Lunchcafé In de Roos.Had goeie verhalen gehoord over In de Roos. Leuk personeel, leuke sfeer, leuke inrichting en leuke keuke. Dus het moest er een keer van komen. Benieuwd of deze aanbeveling klopte. Was er al vaak langs gefietst, 's zomers is het druk op het terras, dat is natuurlijk niet voor niets, dacht ik op de fiets. In de Roos is gevestigd in het oude Stadshuis, mooi karakteristiek gesitueerd dus. Mooier, dan daar op de Markt, kun je niet zijn gevestigd. Bij binnenkomst viel inderdaad de mooie inrichting op. Niet wit, niet zwart, maar in de kleur van je hart. Rood dus. Met kleine zwarte accentjes.
Eenmaal plaatsgenomen kreeg ik gelijk al een prettige verrassing. Een oude bekende begroette me. Niet dat ze oud is, maar in overdrachtelijke zin gesproken. Betsie heette me welkom. Betsie, tevens moeder van de opvolger van Jan Smeets bij PinkPop, ken ik al jaren. Zoals dat soms gaat verlies je elkaar een beetje uit het oog. Maar niet uit het rode hart.
Betsie vertelde me dat ze nog steeds kapster is, maar in In de Roos vrijwilligerswerk doet. Ze begeleid, met andere vrijwilligers het "personeel." Ze vertelde me dat het mensen zijn met een verstandelijke-of lichamelijke beperking. Ik zei tegen Betsie dat ik me dan wel thuis moest voelen.
Het uitzicht was vertrouwd en op z'n Bommelsch mooi. Ieder moment kon ik zwaaiend langs komen fietsen. De laatste keer dat ik hier was geweest, was om te stemmen. Tegenwoordig weer met een rood potlood, zoals het hoort. Met links in maart graag. Andere keren was bij huwelijken. Bijvoorbeeld bij die van m'n broer. Toen was ik zelfs getuigen. Zoals ik nu getuigen was van een mooie ambiance, een prettige sfeer en een geweldig uitzicht. Ik keek hongerig uit naar wat de menukaart me zou brengen. Ik had me van te voren al georiënteerd, maar wilde me wel aan de gedragscode houden.
Soep vooraf, was de eerste keuze. Werd tomatensoep, wilde het in de rode-stijl houden. Dit was smullen, hier was werk van gemaakt. Lekker romig, zou de paus hebben gezegd. M'n smaakpapillen vochten om voorrang. Het begin was geslaagd. Nu de rest nog. Na de warme soep, een lekkere, althans dat hoopte ik, koude maaltijdsalade. Dit overtrof weer m'n verwachtingen.
Ik ging bijna hopen dat iedereen in de horeca verstandelijk-of lichamelijk beperkt zou zijn. Stukjes vlees, augurkjes, uitjes, worteltjes, eitjes. Zo klinkt het klinisch, maar als je het ziet en als je het proeft, word je bijna euforisch. Ik wilde afsluiten met iets warms. Dat werd een worstenbroodje. Ik hoef bijna niet te vermelden dat die ook vurrukkulluk was. Kopje koffie op het eind en de missie was geslaagd. Als Nederlander dacht ik : "En dat voor die prijs."
Op weg naar de uitgang kwam ik Betsie nog tegen. "En, hoe vond je het ?" Ik zei : "Betsie, ik wil niet alles over één kam scheren, maar ik schaar dit onder de betere eetgelegenheden van Bommel. En jij bent geknipt voor dit werk." Betsie moest blozen. Rood.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !