abonnement Unibet Coolblue
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 04:32:04 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200294670
Etappe 14: Carcassonne - Quillan, 183,7 km

Nou jongens, waren we toch maar mooi getuige van geschiedenis. Het record van Eddy Merckx is geëvenaard, iets dat begin dit jaar nog schier onmogelijk leek. Mark Cavendish was eigenlijk al met pensioen, een paar jaar achter elkaar reed hij geen deuk in een pakje boter. Daar waren wel redenen voor, maar na zoveel tijd werd de kans dat hij ooit nog de weg omhoog zou vinden steeds kleiner. Dat was buiten Deceuninck-Quick Step gereden. De ploeg waar ze van iedere krabbelaar een wereldtopper weten te maken wist Cavendish weer op te lappen. Beter dan ooit, zelfs. Hoe dat kan? Omdat er altijd zo'n gezellige sfeer hangt bij de wolfpack. Een kritische benadering hoeven we niet te verwachten, terwijl die wel op z'n plaats is. Hoe kán dit? Even serieus, dit is een herrijzenis die eigenlijk niet te bevatten is. Kijk zijn uitslagen van de afgelopen drie jaar en kijk naar de uitslagen van dit jaar. Vertrouwen doet een hoop met een mens, gezond zijn ook, maar we missen nog een factor. Eentje waar we het verder maar niet over zullen hebben, want anders wordt Patrick Lefevere boos. Goed, Cavendish won dus in Carcassonne en pakte zijn 34e ritzege in de Tour. Hij staat nu officieel naast Eddy Merckx, iets wat instinctief toch verkeerd voelt. Een sprinter of een alleskunner, het is toch net niet hetzelfde. Buiten het feit dat Cavendish door de jaren heen belachelijk snel is geweest laat het ook zien dat er wat teveel vlakke ritten zijn, al heb ik niet het idee dat Thierry Gouvenou dit met me eens is. Voor we gingen sprinten gebeurde er wel het een en ander. Er waren nogal wat jongens die graag in de vlucht van de dag wilden zitten, maar bepaalde ploegen hadden toch een ander plannetje bedacht. De mannen van Quick Step, Alpecin en DSM sprongen wel een paar keer mee, maar namen nooit over. Het idee was dus om voor de sprint te gaan, begrijpelijk als je een shirtje van Quick Step draagt en veel minder begrijpelijk als je een andere ploeg dient. Even leek er een groepje van drie te rijden, maar die werden weer gegrepen en toen reed er een andere groep van drie weg. Pierre Latour, Omer Goldstein en Sean Bennett, een kansloze exercitie natuurlijk.

Toen dit drietal een paar minuten voorsprong bij elkaar had gefietst gebeurde er toch nog wat in het peloton, onder meer Stuyven deed nog z'n best om naar voren te rijden. Te laat, wat ook deels kwam door het lichtelijk agressieve blokkeren van de weg van Quick Step en Alpecin. Blijft een lelijk fenomeen, maar het werkt wel. De drie waren vertrokken en alle pogingen om de oversteek te maken werden snel in de kiem gesmoord. De rust keerde terug in het peloton en dat bleef zo tot op een kilometer of 60 van het eind. Tegen die tijd gingen een aantal renners vanuit het peloton opnieuw in de aanval, ook omdat de koplopers alweer bijna waren ingelopen. Niet veel later waren we getuige van een grote valpartij. Een lastige bocht terwijl er blijkbaar nogal wat grind lag op de weg, heel DSM vloog zo het skoekeloen in. Al waren dat niet de grootste slachtoffers, ze hadden vooral Team BikeExchange te pakken. Yates en Hamilton eruit, naar. Kluge ook, tja, toch weer een vervelende situatie. Na die valpartij werd er nog wat gedemarreerd, totdat men snapte dat het toch wat netter was om even te wachten. Alleen Jan Bakelants had het niet helemaal begrepen, schaam je Jan. De koplopers waren ondertussen nog maar met z'n tweeën, Latour en Goldstein vochten een vrij treurig gevecht uit in een poging de strijdlustigste van de dag te worden. Niet veel later gaven ze het op en werden ze ingerekend. Het signaal voor Quentin Pacher om dan maar in de aanval te gaan, zodoende komt het altijd nutteloze B&B toch nog even in beeld. Hij reed maar mooi een aantal kilometer op kop, totdat hij in de laatste 20 kilometer toch weer werd ingerekend.

