'n allen blijven kijken. De eindeloze verwondering trekt ons iedere keer weer naar de koers. Want jezus, wat was dat gisteren allemaal toch weer? Er staat amper een sprinter aan het vertrek, maar tijdens een vlakke rit met aan het eind een klim wil niemand in de aanval. Helemaal niemand. Geen enkele poging, niets. Xabier Isasa van Euskaltel reed weg en niemand ging met hem mee. De arme drommel mocht een kilometer of 140 voor Jan met de korte achternaam op kop gaan rijden, langzaam gaargekookt worden in de brandende zon. Volgens mij waren er een stuk of 100 renners geweest die er baat bij hadden gehad om tijdens deze rit in de aanval te gaan, maar ze lieten zich allemaal voor de zoveelste keer dit jaar gedwee naar de slachtbank leiden. Dat je tijdens een volledig vlakke rit geen zin hebt om in de aanval te rijden snap ik, maar deze rit was niet volledig vlak. Deze rit kende een klim aan het eind, waardoor je kon verwachten dat praktisch alleen Visma zin had om te controleren. Er is dit jaar iets heel vreemds in het peloton geslopen, niemand wil meer in de aanval rijden. Zelfs niet als een aanval best kansrijk kan zijn. In een Vuelta zonder sprinters moet je toch gewoon in de aanval gaan, wat is dit nou allemaal joh? Nouja, gebeurde dus niet. Een repeterend verhaal dit jaar, het is heel bijzonder. De organisatie van de Vuelta denkt het gebrek aan aanvalslust op te kunnen lossen door meer tussensprints en bonussprints toe te voegen, maar je hebt niet het idee dat zoiets echt het verschil gaat maken. Het zit 'm ergens anders in, het zit 'm in de mentaliteit die plots is ontstaan. De vlucht is minderwaardig geworden, ofzo. Naast het feit dat er tegenwoordig dusdanig strak gecontroleerd wordt dat je als vluchter nooit genoeg ruimte krijgt om een kans te maken, maar als je tijdens zo'n rit als gisteren met een man of 10 in de aanval gaat zien ze je echt niet meer terug hoor. Enfin, mijn verbazing hield niet op. Nadat Isasa werd ingerekend, net na de tussensprint, reden de renners de Alto del 14% tegemoet en op deze klim besloot Bora keihard te gaan knallen. Tijdens de zesde rit hadden ze het helemaal verkeerd aangepakt, ze probeerden nu meteen iets terug te doen. Maarja, ook dit zag er weer niet echt goed uit. Nadat de beurt van Dani Martinez voorbij was viel het ineens stil. Vlasov zat er nog wel, maar die reed niet op kop. Dus ging Roglic zelf maar op kop rijden, hij probeerde ook een paar keer te versnellen. Op zich valt dat te prijzen, het was alleen een beetje kansloos. Extra kansloos was dat Lipowitz werd gelost, de man die ze een dag eerder juist nog als argument hadden gebruikt om O'Connor een straatlengte voorsprong te geven. Heel wonderlijk allemaal.
Richting de top van de klim reed Vlasov toch maar even obligaat op kop, waarna Roglic even later nog maar een keer versnelde. Hij reed uiteraard nergens naartoe, al pakte hij wel de bonificaties op de top van de klim. Het groepje was aardig uitgedund op de top, bijna alle sprinters waren door het hoge tempo van Bora gelost. Die Alto del 14% stelt in principe niet veel voor, tenzij je vanaf de voet begint te knallen. Dat deed Bora, en dus reed onder meer Kaden Groves op achterstand. Groves zat alleen niet heel ver achter de eerste groep, hij leek op weg om na de klim terug te keren, maarja, toen keek hij achterom en tikte hij het voorwiel van zijn voorganger aan. Bobbie Traksel zegt weinig zinnige dingen, maar een van zijn stokpaardjes gaat in dit soort situaties altijd op: de koers is vooruit. Mensen die achterom kijken en daardoor zichzelf en/of anderen ten val brengen, daar zou de UCI eens een gele kaart voor moeten uitdelen. In ieder geval, na de klim volgde er een glooiende strook van een kilometer of acht en daar vliegen de aanvallen je iedere editie opnieuw om de oren. Die waren nu allemaal niet succesvol, tot Marc Soler zijn moment vond. Laat hem geen kruiswoordpuzzel invullen, maar zo nu en dan krijgt hij het voor elkaar om de koers goed te lezen. De aanval van Soler leek heel kansrijk, vooral omdat er in de groep weinig knechten zaten. Wout van Aert was mee over de top, maar hij had alleen Sepp Kuss bij zich. Soler reed snel een voorsprong van een seconde of 20 bijeen, waarna hij aan de afdaling begon. In die afdaling viel het zeker niet stil in de achtervolgende groep, net na de afdaling ging Wout van Aert in z'n eentje achter Soler aan. Een beetje een wanhoopspoging, leek het. UAE reed het gat dicht in dienst van Soler, waarna die vogel wel gevlogen leek. Door de aanval van Van Aert kwamen ze een stuk dichter, maar wie ging er nu toch rijden nadat hij het had opgegeven? Nou, Sepp Kuss dus. De winnaar van vorig jaar offerde zich volledig op voor Van Aert, are you watching Jonas? Een strijd tussen Soler en Kuss zou op het vlakke normaal in het voordeel van Soler moeten uitvallen, maar UAE staat in deze Vuelta niet op punt. Soler viel ernstig stil en dus wist Kuss het gat te dichten. Daarna volgden er nog een paar vlakke kilometers tot de finish en in die kilometers had je verwacht dat zo'n beetje iedereen ging aanvallen. In feite was Van Aert de enige rappe man in de groep en had niemand er baat bij om met hem naar de streep te rijden. Weer zo'n onbegrijpelijk stukje wielrennen, ik viel echt van de ene in de andere verbazing. Uiteindelijk was het Pavel Sivakov die nog een mooie poging waagde om de rit te winnen, maar toen volgde wellicht het hoogtepunt van de rit: Aleksandr Vlasov, die nooit op kop rijdt, besloot op kop te gaan rijden. Hij nam al het werk op zich om Sivakov in te rekenen. Waarom? Niet om Roglic voor de boinficaties te laten sprinten in ieder geval, want die gaf het in de sprint snel op en werd slechts 18e. Was het dan iets persoonlijks tegen landverrader Sivakov? Wat het ook was, Wout van Aert maakte dankbaar gebruik van de opmerkelijke kopbeurt van Vlasov. De Rus reed het gat op Sivakov dicht in de laatste meters van de rit en daarna sprintte Van Aert vlotjes naar zijn tweede ritzege. Eigenlijk maakte hij er tactisch een potje van, maar de tegenstand overtrof hem op dat gebied en zodoende kon hij alsnog zegevieren. Hij deed ook meteen een mooie zaak voor de groene trui, zeker na het letterlijke wegvallen van Groves. Waar hebben we de afgelopen dagen in hemelsnaam naar zitten te kijken? De sport wielrennen anno 2024 begrijpen is een onmogelijke taak. Wat een nutteloos werk van Bora, en wat een nutteloos werk van praktisch het hele peloton. Wout is zijn collega's zeer erkentelijk. Ontzettend warme dag verder, daar hadden weer heel wat renners last van. Onder meer Arensman, terwijl Uijtdebroeks zelfs op het punt lijkt te staan de lokale Brienenoord op te zoeken. Na hallucinante taferelen tijdens de zesde rit en vreemde strapatsen tijdens de zevende rit gaan we nu maar eens kijken wat de achtste rit voor ons in petto heeft. Op papier een rit voor de vluchters, zou je denken, wellicht dat daarom niemand tijdens de vorige rit in de aanval wilde gaan. Maar wordt het wel een rit voor de vluchters, nu de klassementsrenners iedere gelegenheid aan moeten grijpen om tijd terug te pakken op Benno? We gaan het beleven, spanning, verwarring en hopelijk uiteindelijk sensatie. Ik zet mezelf schrap voor een nieuwe masterclass van Patxi Vila.
![573bc]()
![ea021]()
Het tweede weekend van de Vuelta gaat van start in Úbeda, een stad die tegenwoordig onlosmakelijk met de koers verbonden is. Ik vind Pascual Momparler, de Spaanse bondscoach, een totale non-valeur, maar hij heeft toch een goede bijdrage aan het wielrennen weten te leveren. Geïnspireerd door de Strade Bianche en andere koersen over onverharde wegen kwam hij op het idee om in Spanje een soortgelijke koers te organiseren. Op zijn initatief is drie jaar geleden de Clásica Jaén Paraíso Interior in het leven geroepen, een koers waarin de renners over onverharde wegen door de olijfboomgaarden rijden. Een koers met bovendien de nodige hoogtemeters, waardoor we nu al drie keer een schitterend spektakel hebben gezien. De koers wordt jaarlijks in februari verreden tussen Baeza en Úbeda, waarbij de start- en finishplaats stuivertje wisselen. De eerste editie vond in 2022 plaats en toen reden we inderdaad van Baeza naar Úbeda, dat werd meteen een schitterende editie waarin Alexey Lutsenko aan het eind van de dag met de zege ging lopen. Een jaar later reden de renners van Úbeda naar Baeza en bij die gelegenheid begon Tadej Pogacar zijn jaar op een kenmerkende manier, zijn eerste koers van het seizoen begint hij doorgaans met een indrukwekkende solo, waar hij de rest van het jaar overigens niet mee stopt. Dit jaar werd er opnieuw van Baeza naar Úbeda gereden en ditmaal mochten we genieten van een geweldige solo van Oier Lazkano, ze lieten hem plaatsnemen in de kopgroep en dat moet je bij Oier nooit doen. Ze zagen hem niet meer terug, al had hij het op de laatste hellende strook in Úbeda wel nog even lastig. Het is een koers vol heuvels en gravel, in dat kader is de start van deze etappe een beetje een sof. Het hoogtepunt van de Clásica Jaén volgt overigens altijd na de wedstrijd, aangezien de winnaar een fenomenale trofee krijgt. Een gouden olijf, jawel! Ook zonder gravel kun je trouwens een prima koers organiseren in Úbeda, zo kwam hier in 2020 de derde rit van de Ruta del Sol aan. Een van de laatste koersen voor de eerste lockdowns begonnen, ook meteen een van de laatste koersen waar Jakob Fuglsang op een wielrenner leek. De Deen beleefde in dienst van Astana zijn tropenjaren en in Úbeda reed hij naar zijn tweede ritzege in dat rondje. Al had hij wel enig geluk, op de hellende aankomst vol steentjes in Úbeda reed Dylan Teuns de verkeerde kant op (goh) en daar maakte Fuglsang dankbaar gebruik van, hij was net iets sneller dan Pello Bilbao. Het Spaans kampioenschap wielrennen ging dat jaar ook van start in Úbeda en werd net als de Clásica Jaén verbonden met Baeza, waar Luis Leon Sanchez de trui mocht ophalen. Genoeg koers in Úbeda dus, al komt de Vuelta minder vaak voorbij. In 2011 ging hier wel een keer een rit van start, toen reden we naar de plaats waar de vorige rit eindigde, Córdoba. De rit van de coup van Liquigas in de afdaling, dat begon dus allemaal hier, tussen de olijfbomen. Úbeda is overigens een stad en gemeente in de provincie Jaén, regio Andalusië, met ongeveer 34.000 inwoners. De historische monumenten in Úbeda staan samen met die van Baeza op de werelderfgoedlijst, aldus Wikipedia, maar zij noemen die historische monumenten vervolgens niet. Gelukkig zijn er enkele toeristische sites die uitkomst bieden, zo leer ik van andalusie.nl dat Úbeda en Baeza erg op elkaar lijken en blijkbaar zelfs een gedeelde geschiedenis hebben. Vandaar dat ze tijdens de Clásica Jaén ook rondjes rijden tussen deze twee plaatsen. In beide plaatsen kun je mooie gebouwen en kerken vinden, in oude renaissancestijl. De vijf hoogtepunten van Úbeda aldus andalusie.nl: 1. Plaza Vázquez de Molina. Bewonder het indrukwekkende Plaza Vázquez de Molina, dat wordt beschouwd als een van de mooiste pleinen in Spanje. Omringd door architectonische meesterwerken zoals het Paleis van de Vela de los Cobos en de Kapel van El Salvador, biedt dit plein een onvergetelijke ervaring. 2. Sacra Capilla del Salvador. Duik in de spirituele pracht van de Sacra Capilla del Salvador, een schitterende kapel ontworpen door de beroemde architect Andrés de Vandelvira. Met zijn verfijnde gotische en renaissance-elementen herbergt deze kapel een schat aan artistieke en historische waarde. 3. Palacio de las Cadenas. Ontdek het imposante Palacio de las Cadenas, een paleis dat zijn naam dankt aan de kettingen die werden gebruikt om de gevangenen vast te houden. Wandel door de elegante binnenplaats en bewonder de indrukwekkende mix van gotische en renaissance-architectuur. 4. Iglesia de Santa María de los Reales Alcázares. Verken de fascinerende Iglesia de Santa María de los Reales Alcázares, een kerk met een opvallende mix van gotische, renaissance- en barokke stijlen. Bewonder het prachtige altaarstuk en laat de spirituele sfeer van deze historische plaats op je inwerken. 5. Hospital de Santiago. Bezoek het prachtige Hospital de Santiago, een voormalig ziekenhuis dat nu dienst doet als Parador. Geniet van de rustige binnenplaats en bewonder de verfijnde architectuur van dit historische gebouw, dat getuigt van de rijke geschiedenis van Úbeda. Nou, klinkt goed allemaal. Volgens een andere site stond Úbeda in de Moorse tijd dan weer bekend dankzij de handgeweven tapijten, in de huidige tijd draait het vooral om de productie van olijfolie en alles over die productie is te vinden in het lokale olijfmuseum. Er is ook een archeologisch museum te vinden in Úbeda, in de Casa Mudejar. Er zijn wat opgravingen gedaan in de regio en die laten vermoeden dat er heer al heel lang mensen wonen, volgens sommige bronnen zou Úbeda zelfs een van de oudste steden van Europa moeten zijn, of gewoon simpelwel de oudste. Nemen we met een korreltje zout, maar toch. De stad beschikt ook over stadsmuren en binnen de muren kom je een heus openluchtmuseum tegen, naast de eerder genoemde hoogtepunten zijn er nog wat andere kerken, paleisjes en pleintjes te vinden, Úbeda is toch wel een pareltje. Al is het wel een smet op het blazoen van de stad dat Pascual Momparler hier woont. Die komt oorspronkelijk uit de regio Valencia, maar is tegenwoordig woonachtig in de stad waar hij dus ook een koers organiseert.
