Enkele weken al wordt de vraag soms gesteld waar Pieter Omtzigt nou helemaal voor staat en waar hij aan gaat werken de komende tijd als zelfstandig Kamerlid.
Gisteren hield hij een lezing in De Balie waar hij duidelijkheid heeft verschaft over de richting.
De samenvatting van zijn manifest;
Goed bestuur is een voorwaarde voor een florerende samenleving en een gezonde economie.
Goed bestuur streeft naar rechtvaardigheid en gaat uit van dienstbaarheid en verantwoordelijkheid. Vandaag de dag is deze grondhouding aan erosie onderhevig. Het democratisch
en grondwettelijk besef is zodanig afgenomen dat we kunnen spreken van een democratische
crisis in het landsbestuur. Het algemene belang wordt onvoldoende door het landsbestuur
gediend. En dat heeft op zijn beurt gevolgen voor het beleid. Zonder een ‘beter bestuur’ kunnen wij geen enkel maatschappelijk probleem in de kern meer oplossen. In beter bestuur zit
kortom de sleutel voor hervormingen die Nederland nodig heeft.
Als politici moeten we zorgdragen voor rechten van burgers verankerd in de Grondwet. Die
Grondwet gaat in het bijzonder over Grondrechten van burgers, zoals het discriminatieverbod, de vrijheden van godsdienst en meningsuiting, de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, het recht op privacy, rechtsbescherming en het recht op betoging. Nederlandse
burgers hebben op basis van de Grondwet ook sociale grondrechten. De overheid draagt zorg
voor werkgelegenheid, bestaanszekerheid, voldoende woningen en onderwijs. Dit zijn heldere opdrachten in de Grondwet.
En zowel Tweede Kamerleden als bewindspersonen leggen de eed (of gelofte) af om trouw te
zijn aan de Grondwet. Dat is geen vrijblijvende verklaring maar een opdracht.
Op papier hebben Nederlandse burgers recht op rechtsbescherming, op huisvesting en bestaanszekerheid. In de praktijk kunnen gewone burgers zich nauwelijks verdedigen als ze beschuldigd worden door bijvoorbeeld de belastingdienst; kan inmiddels een hele generatie
Nederlanders geen woning vinden; en leven heel veel - ook werkende - mensen onder het
bestaansminimum. Deze zorgen van Nederlanders worden onvoldoende behartigd door
het landsbestuur. Het landsbestuur bekommert zich vooral om de zorgen van specifieke belangen- en lobbygroepen. Door dat luisteren naar verkeerde stemmen betalen woningbouwcoöperaties een belasting op huurwoningen die commerciële vastgoedbeleggers van dure
huurwoningen niet betalen. En krijgen cruiseboten een vrijstelling van de energiebelasting
die de rest van Nederland wel moet betalen. Het algemene belang wordt door het huidige
landbestuur kortom onvoldoende gediend.
De Grondrechten van Nederlandse burgers bestaan vooral op papier, maar steeds minder in
de praktijk. Sluipenderwijs wordt daarmee onze democratie uitgehold. Onze tijd kent verschillende crises, maar deze democratische crisis is het meest ernstig, omdat we hierdoor de
mogelijkheid om problemen op te lossen, kwijtraken. De democratische crisis zorgt ervoor
dat we niet meer bij kunnen sturen als het fout gaat. Er zijn drie dingen urgent nodig om uit
deze crisis te komen
I. Verantwoordelijkheid voor en herstel van foutenDe nog steeds niet herstelde en gecompenseerde fouten in het kinderopvangtoeslagenschandaal en de trage compensatie van aardbevingsschade in Groningen zijn schandvlekken
van de overheid. Er zijn helaas veel meer problemen bij uitvoeringsorganisaties. Om het
vertrouwen tussen burger en de overheid te herstellen moeten allereerst deze problemen
boven tafel komen door de kamerbreed aangenomen motie Omtzigt onmiddellijk uit te
voeren om vervolgens voortvarend opgelost te worden. Dit betekent de benoeming van een
eminent en onafhankelijk persoon met een heel helder en onafhankelijk mandaat om misstanden bij de uitvoering van allerlei regelgevende wetten door diverse instanties in kaart te
brengen en voorstellen te doen voor de oplossing. Dit behelst onder andere onderzoek naar
het UWV, frauderegistratie bij de Belastingdienst, Jeugdzorg, Wet Gedeeltelijke Arbeidsongeschiktheid, leenbijstand, Kinderopvangtoeslag en partner in WLZ-instelling, Huurtoeslag
en verworven recht en de Participatie wet (bijstand).
