![GKbTRGhW4AAA27Z?format=jpg&name=large]()
Gelukkig houden we er nog een paar mooie plaatjes aan over, maar verder is dit echt een afgrijselijke Itzulia. Ook de dag na DE VAL ging het weer mis, ditmaal ging Landa op z'n bek en ook voor hem is het verdict stevig. Het parcours van de ronde hield op voorhand al niet over, maar we konden ons dan op z'n minst nog verheugen op praktisch de hele wereldtop die aan de start stond. Voor een mooie koers tussen al die toppers moesten we waarschijnlijk wel wachten op de laatste dag van de ronde, maar ze hebben bijna allemaal die laatste dag niet gehaald. Geen genot. Als je al het sentiment even wegdenkt was de finale van de vijfde rit overigens nog best aardig. Het parcours nodigde wel uit tot het nodige aanvalswerk, en we hebben al kunnen zien dat Trek, de ploeg van leider Skjelmose, niet bepaald sterk is. Skjelmose mocht zelf al aan de bak, een mooie voorbode voor wat komen gaat. Tot in de slotkilometer vlogen de demarrages ons om de horen, vooral Del Toro was heel actief, maar uiteindelijk werd het toch een sprint van een uitgedunde groep. Schachmann begon er op 500 meter van het eind al aan, hij rekende eerst Carlos Rodriguez in en trok daarna maar vrolijk door tot de meet. Alleen Romain Gregoire en Orluis Aular kwamen nog over hem heen, met moeite. Schachmann in het Baskenland, bijzondere rubriek. Gregoire bleek na het bestuderen van de fotofinish de eerste te zijn, leuk voor hem. Aular had waarschijnlijk gewonnen als hij op het idee was gekomen om te gaan staan tijdens de sprint, Aranburu had waarschijnlijk gewonnen als hij op het idee was gekomen om zichzelf wat beter te positioneren en Schachmann had waarschijnlijk gewonnen als hij zijn sprint wat later had ingezet. De ronde van wat had kunnen zijn sluiten we af met de enige fatsoenlijke rit, een rondje Eibar. Een exacte kopie van de slotrit van vorig jaar, dus kopieer ik mooi mijn verhaal van toen.
![Etapa-6.webp]()
![06_00_EIBAR-scaled.webp]()
De laatste etappe gaat van start en zal ook eindigen in de stad van de wapensmeden, Eibar. Het is traditie dat we de laatste rit altijd op dit grondgebied afwerken, maar de manier waarop kan verschillen. De afgelopen jaren eindigde de Itzulia regelmatig boven op Arrate, de klim waarvan de voet in Eibar ligt. Ditmaal slaan we Arrate over, net als vorig jaar toen Vingegaard de koers domineerde. De Itzulia mist daardoor wel een aankomst bergop, hopelijk ziet het parcours er volgend jaar weer wat beter uit. Eibar is eerst en vooral natuurlijk de stad van iedereens favoriete voetbalclub, SD Eibar. Aangezien er in Eibar amper 30.000 mensen wonen hoort de lokale voetbalclub ergens op het vierde of vijfde niveau te spelen, maar Eibar speelde zowaar een aantal jaar op het hoogste niveau, in La Liga. Helaas degradeerden ze in 2021, maar in 2022 leken ze meteen terug te kunnen keren. Dat werd uiteindelijk een choke van buitengewone proporties, ze hoefden op de laatste speeldag alleen maar even gelijk te spelen tegen de al gedegradeerde nummer laatst, maar ze verloren in de laatste minuut. Dat was knap, heel knap. De slogan van Eibar is dat een ander voetbal mogelijk is, en dus mocht de trainer blijven zitten. Met dezelfde man aan het roer staat Eibar er nu weer behoorlijk goed voor, we gaan de komende weken meemaken of ze een nieuwe epische choke kunnen voorkomen. Schreef ik vorig jaar. Niet gelukt, het werd een nieuwe choke. Dit jaar proberen ze het met een andere trainer, Joseba Etxeberria. Ze staan er weer goed voor, al is het dit jaar helemaal een rare competitie. Niemand wint, dus staan ze met een kluitje allemaal dicht op elkaar. Kan nog alle kanten op, we hopen maar dat het geen hattrick aan chokes wordt. Over sport gesproken, Eibar is bovenal de wielerhoofdstad van het land. In het industriestadje produceerde men vroeger vooral veel wapens, maar toen daar na een tijd geen vraag meer naar was moest men het geweer van schouder veranderen. In plaats van de loop van een geweer gingen ze frames maken. Nu nog bestaande fietsenmerken als Orbea en BH zagen het levenslicht in Eibar, hoewel beide bedrijven inmiddels ergens anders zijn terug te vinden. De oude bedrijfspanden zijn nog te vinden, mocht je ooit verdwalen in Eibar. Niet direct een aanrader. De stad werd ook slachtoffer van bombardementen tijdens de Spaanse Burgeroorlog en bij het herbouwen van Eibar hebben ze gewoon zoveel mogelijk spuuglelijke appartementen zo kort mogelijk op elkaar gebouwd in de bijzonder smalle vallei alhier. In deze stad kwam men, vooral dankzij het produceren van al die fietsen, ook voor het eerst op het idee om een wielerwedstrijd te organiseren. De voorzet tot de Ronde van Spanje werd hier gegeven. De koers is nooit verdwenen uit Eibar, jaarlijks organiseren ze hier nog de Memorial Valenciaga, eigenlijk de belangrijkste der Baskische amateurwedstrijden. En jaarlijks komt de Itzulia dus op bezoek. Dit jaar opnieuw, laten we daar maar eens onze blik op werpen.
![copy_of__MG_2381__unbe_w.jpg]()
Een heel innovatief parcours is het niet, we kopiëren de afsluitende rit van vorig jaar en dat was dan weer praktisch een kopie van de laatste rit van de Itzulia van 2021. Alleen aan het begin en aan het eind is er verschil ten opzichte van 2021. Die spectaculaire afsluitende rit van dat jaar begon namelijk aan de kust in Ondarroa en in de eerste kilometers van de rit zat er meteen een gigantisch steil klimmetje, waarna we verder bijna precies hetzelfde parcours afwerkten. Behalve dan dat er nu geen aankomst op Arrate is, goed, ook nog wel een klein verschil. De eerste kilometers van de afsluitende rit van dit jaar zijn gelijk aan die van vorig jaar, we fietsen dwars door de vallei van de rivier Deba op weg naar het dorpje Deba. Dat dorpje aan de kust bereiken we alleen net niet. Nadat we door Elgoibar zijn gefietst en ook Mendaro hebben gezien slaan we voor het bereiken van de kust rechtsaf en beginnen we na 11 kilometer in licht dalende lijn aan de eerste klim van de dag. Een bekende klim dus, voor de meeste renners. Elkorrieta, het gaat 2,6 kilometer omhoog aan 6,7%. Lastig, maar eigenlijk net niet lastig genoeg. Met weemoed denk ik terug aan die etappe in 2021, toen de eerste klim meteen een echte muur was waar enkele ploegen al de knuppel in het hoenderhok gooiden waardoor er de hele dag koers was. Dat lijkt hier iets minder voor de hand te liggen, maar goed, er zijn gekkere dingen gebeurd. De weg is smal en kent wat haarspeldbochten, dus met wat fantasie valt hier wel een bommetje te gooien. Na de klim fietsen we richting het dorpje Lastur, de weg loopt vooral rechtdoor licht omlaag. Lastur is belachelijk klein, maar beschikt wel over een bekende inwoner. Josune Arakistain, de zangeres van Huntza. Toch een van mijn favoriete Baskische bands, al zijn ze tragisch genoeg gestopt sinds vorig jaar. We volgen de doorgaande smalle weg en dan begint niet ver buiten Lastur meteen de volgende klim, die van Azurki. Een mooie klim, waar in het verleden wel al eens wat is gebeurd. In de editie van 2019 gooide Astana hier de boel overhoop door Fuglsang en Izagirre al in de aanval te laten gaan, terwijl Buchmann, die op dat moment aan de leiding ging, niet kon volgen en de rest van de dag achter de feiten aan mocht fietsen. Het is zeker niet altijd feest hier, maar met vijf kilometer aan 7,4% is het in ieder geval een serieuze klim. Een onregelmatige klim, een paar stukjes in dalende lijn maar dan ook weer halve kilometer aan 11% of zelfs meer tussendoor. Na 25 kilometer bereiken we de top van deze klim en dan houden we met wat mazzel nog maar een heel klein peloton over.
![p2295QF.jpg]()
![zzmB6Dy.jpg]()
![ExFhQyyWQLEFQhp?format=jpg&name=large]()
Het zijn niet alleen de beklimmingen die lastig zijn in het Baskenland, soms zijn de afdalingen bepalender. Dat hebben we aan den lijve ondervonden de afgelopen dagen. Dit is mogelijk ook weer zo'n afdaling, het eerste deel van de afzink van Azurki voert over een vrij smalle en bochtige weg en mag daarom lastig genoemd worden. Na een tijd slaan de renners linkaf en bereiken ze een bredere weg die naar Azkoitia leidt. Deze weg is bochtig, maar verder is de afdaling nu niet meer moeilijk. Beneden komen we na een kilometer of 34 uit in Azkoitia, waar BULEGO vandaan komt, een andere populaire Baskische band van het moment. Ook fan van, maarja, dat spreekt voor zich. Als we Azkoitia bereiken rijden we heel kort even door de vallei, maar eigenlijk slaan we al heel snel rechtsaf en begint er dan een nieuwe beklimming, de derde van de dag. De langste, maar niet de zwaarste. Elosua-Gorla, door de organisatie simpelweg Gorla genoemd, bekend van de Baskische amateurwedstrijd Subida a Gorla. Weer een belangrijke koers uit dat circuit, op de erelijst zien we onder meer de namen van Contador, Purito Rodriguez, Sastre, Landa en Fraile. De klim is bijna 10 kilometer lang, gemiddeld gaat het omhoog aan 5,5%. Het is net een andere klim, want de weg is een stuk breder. Afwisselend rijden de renners door de bossen en langs open velden, van bocht naar bocht. In het begin gaat het aan 8% omhoog, een tijdje zelfs aan 9%, waarna er ook een keer een wat makkelijkere kilometer aan 4% volgt. In de laatste kilometers voor de top wordt het nooit meer heel zwaar, afwisselend vals plat en wat werk aan 5 à 6%. Maar goed, die eerste kilometers zijn dus wel de moeite waard. Na 45 kilometer komen we boven en dan hebben we dus al drie klimmetjes gehad. Als er ploegen zijn die zin hebben om te koersen krijg je hier ook daadwerkelijk koers, zoveel is zeker.
![iKSRV2b.jpg]()
![92893671-ksJH--1200x840@Diario%20Vasco.jpg]()
Een paar weken geleden werd de koers Subida a Gorla verreden en de winst ging naar Ander Ganzabal, een voormalig triatleet (tevens piloot) die voor Laboral Kutxa rijdt, de amateurploeg van Euskaltel-Euskadi. Ganzabal zal waarschijnlijk de volgende renner zijn die prof wordt bij Euskaltel. Hij is al wat ouder, maar hij is relatief laat begonnen met fietsen. Wel een fenomeen in het lokale circuit, we volgen hem met veel interesse. Dit geheel terzijde, na de klim volgt er uiteraard een afdaling en die is best pittig. De andere kant van Gorla is eigenlijk een stuk lastiger met zeven kilometer aan 7,7%. Korter, maar krachtiger. Dat de afdaling lastig is hebben we in het verleden al kunnen zien, vooral in 2021, toen smeten de Basken van Astana zich hier weer naar beneden, waardoor Pogacar en de toen aan de