![ciclismo_jaen-1-1676x1080.jpg]()
![ubeda-7387.jpg]()
![19112500415_f09997e2c7_b.jpg]()
Úbeda ligt boven op een heuvel, volledig omgeven door een zee van olijfbomen. Daarom is het geen verrassing dat er tijdens de neutralisatie een stukje gedaald moet worden, deels over de met stenen bezaaide straatjes van de stad. Een stad waar trouwens de schrijver Antonio Muñoz Molina uit afkomstig is, een schrijver die we toch best bekend mogen noemen aangezien liefst 11 van zijn werken zijn vertaald in het Nederlands. Een van die boeken speelt zich deels in Donostia af en die heb ik louter om die reden in huis gehaald, niet gelezen alleen dus ik heb geen idee of Muñoz een beetje een fijne pen heeft. Úbeda was ook de geboorte- en overlijdensplaats van Francisco de los Cobos een zeer invloedrijke hoge ambtenaar uit de Spaanse regering van keizer Karel V (Karel I van Spanje). Zo! Een heel eind buiten Úbeda gaat de rit officieel beginnen vlak voor het dorp Torreperogil bereikt wordt. De renners rijden rechtdoor over een brede en vlakke weg door dit dorp, zoals ze überhaupt in de eerste 30 kilometer van de rit continu rechtdoor gaan rijden over dezelfde brede weg. De weg is alleen niet continu vlak, de renners komen wat voorzichtige oneffenheden tegen. De eerste zes kilometer van deze rit is het bijna volledig vlak, de paar korte oplopende stroken zijn al voorbij als je er net aan bent begonnen. De renners rijden weer eens langs de snelweg, rechtstreeks naar het oosten. De kortste weg mogelijk, dwars door een zee van olijfbomen. Dat blijft voorlopig zo, de olijfboomgaarden verdwijnen niet uit beeld. De weg ligt bijna continu net wat hoger dan de omgeving, waardoor de renners steeds in de diepte al die bomen zien staan. De snelweg wordt weer gevolgd, langs de snelweg gaat het na de eerste zes kilometer een kilometer of zes vals plat omlaag. Uiteraard komen we hier geen spannende bochten tegen, het meest verheffende is dat we soms links van de snelweg rijden en dan ineens weer rechts. Een lastige beginfase voor ambitieuze vluchters, al weet je in deze Vuelta niet zeker of er überhaupt renners te vinden zijn die in de aanval willen gaan. Misschien rijdt Isasa weer de hele dag in z'n eentje op kop, je kunt het niet uitsluiten. Hoe dan ook, als er een keer wél wordt gekoerst wordt het vooral voor de lichtere types een hels karwei om in de kopgroep van de dag terecht te komen. Na een stuk vals plat omlaag is het weer een kilometer of zes zo goed als vlak, op wat lichte glooiing na. Het terrein blijft de eerste kilometers continu gelijk. Open terrein, maar natuurlijk weer geen wind. Na een tijd begint de weg wat meer omhoog te lopen, de ontzettend brede weg loopt een kilometer of zes vals plat omhoog richting Villacarrillo. In dit stuk komen we ongeveer 150 meter hoger uit, het is dus echt vals plat. Na 23 kilometer komt het peloton uit in Villacarrillo, het meest spannende hier is dat er twee rotondes op de route te vinden zijn. In de tien kilometer na Villacarrillo wordt het niet veel spannender, eigenlijk is er nog steeds sprake van hetzelfde recept. Rijden over een brede weg langs de snelweg tussen de olijfbomen door. In de buurt van Villanueva del Arzobispo komt hier enige verandering in, bij een rotonde gaat het naar links en daarna verlaten de renners de brede doorgaande weg. Via ene korte en niet al te lastige afdaling rijden ze Villanueva del Arzobispo en hier volgt een lichtelijk bochtige passage in het centrum. De stad is vernoemd naar de aartsbisschop van Toledo, die in de 13e eeuw een burcht bouwde op de locatie waar nu het stadhuis staat. Er zijn wel meer aardige gebouwtjes te vinden in dit plaatsje, waar de weg voor het eerst deze rit serieus omhoog begint te lopen. Een korte afdaling tot in het centrum, onder meer langs de lokale stierenvechtarena af, daarna gaat het in en buiten Villanueva del Arzobispo twee kilometer omhoog aan vijf procent. We hebben nu dik 33 kilometer afgewerkt en wellicht is de vlucht van de dag nog niet vertrokken, dan kan het hier eventueel gaan gebeuren.
![1564263274_889411_1564263757_noticia_normal.jpg]()
Na die twee kilometer aan 5% volgt er evenwel een langere afdaling, we komen buiten Villanueva del Arzobispo twee rotondes tegen en na die rotondes rijden we ver verwijderd van de snelweg over een wat smallere weg zeven kilometer omlaag richting de Guadalquivir. In deze zeven kilometer komen de renners ongeveer 300 meter lager uit, het gaat dus tamelijk serieus omlaag. De weg omlaag is niet al te breed en behoorlijk bochtig, dit is het eerste moment van aandacht voor het hele peloton, niet slechts voor de renners die in de aanval willen gaan. De afdaling brengt het peloton wel door een mooie omgeving, aan de linkerkant van de weg is het vooral rotsachtig en aan de rechterkant van de weg is er zicht op de bergen en bovendien zijn er in de diepte nog steeds een hoop olijfbomen te vinden. Toch een paar venijnige bochten onderweg, waarna we uiteindelijk de Guadalquivir bereiken, een rivier die we de afgelopen dagen al vaker hebben gezien. Al ligt de rivier nu een beetje verstopt aan de rechterkant van de weg, het water komt amper in beeld. De komende 15 kilometer volgen de renners de loop van de Guadalquivir, tot ze het stuwmeer van Tranco bereiken. Ze rijden het Parque Natural Cazorla, Segura y Las Villas binnen en in dit natuurpark zien ze toch weer vooral veel olijfbomen, terwijl de smalle weg op een tamelijk vlakke manier langs het onzichtbare water slingert. Veel draaien en keren in deze vallei, maar omdat het tamelijk vlak is zal dat weinig gevolgen hebben. Het gaat af en toe wel een beetje op en af, maar daar hoeft niemand wakker van te liggen. De omgeving wordt gaandeweg steeds mooier, we verruilen de olijfbomen langzamerhand voor de nodige bossen en er zijn ook wat aardige bergen te vinden in deze omgeving. In de diepte kent de Guadalquivir soms ook wat mooie momenten, ter hoogte van Charco del Aceite is er bijvoorbeeld een lachen watervalletje te vinden. Missen de renners wel volledig, maar ze krijgen er andere fraaie staaltjes natuur voor terug, zo rijden ze een tijdje langs wat rotswanden af als ze bijna het stuwmeer van Tranco bereiken. De weg begint na tien zo goed als vlakke kilometers nu een kilometer of vier wat meer omhoog te lopen, al is er van een echte klim ook weer niet direct sprake. Vooral wat stroken vals plat omhoog, afgewisseld met vlakke stroken en één steile halve kilometer. Nadien gaat het kort omlaag richting Tranco, een plaats die we na 59 kilometer koers gaan bereiken. Dit kleine stukje afdaling is nog wel even listig, paar stevige bochten erbij en een korte passage door een tunneltje. Vlak voor de tunnel zien we de stuwdam liggen, een paar bochten later rijden we over deze stuwdam heen. Scherpe bocht naar rechts in Tranco en dan volgt de behoorlijk smalle passage over de stuwdam. Mooie plaatjes gegarandeerd. Embalse del Tranco de Beas, zo heet het stuwmeer volledig. Het vangt het water van de Guadalquivir op, het reservoir is een kilometer of 20 lang en de renners gaan voorbij de stuwdam liefst 13 van die 20 kilometer verkennen. Een van de grootste stuwmeren van Spanje en vooral ook een van de oudste. In 1902 kwamen ze al op het idee om hier een stuwmeer aan te leggen, al werd de boel uiteindelijk pas afgerond in 1944. Uiteraard verdwenen er daardoor weer enkele dorpjes onder water, de oude kerktoren en een oud kasteel in het voormalige dorp Bujaraiza komen nog wel eens bovendrijven als het waterpeil ernstig daalt. Langs het stuwmeer vinden we uiteraard een waterkrachtcentrale, verder tiert het toerisme hier welig. Vooral op het water worden allerhande activiteiten ondernomen, al kun je ook genieten van de natuur rond het meer. We bevinden ons hier in het hart van het natuurpark Cazorla, Segura en Las Villas en in deze omgeving komen we vooral veel dennenbossen tegen, voorzien van de nodige pijnbomen. Blijkbaar zijn er ook genoeg wilde dieren te vinden, laten we hopen dat de renners zich vandaag ook als wilde dieren gaan gedragen.