In deze laatste 20 kilometer werd het lekker nerveus, er was een kleine kans op waaiers en dus werden er wat halfslachtige pogingen gewaagd om de boel uit elkaar te rijden. Dat lukte niet, de wind stond niet goed genoeg. Er wapperden wel een paar figuren af, maarja, boeiend. Daardoor werd het uiteindelijk gewoon een massasprint, waar de overmacht van Deceuninck-Quick Step weer zichtbaar was. Onderweg waren ze Declercq verloren bij de grote valpartij en Julian Alaphilippe haakte na veel werk onderweg ook redelijk vroeg af, maar ze hadden alsnog manschappen genoeg over. Een imponerende beurt van Cattaneo, goed werk van Asgreen, tja, wie levert er daar geen goed werk? DSM kwam in de laatste bocht nog even voorbij, maar Cees Bol kan er gewoon helemaal niets van. Barry Markus met een goede trein, zo mogen we hem inmiddels wel omschrijven. Was wel betrokken bij de valpartij en verspilde veel krachten bij het terugkomen, maar dat excuus hadden meer renners. Ballerini trok de sprint aan en Morkov liet een gat vallen, want zo snugger is die Deen wel. Ivan Garcia Cortina liet zowaar eens van zich horen en sprong achter Ballerini aan, deed ie goed. Garcia Cortina hield daarna lang stand, maar Morkov reed toch mooi naar hem toe. Er voorbij, en daarna Cavendish weer voorbij Morkov. Niets aan te doen, Cavendish wordt perfect gebracht en beschikt over voldoende explosiviteit om het iedere keer weer af te maken. Nummer 34 is binnen, je kunt er wel zeker van zijn dat nummer 35 ook nog gaat komen. Een mirakel, fantaustisch. Morkov werd zelfs nog tweede, Philipsen pas derde. Lekker gewerkt weer, Alpecin. Danny van Poppel vijfde, leuk voor Dommie. Voor het eerst een aankomst in Carcassonne die eindigt in een massasprint, en meteen wordt er geschiedenis geschreven. Sla deze stad maar een paar jaar over, ASO. Sla sowieso vlakke ritten maar over. Oh, wacht, dat gaan we de komende dagen ook doen. We duiken weer eens het weekend in en krijgen te maken met twee lastige ritten. De eerste van de twee is niet eens buitengewoon lastig, het is een heuvelrit die vooral geschikt lijkt te zijn voor de vluchters. De klassementsmannen houden zich waarschijnlijk gedeisd, of ze moeten toch wat inspiratie krijgen door het weer. Wellicht staat de wind goed, warm wordt het in ieder geval sowieso. Met een lange rit op vrijdag in de benen zullen de renners ook wat vermoeid aan het vertrek staan, wellicht wordt dit weekend dus net zo enerverend als het vorige weekend.




Het peloton gaat van start in Carcassonne, de stad waar Mark Cavendish gisteren geschiedenis schreef. Met dank aan Patrick Lefevere, Michael Morkov, Sam Bennett en Caleb Ewan, om maar een paar mensen te noemen. Enfin, het was in ieder geval goed om te zien dat het kasteel van Carcassonne niet meer zo verminkt is als een paar jaar geleden. Toen had een of andere kunstenaar de boel versierd met allerlei gele cirkels, dat zag er niet uit. Nu is het gewoon weer het ouderwetse Carcassonne, waar we te vaak zijn. Zoals er überhaupt teveel mensen zijn in Carcassonne, walgelijk toeristisch. De citadel stamt overigens uit de 13e eeuw, maar is in de 19e eeuw helemaal gerenoveerd. Toch jammer, maar nog steeds indrukwekkend. Enfin, volgens de organisatie moet je ook zeker even de Château Comtal en de basiliek van Saint-Nazaire bezoeken, als je toch in de buurt bent. Verder zijn ze hier vrij trots op hun Canal de Midi, een kanaal waar de renners aan het eind van de vorige rit al even langs mochten rijden. Buiten dat schijnt er weinig te melden te zijn over de stad zelf. In het roadbook staan er nog wel wat punten van aandacht, maar die bevinden zich eerder ver buiten de stad. Als je het kasteel en de kathedraal hebt bezocht kun je eigenlijk alleen nog maar naar het museum van de inquisitie, daar waar je op allerlei ideeën wordt gebracht om mensen te martelen. Zoals ze mij martelen door steeds naar bepaalde steden terug te keren. In Carcassonne krijgen ze ook een hard plassertje van het gegeven dat ze hier heel wat fietspaden aan het aanleggen zijn. Liefst 30 kilometer aan fietspad, jawadde! En dat moet verder worden uitgebreid, jemig. Er schijnen ook al heuse routes ontwikkeld te zijn, die je langs alle bekende plaatsen van Carcassonne brengen. Een app erbij, die meteen voor wat informatie zorgt. Met goedkeuring van Laurent Jalabert, want die komt hier enigszins uit de buurt en wordt dus bij dit soort projecten betrokken. Carcassonne is verder de stad van Mehdi Benhamouda, die kent u niet. Maar deze jongen is wel mooi prof. Niet omdat hij goed kan fietsen, wel omdat hij diabetes heeft. Een rasechte Novo NordiskGod, die dit jaar in vier koersen twee DNF's en één OTL heeft weten te noteren. Schandalig dat het roadbook hem niet noemt, dit is een jongen om te koesteren. Carcassonne koesteren we verder niet, pleurt maar een eind op met je mooie plaatjes, hier komt een lelijk plaatje. Tfoe.