II. Herstel van vertrouwen en komen tot een nieuw sociaal contract. Tot voor kort werd Nederland altijd als een ‘high
trust’-society aangemerkt; in relatief korte
tijd is het vertrouwen in de overheid ernstig geschaad. Veel mensen hebben ervaren dat ze in
een geschil met de overheid slecht behandeld worden, en soms zelfs helemaal kapot worden
gemaakt. De overheid staat niet meer aan de zijde van burgers en Nederland heeft niet
langer ‘goed bestuur’. De haperende kabinetsformatie laat zien dat er geen enkel vertrouwen
bestaat tussen de politieke kopstukken. Als politici in hetzelfde kabinet elkaar niet vertrouwen waarom zouden burgers de overheid dan nog vertrouwen?
Goed bestuur begint bij ‘rechtvaardigheid’ - Vrouwe Justitia. Zonder rechtvaardige overheid
vormen de burgers geen eenheid, zonder rechtvaardigheid valt de samenleving uit elkaar.
Omgekeerd geniet een rechtvaardige overheid vertrouwen. De problemen waar wij ons voor
gesteld zien, zijn dieper dan alleen een ernstig haperende kabinetsformatie. Het toeslagenschandaal is slechts een symptoom van de verziekte verhouding tussen burger en overheid.
De Grondrechten van burgers worden systematisch geschonden en de regering slaagt er
nauwelijks in om deze schendingen te repareren. Dat betekent dat wij als Kamerleden hard
aan de slag moeten om een beter bestuur te creëren. Ik roep collega Tweede Kamerleden
dan ook op om zich samen met mij in te zetten om de volgende punten te realiseren met
een aantal wetsvoorstellen.
1. Het schrappen van het verbod op toetsen van wetten aan de Grondwet en het
voorbereiden van de instelling van een Grondwettelijk Hof. Dat betekent dat wetten buiten
werking gesteld kunnen worden als zij niet voldoen aan de klassieke grondrechten. En een
Grondwettelijk Hof kan de regering ook dwingen om stukken naar de Kamer te sturen.
2. Serieus nemen van de opdracht in de Grondwet, ook daar waar het over sociale grondrechten gaat zoals de verplichting om voldoende woongelegenheid te bevorderen en voor
bestaanszekerheid te zorgen. Dat betekent: concrete doelen over aantallen woningen.
3. De rechtsbescherming op orde brengen. Daarvoor dient echt een staatscommissie
voor de rechtsstaat opgericht worden, zoals de Kamer gevraagd heeft.
En de Raad van Europa komt in Oktober op verzoek van de Kamer met een gezaghebbend
advies.
4. Een nieuw kiesstelsel waarin een provincie een aantal zetels krijgt en proportionele
vertegenwoordiging intact blijft door een landelijke lijst (het Deense stelsel). Dat betekent
meer binding tussen kiezers en volksvertegenwoordigers en dus minder binding met anderen.
5. Verbetering van de wetgeving door systematische, artikelsgewijze handeling van wetgeving door de Tweede Kamer. Dat betekent ook minder spoeddebatten, minder formatiedebatten en meer grondig handwerk: elke bijzin die in een wet verkeerd staat, kan grote
individuele gevolgen hebben zoals het niet recht hebben op een toeslag of subsidie.
6. Hervormingen van de ambtelijke dienst: afslanking van de Algemene Bestuursdienst
(de banencarrousel van topambtenaren) en echte bescherming van klokkenluiders. Ook dient elke overheidsbrief een naam en e-mailadres of telefoonnummer te bevatten.
