![GKK5HwtXgAACCTl?format=jpg&name=large]()
Nou, ga je voor het eerst in zoveel jaar tijd naar Iparralde en dan levert het dit op. Paul Lapeira of all places die een rit wint in de Itzulia, daar teken je vooraf niet voor. Al viel het met dit algehele gebrek aan sprinters wel te verwachten. Reken er dan ook nog eens wat regen en een paar valpartijen bij en je krijgt zo'n uitslag. Als we nog eens terugkeren naar Iparralde zie ik graag een ander soort rit, er liggen hier heel wat bizar steile beklimmingen op de renners te wachten, al moet je dan wel wat meer naar het oosten gaan en niet in het westelijke deel van Iparralde blijven hangen. Goed, wellicht heeft deze passage in Noord-Baskenland de lokale belangstelling wat aangewakkerd en komt er wat meer interesse in de koers alhier, want zonder een paar enthousiaste burgemeesters her en der wordt het niets. Leuk om Iparralde in beeld te zien, ook daar zijn de heuvels mooi groen. Leuk om de broertjes Azparren in de vlucht te zien. Verder was het niet heel mooi, maar de volgende rit staat al snel voor de deur. Een rit waarin we van start gaan in Iparralde, en, heel belangrijk: niet in Frankrijk natuurlijk. Hau ez da Frantzia, dat u het weet. Van Noord-Baskenland terug naar het zuiden, dat staat er nu op het programma. Een iets lastigere rit, maar eentje die met hetzelfde gemak weer voor Lapeira kan zijn.
![Etapa-3.webp]()
![03_00_ALTSASU-2-scaled.webp]()
De derde rit van deze Itzulia gaat van start in Ezpeleta, een plaatsje waar we tijdens de tweede rit ook doorheen zijn gereden en waar zelfs nog een tussensprint werd afgehaspeld enkele kilometers voor de finish. Ezpeleta is een bijzonder plaatsje, met dank aan een pepertje. Espelette, zoals de plaats in het Frans heet, is vooral bekend vanwege de chilipeper die er wordt gekweekt, de piment d'Espelette, een variëteit van de Capsicum annuum. Ieder jaar in oktober worden er pimentfeesten gehouden. Vanwege zijn typisch Baskische aard, met witgekalkte huizen en een oude kerk, en zijn culinaire reputatie wordt het dorp door veel toeristen bezocht. Daar zou ik graag aan willen toevoegen dat de extra bijzonderheid is dat men de pepers te drogen hangt aan de huizen. Waar het in Iparralde normaal is om witte huizen met rode luiken te zien, zie je hier witte huizen met rode luiken en dan ook nog eens rode pepers. De Ezpeletako Biperra is een gedroogde peper en drogen doe je het best aan de gevel van je huis, zo simpel is dat. Het pittoreske centrump van Ezpeleta is de moeite van het bezoeken waard. Met of zonder pepers, de huizen zien er schitterend uit. Winkeltjes genoeg waar je de pepers in allerlei vormen en maten kunt kopen, en uiteraard een hoop fantastische restaurantjes. Gastronomie is toch wel een belangrijk element van de Baskische cultuur en de gerechten in Ezpeleta zijn uiteraard vooral voorzien van pepers. Gedroogd, gemalen, alles is mogelijk. Deze plaats, gelegen in de provincie Lapurdi, is niet al te lang geleden nog eens door de koers bezocht. In de Tour de France van 2018 werd er een tijdrit verreden tussen Saint-Pée-sur-Nivelle en Espelette, een tijdrit volledig op Baskisch grondgebied. Dat was toen een terugkeer na heel wat jaren afwezigheid, sindsdien hebben we vorig jaar de
Grand Départ op Baskische bodem mogen beleven en ook toen werd Lapurdi aangedaan. Enfin, die tijdrit was natuurlijk schitterend. Dat moeten zelfs mensen die het Baskische vlaggetje niet aanhangen toegeven, want Tom Dumoulin won die tijdrit. Eén seconde voor fraud Froome, erg mooi. Nu passeert hier voor het eerst de Itzulia, de mensen in Ezpeleta worden verwend. Laten we hopen op een pikante rit.
![espelette-1-5-scaled.jpg]()
![pimente-d-espellete-drying2.jpg]()
Blijkbaar kun je de geur van de pepers overal in het dorp ruiken. Een zoet-pittige smaak en geur, jawel. De start is ook best wel zoet-pittig te noemen. We verlaten Ezpeleta, waar ook nog een kasteeltje te vinden is en een kicken kerkje, en rijden via het eveneens pittoreske Ainhoa Navarra tegemoet. In totaal zijn er zeven Baskische provincies, maar twee van de drie Frans-Baskische provincies negeren we grotendeels. We houden het wat dat betreft vooral bij Lapurdi en verlaten Iparralde zonder Zuberoa te bezoeken, Nafarroa Beherea heeft het mogen doen met een korte passage van een paar kilometer. Wel brengen we een uitgebreid bezoek aan Nafarroa, de grootste van de Baskische provincies. Bij het bereiken van de grens komen we uit in Dantxaria en Urdazubi, plaatsjes die we dan weer kennen van de Vuelta. In de edities van 2016 en 2019 eindigden hier etappes. Mij staat vooral de rit in 2019 nog bij, toen Mikel Iturria de slimste van de vluchters bleek te zijn. Een Bask die wint in het Baskenland, dat is altijd schitterend natuurlijk. Tijdens die rit reden we onder meer over de klim waar de renners nu direct aan mogen beginnen. Voorlopig rijden de renners nog geneutraliseerd rond, maar daar komt nu verandering in. Zodra er met de vlag gezwaaid wordt is het even 300 meter vlak en daarna barst het feest meteen los. Het gaat direct acht kilometer omhoog aan bijna 6% gemiddeld naar de top van Otsondo. De weg omhoog is breed, slingert wat af maar is redelijk regelmatig. Er zit één Baskische kilometer in de klim, heel even gaat het aan 9% omhoog, maar verder is de klim van Otsondo behoorlijk goed te doen. Ook nog even een kilometer aan 7%, maar verder zit het toch eerder tussen de vijf en zes procent. Hoe dan ook een goede klim om mee te beginnen, hier kan eventueel een sterke kopgroep ontstaan. Na 8,5 kilometer bereiken we de top van de klim en dan volgt er een afdaling van een kilometer of 10 die goed te doen is. De weg is aan de andere kant van de klim net zo breed en het asfalt is heel behoorlijk. Het is vrij bochtig, maar deze kant van de klim is minder lastig. Beneden komen de renners uit in een van de mooiste stukjes van Navarra, de Valle de Baztan. De Baztan-vallei is een natuurparadijs, mogen we wel stellen. Schattige dorpjes, heel veel groen, typisch Baskisch maar dan nog net wat meer. Ik ken de vallei zelf vooral van de boeken van Dolores Redondo. Zij heeft een heuse trilogie geschreven die zich afspeelt op dit grondgebied. Twee van die drie boeken zijn in het Nederlands vertaald, de Beschermengel en Erfenis van de botten. Ik heb die boeken uiteraard gelezen en natuurlijk zijn het aanraders. Zogenaamde literaire thrillers, door de spanning leest het als een trein en ondertussen leer je ook nog wat over deze omgeving. De Baskische mythologie speelt ook een rol in deze boeken, enorm interessant. De boeken zijn verfilmd en te zien bij Netflix, maar zoals wel vaker is het een beter idee om het boek te lezen dan de film te bekijken. De serie kent ook nog een prequel, daarvan komt de Nederlandse vertaling binnenkort op de markt. Een van de plaatsen die vaak terugkeert in de reeks is Elizondo, de grootste plaats in deze vallei. De mooiste plaats ook wel, waarschijnlijk.
![QIuB7NX.png]()
![16559209265_c029b94c65_b.jpg]()
Na 21 kilometer rijden de renners door het fraaie Elizondo, buiten dit plaatsje rijden ze heel wat kilomers rechtdoor over een brede en zo goed als vlakke weg door de Baztan-vallei op weg naar Doneztebe. Voor de koers saaie kilometers, de renners kunnen evenwel genieten van de omgeving terwijl ze de loop van de Bidasoa een aantal kilometer volgen. Het is hier heel mooi, maar het duurt nog wel even voor de koers weer mooi wordt. Na 36 kilometer bereiken de renners Doneztebe, in het Spaans Santesteban, hierna begint de weg zoetjesaan weer omhoog te lopen. Het is een bekende weg voor enkele deelnemers, want vorig jaar reden we ook via Doneztebe deze weg omhoog. Een weg waar nogal wat over te doen was, of, nouja, vooral de afdaling van die weg. De klim die er nu aankomt stelt heel weinig voor, het gaat de komende 11 kilometer aan 3% omhoog. Een brede weg omhoog door een prachtige omgeving, maar de percentages blijven qua prachtigheid een beetje achterwege. In het begin is het even een klein beetje lastig, maar naderhand, nouja, niet. Dat bleek vorig jaar dan ook het geval te zijn, er kwam een vrij grote groep boven op deze klim en daarna volgde er een zinderende afdaling richting Leitza, waar de finish lag. In die afdaling probeerde Alex Aranburu even zijn kunsten tentoon te spreiden, maar hij hield toch in. Eenmaal beneden volgde de finish een halve kilometer later, zoiets. Paar bochten er nog bij, het was een beetje een gekkenhuis. Het werd ook een bizarre sprint, die werd gewonnen door Ide Schelling. Die daarna meteen zei dat dit echt niet kon, een levensgevaarlijke aankomst. Het verschil is dat we nu nog niet eens halverwege de rit zijn, er is weinig reden om na de top van de klim heel hard omlaag te duiken en risico's te nemen. Na ongeveer 65 kilometer bereiken we Leitza, het dorp van Mikel Nieve, tegenwoordig ploegleider van Kern Pharma en in die hoedanigheid aanwezig in deze Itzulia. Ook het dorp van Ibai Azurmendi, een van de kleinste renners van het peloton. Hij fietst nog steeds voor Euskaltel, maar hij doet niet mee aan deze Itzulia. Leitza is het meest Baskische dorp van Navarra, meer dan 90% van de lokale bevolking spreekt Baskisch. Er zullen wat Baskische vloeken uit de monden zijn gerold toen ze Schelling vorig jaar als eerste over de meet zagen komen.
![KEYMDVo.jpg]()
![photo_2023-04-04-19.46.25.jpeg]()
Ik vind het wel humor dat deze aankomst vorig jaar door de renners werd geslacht en dat Laiseka het jaar nadien dezelfde klim en dezelfde afdaling in het parcours opneemt. Op zich is de afdaling niet eens zo gevaarlijk, het probleem was meer dat de aankomst bijna meteen volgde na die afdaling. Dat zal nu dus geen probleem zijn. We gaan snel verder, verlaten Leitza en beginnen direct aan de volgende klim. Een klim die we vorig jaar van de andere kant deden, die van Uitzi. Een brede weg omhoog, die lekker door de donkere bossen slingert. Een kleine vijf kilometer gaat het aan 7% omhoog, met een paar piekjes tot 10%. Best een aardig klimmetje, komt alleen op een moment dat het voor de koers weinig gaat uitmaken. De andere kant van de klim is minder interessant, het gaat een kilometer of zes aan 4% omlaag. De weg blijft breed, het blijft bochtig en de omgeving blijft donkergroen. Een paar haarspeldbochten onderweg, maar het stelt allemaal weinig voor. Beneden komen de renners uit in het dorpje Uitzi, waar de klim haar naam aan te danken heeft. Van Uitzi rijden de renners over een brede weg naar Lekunberri, een plaatsje dat de laatste jaren onlosmakelijk verbonden is met de Vuelta. Vorig jaar kwam er in Lekunberri een schitterende rit aan, die werd gewonnen door de geslepen Rui Costa. De Portugees, zo link als een loden deur, kreeg het op miraculeuze weer eens voor elkaar dat de tegenstand hem naar de zege reed. Enkele jaren daarvoor won Marc Soler hier, zo kom je toch al snel aan een rijtje bijzondere winnaars. Goed, we scheuren snel door het dorp van Berri Txarrak, een van de bekendste Baskische bands, en zetten dan koers naar de volgende klim. En die volgende klim kennen we van de Vuelta van vorig jaar, al reden we 'm toen langs de andere kant omhoog. Zuarrarrate, spreek dat maar eens uit zonder een Tom Egbersje te doen. Van deze kant stelt die klim niet heel veel voor, het gaat gemiddeld aan 3,5% omhoog gedurende zeven kilometer. Het is wel een onregelmatige klim, met een paar steilere stroken tot 7%. Na 85 kilometer bereiken de renners de top van de klim en dan beginnen ze aan een uitdaging die eigenlijk groter is. Het gaat een dikke zeven kilometer aan 5% omlaag, maar het lastige is vooral dat de weg hier een stuk smaller is en voorzien van het nodige bochtenwerk. Wel een mooi uitzicht over de vallei tijdens de afdaling, een vallei waar de renners na de afdaling doorheen mogen gaan fietsen. Pittige afdaling, maar is er nul reden om risico te nemen, want hierna komen we in een lange tussenfase terecht waarin er werkelijk niets gaat gebeuren.