Na de finish in Carcassonne volgt er ook weer een start in Carcassonne. We gaan van start aan de rand van het centrum en rijden tijdens de lange neutralisatie in een lange boog om dat centrum heen. Voor een deel over dezelfde wegen als gisteren, maar ik denk niet dat de renners dat in de gaten gaan hebben. Buiten het centrum van Carcassonne rijden we een tijd over het lokale industrieterrein en langs het lokale vliegveld. Aan het eind van dit gebied gaat de rit pas echt beginnen, we gaan de eerste kilometers van deze etappe over een brede, rechte en vlakke weg rijden. Het gaat elf kilometer zo goed als rechtdoor, een makkelijker begin is amper denkbaar. Tenzij het hard waait, want op een paar verdwaalde bomen en wat wijnranken na komen we voorlopig niets tegen. Na heel wat simpele kilometers over deze makkelijke weg gereden te hebben komen we uit in Montréal, jeetje, ben je voor je het weet ineens in Canada. Die Canadese flopkoersen gaan dit jaar gelukkig weer niet door, maar we werken alsnog een rondje af in Montréal. De brede weg loopt hier een kilometer of twee omhoog, eerst wat vals plat en dan volgt er een kilometertje aan 5%. Alvast een mooi moment voor de ambitieuze vluchters van de dag, al zijn we voor we het weten boven in Montréal. Daarna rijden we via een paar bochten een kilometer of twee naar beneden, een snelle afdaling. Aan het eind van dit afdalinkje slaan we linksaf een smallere weg in, hierna loopt het weer een tijdje vals plat omhoog. We volgen deze smallere weg een kilometer of vier, waarna we weer een bredere weg bereiken. Het terrein is hier toch licht glooiend, het gaat af en toe wat op en af. Redelijk wat bochtjes onderweg, met vooral veel akkers langs de kant van de weg. Na een tijd komen we uit bij een rotonde, hier slaan we rechtsaf. De renners rijden hierna relatief rechtdoor over een brede weg naar Belvèze-du-Razès, een beetje vals plat omhoog. Dit dorp, waar best mooie bomen staan, bereiken we na 24 kilometer. De passage in dit dorp is wat smaller, waarbij vooral opvalt dat er bomen op de weg staan. Serieus, geen grap. Het loopt nog wat verder vals plat omhoog, ook buiten het dorp. De komende acht kilometer gaat het vooral lichtjes omhoog, met aan het eind van dit stuk zelfs nog een kilometer aan 5%. Het is een beetje een obscuur weggetje, dwars door het platteland. Af en toe wat beschutting, vaak ook niet. Paar bochten, maar weinig boeiends. Tussendoor rijden we door de gemeente Escueillens-et-Saint-Just-de-Bélengard, die onder andere bestaat uit het dorpje Bellegarde-du-Razès. Dit is een weinig bijzonder dorpje, waar ook weer wat bomen half op de weg staan. Toch kent het dorp wel één bijzonderheid, het is namelijk de woonplaats van Simon Carr. De Britse Fransoos die dit jaar prof is geworden bij EF en al een paar sterke koersen reed is er helaas voor hem niet bij, hij reed de Giro. Desondanks een belangrijke passage voor hem en zijn dorpsgenoten, want de Tour is hier blijkbaar al sinds de jaren '60 niet meer geweest. We rijden bijna direct langs het huis van de familie Carr, het ligt hooguit 200 meter van het parcours. Enfin, Simon Carr dus, die naam kent u over een tijd wel als dat nu nog niet het geval is. Buiten dit dorp dat in de toekomst dus op de kaart gezet gaat worden zijn we bijna boven en volgt er een soort van afdalinkje richting Caudeval, waar we na 37 kilometer gaan uitkomen. Tijdens dit stukje in ligt dalende lijn rijden we langs Lignairolles, we komen in het bos een paar bochten tegen maar het stelt allemaal geen reet voor. In Caudeval, waar ze beschikken over een kasteel, slaan we uiteindelijk linksaf en daarna rijden we over een bredere weg verder.



Na de bocht naar links in Caudeval rijden we een kilometer of tien vooral rechtdoor over een vlakke weg, dwars door het Occitaanse platteland. Veel weides vol koeien, verder komen we niet veel tegen. Na een tijd laten we de brede weg achter ons en slaan we rechtsaf een smallere weg in, deze weg loopt wat meer door het bos. Het blijft voorlopig vlak, in de buurt van het grijze gehucht Courtauly komen we wel wat bochtjes tegen. Daarna rijden we verder door het bos richting Saint-Benoît, waar de eerste gecategoriseerde klim van de dag gaat beginnen. Als we bij het verlaten van het bos uitkomen in dit dorpje slaan we rechtsaf en bereiken we een bredere weg, die de komende drie kilometer omhoog zal lopen aan 5,3% gemiddeld. We zijn begonnen aan de Col du Bac, een klimmetje van de derde categorie. Bepaald geen lastige klim, een paar strookjes aan 7 à 8% maar over het algemeen gaat het meer aan 4 à 5% omhoog. De brede weg slingert door het volgende bos, mede dankzij het onberispelijke asfalt zal het een prima eerste klimmetje zijn. We komen na 51 kilometer boven op dit klimmetje, we mogen aannemen dat de vlucht tegen deze tijd wel echt gevormd is. Zo niet, dan hebben we al een vermakelijke aanvangsfase achter de rug. Na de klim gaat het vier kilometer naar beneden richting Montjardin, een afdaling die niet zo moeilijk zou moeten zijn. Twee haarspeldbochten in het begin en daarna een paar snelle bochtjes, maar het ziet er niet onoverkomelijk uit. De weg blijft breed en behoorlijk goed, al wordt het voorbij Montjardin wat minder. We rijden verder naar Chalabre, een plaats die we na 55 kilometer gaan bereiken. Dit is een bijzonder fraai dorpje, waar ze de beschikking hebben over een kasteel. In het centrumpje wordt het lekker bochtig, de renners rijden onder meer over een paar bruggen waar het wat smaller wordt. Als toerist zou je hier graag even afstappen en kijken naar de huisjes in deze omgeving. Die hangen half in de lokale rivier, altijd een fraai beeld. Enfin, de renners rijden vooral snel verder, op weg naar nieuwe oorden. Voorbij de brug met de overhangende huisjes is het nog even vrij bochtig, daarna gaat het buiten Chalabre een kilometer of vier redelijk rechtdoor over een door plantenen omsingelde weg.





Aan het eind van deze weg slaan we rechtsaf, waarna de renners acht kilometer lang dezelfde weg volgen richting La Bastide-sur-l'Hers. In eerste instantie kent de weg de nodige bochten en loopt het wat vals plat omhoog, maar zodra we door Sainte-Colombe-sur-l'Hers zijn gefietst, weer een dorpje met de nodige platanen, wordt de weg recht. Het terrein is grotendeels beschut, we rijden vooral langs de bomen af, al zal het af en toe ook open zijn. Het loopt ook wat vals plat omhoog, maar eigenlijk valt er tijdens dit deel van de rit weinig te beleven. Vlak voor La Bastide-sur-l'Hers komen we door Le Peyrat, via wat flauwe bochtjes komen we direct daarna uit in La Bastide, waar we een paar keer achter elkaar linksaf slaan om vervolgens een paar kilometer langs de Hers te rijden. Deze rivier volgen we vijf kilometer, al komt het water amper in beeld. We rijden vooral door het bos, over een bochtige weg die we ondanks een licht glooiend karakter toch gewoon vlak gaan noemen. Aan het eind van deze weg komen we uit in L'Aiguillon, waar het peloton rechtsaf slaat. Ze rijden hierna vijf kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg tot in Lavelanet, het dorp van de legendarische grabbelaar Fabien Barthez. Tijdens deze tocht over deze rechte weg komen we de tussensprint van de dag tegen, die zal na 76,7 kilometer volgen in de buurt van Lavelanet. Voorbij deze tussensprint slaan we even later bij een rotonde linksaf, waarna we langzaam op weg gaan naar de tweede echte klim van de dag. Een brede weg voert een kilometer of twee rechtdoor, waarna er een scherp bochtje naar links volgt. Via Villeneuve-d'Olmes, waar flink wat verkeersmeubilair ligt, rijden we naar Montferrier. Het is nog even vlak, maar richting Montferrier begint het al wat vals plat omhoog te lopen. Bochtig weggetje door het bos, als we in Montferrier uitkomen slaan we linksaf en pakken we ook weer wat bochten mee, tijdelijk in dalende lijn. Daarna begint het klimwerk, de komende vier kilomter gaat het aan bijna 9% omhoog, awel awel awel. Net als in de Tour van 2019 rijden we naar Montségur, alleen nu van de andere kant. Toen gingen we op weg naar Prat d'Albis, dat was een serieuze bergrit. Nu blijft het een heuvelrit, maar wel met een aantal pittige klimmetjes onderweg dus. De Col de Montségur mag je bijna een muur noemen, na een halve kilometer aan 9% gaat het een halve kilometer aan 4% omhoog, waardoor het gemiddelde zakt. Daarna gaat het anderhalve kilometer aan 9 à 10% omhoog, toch de moeite waard. Over een brede doch bochtige weg blijft het steil omhoog gaan, al komen we tussendoor ook nog een halve kilometer aan 7,5% tegen. Er staan veel bomen, maar als die bomen even zijn verdwenen zien we in de verte op de top van een steile berg het lokale hoogtepunt liggen, het Château de Montségur. Veel tijd om te genieten van dit prachtige beeld hebben de renners niet, want in de laatste kilometer van de klim gaat het nog even doodleuk aan 9% omhoog.




De top van de Col de Montségur bereiken de renners na 89 kilometer, het is een klim van de tweede categorie. Deze kant is veel moeilijker dan de andere kant, in 2019 spraken we namelijk van negen kilometer aan 5%. Dat is de weg die we na de klim naar beneden gaan volgen, een lange maar minder steile afdaling dus. Voor we gaan dalen staan we nog even stil bij dat kasteel boven op de hoge rots, het Château de Montségur. Een kasteel van de katharen. Hét kasteel van de katharen, zelfs. Wikipedia komt met de volgende geschiedenisles: In 1204, toen paus Innocentius III zijn strijd tegen de katharen begonnen was (wat in 1209 tot een kruistocht leidde) werd de ruïne van een oude vesting op deze bergtop door de katharen herbouwd. Dit bolwerk werd in 1232 door de Kathaarse bisschop van Toulouse uitgeroepen tot het zenuwcentrum van het katharisme. In 1243 was het Kasteel van Montségur de belangrijkste vesting van de katharen. Tijdens de derde Albigenzische Kruistocht belegerde het kruisvaardersleger de burcht, aanvankelijk zonder succes. Katapulten konden niet gebruikt worden wegens de grote hoogte waarop de vesting stond. Dit veranderde toen een groepje soldaten er op een nacht in slaagde een nabijgelegen toren in te nemen, zodat de kruisvaarders vanaf ongeveer dezelfde hoogte de burcht konden bestoken. Op 16 maart 1244 gaven de katharen en hun verdedigers (niet iedereen in de burcht was van het kathaarse geloof) zich over. Bij hun overgave kregen de katharen en de verdedigers de keuze tussen zich te bekeren tot het officiële christendom of de brandstapel. Tussen de 200 en 225 katharen die zich in Montségur bevonden kozen vrijwillig voor de brandstapel. Ter nagedachtenis van hen werd een monument opgericht aan de voet van de berg. De burcht van de katharen werd met de grond gelijk gemaakt. In de drie eeuwen daarna is de tegenwoordige burcht door Franse troepen als ganizoen gebouwd en uitgebreid. Jezus, wat veel overbodige informatie eigenlijk. Maar hey, het gaat wel weer mooie plaatjes opleveren. Tijd om te gaan dalen, we gaan naar Bélesta fietsen. Op de top van de klim rijden we over een brede parkeerplaats, maar de weg krijgt snel weer een normale breedte. In het begin van de afdaling komen de renners meteen een stuk of vijf haarspeldbochten tegen, hier gaat het behoorlijk serieus naar beneden. We rijden langs het nietige dorpje Montségur af, eenmaal voorbij het dorp merken we dat de weg veel rechter wordt en de afdaling dus wat minder lastig. Toch komen we even later een nieuwe fase vol haarspeldbochten tegen, het zijn er ditmaal vier. Daarna rijden we weer wat meer rechtdoor ver, tussen enkele imponerende rotswanden door. Verder naar beneden komen we nog een x-aantal snelle bochten tegen, maar ook een aantal blinde bochten. Geen supermakkelijke afdaling, al is het lastige deel van deze afzink niet zo lang. Het gaat een kilometer of vijf serieus naar beneden, de rest van de afdaling gaat het meer rechdoor over een weggetje vals plat omlaag. We komen uit in het dorpje Fougax, waar het lekker bochtig wordt. Maar het is tegen deze tijd wel zo goed als vlak ondertussen, dat gaat het dan weer makkelijker maken. Na alle bochten in Fougax rijden we wat meer rechtdoor verder over een vlakkere weg naar Bélesta, een plaatsje dat we na 103 kilometer gaan bereiken.



Onderweg naar Bélesta komen we langs de Fontaine de Fontestorbes, weer een mokervette resurgentie. Wat en pracht en praal ook weer tijdens deze rit, de Franse VVV kent geen rustdagen. Als we eenmaal Bélesta bereikt hebben komen we een stevige bocht tegen, zo'n ding van 180 graden. Daarna verlaten we dit stadje weer voor we het goed en wel bereikt hebben, haha doei. Buiten Bélesta loopt de weg meteen omhoog, we zijn begonnen aan de volgende klim van de dag. Een klimmetje met een indrukwekkende naam, de Col de la Croix des Morts. Het kruis van de doden, als dat maar geen voorbode is. We rijden het duistere bos van Bélesta in, waar de weg in het begin van de klim via een aantal bochten vrij steil omhoog zal lopen. In de eerste kilometers van de klim gaat het eerst aan 6% omhoog en daarna aan 5% alvorens we gaan beginnen aan twee steile kilometers. Kilometer aan 9% en eentje aan 8,5%, toch wat straffen toebak vandaag. Al is het laatste stuk van de klim een stuk makkelijker, in de laatste drie kilometer gaat het maar aan een procent of drie omhoog, met aan het eind nog een kilometer aan 4%. Paar haarspeldbochten richting de top, maar steil wordt het dus niet meer. De top ziet er niet zo indrukwekkend uit, omdat we door een donker bos fietsen. Een kruis zie ik niet meteen, domper op de grafstemming. Volgens Wikipedia is er wel een kruis, maar goed verstopt blijkbaar. Wikipedia weet ook meteen te melden dat deze klim debuteert, toch een fijne toevoeging. De Col de la Croix des Morts is een klimmetje van de tweede categorie, het is 6,8 kilometer aan 5,7% omhoog gegaan. Het gemiddelde zakt drastisch door het tweede deel van de klim, maar we komen toch wat deftige klimkilometers tegen. Voorbij de klim rijden we een kilometer of tien verder over een plateau. Een lastig te omschrijven weg. We bevinden ons nog steeds in een bos, waar het vrij bochtig is. Het gaat wat op en af, maar je zou het als overwegend vlak kunnen beschouwen. Een interessante passage wel, in de kopgroep kan het hier alvast lekker tactisch worden.




Nadat we een tijd over dit plateau gereden hebben pakken we een bochtje naar links mee, waarna we het bos achter ons laten en juist wat meer door de open velden gaan fietsen. Het gaat nu een paar kilometer rechtdoor over een brede weg naar Espezel, terwijl het zo goed als vlak is. In de buurt van Espezel slaan we dan weer rechtsaf, op weg naar een korte afdaling. We bevinden ons na een kort uitstapje in het departement Ariège weer in het departement Aude, voor de volledigheid. In de Aude gaat het nog even rechtdoor over een vlakke weg, alvorens we drie kilometer naar beneden gaan rijden. Dit wordt niet zomaar een afdaling, want we komen drie stevige haarspeldbochten en nog wat ander bochtenwerk tegen. Iets matigere weg hier, terwijl we weer eens door een bos fietsen. Toch maar even opletten, derhalve. Beneden slaan we rechtsaf, waarna de volgende klim niet lang op zich laat wachten. Het is even een paar meter vrij vlak, voordat we linksaf een bijzonder smalle weg in gaan slaan. De renners rijden over een smal bruggetje en daarna gaat het eigenlijk direct weer omhoog, steil omhoog zelfs. De Côte de Galinagues is de volgende traktatie van de dag, een klimmetje van de derde categorie. Het gaat 2,2 kilometer omhoog aan 9%, dat wordt lachen. Vooral omdat dit klimmetje in het begin achterlijk steil. In de eerste halve kilometer gaat het continu aan meer dan 10% omhoog, we halen zelfs een paar hectometer achter elkaar 19%. En dat praktisch vanuit stilstand na de bocht over de smalle brug, er schijnt hier morgen ook een parkeermeter geplaatst te worden. Enfin, dat steile deel duurt dus maar een halve kilometer, daarna is het restant van de klim wat makkelijker. Ook al komen we nog een paar steile hectometers tegen, het gaat verder toch vooral aan beschaafde percentages omhoog. Na 126 kilometer komen we boven op deze Côte de Galinagues, een klimmetje met een smalle weg dwars door een bos. Na de top van de klim rijden we ineens door de open velden, het wonderlijke feit doet zich voor dat we opnieuw over een plateau gaan fietsen. De komende zeven kilometer zal het vooral vlak en recht zijn, met eventueel een mogelijkheid voor de wind om ook een rol te spelen. Dit obscure weggetje dwars door het midden van het niets brengt ons ook door het boerengehucht Rodome, waar wel wat listige bochtjes liggen. Buiten Rodome gaan we weer vooral verder dwars door de open velden over een weg die waarschijnlijk niet veel gebruikt wordt in het dagelijks leven.




Dit obscure weggetje kent ook wat bochten in de buurt van het dorpje Aunat, maar het wordt pas echt leuk in de omgeving van Bessède-de-Sault. Hier beginnen we aan een afdaling van een kilometer of zes richting de Gorges de Saint-Georges, weer een stukje dat natuurschoon dat op ons aan het wachten is. Moeten we daar wel eerst heelhuids aan zien te komen, want deze afdaling wordt lastig. Het begint met een scherpe bocht naar rechts, even later gaat de wat smallere weg bijzonder scherp naar links. Op dit punt zie ik zomaar een paar renners in het decor verdwijnen, een gevaarlijk bochtje. We komen hierna uit in Bessède-de-Sault, een mooi gelegen dorpje. Voorbij het dorp blijft het bochtig, we komen een aantal scherpe en onoverzichtelijke bochten tegen. Daarnaast treffen we onderweg ook een paar haarspeldbochten aan, vooral aan het eind van de afdaling. Al bij al een lastige en gevaarlijke afdaling, hier ga ik met een bang hartje naar kijken. Gelukkig duurt het slechts zes kilometer, daarna slaan we in het gehucht Gesse linksaf en volgt er een makkelijkere tocht door de kloof die de rivier Aude in de loop der jaren heeft uitgesleten. We volgen deze wege een kilometer of tien tot in Axat, terwijl het steeds een beetje vals plat naar beneden blijft lopen. Het wordt wel een bochtige tocht, maar de weg is inmiddels breder en vlakker. Dit zou het toch een stuk aangenamer moeten maken, waardoor de renners met een beetje mazzel zelfs zouden kunnen genieten van de natuur. We fietsen direct langs het water en zien met het verstrijken van de kilometers steeds meer imponerende rotswanden in beeld komen, het wordt steeds mooier. De laatste kilometers voor Axat spat de natuurporno helemaal van je scherm af. Overhangende rotsen, alles. De kloof wordt zo smal dat je er bijna claustrofobisch van zou worden, schitterend. Toch komt er ooit een einde aan al deze schoonheid, als we na 146 kilometer Axat bereiken is van die hele kloof geen sprake meer. Wel rijden we hier nog onder een mooie brug door, ook wat waard. We bevinden ons hier op een kleine 40 kilometer van het eind, de finale kan bijna gaan beginnen. Voordat we aan de laatste klim van de dag beginnen komen we wel eerst nog een ongecategoriseerd hupje tegen, de Col du Campérié.



Als we door Axat zijn gereden gaat het nog een kilometertje rechtdoor verder over een vlakke weg, terwijl we nog eens onder een mooie brug door gaan fietsen. Aan het eind van deze weg slaan we bij een rotonde rechtsaf, waarna de Col du Campérié begint. Het gaat 3,3 kilometer omhoog aan 3,6% gemiddeld, een klimmetje van drie keer niks dat na alles wat we vandaag al hebben gehad toch vervelend zal aanvoelen. De weg omhoog is breed, waardoor het praktisch vlak lijkt te zijn. Is toch niet helemaal het geval, weten we nu. De weg kent een paar flauwe krommingen, maar omdat het zo breed is merken we daar ook al weinig van. De omgeving is bosrijk, van eventuele wind hebben we hier ook al geen last. Na de klim gaat het acht kilometer vals plat naar beneden richting Caudiès-de-Fenouillèdes, waar de voet van de slotklim ligt. Deze afdaling, voor zover we over een afdaling mogen spreken, is totaal niet lastig. We rijden onderweg een keer over het spoor en komen in het dorpje Puilaurens een tijdelijke versmalling en wat verkeersmeubilair tegen. In de buurt van Puilaurens ligt ook een kasteel dat ooit van de katharen was, schijnbaar was het zelfs een van de laatste kathaarse bolwerken. Uiteraard weer gelegen hoog weggestopt op een rots, als je het kasteel wil bekijken moet je een flinke klim afwerken. De renners gaan er weinig erg in hebben, het is vanaf de weg niet direct te zien. Buiten Puilaurens lijkt deze weg eigenlijk gewoon zo goed als vlak te zijn, ofschoon het officieel wel naar beneden loopt. Even later komen we vlak voor we Caudiès-de-Fenouillèdes betreden zelfs nog een kort stukje in stijgende lijn tegen, de renners krijgen het weer niet cadeau vandaag. Als ze even later dit dorp bereiken wordt het ook weer lekker bochtig, na een lange bocht naar links en eentje naar rechts slaan we in het centrum nog eens linksaf. We duiken een smallere straat in, waar we even later het asfalt inruilen voor steentjes. Op dat moment slaan we rechtsaf en even later volgt er een lange bocht naar links. We zijn weer terug op het asfalt, maar tijdens de bocht wordt de weg nóg smaller, leuke passage wel weer. We rijden aan de rand van Caudiès-de-Fenouillèdes over een bruggetje, slaan daarna rechtsaf en werken vervolgens toe naar de laatste klim van de dag.



Het is nog even vlak, maar de Col de Saint-Louis laat al snel van zich horen. De komende 4,7 kilometer gaan we aan 7,4% klimmen, het gaat een stevige uitsmijter worden. De eerste kilometers van de klim rijden de renners vooral rechtdoor over een relatief smalle weg. Niet echt smal, maar in vergelijking met de snelweg in aanloop naar Caudiès-de-Fenouillèdes wel. In het begin rijden we enigszins door de open velden, maar na verloop van tijd wordt de omgeving steeds mooier. We rijden eigenlijk weer een kloof binnen, waar de rotswanden beginnen te domineren. In de eerste kilometer van de klim gaat het aan 6,5% omhoog, daarna gaat het in de tweede kilometer zelfs aan 12% omhoog. Dit is de kilometer waar het moet gebeuren, als het nog niet gebeurd is. Het lijkt niet eens bijzonder steil, vooral omdat het gewoon rechtdoor omhoog gaat. In de derde kilometer van de klim wordt het weer wat makkelijker, het gaat nu nog maar aan 6,6% omhoog. Het is wel hier dat we het mooiste moment van de klim gaan beleven, de Col de Saint-Louis gaat de wereld versteld doen staan. De renners slaan linksaf en rijden onder een brug door. Daarna volgt er een lange, lange bocht naar rechts. Aan het eind van deze bocht rijden we ineens over die brug! Wauw, fantastisch, schitterend, formidabel. Broekje uit, nooit meer aan. De omgeving is hier ook op z'n mooist, overal rotsen te zien. Voorbij de brug, die door de organisatie ook wel de Escargot wordt genoemd, wordt de klim een stuk bochtiger, terwijl de bomen het weer gaan winnen van de rotsen. Je mag het ook een viaduct noemen in plaats van een brug, dat maakt verder allemaal niet uit. De slak dus, vroeger een geliefde plek voor dieven die van plan waren postkoetsen te overvallen, dat is een sterke anekdote van Thierry Gouvenou. Die deze klim zelf ontdekt schijnt te hebben, toch een beetje de Louis van Gaal van de koers. Het zwaarste gedeelte van de klim zit erop, in de laatste 1,7 kilometer gaat het redelijk gelijkmatig aan 5% omhoog. Na 166,8 kilometer, op 17 kilometer van de finish, komen we boven op deze fraaie klim. Er liggen bonificaties op de top, al lijkt het er niet op dat dit vandaag veel invloed gaat hebben. Dat heeft het nooit, eigenlijk. Ik beschouw deze klim wel als een mooie ode aan ONZE nieuwe bondscoach, de enige Louis die zichzelf echt heilig mag noemen. Na de top van de klim van tweede categorie loopt het overigens nog een kilometertje wat vals plat omhoog verder naar de grens van de departementen Aude en Pyrénées-Orientales, waar eigenlijk de echte top van de klim ligt.