![pantano-o-embalse-del-tranco-de-beas-parque-natural-de-cazorla-jaen-81236-xl.jpg]()
![DSCF1503.JPG]()
De weg langs het stuwmeer is vrij smal en behoorlijk bochtig, de renners rijden de komende 13 kilometer vooral door de bossen langs het water af. Het is relatief vlak, maar het gaat zo nu en dan wel even op en af. Technisch tochtje daardoor, zeker met alle bochten erbij. We verzamelen blijkbaar redelijk wat hoogtemeters in dit stuk, ofschoon er geen enkele echte klim te vinden is. Via Streetview ziet het er qua klim- en daalwerk in ieder geval niet al te lastig uit, maar schijn kan bedriegen. De omgeving waar de renners doorheen rijden is natuurlijk behoorlijk mooi. Zo nu en dan kan er genoten worden van een uitzicht over het meer, al rijden ze het grootste deel van de tijd door de bossen. Daar komen ze ook random een paar populieren tegen, ter afwisseling. Na heel wat kilometers over deze weg gereden te hebben laten ze het stuwmeer achter zich, ter hoogte van de ruïnes van het kasteel van Bujaraiza. Op een goede dag kun je ruïnes zien liggen, als het water laag genoeg staat komt er een eilandje tevoorschijn met op dat eilandje een paar muren. De renners krijgen er weinig van mee, ze rijden door de bossen verder. Voorbij het stuwmeer gaat er eigenlijk niets veranderen, we rijden verder langs de Guadalquivir en daar blijft het verhaal ongeveer gelijk. Scheuren door de bossen over een wat smallere en vooral bochtige weg. Continu volgen de renners dezelfde doorgaande weg, in totaal gaan we wel een kilometer of 70 afwerken over deze weg. Maar goed, voorbij het stuwmeer rijden we eerst maar eens 20 kilometer verder door de sierra op weg naar Arroyo Frío. In deze 20 kilometer komen de coureurs betrekkelijk weinig tegen. Het is tamelijk vlak, het hoogteverschil blijft hier echt heel beperkt. Al is ieder stukje in dalende lijn wel meteen een uitdading dankzij de smalle en bochtige weg. Onderweg komen we tussen de bossen door af en toe ook weer een zone vol olijfbomen tegen, na enkele kilometers afwezigheid zijn die ondingen weer terug. We passeren ook enkele opvallende gebouwtjes, in een van die gebouwtjes zit een hotel, een ander is dan weer een informatiecentrum. Ik weet niet of er veel meer te vertellen valt over dit deel van de route. Prima sierra, maar toch ben je na een tijd wel klaar met die lange weg dwars door het natuurpark heen. In aanloop naar Arroyo Frío krijgen we voor het eerst in lange tijd weer eens met wat echte hoogtemeters te maken, zodra we na een listige bocht naar links over de Guadalquivir rijden gaat het anderhalve kilometer omhoog aan 5%. Na dit klimmetje in een duister bos komen de renners anderhalve kilometer later uit in Arroyo Frío, tegen deze tijd hebben ze 95 kilometer afgewerkt. Een paar bochten in licht dalende lijn op voorhand, daarna rijden ze rechtdoor het dorp binnen. Buiten het toeristisch ogende dorp rijden de renners drie kilometer verder over deze weg, dit stuk noemen we voor het gemak maar even vlak. Aan het eind van deze strook rijden we via een brug nog een keer over de Guadalquivir en aan de andere kant van deze brug gaan we beginnen aan de eerste officiële klim van de dag. In de buurt van de brug is het nodige natuurschoon te vinden, de Guadalquivir en een paar zijrivieren daarvan hebben hier plotseling een mooie kloof weten uit te slijten. In de kloof kom je imponerende rotspartijen tegen, een aantal watervallen en speciaal voor alle natuurliefhebbers heeft men een wandelroute aangelegd dwars door de kloof. Er ligt ook een geasfalteerde weg buiten de kloof en die weg volgen wij. De komende 7,3 kilometer gaat het aan 5,7% omhoog naar de top van de Puerto Mirador de las Palomas, een klim van de tweede categorie.
![puerto-de-las-palomas-embalse-del-tranco-de-beas.png]()
![cerrada-del-utrero-1.jpg]()
![10532_1447341882.jpg]()
![dsc_0507.jpg]()
De klim naar Mirador de las Palomas begint bochtig, we komen gelijk in het begin enkele haarspeldbochtjes tegen in het donkere bos. Toch gaat het niet direct heel steil omhoog, de klim begint met een kilometer aan 5%. In de drie kilometer daarna wordt het iets lastiger, met een kilometer aan 6% en daarna twee kilometer aan 7%. Tijdens dit deel van de klim rijden de renners steeds door een bos, waar de schaduwen mooi over de weg hangen. Dat zal aanvoelen als een verlichting, in deze lommerrijke zone is het even wat koeler. Al verlaten we richting de top het bos en komen we dan weer in open terrein te rijden. Weer vol in de brandende zon, maar tegelijkertijd is het hier vanwege het uitzicht ook genieten. De renners kunnen eindeloos ver in de vallei kijken, ze zien beneden bijvoorbeeld Arroyo Frío liggen, waar ze een aantal kilometer geleden nog doorheen zijn gereden. Het wordt hier ook een stuk rotsachtiger, rechts is het mooie uitzicht te vinden, op links de imponerende rotsformaties. In de laatste kilometers tot de top loopt het aan 5% omhoog, de Puerto Mirador de las Palomas is duidelijk geen klim waar je het hele peloton aan flarden kunt rijden. Na 105 kilometer komen de renners boven op deze klim van de tweede categorie, ze treffen op de top van de Puerto de las Palomas, zoals ie eigenlijk volgens de bordjes heet, een stenen hutje aan dat dient als mirador. Overdekt genieten van het uitzicht, wat een uitkomst. Net voorbij de top kunnen de renners ook aan de andere kant van de weg in de diepte kijken, eventjes is er zowel links als rechts genoeg te zien. Dit klimmetje in de Sierra de Cazorla trekt in de zomermaanden enorm veel toeristen en we beginnen te begrijpen waarom. Direct na de top begint de afdaling, in eerste instantie gaan de renners 10 kilometer afdalen richting finishplaats Cazorla. Niet dat we al gaan finishen, net als gisteren bedienen we ons vandaag van een uitgebreide lokale lus. De afdaling begint met een paar snelle bochtjes, even daarna komen de renners in het bos een paar hoefijzers tegen, om de Spaanse benaming voor een haarspeldbocht maar eens te hanteren. Het gaat hier rond de 6% omlaag, de andere kant van de Puerto de las Palomas is ook niet zo steil. Desalniettemin is de afdaling toch best lastig te noemen, er komt veel bochtenwerk voorbij en we weten dat de Andalusische wegen verraderlijk kunnen zijn. De paar haarspeldbochten die we tegenkomen liggen er een beetje lomp bij, toch een uitdagende afdaling. Na vijf kilometer in dalende lijn rijden de renners door het dorpje Burunchel, hier wordt de weg iets breder. De weg loopt grotendeels rechtdoor in het dorp, het enige gevaar komt van enkele drempels. Buiten Burunchel dalen we nog vijf kilometer verder af richting La Iruela, dit deel van de afdaling is heel goed te doen. Het gaat vals plat omlaag, in feite. Paar bochten wel, maar het is alvast een heel stuk rechter dan het eerste deel. Mooie uitzichten onderweg, we laten het bos wat meer achter ons en dus ontstaat er ruimte om in de vallei te turen. Als we bijna in La Iruela zijn volgt er wel een andere uitdaging, na een haarspeldbocht scheren we langs een indrukwekkende rots en vervolgens begint de weg na een bocht naar rechts omhoog te lopen. Een klimmetje van anderhalve kilometer wacht op de renners. Een steile eerste aanzet, maar in het vervolg gaat het aan 4% omhoog. Niet heel lastig, zoals de hele rit tot de slotklim begint niet lastig zal zijn. Boven op dit knikje zien we in de verte La Iruela liggen, een adembenemend mooi dorpje. De kasteel boven op een uitstekende rots valt als eerste op. Richting La Iruela gaat het dan weer kort omlaag, met een paar bochten erbij, maar door de brede weg valt dit allemaal wel mee. Na de bochtige doortocht in het dorp bereiken we aan de rand van La Iruela een rotonde. Op dit moment hebben we 117 kilometer afgewerkt en is het nog een kleine 42 kilometer fietsen tot de finish. Over 40 kilometer keren we terug naar deze rotonde, om de laatste twee kilometer steil bergop richting de finish af te werken. Dan komen we vanuit Cazorla en gaat het bij de rotonde naar rechts, nu rijden we bij de rotonde juist rechtdoor op weg naar Cazorla.
![Parque_Natural_Sierra_de_Cazorla_Castillo_de_La_Iruela.jpg]()
![La_Iruela%2C_en_Ja%C3%A9n_%28Espa%C3%B1a%29.jpg]()
![46682047034_fcb2ecd23a_b.jpg]()
Schrikbarend mooi, dat La Iruela. Niet alleen vanwege het kasteel met een Moorse oorsprong dat later werd overgenomen door de Tempeliers, nee, er is ook nog een oud theater te vinden. Verder is het natuurlijk weer een wit dorpje, gelegen op een idyllische locatie. Voorbij de rotonde aan de rand van dit prachtige dorpje rijden we een kilometer later Cazorla binnen, er volgt een steilere afdaling in de straten van deze stad. Een kilometer of drie gaat het aan een procent of zeven omlaag, straffere kost. De weg is wel continu breed, maar in Cazorla liggen er genoeg scherpe bochten op de renners te wachten. Onder meer een haarspeldbocht midden in het centrum, bovendien stikt het hier van de drempels. Je kunt wachten tot het woord caída in beeld verschijnt, bij deze passage. We dalen deels af over een weg die in de finale als klim zal dienen, maar na de haarspeldbocht in het centrum dalen we even af over een andere weg. Uiteindelijk komen we bij het verlaten van Cazorla wel weer uit op een weg die zal terugkeren in de finale, de renners rijden anderhalve kilometer over een weg die in de absolute slotfase van de rit in tegengestelde richting zal worden afgewerkt. Dan loopt het vals plat omlaag richting de slotklim, nu gaat het logischerwijs vals plat omhoog. Op een wat smallere passage bij een brug over de Cerezuelo na is het enorm breed en behoorlijk recht. Anderhalve kilometer buiten Cazorla zien de renners aan de linkerkant van de weg een andere weg liggen, daar komen ze dadelijk vandaan. Nu rijden ze rechtdoor over de brede weg, om via Peal de Becerro een lokale lus af te werken. Voorbij het kruispunt loopt de weg nog enkele meters vals plat omhoog, voor er bijna acht kilometer vals plat gedaald mag worden richting Peal de Becerro. Brede weg, rechte weg, omlaag aan minder dan 3% gemiddeld met steeds uitzicht op heuvels vol olijfbomen. Dit stuk van de rit verdient weinig omkadering, na de echte afdaling komt het in dit addendum weer helemaal tot rust, vermoeden we. Stilte voor de storm, die hopelijk gaat losbarsten op de slotklim. Na heel wat eindeloze kilometers rechtdoor te hebben gereden over deze weg vals plat omlaag slaat men uiteindelijk linksaf, om vervolgens rechtdoor Peal de Becerro binnen te rijden. Hier volgt na 131 kilometer een passage in het centrum, alwaar we het voorlopig laagste punt van de rit bereiken. In de resterende 27 kilometer van de etappe zal de weg overwegend omhoog gaan lopen, maar pas in de laatste vijf kilometer op een indrukwekkende manier. Zomaar een willekeurige verbazing tussendoor: volgens het kaartje van de organisatie vindt de tussensprint plaats na 139 kilometer, acht kilometer buiten Peal de Becerro dus. Vervolgens is er in het roadbook een kaartje te zien waarin de locatie van de tussensprint midden in het centrum van Peal de Becerro is gesitueerd. Nou, zeg het maar. Waarschijnlijk ook een verrassing voor de renners zelf, ze zien ergens een keer een groene boog verschijnen, of in Peal de Becerro of tamelijk random in het midden van het niets acht kilometer verderop. Wat is de Vuelta toch ook een heerlijk professioneel georganiseerde ronde.