leiding gaande McNulty in de verdrukking kwamen. Het is nog vroeg op de dag, maar je moet toch goed opletten tijdens deze afdaling. Wel een brede weg, maar flink wat haarspeldbochten en het gaat dus vrij steil naar beneden. Eenmaal beneden komen we uit in Bergara, de stad van twee renners die een tijdje terug met pensioen zijn gegaan. Julen Irizar en Mikel Aristi, ploeggenoten bij Euskaltel. Aristi is een van de meest onregelmatige sprinters die ik heb mogen aanschouwen, die kon tussen de 24 DNF's door ineens koersen winnen, om dan weer nergens de streep te halen. Irizar was überhaupt niet zo goed. Allebei nog relatief jong, maar toch de eer aan zichzelf gehouden. Na een tocht met enkele versmallingen in Bergara slaan de renners rechtsaf waarna ze een tijdje door de vallei van de Deba gaan rijden op weg naar Eibar. Het is zowaar een kilometer of tien vrij vlak, zo'n beetje het enige moment van rust tijdens deze rit. Alhoewel, rust, in 2021 zagen we hier een doldwaze achtervolging van de mannen van UAE die weer bij het groepje met Roglic probeerden te komen. In de buurt van Soraluze loopt het wel nog even kort omhoog, maar het peloton wordt hier eigenlijk gematst. Vanuit Soraluze kun je beginnen aan Karakate, nog zo'n leuk klimmetje, maar die slaan we wederom over. Ik vind dat we daar altijd omhoog moeten gaan als we dan toch in de buurt zijn, maar goed, dat doen we niet en dus fietsen we verder terug naar Eibar. Vlak voor we die stad bereiken slaan we ter hoogte van Azitain bij een rotonde op een industrieterrein rechtsaf en dan beginnen we aan de inmiddels wereldberoemde klim naar Krabelin. We zien daar eigenlijk altijd straffe taferelen. In 2021 was het alles of niets voor Pogacar, die McNulty zag lossen en daarna in z'n eentje de oversteek probeerde te maken naar de kop van de koers, waar Roglic dan weer in de aanval was gegaan. Een jaar later ging Evenepoel hier dan weer overboord. De klim is dragers van de gele trui niet echt goed gezind, een waarschuwing voor Skjelmose. Al ligt de klim sinds vorig jaar wat verder van de meet, wat de bereidheid tot een vroege aanval dan weer wat kleiner maakt. Krabelin is de loodzware achterkant van Arrate, het is de zwaarste klim van de rit. Het gaat vijf kilometer omhoog aan 9,5%, met een stuk van drie kilometer aan 12% in het midden. Genot! De weg begint breed, maar na een tijd wordt het enorm smal, en enorm steil. Het mag ondertussen als bekend terrein worden verondersteld. Hier ontstaat hoe dan ook een eerste schifting, die definitief kan zijn. Na 70 kilometer passeren we bij het heiligdom van Arrate, we slaan die locatie dus niet helemaal over. Er is geen finish bij het heiligdom, maar de achterkant van de klim komt voorbij en we pakken in de finale ook een deel van de voorkant mee. Arrate is en blijft onvermijdelijk.
![UMGnvRX.jpg]()
![eibar-itzulia-1000x600.jpeg]()
Hopen op wat vuurwerk op deze klim, we hebben weinig positief vuurwerk gezien deze week dus het wordt langzamerhand tijd. Vuurwerk in de afdaling, dat kan eventueel ook nog. Ik denk nu terug aan de editie van twee jaar geleden, toen een ontketende Pello Bilbao bergop moest lossen en zelfs nog achter Evenepoel bovenkwam. Maar in de afdaling stoof Bilbao hem voorbij en niet veel later lag hij zelfs helemaal op kop van de koers. Het is een afdaling in twee delen, het gaat eerst vrij kort omlaag, totdat we rechtsaf slaan en nog een paar meter moeten klimmen. De laatste paar meter van de klim naar Izua, deze weg gaan we later vandaag nog eens zien. Na dit korte knikje omhoog volgt het langere deel van de afdaling, een voor sommige renners gevaarlijk deel. Enric Mas ging hier eens op z'n kokosnoot en zag een goede eindklassering daardoor uit beeld verdwijnen. Enric doet daarom gewoon überhaupt niet meer mee, achteraf gezien een goede beslissing. Deze klaarblijkelijk gevaarlijke afdaling eindigt in Etxebarria, het dorp van Amets Txurruka. We slaan hierlinksaf, op weg naar Markina-Xemein. Dat is dan weer de stad van Txomin Juaristi, een renner van Euskaltel die vandaag het geluk heeft door zijn eigen woonplaats te mogen fietsen. Altijd leuk, natuurlijk. In zijn woonplaats wacht na 84 kilometer de eerste tussensprint op de renners, zelfs dat is hetzelfde als vorig jaar. Hierna is het nog iets meer dan 50 kilometer fietsen, hopelijk is het al volle bak koers. In en rond Markina-Xemein is het een aantal kilometer zo goed als vlak, een stukje vallei waar geloste renners een poging kunnen wagen om terug te keren. De wegen hier zijn recht en breed en dat blijft zo als we buiten Markina-Xemein aan de volgende klim van de dag beginnen. Die weg begint uit het niets ineens omhoog te lopen, steeds een beetje steiler. Zonder er veel erg in te hebben beginnen we aan de vijfde klim van de dag, Trabakua. Een merkwaardige klim, omdat we over een snelweg rechtdoor omhoog rijden. In totaal acht kilometer aan 4%, maar vooral de laatste drie kilometer aan 7% zijn de moeite waard. Met zelfs een kilometer aan 9% onderweg, jemig. Door die brede weg krijg je alleen nooit dat idee. In gedachten zie ik nu een stevig met z'n elleboog wapperende Pogacar voor me, die het gat met Roglic in 2021 maar niet wist te dichten. Memorabele beelden.
![LJJpKml.jpg]()
![594_v0twybqj59urf2a3.jpg]()
Na 93 kilometer, op 45 kilometer van het eind, bereiken we de top van deze Trabakua. We rijden door een tunneltje en pakken daarna een lange doordraaiende bocht naar rechts mee, waarna we in dalende lijn richting Mallabia gaan fietsen. Aan de buitenrand van Mallabia komen we het bekendste bedrijf van dit dorpje tegen, Orbea! De fietsenmaker, jawel! Orbea komt oorspronkelijk uit Eibar, daar heb ik al veel te vaak over verteld, later zijn ze de stad ontvlucht om een paar kilometer buiten Eibar een grote fabriek neer te planten. In Mallabia dus, dat verder bekend is vanwege Mikel Pradera en Gorka Arrizabalaga, twee ex-wielrenners van onder meer Euskaltel. De afdaling richting de fietsenfabriek van Orbea is een kilometer of vijf lang en voert over een enorm brede en goede weg, makkelijk fietsen. Voorbij de fabriek waar men de beste fietsen maakt slaan we rechtsaf, waarna we het dorpje Mallabia gaan bereiken. In dit dorpje kwam de Itzulia twee jaar terug twee keer voorbij. Eerst bij de mannen, daarna bij de vrouwen. Op een enorm steile aankomst in het dorp was de winst bij de mannen weggelegd voor Carlos Rodriguez, die als vluchter net het aanstormende peloton wist af te houden. Dat was ook de aankomst waar Vingegaard en Vlasov in elkaar haakten, geestig onkundig. Bij de vrouwen ging de winst een maandje later naar, ja, jammer, Demi Vollering. Een onsympathieke vrouw, terwijl er ook gewoon sympathieke vrouwen zijn. Izaro Andres bijvoorbeeld, de zangeres die uit Mallabia afkomstig is. Ik denk dat ik haar al een paar keer heb lopen te pluggen, geheel terecht. Izaro en Orbea, topdorp dat Mallabia. Enfin, er moet ook nog even geklommen worden in het dorp. Een kleine kilometer gaat het omhoog aan 10%, gewoon, is geestig. Voor we het centrumpje van Mallabia bereiken houdt de klim op en gaat het in dalende lijn verder, paar bochtjes erbij. Buiten het centrumpje slaan we dan weer scherp rechtsaf, waarna het nog eens een keer een kilometer aan 6,5% omhoog gaat. Boven in Areitio slaan we linksaf waarna er een korte afdaling over een brede weg volgt richting Ermua. Een wielerdorp waar een hoop grootheden vandaan komen. Wat dacht u van Igor Astarloa? Wereldkampioen! Pedro Horrillo, die van de ezels en de valpartij in het ravijn, nog zo'n fenomeen. Horrillo was nog een tijdje parcoursbouwer van deze koers, maar die taak heeft hij afgestaan aan Laiseka. We fietsen snel door Ermua en een paar rotondes later komen we uit in Eibar, alwaar na 104,5 kilometer de tweede tussensprint van de dag volgt. Ik neem aan dat het altijd gezellige Ipurua tegen deze tijd weer in beeld zal verschijnen.
