quote:
Steeds meer tennissers klagen over de ballen van Roland Garros: “Ze lijken op een pompelmoes”
Te traag, te zwaar, te slopend: Roland Garros moppert over de ballen. “Een pompelmoes”, meent een coach. Kleinzerig gezeur van verwende vedetten, dan wel een terechte klacht? Bart De Keersmaeker, directeur Topsport bij Tennis en Padel Vlaanderen, oordeelt genuanceerd.
Benoit Paire ging stevig te keer na zijn nederlaag tegen Cameron Norrie. “Elles sont pourris ces balles.” Vrij vertaald: rotdingen. “Wij moeten spelen met ballen die al na twee seconden hun vorm verliezen. Elles sont vraiment nulles.”
Maar het zijn niet alleen verliezers die hun ongenoegen uiten. Taylor Fritz gaf aan dat hij de ballen haat. “Je moet kloppen als een gek. Na enkele rally’s zijn ze compleet dood, waardoor ze niet vlot van de racket wegkaatsen.“ Ook Holger Rune, het nummer zes van de wereld, klaagde dat ze het spel vertragen. Bart De Keersmaeker, directeur Topsport bij Tennis en Padel Vlaanderen, ziet daarin een bewuste keuze. “Er is een algemene tendens om het spel te vertragen, wat rally’s langer en spectaculairder maakt. En daarom kiezen toernooien steeds meer voor zwaardere, grotere en pluiziger ballen.”
Omdat het over minieme afwijkingen gaat, valt het verschil niet echt te zien met het blote oog, maar tennisprofs merken het wel. “Zij ontwikkelden zoveel gevoel dat ze een ander type bal direct merken”, aldus De Keersmaeker. “Net zoals ze direct een andere besnaring voelen, of weten dat een bal drie centimeter buiten gaat. Maar goed, het hoort bij tennis dat een speler zich moet aanpassen aan wijzigende omstandigheden.”
Pompelmoes
De beste quote kwam van Enzo Py, de coach van Lucas Pouille, die meldde dat de ballen bij avondmatchen of in vochtig weer op pompelmoezen lijken. Ook De Keersmaeker erkent de impact van de omstandigheden. “Het grote verschil met de andere grand slams is dat de ondergrond van dag tot dag zelf heel hard kan verschillen, afhankelijk van de vochtigheid. Op vochtig gras wordt nooit gespeeld en op hardcourt is de impact kleiner. Als het gravel nat is, kleurt die bal meteen oranje. Die gemalen baksteen blijft plakken.“
Twee jaar geleden wisselde Roland Garros van merk. Out Babolat, in Wilson. Ook toen al weerklonken klachten, zeker omdat het evenement door de pandemie naar de killere herfst verschoof. Zelfs Rafael Nadal, een man die van Parijs zijn speeltuin heeft gemaakt, bestempelde het speelgoed als ongeschikt voor gravel. De 22-voudige grand slam-laureaat wees ook op bijkomende slijtage voor schouders en ellebogen. De Keersmaeker bevestigt die dreiging. “Je moet meer energie uit het lichaam halen voor dezelfde balkwaliteit, wat het gevaar op blessures verhoogt.“
Medvedev
Veel hangt af van het type speler, meent De Keersmaeker. Hij verwijst naar Daniil Medvedev, de nummer twee van de wereld die in Parijs al meteen sneuvelde in de eerste ronde. “Medvedev legt met zijn vlakke slagen graag veel tempo in zijn spel. Als hij dan een type bal krijgt zoals in Parijs kan hij moeilijk snelheid maken, waardoor zijn sterkste wapen afbot… Bij Nadal is het eerder omgekeerd. Zijn forehand bevat veel topspin, waardoor de bal vol effect de grond raakt. Gravel is sowieso de traagste ondergrond, wat dat effect nog eens versterkt. En aan de top gaat het altijd over minieme verschillen, over stukjes van procenten. Dus ja, het type bal kan een uitslag bepalen.”