7. Onafhankelijk toezicht, door middel van een nieuwe toezichtwet die de positie van
toezichthouders versterkt en wettelijke vastlegt. Zodat toezichthouders sterker en onafhankelijk zijn en ingrijpen, ook wanneer er grote belangen op het spel staan. Denk aan de problemen bij Tata-steel of bij gaswinning in Groningen.
8. Luisteren naar échte, gewortelde maatschappelijke organisaties: bijvoorbeeld organisaties met een verenigingsstructuur.
9. Modellen moeten openbaar worden. Besluiten worden nu vaak genomen op basis
van modellen waarvan de aannames niet transparant zijn. Die aannames bepalen het beleid.
Ook moeten er minder voorlichters komen in Den Haag en meer onderzoeksinstituten.
10. Archieven moeten op orde komen. Geen archief betekent geen geheugen en dat betekent rechteloosheid en willekeur voor de burger.
Natuurlijk mogen de partijen in de formatie deze ideeën overnemen. Graag zelfs. Alleen
stond er in het formatiedocument nog geen hoofdstuk over nieuwe bestuurscultuur.
III. Concrete en lange termijn plannen om sociale grondrechten te borgenMet een nieuw sociaal contract kunnen ook de fundamentele en sociale grondrechten weer
beter geborgd worden – en dit vereist degelijke en lange termijn plannen, want de overheid
schiet ernstig tekort. Zo zijn de problemen in de rechtsstaat enorm: Drie personen dichtbij
een belangrijke kroongetuige zijn vermoord en dus slaagt de staat er niet in om te laten zie
wie echt de baas is op straat. Als grote productielocatie van synthetische drugs en als doorvoerparadijs van grote geldstromen heeft Nederland met twee mainports meer randvoorwaarden geschept voor bepaalde drugscriminaliteit dan voor volkshuisvesting. Er zijn grote
problemen in het onderwijs. Een kwart van de 14 en 15-jarigen in Nederland is functioneel
analfabeet (laaggeletterd). We kunnen geen kennissamenleving zijn op deze manier. De
woningnood is enorm, de dakloosheid is verdubbeld, honderdduizenden jongeren wonen
bij hun ouders en kunnen geen woning vinden, vakantieparken zitten vol met permanente bewoners, de wachtlijsten voor sociale huurwoningen bedragen in sommige gemeentes
twintig jaar en jongeren moeten liegen over overige schulden om maar kans te maken op
een koopwoning. Het tekort aan woningen bereikte in 2020 maar liefst 331.000 woningen.
En steeds meer mensen schieten onder het sociaal minimum - de afgelopen jaren steeg het
aantal mensen dat hulp kreeg van de voedselbanken naar 160.000.
De overheid dient de in de Grondwet omschreven kerntaken - onderwijs, volkshuisvesting,
bestaansminimum en de rechtstaat - weer volledig waar te maken. Dit betekent bijvoorbeeld concrete doelen voor het aantal en type woningen dat jaarlijks gebouwd wordt. Het
minimumloon en minimuminkomen moeten niet alleen worden verhoogd, ze moeten ook
worden herijkt. Tevens moet vast werk weer de norm worden en aantrekkelijk voor werkgevers.
Door samen te weken aan het realiseren van genoemde punten kunnen we een begin maken
met beter bestuur, met een bestuurscultuur die is verankerd in grondwettelijkheid en functioneren van de democratische rechtsorde. Laten we samen werken aan een bestuurscultuur
die weer uitgaat van openheid, van vertrouwen en dienstbaarheid.
Die verandering komt niet vanzelf, niet door slechts de wens hiertoe uit te spreken of allerhande beloftes te doen. Deze vergt een concrete inspanning van ons allemaal: van het
kabinet, van ambtenaren, van de pers, van het parlement – van ons allen, als burger en als
samenleving. Laten we als Kamerleden de eerste stap zetten en gezamenlijk – met het oog
op het algemeen belang en vanuit een houding van rechtvaardigheid - deze verandering
beginnen.
https://pieteromtzigt.nl/