‘De zelfgenoegzamen, dat zijn de welgestelde hipsters’Interview: Sahra Wagenknecht
Volgens Sahra Wagenknecht, leider van de Duitse partij Die Linke, vervreemdt links zich door de nadruk op identiteitspolitiek van haar traditionele achterban. ‘De problemen van gewone mensen hebben daar niets mee van doen.’
Het was niet makkelijk een interview met Wagenknecht te arrangeren. Uiteindelijk bleek een interview per Zoom of Skype wegens publicitaire en politieke drukte te veel gevraagd en moest ik genoegen nemen met een uitwisseling per mail, die hieronder staat afgedrukt.
Wie zijn de zelfgenoegzamen uit de titel van uw boek? Ik ben het woord in de tekst zelf niet meer tegengekomen.‘Dat zijn de welgestelde, universitair geschoolden die tegenwoordig onze binnensteden bevolken, daar hun hipsterachtige levensgevoel aan anderen opdringen, zichzelf als “links” begrijpen en anderen voorschrijven hoe zij moeten denken, hoe zij moeten leven en vooral welke woorden zij wel en welke zij niet mogen gebruiken.’
Waarom is het links, breed gedefinieerd, niet gelukt om de crises van het neoliberale kapitalisme van de laatste twintig jaar (kredietcrisis, eurocrisis, coronacrisis) te vertalen in electorale winst? Noch in Nederland, noch in Frankrijk, noch in Duitsland?‘In de meeste Europese landen bestaat wel degelijk een electorale meerderheid voor politiek die streeft naar minder economische ongelijkheid en meer sociale zekerheid. Deze kiezers zijn een dergelijke politiek echter steeds minder gaan associëren met politieke partijen die zich “links” noemen. “Links” staat niet meer voor de zaak van de achtergestelden maar voor de zaak van de academisch geprivilegieerden. “Links” verwijst naar een wereldvreemd, academisch debat over diversiteit en inclusiviteit dat met de geleefde werkelijkheid en de reële problemen van gewone mensen niets van doen heeft en door hen zelfs als belerend en denigrerend wordt ervaren. Dat is de reden waarom grote delen van de traditionele achterban zich van zichzelf “links” noemende partijen hebben afgewend.’
Wat is ’t probleem met ‘woke’ links-liberalisme?‘Ze vertegenwoordigen niet langer de maatschappelijke klasse waarvoor linkse partijen ooit zijn opgericht: mensen met kleine loontjes, kleine pensioenen, die in kennissamenlevingen als de onze steeds minder kansen hebben op opwaartse sociale mobiliteit. De debatten over woke en identiteit vinden in een relatief geprivilegieerd milieu plaats en worden gekenmerkt door zich steeds extremer manifesterende intolerantie en illiberalisme. Wanneer iedereen die ook maar een beetje afwijkt van het links-liberale geloof compromisloos in de hoek wordt gezet – en dat gebeurt in toenemende mate: zie de cancelling op sociale media – spek je als politicus uiteindelijk de rechtse politieke krachten. Omdat de conversatie wordt weggelokt van de sociaal-economische fundamenten van het goede leven voor iedereen.’
In uw boek citeert u de radicale econoom Marx drie keer en de Ierse grondlegger van het conservatisme en antirevolutionair Edmund Burke maar liefst zes keer. Hoe kan het conservatisme van Burke een inspiratiebron voor links zijn?‘Burke was uiteraard een rasconservatief, wiens hoofdmotief het behoud van de bestaande machts- en bezitsverhoudingen was. Op een punt had hij echter groot gelijk, en dat hebben linkse partijen tot hun eigen schade en schande over het hoofd gezien: tradities en gewoontes zijn een belangrijke randvoorwaarde voor het functioneren van een solidaire samenleving. Mensen hebben een aangeboren behoefte aan stabiliteit, zekerheid en vertrouwde omgevingen, willen niet alleen groots en meeslepend leven. Dat mogen linkse partijen niet vergeten. Integendeel, linkse partijen zouden juist deze behoeften als politieke wapens moeten inzetten tegen de neoliberalen, die met hun politiek van ontketende mondiale markten deze behoeften constant met voeten treden.’
In uw boek spelen technocratische economen nauwelijks een rol bij de verklaring van het electorale verlies van links. Waarom?‘Een fors deel van links, in Duitsland bijvoorbeeld de spd en in Nederland de pvda, heeft inderdaad geheuld met het neoliberalisme en meegewerkt aan de ontmanteling van de verzorgingsstaat. Natuurlijk is dat ook een oorzaak geweest van het massale vertrouwensverlies en de kiezersvlucht uit het linkse kamp. Maar Die Linke, en in Nederland de SP, heeft zich daar nooit mee ingelaten, sterker: die hebben zich er actief tegen verzet en zijn politiek dus niet verantwoordelijk voor kortingen op de pensioenen en het flexibiliseren van de arbeidsmarkt. Maar ook Die Linke heeft kiezers massaal zien weglopen. En dat komt doordat ook in mijn partij beeldbepalende politici zich hebben geprofileerd op moderne, links-liberale thema’s in plaats van op breed levende vragen over sociale gerechtigheid.’