![3zsunxD.png]()
![64fdec352c604.jpeg]()
Eenmaal beneden slaan de renners rechtsaf en dan rijden ze over een brede weg dwars door de vallei. Een weg die ze wel kennen, de afgelopen jaren zijn we hier regelmatig geweest. Is het niet in de Itzulia, dan wel in de Vuelta. We passeren enkele dorpjes van enig belang, Uharte-Arakil bijvoorbeeld. Het dorp van de familie Arrieta! Igor is van de partij, hij mag zwaaien naar vrienden en familie. Even later bereiken we ook Arbizu, het dorp van het grootste muzikale Baskische fenomeen, Pello Reparaz. Vooral zijn project ZETAK gaat als een speer. Maar goed, qua koers valt het nu een beetje tegen. Een brede, recht een vlakke weg, daar komt voorlopig geen enkele verandering in. Na enige tijd bereiken we Etxarri Aranatz, de startplaats van de vierde rit. Tijdens de derde rit gaan we toch ook al snel twee keer door het dorp van Egoi Martinez en Mulu Hailemichael fietsen, bij de eerste passage fietsen we snel rechtdoor verder in de vallei richting finishplaats Altsasu, al gaan we nu nog niet finishen in Altsasu. Het blijft recht, breed en zo goed als vlak, terwijl de omgeving nog wel om van te genieten is. Maar goed, dat spreekt voor zich in het Baskenland. Tussen Etxarri Aranatz en Altsasu fietsen de renners nog langs Iturmendi, het dorp van Josu en Martxel Etxeberria. Josu Etxeberria is prof bij Caja Rural, maar hij ligt momenteel zwaar in de kreukels. Tijdens een training werd hij overhoop gereden door een bestuurder van een auto, het leverde hem talloze breuken op en enkele dagen in coma. Het is eigenlijk een mirakel dat hij nog leeft, maar aan fietsen hoeft hij voorlopig niet meer te denken.
quote:
De botsing met de auto was zeer hevig. De hardloper liep een gebroken kaak, borstbeen, verschillende ribben, een pols, bekken en beide scheenbenen op, evenals wonden en schaafwonden over zijn hele lichaam. Paradoxaal genoeg werd Etxeberria's leven gered door een ander ongeval, het ongeval dat hij opliep in de derde etappe van de Ronde de L'Oise (Frankrijk), op 4 juni 2022. Die dag brak hij een zestal wervels. Maar de onberispelijke operatie die hij in Amiens onderging om zijn rug te ‘reconstrueren’ was een voorzienigheid, zodat het ongeval van november geen fatale gevolgen had. “Die platen hebben mijn leven gered”, zegt hij. “Het was een enorme schrik en ik heb aan alles gedacht. Ik weet dat alles wat van nu komt dag na dag gaat. We zullen zien wat het me kost om weer op de been te komen, mezelf te kunnen onderhouden, alleen te lopen en autonomer te zijn. Dan zullen we zien dat het lichaam de leiding heeft."
Bizar verhaal wel. Na enkele weken in het ziekenhuis mocht hij eindelijk naar huis. Hij werd opgehaald door Martxel, zijn jongere broertje, momenteel renner bij de opleidingsploeg van Caja Rural. Enfin, tot zover de familie Etxeberria. We wensen Josu nog veel sterkte toe. Niet ver voorbij Iturmendi bereiken we voor het eerst Altsasu, de finishplaats van de dag. Bij de eerste passage aan de finish volgt er na 123 kilometer een tussensprint. Mooi moment om de finale alvast te verkennen, het stuk van Etxarri Aranatz tot Altsasu komt over enkele kilometers terug. Het is weer een aankomst met een leuke bocht aan het eind, de renners weten dus alvast hoe ze even later hun nek gaan breken. Na de doortocht aan de finish rijden we van Navarra naar Gipuzkoa, de volgende provincie van de dag. Buiten Altsasu loopt een brede weg een aantal kilometer wat vals plat omhoog, waarna we bij het bereiken van de grens tussen Navarra en Gipuzkoa gaan beginnen aan een wat langere afdaling richting Zegama. Vlak voor die afdaling gaat het nog even heel kort wat steiler omhoog, dan bereiken we de top van de Puerto de Otzaurte en daarna gaat het een kleine negen kilometer aan 5% omlaag naar Zegama. Een sfeerbeeld van die afdaling:
![OtzaurteAratz01.jpg]()
Een stevige afdaling, vooral met dank aan een flink aantaal haarspeldbochten. Dit lijkt me een geschikt moment om afscheid te nemen van Jay Vine, die komt hier niet heelhuids beneden. Mooie omgeving wel weer, de bergen hier zijn vooral populair onder wandelaars en daar kunnen we begrip voor opbrengen. De renners zullen weinig tijd hebben om de omgeving in zich op te nemen, het gaat rap omlaag en de bochten volgen elkaar in hoog tempo op. Wel een brede weg met goed asfalt, maar alsnog een technische en uitdagende afdaling. Beneden komen de renners uit in Zegama, waar de weg tijdelijk wat smaller wordt als ze over de Juan Telleria Kalea fietsen. Een straat vernoemd naar een componist, die de muziek schreef voor wat uiteindelijk een fascistische hymne zou worden, Cara al Sol. Telleria was afkomstig uit Zegama en ondanks dit gegeven waar ze hier onmogelijk trots op kunnen zijn is er toch een straat naar hem vernoemd. Maar goed, anders moet je een straat gaan vernoemen naar Aitor Perez, een voormalig renner van Caisse d'Epargne, dat gaat wellicht ook wat ver. In ieder geval, van Zegama rijden de renners verder naar Segura, in de vallei loopt de weg nog een aantal kilometer wat verder vals plat naar beneden. We komen uit in een gebied dat ze Goierri noemen en in dit gebied passeerde de Tour de France vorig jaar tijdens de tweede rit. We volgen een paar kilometer dezelfde weg en zodoende rijden we via Segura richting Beasain. Deze weg is tamelijk saai, het wordt steeds vlakker, de enige obstakels die de renners tegen gaan komen zijn een aantal rotondes. We bevinden ons ook in de buurt van Idiazabal, de bakermat van de Baskische schapenkaas. Veel tijd om kaas te eten is er niet, want vlak voor de renners Beasain zouden bereiken rijden ze door Ihurre, wat vooral een uit de kluiten gewassen industrieterrein is. Hier verlaten ze de doorgaande weg, bij een rotonde gaat het naar rechts en na de volgende rotonde begint er een klim van 1,6 kilometer aan 7,5% die ze naar het dorpje Olaberria gaat brengen. Een soort van muurtje, in de eerste kilometer gaat het aan meer dan 9% omhoog met een steilste strook aan 12%, waarna het in de resterende 600 meter steeds meer afvlakt. Het is de voorlaatste klim van de dag, en eigenlijk de laatste lastige klim van de dag. Om een sprint van een uitgedunde groep te ontlopen zullen de renners hier full retard moeten gaan, wat me onwaarschijnlijk lijkt. Na 154 kilometer, op een kilometer of 37 van de finish, komen de renners boven in het dorpje Olaberria, dat zichzelf het balkon van de Goierri noemt. Valt wat voor te zeggen, vanuit het dorp heb je wel een mooi uitzicht over de omgeving. Tevens het dorp van Txiki Begiristain, een voormalig voetballer die al meer dan 10 jaar
director of football is van het altijd frauderende Manchester City. Boooooooo. En Xabi Berasategi is van hier, de renner van Euskaltel die ook nog eens van de partij is in deze Itzulia, wordt een mooie passage voor hem.
