quote:
Hij ontwikkelde z’n eigen computercode waardoor hij zich plaatste voor de Olympische Spelen: het geweldige verhaal van 5.000 meter-loper John Heymans
Wie niet sterk/snel is, moet slim zijn. John Heymans (26), een Belgische 5.000 meter-loper, is het allebei. Hij schreef z’n eigen computercode – met behulp van ChatGPT – waardoor hij zich in amper vier (kleinere) wedstrijden kon plaatsen voor de Olympische Spelen in Parijs. “Andere atleten zeiden dat m’n code bullshit was. Maar iedereen die zegt dat ik dom ben, is zelf dom.”
Als hij loopt zoals hij spreekt, dan komt het helemaal goed in Parijs. Heymans doet z’n verhaal met bravoure. “Er waren twee manieren om je te kwalificeren voor de Olympische Spelen. Ofwel door onder een bepaalde tijd te lopen, maar dat is zeer moeilijk. Ofwel via een plaats op de wereldranking: de top 42 mag naar de Olympische Spelen in Parijs. Maar als je kijkt naar plaats dertig tot zestig op die ranking: dat zijn allemaal atleten die bijna hetzelfde niveau halen. Atleten die het slim aanpakken, kunnen zich plaatsen voor de Spelen door hun plaats op de wereldranking te optimaliseren. Atleten die minder slim zijn, optimaliseren hun ranking niet en vallen juist buiten de kwalificatiecriteria.”
De olympische limiet lopen zou moeilijk worden – althans dat dacht hij op dat moment – en dus ging Heymans aan de slag. Op de piste uiteraard, maar ook achter z’n computerscherm. “Ik dacht dat ik het via de wereldranking zou moeten doen. Dus heb ik een computercode geschreven, met behulp van ChatGPT. Ik voorspelde dat ik 13’15” op de 5.000 meter zou lopen in de zomer. Dan verwerkte ik in mijn code alle atleten die in de voorbije vijf à zes jaar 13’15” hebben gelopen en hoeveel punten ze daarmee hebben gepakt in welke wedstrijden. Zo kreeg ik als resultaat een soort van statistische analyse die me zei welke wedstrijden ik moest lopen om mijn kansen zo groot mogelijk te maken om hoog te staan in de ranking. In welke wedstrijden ik het meeste punten kon behalen, eigenlijk. Belangrijk om te weten: er worden labels gegeven aan wedstrijden: diamant, goud, zilver, brons, enzovoort. Je krijgt meer punten in de wedstrijden met een gouden label.”
Diamant, goud, zilver
Dus dan is de reflex: de hoogst aangeschreven wedstrijden lopen, want daar zijn het meest aantal punten te verdienen. “Helemaal niet”, zo gaat Heymans verder. “Als je geen wereldtopper bent maar ergens rond plaats veertig op de ranking, is de kans dat je in de wedstrijden van het hoogste label top vijf eindigt heel klein. En dan is het interessanter om eerste te worden in een minder hoog aangeschreven wedstrijd dan bijvoorbeeld achtste in een wedstrijd van het toplabel.” Maar z’n code ging nog een stap verder. “Ik moest volgens de code wedstrijden van het zilveren of bronzen label lopen, maar niet eender welke wedstrijden, want sommige van die wedstrijden zijn beter bezet dan anderen. Die code heeft de juiste wedstrijden van het zilveren en bronzen label eruit gepikt en die heb ik dan gelopen.” Met succes, want in amper vier wedstrijden steeg hij genoeg plaatsen op de ranking om zich te kwalificeren voor de Spelen.
“Er kwamen atleten naar mij en zeiden: ‘die code is bullshit. Je moet gewoon zo’n hoog mogelijk label lopen om zo veel mogelijk punten te verzamelen.’ Maar iedereen die zegt dat ik dom ben, is zelf dom. Niemand in heel de wereld heeft zich met vier wedstrijden kunnen opwerken van zelfs niet gekwalificeerd raken voor een EK naar zich kwalificeren voor de Olympische Spelen. En ik wel”, zo lacht hij.
Uiteindelijk liep Heymans eind januari in Boston met 13’03”46 toch onder de olympische limiet. Ook zonder z’n computercode had hij dus Parijs gehaald, maar toch. Als inventiviteit een olympische discipline zou zijn, won Heymans ongetwijfeld goud.