![1200_08--Peal-de-Becerro---Casco-Antiguo-2022---Drone.jpg]()
In Peal de Becerro rijden de renners lang rechtdoor, al moeten ze in deze rechte straat wel oppassen voor een aantal bomen die onderhand midden op de weg staan. In het centrum volgt er vervolgens een bocht naar links, waarna we rechtdoor het dorp weer verlaten. Anderhalve kilometer rijden de renners over een wat smallere en glooiende weg, tot ze na een bocht naar links weer een vreselijk brede weg bereiken. Tussen de olijfboomgaarden door gaat het zes kilometer zo goed als rechtdoor, vals plat omhoog. Of zullen we het helemaal plat noemen? In dit stuk komen de renners amper een meter of 60 hoger uit. Aan het eind van deze weg, een niemendal, slaan ze bij een rotonde linksaf. Hier zou eventueel ook de sprint kunnen liggen. Of in Peal de Becerro, of acht kilometer later op het grondgebied van Quesada. Na de bocht naar links bij een rotonde waar vrij duidelijk te lezen valt dat we ons in Quesada bevinden dalen we over een weg die opnieuw wat smaller is een aantal meter af tussen de olijfbomen door. Lang duurt dat niet, vrij snel begint de weg omhoog te lopen en ditmaal is het zelfs de moeite waard. Richting Bruñel Bajo loopt de weg twee kilometer omhoog aan 5%. Ik ben bang dat ik heel erg in herhaling val, maar gedurende dit hele stuk in stijgende lijn fietsen de jongens tussen de olijfbomen door. Vlak voor we Bruñel Bajo bereiken gaat het een kilometertje omlaag, zonder een bocht van enige betekenis, waarna er buiten het dorp een nieuw klimmetje begint. Het gaat nogmaals twee kilometer aan 5% omhoog. Heel spannend is het allemaal niet, maar in aanloop naar de slotklim zijn er in ieder geval wat hellende stroken te vinden. Hier kan de strijd in de kopgroep alvast losbarsten, mocht het uitdraaien op een vluchtersrit. Net buiten Bruñel Bajo, een piepklein dorpje, zijn de restanten van een oude Romeinse villa te vinden, toch leuk. Na dit tweede klimmetje van twee kilometer aan 5% volgt er een grilliger stuk van zeven kilometer. De weg wordt een stuk bochtiger, al blijft het terrein gelijk. We slingeren over een glooiende weg dwars door een landschap waar alleen ruimte is voor olijfbomen. Een kilometer of drie loopt de weg overwegend vals plat omhoog, daarna gaat het in de restendere vier kilometer wat meer naar beneden. Van een afdaling is eigenlijk geen sprake, het is pas in de laatste kilometer van deze strook dat het serieuzer omlaag gaat, maar tegen die tijd wordt de weg ook weer breder. De renners zien als ze hier rijden in de verte het kasteel van Cazorla boven op de heuvel liggen, een fraai uitzicht. Het Castillo de la Yedra beschikt in ieder geval over een mooi torentje, valt waar te nemen. Op zes kilometer van de finish komen de renners een rotonde tegen, bijna direct daarna slaan ze rechtsaf. Dit is een lange, langzaam terugdraaiende bocht. Na deze bocht komen ze terecht op een weg die ze kennen, een aantal kilometer geleden reden ze in tegengestelde richting over deze weg. Toen verlieten ze Cazorla, nu rijden ze juist Cazorla tegemoet. Het gaat rechtdoor omlaag over deze weg, we passeren onderweg een rotonde, rijden langs een kunstwerk van een hert en dan merken we op 4,8 kilometer van de finish dat de weg omhoog begint te lopen. De slotklim begint zodra we na een bocht naar links over de Guadalquivir rijden en Cazorla betreden.
![1280px-Villa_romana_de_Bru%C3%B1el.JPG]()
![vEhYV4K.jpeg]()
De slotklim begint furieus, vooral als we de organisatie mogen geloven. Een kilometer aan 17%! Klopt natuurlijk weer geen snars van, in de eerste kilometer van de slotklim gaat het aan 8,5% omhoog. Nog steeds lastig, maar 17% is een lichte overdrijving. Die 17% is niet het gemiddelde van de kilometer, eerder de steilste strook die we tegenkomen. De renners rijden Cazorla binnen en in het dorp volgt al vrij snel een terugdraaiende bocht naar rechts, waarna het behoorlijk steil wordt. We waren al eens eerder getuige van een aankomst in deze omgeving en toen werd er op dit stuk alvast aangevallen, je kunt hier de knuppel meteen in het hoenderhok gooien. Op vier kilometer van de finish volgt er een pittige bocht naar links en na deze bocht blijft de weg steil omhoog lopen, zeer steil. Volgens de organisatie kom je hier zelfs een piek tot 20% tegen, optisch gezien ziet dat er geloofwaardig uit. Na een bocht naar links en direct daarna een schuine bocht naar rechts bereiken we de tweede kilometer van de klim, volgens de organisatie gaat het in deze kilometer slechts aan 3% omhoog. Dat is dan weer een onderschatting, in deze tweede kilometer gaat het eerder aan 5,5% omhoog. De slotklim is onregelmatig, dat mag wel meteen genoteerd worden. We rijden nog steeds in het centrum van Cazorla, maar in de derde kilometer van de klim gaan we het dorp verlaten. Ze reden een tijdje over een weg die ze nog niet hadden gezien, maar nu keren ze terug op een weg die ze eerder als afdaling hebben afgewerkt. Quasi rechtdoor rijden ze van Cazorla naar La Iruela over de Avenida del Parque Natural, aan dik 10% als we de organisatie mogen geloven en aan 7% als we een andere bron hanteren. In ieder geval weer een lastigere kilometer, we mogen hoop koesteren dat hier wat verschil gaat ontstaan. Met iets meer dan twee kilometer op de teller komen de renners uit in La Iruela, waar ze voor de tweede keer vandaag bij een rotonde passeren. Ze gaan hier rechtsaf en dan rijden ze al vrij snel de laatste twee kilometer binnen. In de voorlaatste kilometer gaat het minder steil omhoog, maar we gaan hier wel het een en ander beleven. De weg is voorlopig enorm breed geweest, maar na een brede bocht naar links gaat dat veranderen. De renners verruilen het asfalt voor steentjes na die bocht. In de Vuelta van 2015 kwam er ook een etappe aan in de Sierra de Cazorla en die rit eindigde hier, op de plek waar het asfalt overging in steentjes. De renners reden vanuit Cazorla omhoog tot dit punt, maar nu klimmen ze door. Geen finish, nee, we duiken schuin naar rechts een smal straatje in en daar rijden we verder omhoog over de klinkers. Die liggen er keurig bij, geen enkel probleem. De renners wurmen zich tussen enkele witte huisjes door, terwijl de straat tijdelijk even afvlakt. Ze komen een klein drempeltje tegen en vrijwel direct daarna volgt er een bocht van 180 graden naar rechts. Ze rijden ineens steil omhoog, terwijl de klinkerweg wordt ingeruild voor een smalle asfaltweg. Hoe Spaans wil je het hebben? Deze weg is ontzettend grillig, om het nog wat Spaanser te maken. Ik zie een steil stukje, dan weer een paar meter in dalende lijn, om vervolgens opnieuw steil omhoog te gaan. Daarom komt het gemiddelde van deze kilometer uit op 5,5%, het zit 'm in de afwisseling van vlakkere en steilere stroken. De renners laten de bebouwde kom achter zich en fietsen een bos binnen, waar we de loeisteile slotkilometer betreden. In de slotkilometer komen we nog een paar leuke dingen tegen, zo slaan we op 600 meter van de finish ineens linksaf een nóg steilere weg in. Een bocht van 180 graden, loodrecht omhoog. Na deze bocht blijft het steil tot de finish, volgens de organisatie kent de slotkilometer een gemiddelde van 13,5%, maar dat lijkt dan weer lichtelijk overdreven te zijn. Laten we het houden op een slotkilometer aan 10%, met pieken tot 13,5%. In de laatste 300 meter van de rit liggen er nog twee bijzonder steile haarspeldbochten op de renners te wachten, als het eventueel op een sprint bergop uitdraait is de positionering cruciaal. Na de tweede haarspeldbocht is het nog maar 100 meter tot de finish, als je als eerste door die bocht bent is de kans groot dat je wint. Al blijft het tot de finish klimmen aan meer dan 10%, na een flauwe bocht naar rechts en eentje naar links eindigen we vervolgens op een pleintje waar steentjes liggen, bij de Ermita de la Virgen de la Cabeza voor de deur. Na 4,8 kilometer klimmen aan 7,1% gemiddeld zit deze klim van derde categorie erop en is de rit voorbij. Sierra de Cazorla, zo hebben ze bij gebrek aan beter deze klim die ons brengt naar een kluis boven het dorp Cazorla maar genoemd.