![snJXUNk.png]()
![c3d44a1e-f6fb-41ce-bb41-3612ae001c19?t=1448627396557]()
Tijdens de Itzulia van 2019 reden we ook al over deze wegen, heel origineel is het niet. En hoewel dit klimmetje naar Olaberria de moeite waard is, gaat de koers wel enigszins als een nachtkaars uit. Na een venijning afdalinkje met een paar scherpe bochten werken we toe naar de laatste klim van de dag, eentje die niet heel erg tot de verbeelding spreekt. Beneden komen de renners uit in Lazkao, het dorp waar Joseba Beloki geboren werd. Tegenwoordig woonachtig in Vitoria-Gasteiz, waar ook zijn deelnemende zoon Markel werd geboren. Lazkao is tevens de plaats waar de enige echte Garikoitz Bravo vandaan komt, toch ook alweer meer dan twee jaar met pensioen, jeetje. Na een rotonde en enkele bochten in Lazkao komen de renners op een brede weg terecht die omhoog zal voeren naar de top van Lizarrusti. Eerst rijdt het peloton een aantal kilometer vals plat omhoog door een groene vallei, waarna even later de klim officieel begint ter hoogte van het dorpje Ataun. Uit dit dorpje is voormalig coureur Dionisio Galparsoro afkomstig, wat een naam. Minder prestaties, maar wel mooi nog even prof geweest bij Euskaltel. De Itzulia kwam in 2009 aan in dit dorpje en toen won Luis Leon Sanchez, terwijl Marianne Vos hier in 2014 een rit won in de Eumakumeen Euskal Bira, jawel! Ataun heeft overigens ook z'n eigen amateurkoers, die in 2022 nog werd gewonnen door Mulu Hailemichael, hoera! Hij won toen voor Joseba Lopez en Enekoitz Azparren, die zijn in tegenstelling tot hem wel allebei aanwezig in deze Itzulia. Hoe dan ook, Ataun is het startschot voor de klim naar Lizarrusti, het gaat nadien ongeveer zes kilometer omhoog aan 5%. Het steilste stukje zit meteen in het begin, een paar meter aan 8%. De weg omhoog is breed en behoorlijk regelmatig, behoorlijk on-Baskisch. Veel steiler dan 5% wordt het eigenlijk nergens, dit is meer een klim voor de fietstoeristen. Een waanzinnig mooi omgeving, die waarschijnlijk niet voor een waanzinnig mooie koers gaat zorgen. Moeilijk om hier de boel op een hoop te rijden, al zullen er wel heel wat mindere goden moeten lossen. We stevenen onvermijdelijk af op een sprint van een uitgedunde groep. In het begin van de klim rijden we door een aantal zeer fraaie gehuchten, waar je zelf meteen een huisje zou willen betrekken, richting de top komen de renners in een steeds donkerder bos terecht, waarna ze vlak voor de top uitkijken op een paar mooie bergen in de verte. Helemaal op de top vinden ze een kicken restaurant, althans, het zit in een kicken pand. De top van de klim van Lizarrusti bereikt men na 172,5 kilometer, nog 18,5 kilometer fietsen tot de finish hierna.
![b2MiggN.png]()
![Albergue-Lizarrusti-1.jpg]()
![3B5E1D6F802D5DBFFDD52C5DBFE715.jpg]()
Zoals de gevel van het pand op de top aangeeft bevinden we ons in het natuurpark Aralar. San Miguel de Aralar ligt een stukje verderop, daar hebben we vandaag verder niets mee te maken. Op de top van de klim laten we tevens Gipuzkoa achter ons en betreden we opnieuw Nafarroa. In Nafarroa hoeft er niet echt gedaald te worden, wat je normaal wel zou verwachten na een klim. Nee, de weg loopt een aantal kilometer vals plat omlaag, maar heel veel stelt dat niet voor. Een brede weg, slingerend door het bos. Al duurt dat slingeren niet lang, vrij snel wordt de weg recht en dan gaan we gewoon rechtdoor naar Etxarri Aranatz fietsen, waar we eerder ook al eens zijn geweest. Een kilometer of twee even opletten en daarna is al het gevaar wel weer geweken. Eenmaal in Etxarri Aranatz komen we een rotonde tegen, daarna rijden we over een brede weg die wel bochtig is het centrum binnen en hier volgt na 181,5 de tweede tussensprint van de dag, op minder dan tien kilometer van het eind. Bij een volgende rotonde gaat het naar rechts en dan komen we op de brede weg richting finishplaats Altsasu terecht. We zwaaien nog even naar Egoi en Mulu en we zeggen tot morgen, daarna gaan we heel snel naar de finish. De slotkilometers van deze rit zijn best apart, het gaat namelijk vooral rechtdoor over een brede weg. De weg is niet volledig vlak, het is licht glooiend, maar voor Baskische begrippen mogen we dit gewoon vlak noemen. We rijden door wat dorpjes, zoals Bakaiku en het Iturmendi van de familie Etxeberria, maar we komen daar relatief weinig obstakels tegen. Een keer een drempel, dat is het wel. Het is een eenvoudige finale, een finale die daardoor makkelijk vrij nerveus kan worden. Met ongeveer drie kilometer te gaan rijden we langs Urdiain af, het dorp van Igor en Iker Flores, tevens het dorp van Pablo Urtasun. Allemaal voormalig renners van Euskaltel, Urtasun werd na zijn carrière ploegleider van het sympathieke Kern Pharma. Op net iets meer dan twee kilometer van het eind volgt er een bocht in dalende lijn, we rijden onder de snelweg door. Daarna rijden we, als we een tweetal flauwe bochten even negeren, rechtdoor Altsasu binnen. In de finishplaats blijft het ook heel lang recht en breed, maar om het toch een beetje Baskisch te houden volgt er op ongeveer 500 meter een scherpe bocht naar rechts. Wel een brede bocht, valt relatief gezien nog mee, maar dit is wel het punt waar je ver van voren moet zitten als je wil winnen. Na deze bocht rijden we onder een viaduct door en dan loopt de weg nog wat vals plat omhoog in het slot, net iets meer dan de 1% die het roadbook aangeeft. Toch nog even een venijnig bultje, als je blind het roadbook volgt kun je je daar nog lelijk op verkijken. Een paar meter voor de meet noteren we ook nog een drempel, classic.
![I3k9Umm.png]()
![UfZt5Gn.png]()
Altsasu, of Alsasua, is de finishplaats van de dag. Een plaats die ook de nodige bekende namen heeft voortgebracht. Wat te denken van een van mijn aartsvijanden, Jorge Azanza? De ploegleider van Euskaltel-Euskadi, iemand die er al jaren voor zorgt dat de nieuwe generatie Basken achteruit fietst. Als renner kon Azanza er al geen kut van, maar omdat hij vriendjes was met Samuel Sanchez mocht hij toch altijd blijven. Na zijn carrière heeft hij om onduidelijke redenen de sleutels van de Fundacion Euskadi in handen gekregen en nu kijken we al jaren niet naar Euskaltel-Euskadi, omdat ze bijna nooit in beeld rijden. Jorge, je bent waardeloos. Nee, dan Juan Mari Guajardo. Wie? Nou, de kale speaker van de Vuelta en bijna alle andere koersen in Spanje en het Baskenland. Ook deze Itzulia is hij weer de speaker van dienst. Hij praat op het startpodium en aan de finish altijd alles aan elkaar en dat doet hij het hele jaar lang, door het hele land heen. Guajardo is afkomstig uit Altsasu, hij mag nu dus de boel aan elkaar gaan praten in zijn eigen dorp. Hij zet de renners altijd in het zonnetje, maar hij zal nu zelf wel even in het zonnetje worden gezet. Nog iemand die een mooie dag gaat beleven: Iker Mintegi. Iker is bezig aan zijn eerste jaar als prof namens Euskaltel-Euskadi en de ploeg heeft vertrouwen in hem, daarom staat hij in zijn eerste jaar meteen aan het vertrek in de Itzulia. Hij doet mee en hij gaat dus mooi door zijn eigen dorp mogen fietsen. Verwacht hem in de kopgroep. In potentie is Iker een sterke klimmer, tenzij Azanza ook zijn carrière in de kiem weet te smoren. Altsasu is een plaats met dik 7000 inwoners, waar de koers al eerder is geweest. Zo won Aitor Osa hier in 2002 een ritje in de Itzulia, Alejandro Valverde won dan weer in 2005. Oh, de jaren van Fuentes, wat waren ze mooi. Toen de Ronde van Navarra nog een UCI-koers was kwam die hier ook regelmatig voorbij, maar de laatste jaren hebben ze het in Altsasu vooral van hun lokale amateurkoers moeten hebben. De Prueba Alsasua is een oude koers, die in 1921 al voor het eerst werd georganiseerd, en die in tegenstelling tot de Itzulia niet vaak is geannuleerd. Vorig jaar waren ze toe aan de 94e editie en die editie werd gewonnen door Thomas Silva, de man uit Uruguay die toen nog voor de amateurploeg van Caja Rural reed en tijdens de tweede rit van deze Itzulia knap zesde wist te worden. Het kan snel gaan. Altsasu is verder vooral bekend vanwege een betreurenswaardig incident, dat veel zegt over de huidige staat van Spanje. Ergens in 2016 ontstond er op een avond een knokpartijtje in een kroeg in Altsasu. Een aantal jongeren waren gezellig een biertje aan het drinken, tot ze ontdekten dat er twee leden van de Guardia Civil aanwezig waren. De Guardia Civil is nog steeds niet echt populair in het Baskenland, om redenen waar we niet heel lang over hoeven na te denken. De leden van de Guardia Civil, in burger, kregen het vriendelijke verzoek om ergens anders een consumptie te nuttigen. Toen dat verzoek werd genegeerd ontstond er een handgemeen, er vielen links en rechts wat klappen en voor men het in de gaten had was Altsasu wereldnieuws. De jongeren die bij het gevecht betrokken waren werden gearresteerd en in eerste instantie aangeklaagd wegens terrorisme. Jawel, als je als Bask een klap uitdeelt aan een lid van de Guardia Civil ben je volgens de Spaanse staat een terrorist. Er werden forse straffen geëist, tot wel 65 jaar. Voor een knokpartijtje. Waarbij amper serieuze gevolgen te bespeuren waren, een van de leden van de Guardia Civil zou helemaal in elkaar gemept zijn, maar op