![N432JAL3FFNWVHAZWC4KATIXHA.jpg]()
Na een technische passage in Eibar, met wat bochten en rotondes, beginnen we aan de laatste zware klim van de dag. We gaan weer richting Arrate klimmen, alleen gaan we het heiligdom ditmaal niet bereiken. We fietsen over de normale, brede, steile weg omhoog, maar slaan een eind voor het heiligdom linksaf richting de top van Izua. Aangezien deze klim praktisch ieder jaar in het parcours wordt opgenomen mogen we veronderstellen dat het bekend terrein is. Het is kort, maar krachtig. Voor we daadwerkelijk aan de klim beginnen gaat het eerst al even een halve kilometer aan 10% omhoog in Eibar zelf, waarna we na een kort stukje in dalende lijn écht beginnen aan de klim naar Izua. Vier kilometer aan 9%, hier moet nog iets gaan gebeuren, waarschijnlijk. Stroken boven de 10%, het bekende verhaal. Als de koers nog niet is beslist, dan is dit de laatste kans om iets te forceren. Lukte vorig jaar best aardig, toen liet Vingegaard iedereen hier z'n hielen zien. Nu mogen we meer strijd verwachten tussen de mindere goden die nog in koers zijn. Hierna volgt een afdaling, een makkelijkere klim en een stuk vals plat terug naar Eibar. Alles of niets, nu, op dit moment, vind ik. Maak het die Skjelmose maar knap lastig. Na precies 111 kilometer bereiken we de top en dan duiken we voor de tweede keer vandaag over dezelfde weg omlaag. De weg waar Bilbao weer een masterclass afdalen gaf, terwijl Mas op z'n bek ging. Met wat mazzel kan Bilbao dat kunstje nu herhalen, vorig jaar was hij er dan weer niet bij omdat hij een paar dagen eerder ziek was afgestapt. Beneden komen we opnieuw uit in het Etxebarria van Txurruka, waar ditmaal een bocht naar rechts volgt.
![iBIjdkB.jpg]()
![FQA2up3XEAc3Dsz?format=jpg&name=4096x4096]()
Na die bocht naar rechts gaan we weer klimmen, maar de klim die nu volgt is best teleurstellend. In 2022 zagen we dat het vooraan op deze klim een beetje stilviel, waardoor de achtervolgende groep met daarin Evenepoel en Martinez weer heel dicht bij de kop van de koers kwam. Vorig jaar maakte het dan weer niet uit, omdat Vingegaard een stuk beter was dan de rest. Het gaat vijf kilometer aan 5% omhoog naar Urkaregi, dat is niet heel heftig. In theorie zou de combinatie van een lastige klim met daarna een minder lastige klim goed moeten werken, het probleem is vooral dat we hierna nog een heel stuk door de vallei moeten fietsen. Ambitieuze renners moeten er door dit ontwerp wel heel vroeg aan beginnen en ze moeten geen angst hebben om alleen of met een klein groepje die vallei te overbruggen. Qua omgeving is het wel weer een leuke klim, qua percentages had het beter gekund. De weg omhoog is breed en als we na 125 kilometer, op 12,5 kilometer van de finish, de top bereiken volgt er een afdaling over die brede weg. Hoewel we al lastigere afdalingen hebben gezien in het Baskenland is deze toch ook weer niet heel erg makkelijk. De weg is dan wel breed, maar we komen flink wat bochten tegen en op bepaalde punten gaat het vrij steil naar beneden. Richting het eind, als we bijna in Elgoibar zijn, nog wat haarspeldbochten, terwijl er in het eerste deel van de afdaling vooral veel snelle bochten kort achter elkaar te vinden zijn. Hier kun je eventueel ook nog wel proberen een gat te slaan of juist te dichten. In het verleden zagen we hier de motards ook nog wel eens in de weg rijden, in het Baskenland is alles mogelijk.