En de media? Ook daar bent u relatief mild over. Ook al is door het verdwijnen van de klassieke ledenpartij de pers de cruciale bemiddelaar geworden tussen publiek en politiek en is de rol van de pers daarmee nog bepalender geworden.‘De media zijn uiteraard medeverantwoordelijk voor het echec van links. Door hun fetisj voor de macht maken zij het radicale partijen als Die Linke moeilijker om hun boodschap over het electorale voetlicht te brengen. Dat is desondanks een onvoldoende verklaring. Radicale rechtse partijen hebben namelijk ook de meeste media tegen zich, maar slagen er toch in om in een aantal deelstaten zeer groot te worden. Er is kennelijk meer aan de hand.’
Het verbaasde me zeer in uw boek een lofzang op het oude Duitse ordoliberalisme aan te treffen. Dat is toch de leer die ons onafhankelijke centrale banken, een buitendemocratische Europese Unie en euro en een ongezonde fixatie op begrotingsevenwicht heeft gegeven?‘Het is belangrijk om het Duitse ordoliberalisme niet te verwarren met het Anglo-Amerikaanse neoliberalisme. Het ordoliberalisme van Walter Eucken en Alexander Rüstow stond voor een markteconomie zonder de grote machtsconcentraties van multinationals die we nu hebben, een staat met tanden die strenge regels stelde aan het ziekelijke winststreven van vandaag de dag, en extreem hoge erfbelastingen om ervoor te zorgen dat iedere generatie nieuwe kansen had en er geen semi-feodale oligarchie ontstond, zoals nu wel het geval is. Dát ordoliberalisme is een belangrijke inspiratiebron voor mijn politiek. Met de Europese Unie heb ik daarentegen niet zoveel. Die staat voor deregulering, privatisering en ontmanteling van de verzorgingsstaat. Als puntje bij paaltje komt is progressieve politiek onverenigbaar met de bepalingen van de Europese verdragen. Daarom pleit ik in mijn boek voor een nieuwe Europese architectuur, gestoeld op vrijwillige samenwerking tussen soevereine Europese staten. De weg naar meer Europese integratie, daarentegen, leidt naar de overdracht van steeds meer nationale bevoegdheden aan de ongekozen functionarissen van de Europese Commissie, en is daarmee onverenigbaar met een betekenisvolle definitie van democratie en verzorgingsstaat.’
In uw boek worden veganisme en het tegengaan van klimaatverandering door elektrisch rijden gereduceerd tot elitaire levensstijlkwesties. Betekent dit dat u de noodzaak van duurzaamheid bagatelliseert of dat u andere klimaatpolitiek voorstaat dan de neoliberale, die vooral inzet op groene technologieën en individuele marktvraag?‘Uiteraard is er een fundamentele wijziging van ons economisch systeem nodig, om het ecosysteem te beschermen en klimaatverandering te voorkomen. Ik ben geen klimaatontkenner. Dat bereiken we alleen niet door de kosten voor verwarming en diesel voor de gewone man duurder te maken en die voor elektriciteit voor de rijke elektrische rijder goedkoper te maken, maar juist door in te zetten op nieuwe, groene basistechnologieën voor iedereen. En door afscheid te nemen van de huidige wegwerpsamenleving en de hypergeglobaliseerde markteconomie. We moeten streven naar re-regionalisering van de handel, in plaats van door te denderen op de weg van nieuwe vrijhandelsverdragen en arbitragehoven, zoals nu gebeurt. In plaats van naar een innovatie-economie moeten we naar een reparatie- en onderhoudseconomie. En dus hebben we wetgeving nodig die ondernemingen verplicht een langere levensduur van hun producten te garanderen die makkelijk en goedkoop te repareren zijn.’
Hoe zijn tot dusver de reacties op uw boek? Het is een verfrissende maar ook agressieve aanval op het links-liberale identiteitsdenken. Ik vermoed dat de woke-elite net zo hard terugslaat.‘Natuurlijk zijn er boze reacties. Leden van mijn eigen partij zijn zelfs een royementsprocedure tegen me begonnen. Maar dat valt in het niet bij de positieve respons van vele kiezers van Die Linke en spd-huize, en zelfs van kiezers die politiek dakloos zijn geworden, door de links-liberale koers die de meeste linkse politieke partijen zijn gaan varen. Die Selbstgerechten is niet van de bestsellerlijsten weg te slaan. En nog nooit heb ik op een boek (Wagenknecht heeft 23 titels op haar naam staan – ee) zoveel instemmende reacties ontvangen als op dit boek.’
De Groene Amsterdammer