beelden die later opdoken bleek dat hij amper een schrammetje had. Hoe dan ook, de knokpartij werd aangegrepen om de Baskische jeugd hard aan te pakken. Uiteindelijk liet men de beschuldiging van terrorisme vallen, maar kregen de acht betrokken jongeren toch te maken met gevangenisstraffen van twee tot 13 jaar. In hoger beroep werd het iets minder, tussen de anderhalf en negen jaar, maar dat is alsnog vrij veel voor een ordinaire kroegruzie. De jongeren kregen ook te maken met een ander Spaans trucje, net als leden van de ETA werden ze in gevangenissen zo ver mogelijk weg gestopt. Ga jij maar even lekker in Cadiz in het cachot, 1000 kilometer verderop. Om niet alleen jou te straffen, maar ook nog eens je familie, die je nu niet kan bezoeken. Vandaar alle vlaggen die we in de loop der jaren langs de kant van de weg hebben gezien tijdens de Tour en andere koersen: Euskal presoak Euskal Herria, Baskische gevangenen terug naar het Baskenland.
![54ertmb2z2o21.jpg]()
![Altsasu-foto-@igoiz17-110-840x440.jpg]()
(onder dit viaduct rijden de renners in de laatste meters van de rit door)
![591c704f-99cb-441d-9b78-bf48dffdae5d_source-aspect-ratio_default_0.jpg]()
Zoals je kan verwachten heeft deze hele zaak voor de nodige opschudding gezorgd. In een fatsoenlijk land kan dit natuurlijk helemaal niet gebeuren, dat je voor terrorisme wordt aangeklaagd wegens een knokpartijtje. In Spanje kan dat wel. Een land waar de fascistische onderbuik met enige regelmaat wil opborrelen. In het Baskenland waren ze het er in ieder geval niet mee eens, en dus werden er de nodige protesten georganiseerd. Het centrum van Altsasu liep met enige regelmaat vol in solidariteit met de betrokken jongeren en als protest tegen de dubieuze handelswijze van de Spaanse staat. Ook in andere steden waren er protesten, in Pamplona bijvoorbeeld. Het heeft enigszins geholpen, maar alle betrokken jongeren zijn nog steeds de pineut. Een gebrek aan bewijs of niet, dat maakt in Spanje niet uit. Als je als 'dissident' iets verkeerd doet moet je hangen, linksom of rechtsom. Zo'n land is het. Spanje is en blijft een bananenrepubliek. Over deze gebeurtenis heeft EITB een serie gemaakt, met de treffende naam Altsasu. Of die serie helemaal objectief is, nouja, daar zullen de meningen ook over verdeeld zijn, maar de makers hebben zich geprobeerd te baseren op het beschikbare bewijs. En dan is het natuurlijk vrij simpel dat je natuurlijk met niemand moet knokken, en vooral niet met de Guardia Civil, maar moet je dan zoveel mensenlevens verpesten? De Basken vinden uiteraard van niet en naast een serie is er ook een heus protestlied geschreven, dat een Baskisch anthem is geworden. Aurrera Altsasu, geschreven door Pello Reparaz, een man die ik niet vaak genoeg kan noemen. Afkomstig uit Arbizu, waar we tijdens deze rit ook doorheen rijden. Een muzikant en producer, zijn eigen muziek is al goed, daarnaast produceerde hij onder meer Aukera Berriak van ETS dat wij kennen dankzij de gebroeders Izagirre, Bilbao en Beloki en hij heeft ook nog tijd gevonden om een lied te schrijven ter ondersteuning van Altsasu. Met een cast vol bekende Baskische muzikanten zingen ze uit volle borst: Aurrera Altsasu, vooruit Altsasu! Een nummer dat de afgelopen jaren door heel wat andere Baskische muzikanten is overgenomen en dat altijd uit volle borst wordt meegezongen door het publiek. De boodschap is duidelijk.
Dit wordt verder gewoon een uitgedunde sprint. Als Gregoire ditmaal wel op de fiets blijft zitten kan hij zomaar winnen. Of nog een keer Lapeira, wie zal het zeggen.
[ Bericht 0% gewijzigd door Rellende_Rotscholier op 04-04-2024 10:23:09 ]