![GsyKIqz.jpg]()
![28527756832C5219D91A2B5219CE18.jpg]()
Beneden in Elgoibar is het nog een dikke zes kilometer fietsen tot aan de finish. We slaan bij een rotonde in Elgoibar rechtsaf en daarna volgen we de loop van de Deba tot in Eibar. Dit stuk in de vallei kan eventueel nog wat tactische steekspelletjes opleveren, dat hebben we in het verleden nochtans zien gebeuren. Maar goed, er kan ook zoals vorig jaar iemand bovenuit steken en dan is het gewoon knallen naar de finish. In de slotkilometers loopt de weg steeds een beetje lichtjes omhoog, nooit veel meer dan vals plat. Mogelijk nagelbijtende kilometers, waar verder eigenlijk niet zoveel over valt te vertellen. Van Elgoibar naar Eibar, over een gigantisch brede weg door een groene vallei die af en toe wordt onderbroken door een industriestadje. Op grofweg twee kilometer van de finish komen we uit bij een rotonde, voorbij die rotonde slaan we linksaf en dan duiken we de stad Eibar in. Eenmaal in de stad wordt de weg al snel iets smaller, loopt de weg ook vooral op en komen we gigantisch veel drempels tegen. Het is dezelfde aankomst als vorig jaar en in 2019, toen reden de achtervolgers in de laatste kilometer nog verkeerd, haha. Een Roglicje, zeg maar. Kan op zich gebeuren, het is ook niet altijd helemaal overzichtelijk. In de laatste paar meter van de rit rijden we in een winkelstraat over keurige Baskische steentjes, waarna de Itzulia gedaan is. Dit kan eventueel weer een hectische ontknoping worden, rondjes rijden in Eibar is altijd een beetje chaotisch.
![QGyPO24.png]()
Deze rampzalige Itzulia eindigt in Eibar, de bakermat van het Baskische wielrennen. En ook een stad met een geweldige voetbalclub, maar als het over voetbal gaat kijken we nu toch even naar een andere club. Athletic Club gaat vandaag proberen de Copa del Rey te winnen. Aupa Athletic!
Stevig windje trouwens in Eibar en het wordt ook daar ineens smerig warm. De korte rit begint heel laat, om 14:00 pas, livebeelden pas weer om 15:30 en een aankomst die wordt verwacht rond 17:30. Dan gaan we simultaan moeten kijken naar deze koers en Parijs-Roubaix voor vrouwen, dat is weer heerlijk op elkaar afgestemd.
Enfin, deze laatste rit kan ondanks alle ellende van de afgelopen dagen wel formidabel worden. Door het tot nu toe vrij matige parcours en het neutraliseren van de vierde rit staan er meer dan 20 renners binnen een minuut. Trek is kwetsbaar, dus Skjelmose gaat zwaar onder druk gezet worden. UAE heeft nog meerdere pionnen om mee te spelen, we mogen verwachten dat Del Toro en McNulty weer continu gaan aanvallen. Pello Bilbao staat nog heel dicht, die kan zich mooi gaan smijten in de afdalingen. Schachmann heeft ineens weer benen, al zou deze rit te zwaar moeten zijn. Vauquelin kan een mooie outsider blijken te zijn, Buitrago zag er gisteren sterk uit, Ion Izagirre staat ook nog tussen de mensen. Kortom, het wordt alsnog de moeite waard. Ik ga er goed voor zitten, en jullie ook.