![430d7]()
![vuelta-a-espana-2024-stage-8-climb-n2-fff2120ba4.jpg]()
![BE1eN5F.png]()
![GVvhespWMAAf50f?format=jpg&name=large]()
![2560px-Cazorla_-_Ermita_de_la_Virgen_de_la_Cabeza_-_02.jpg]()
De etappe eindigt op een heuvel boven Cazorla, een plaats die bij een stemming van de organisatie Escapada Rural (landelijk uitstapje) werd verkozen tot ‘el pueblo más bonito de España’, het mooiste dorp van Spanje. Blijkbaar een verkiezing die jaarlijks plaatsvindt, met ieder jaar een andere winnaar. In 2022 was de eer weggelegd voor Cazorla, van de 100.000 stemmen die er werden uitgebracht gingen er maar liefst 21.000 naar Cazorla. In Cazorla zelf zie je al van bij het binnenrijden dat het om een bijzonder dorp gaat. Je moet namelijk eerst de brug van de Herrerías over, een majestueuze brug uit de 15e eeuw. Volgens de legende werd die brug op één nacht tijd gebouwd zodat Koningin Isabela la Católica ze met haar leger kon oversteken om de laatste Moslims uit Granada te verdrijven. In Cazorla zelf is het de kleur wit die overheerst. Bovendien ligt het dorp in een erg mooie natuurlijke omgeving ingesloten. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn er onder meer het Castillo de la Yedra en het balkon van Zabaleta. Cazorla heeft ook een bezienswaardigheid die perfect bij de koers pas, de Casa de las Bicicletas, een hotel dat volledig is aangekleed met fietsen. Cazorla beschikt verder over leuke smalle straatjes in het centrum, bovendien zijn er een paar mooie pleintjes te vinden. Al moet je wel je klimmersbenen meenemen, zoals de renners gaan merken. Cazorla ligt midden in een natuurpark, Sierra de Cazorla. De slotklim draagt de naam van dit natuurpark, dus gooien we er ook maar even wat obligate informatie in over het park: Sierra de Cazorla is een comarca (een lagere overheid, vergelijkbaar met het Amerikaanse "county" of het Engelse "shire") van de autonome regio Andalusië. De comarca is gelegen in de provincie Jaén. De hoofdstad van de comarca is Cazorla. Sierra de Cazorla is tevens een beschermd Spaans nationaal natuurgebied. Het Parque Natural Sierras de Cazorla, Segura y Las Villas is een prachtig natuurgebied ten oosten van de stadjes Baeza en Ubeda. In de bergen op een hoogte van 800 tot 2100 meter is koelte en rust. Het park is populair bij vakantiegangers die de drukte en hitte van Andalusië willen ontvluchten. De rivier Guadalquivir die 680 kilometer lang door Andalusië stroomt, ontspringt in de Sierra de Cazorla. Het natuurgebied van het Parque Natural strekt zich uit langs de berghellingen die de eerste honderd kilometer van deze rivier omgeven. In het gebied ligt ook het grootste aaneengesloten bosgebied van Spanje. Er is een stuwmeer, er zijn kloven, kastelen en ook verschillende aardige stadjes en dorpjes met voldoende hotelletjes, pensions en campings. Terzijde van de wandelpaden foerageren herten, moeflons en vossen die verstoord opkijken als toeristen te veel herrie maken, of als er ineens een koers passeert. Het grootste deel van de rit rijden we door deze sierra, bijna alle hoogtepunten komen voorbij. De exacte finishlocatie is dan weer niet Cazorla of Sierra de Cazorla, nee, we finishen bij de Ermita de la Virgen de la Cabeza voor de deur. Daar heeft de officiële site van Cazorla dan weer ongeveer het volgende over te melden: Als we Cazorla in de verte naderen, steekt op een rots een witte kantelconstructie boven de stad uit. We hebben het over de Hermitage van de Virgen de la Cabeza. Het is de meest opvallende van alle Hermitages die in onze stad bewaard zijn gebleven, het witte gebouw contrasteert mooi met de grijze en groene achtergrond van kalksteen en pijnbomen. Daarna volgt een heel verhaal over het interieur van dit gebouw, dat zullen we maar even laten zitten. Dat de Virgen de la Cabeza de patroonheilige van de stad Cazorla is spreekt uiteraard voor zich, haar tempel bevindt zich in deze kluis. Het bouwwerk zou uit de 16e of 17e eeuw moeten stammen, maar dat kunnen ze niet met zekerheid vaststellen. In ieder geval een mooi gebouw, waar de inwoners van Cazorla ieder jaar op de laatste zondag van april te vinden zijn. La Pilgrimage vindt dan plaats, de Maagd wordt dan naar het Heiligdom gebracht. Een stevige klim, weten we inmiddels. Het is voor het eerst dat er een rit eindigt bij dit heiligdom voor de deur, maar de Vuelta is wel al eerder gepasseerd in deze regio. In 2015 reed het peloton tijdens de zesde rit van Córdoba naar Sierra de Cazorla. Een rit die nog makkelijker was dan deze rit, vooral omdat de rit lager eindigde. In de finale van die etappe reden de renners Cazorla binnen, om dezelfde klim als nu af te werken. Met het verschil dat men stopte op het moment dat er nu nog 1800 meter te rijden is. Tijdens die etappe reed de onvermijdelijke Steve Cummings in de aanval. Weer eens op weg naar een epische solo. Of toch niet, het peloton besliste anders. Er werd hard gereden en de voorsprong van Cummings smolt als sneeuw voor de zon. Toch begon hij met een mooie voorgift aan de slotklim in Cazorla, maar een vroege aanval van Esteban Chaves werd hem fataal. De Colombiaan ging vanaf de voet van de klim in de aanval en niemand reageerde. Bijzonder, want Chaves had eerder die Vuelta al een rit gewonnen. Hij was in orde, niet iemand die je zomaar kon laten rijden. Hij pakte snel een mooi gat en tegen de tijd dat hij de steile straat bereikte waar er aan 17% geklommen moet worden ging hij op en over Cummings. ONZE Tom Dumoulin reed op dat moment in de rode trui, het was de Vuelta van zijn ontdekking. Hij zette snel een mannetje op kop, maar zijn ploeg was toen natuurlijk volkomen ruk. Hij kon het beter zelf doen, dacht hij, dus ging hij op twee kilometer van de streep in de achtervolging op Chaves. En ook op hem reageerde niemand, de tactieken waren negen jaar geleden ook al onnavolgbaar. Dumoulin reed niet direct naar Chaves toe, de Colombiaan begon met een voorsprong van 13 seconden aan de slotkilometer. Over precies dezelfde weg als nu reed hij glorieus naar zijn tweede ritzege. Vanuit de groep der favorieten ging Dan Martin in de aanval, hij reed naar Dumoulin toe en probeerde daarna nog naar Chaves te knallen, maar zoals eigenlijk altijd kwam Martin te laat. Chaves bleef buiten schot, hij pakte zijn tweede ritzege in zes dagen tijd en hij nam ook meteen de rode trui over van Dumoulin. Die werd derde achter Dan Martin, maar wel nog voor de andere favorieten. Dumoulin zou een paar dagen later de trui opnieuw veroveren op Cumbre del Sol en hoe die Vuelta verder verliep weten we allemaal wel. In ieder geval, er werd toen wel flink aangevallen op deze klim. En hij was toen nog een flink stuk korter ook, dit kan dus spektakel opleveren! Hopen we.
![PIC555035799-scaled.jpg]()
![6iluF6X.jpeg]()
In 2020 werd overigens het Spaans kampioenschap tijdrijden verreden tussen Cazorla en La Iruela, de twee plaatjes met allebei een kicken kasteel boven op een rots, een kilometer uit elkaar. Tijdens die tijdrit werd zo'n beetje de lus afgewerkt die nu ook in de finale de revue passeert, ordinair jatwerk dus. Pello Bilbao won die tijdrit, voor Luis Leon Sanchez. In 2007 eindigde er dan weer een rit van de Ruta del Sol in Cazorla. Zonder aankomst bergop vermoed ik, want Oscar Freire won voor Fran Ventoso. In Cazorla, een plaatsnaam die me in eerste instantie toch vooral laat denken aan de geweldige voetballer Santi Cazorla, 39 jaar maar still going strong, wordt het overdag 35 graden. Nog een dag Andalusië, nog een dag onmenselijke temperaturen. Geen kans op regen, terwijl er ook amper wind gaat staan. Beetje uit het noorden, maar daar gaan ze weinig van merken. In startplaats wordt het dan weer 36 graden, geen kans op regen terwijl het praktisch windstil zal zijn. Google zegt: Waarschuwing wegens extreme hitte. Lokaal kan het richting de 40 graden gaan, opnieuw. Het is een relatief korte rit, dus beginnen we relatief laat. De renners staan om 13:30 aan het vertrek in Úbeda en 19 minuten later is de neutralisatie voorbij. Ze beginnen dus omstreeks 14:00, waarna de uitzending van Eurosport 1 vervolgens weer om 14:30 begint. Een knap half uur gezever later gaan we uiteraard live op het moment dat de vlucht van de dag net vertrokken is, zin in. Sporza gaat om 15:45 live, vijf minuten eerder dan normaal! De NOS laat zelfs in het weekend niets zien, top. Men verwacht de aankomst tussen 17:20 en 17:41.
![galeria01-2-1200x674.jpg]()
Vooraf had ik dit ingeschat als een rit voor de vluchters, maar ik begin nu ernstige bedenkingen te krijgen bij dat scenario. Ik heb gisteren Bora als een stel mafketels op kop zien rijden, in een poging Roglic wat tijd terug te laten pakken ten opzichte van O'Connor. Volkomen zinloos, maar het zegt wel iets over de intenties van de ploeg. De tactische fouten van Bora zijn inmiddels niet meer op één hand te tellen, maar als ze vandaag opnieuw gaan rijden heeft iedere potentiële kopgroep wel meteen een probleem. Dit is een rit waar je als Bora absoluut zou moeten controleren voor Roglic, omdat deze aankomst op zijn lijf is geschreven. In die laatste kilometer kan hij mooi nog een paar seconden wegrijden van de rest, en dan uiteraard ook meteen de bonificaties pakken. No-brainer, zou je denken. De vlakke aanloop kan ervoor zorgen dat er een zwakke kopgroep zonder sterke klimmers wegrijdt, of het zorgt ervoor dat überhaupt niemand in de aanval wil gaan. Als de kopgroep niet al te sterk is gaat Bora dit wel controleren, dat kan bijna niet anders. Alhoewel... je staat ondertussen nergens meer van te kijken. Maar goed, als we in een onlogische wereld toch de wetten van de logica proberen te volgen moet dit een etappe worden voor de klassementsrenners. De vluchters hebben dankzij O'Connor een probleem. Er is nu al geen tijd meer te verliezen, iedere dag moet er wat van zijn voorsprong afgeknabbeld worden. Daar is dit een mooie gelegenheid voor. O'Connor gaat hier zijn trui nog niet verliezen, maar op zo'n aankomst schat je toch in dat hij in de laatste kilometer het hoofd moet buigen. Tenzij de rode trui hem vleugels geeft, het zou ook wel hilarisch zijn als hij ineens bergop Roglic kan volgen. Enfin, als Patxi Vila voor één keer zijn verstand gebruikt gaan we vandaag zoiets zien. Als ze weer een sterke groep laten wegrijden, wat met deze vlakke aanloop echt niet mag gebeuren, gaan we de vluchters zien en moeten we een dag wachten op een serieuze strijd tussen de klassementsrenners, ook gewoon een mogelijkheid natuurlijk. Wielrennen is en blijft een merkwaardige sport, he.
1. Roglic. Als Bora de rit weet te controleren is er bijna geen scenario voor te stellen waarin Roglic niet wint. Als hij gisteren al zo gretig was gaat hij deze kans echt niet laten liggen, me dunkt. Hij zal ook wel moeten, als hij überhaupt de Vuelta nog wil winnen. O'Connor moet iedere dag onder druk gezet worden.
2. Van Eetvelt. Getsie. Met de mouwtjes opgestroopt gaat Lenny weer een showtje weggeven waar niemand op zit te wachten.
3. Mas. Ja, Enric. Het bashen van Bora is volledig terecht, maar Movistar liet het ook wel flink afweten. Die ploeg moet eigenlijk ook flink aan de bak om Mas nog een kans te geven op de eindzege, maar Movistar kennende sturen ze vandaag enkele renners in de aanval en gaan ze voor de ritzege. Lekker man. Ze zouden de hersenen van de gemiddelde ploegleider eens moeten doneren aan de wetenschap, zoveel collectieve onkunde vereist verder onderzoek.
4. O'Connor. Benno gaat het beter doen dan op Pico Villuercas, dat kan eigenlijk niet anders. Dat was z'n slechte dag, hij heeft inmiddels laten zien dat zijn vorm meer dan prima is. Al weet ik niet of zo'n aankomst echt heel goed voor hem is, hij zal vast een paar tellen laten liggen aan het eind, maar het gaat absoluut geen ramp zijn.
5. Landa. Ik heb gewoon zin om Mikel eens te noemen. Op weg naar een nieuwe morele zege in een grote ronde.
![7CUWKGYOHBENFLD7XEQPGJPGPM.jpg?auth=b5f5dc0ab70f64a046863591f18af58d201e584525bd13bf3bad52d3f812c718&width=1472]()
![6NMVCOHDEBAHTN6YBI7U7XSAIM.jpg?auth=098e6de45dd825359ad2237786b5e4bc10129774d98088c429c9e7b897cfd3fe&width=1472]()
Non-valeur Momparler op de flanken van de slotklim, toch wel de perfecte manier om deze voorbeschouwing af te sluiten. Schuimbekkend naar bed.
[ Bericht 0% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 24-08-2024 13:54:45 ]