De Col de Saint-Louis debuteert in de Tour, de afdaling gaat daardoor net als de klim een onbekende factor zijn. Het wordt wel een lange afdaling, het gaat eigenlijk zo'n beetje naar beneden tot op vier kilometer van het eind. De weg omlaag is niet superbreed, maar in principe breed genoeg. Geen snelweg zoals we zagen in de afdaling van de Ventoux, maar het is te doen. Het asfalt was tien jaar geleden wel verre van optimaal, maar ik ga er vanuit dat ze dat ondertussen wel een keer hebben opgelapt. In de eerste twee kilometer van de afdaling gaat het wat lafjes vals plat naar beneden dwars door een bos, waar hooguit wat flauwe bochten zijn te vinden. Het gaat vooral rechtdoor, even later zelfs een stukje in stijgende lijn. Pas na een kilometer of vier begint het echt op een afdaling te lijken, we komen tegen deze tijd zowaar ook een aantal echte bochten tegen. Vooral snelle bochtjes, die elkaar zo nu en dan ook in hoog tempo opvolgen. Een aantal bochten zijn wat onoverzichtelijk, het is derhalve zeker niet de makkelijkste afdaling ooit. Ook weer niet de moeilijkste, het mag toch eigenlijk niet teveel problemen opleveren. Het bochtige deel en lastige deel van de afdaling is eigenlijk maar een kilometer of vier lang, daarna rijden we een kilometer of twee redelijk rechtdoor naar de volgende bochtige fase. Een bocht of vijf achter elkaar. Ook wel enigszins lastig, maar niet zo moeilijk als dat eerdere deel. Als we dat achter de rug hebben gaat het helemaal rechtdoor verder naar beneden, tot op minder dan drie kilometer van het eind. We komen tussendoor uit in de buurt van het gehucht Laval, waar de weg even kort een paar meter omhoog loopt. Buiten het bos fietsen we ineens door een open veld, waar de wind vrij spel heeft. Na dit korte knikje omhoog gaat het weer behoorlijk rechtdoor verder licht naar beneden tot op vier kilometer van de finish. Het is amper merkbaar dat het hier naar beneden gaat, maar het knikje omhoog dat op vier kilometer van het eind begint valt dan wel weer op. Niet heel steil en niet heel lang, toch vervelend. Op drie kilometer van het eind krijgen we met een lange en flauwe bocht naar links te maken, terwijl de weg nog een beetje vals plat stijgt. Vervolgens gaat het licht naar beneden, totdat we op 2,5 kilometer van het eind linksaf slaan. We komen op een bredere weg terecht die ons naar Quillan gaat brengen, waar de rit eindigt. Deze weg gaan we zelfs helemaal volgen tot aan de finish, al krijg je dat idee niet echt omdat we toch nog wat bochten tegenkomen. In eerste instantie gaat het rechtdoor naar beneden, daarna begint de weg op anderhalve kilometer van het eind weer wat vals plat omhoog te lopen. Ook in de slotkilometer gaat dit zo blijven, we komen toch nog een paar meter hoger uit. Op anderhalve kilometer van het eind gaat de brede weg eerst flauw naar links en daarna flauw naar rechts, waarna we in de laatste kilometer een echte bocht naar rechts aantreffen. Met een vluchtheuvel, was in het geval van een sprint nog best link geweest. We rijden vervolgens over een brug die ons naar de andere kant van de Aude brengt. Aan de andere kant van het water gaat het flauw naar links, een lange en lopende bocht die pas op een meter of 250 van het eind eindigt. In de slotmeters gaat het rechtdoor naar de finish, een beetje vals plat omhoog.



Voor het eerst in de gehele Tourgeschiedenis eindigt er een rit in Quillan, een plaats met 3300 inwoners in het departement Aude, regio Occitanië. In het slot van de rit reden we een aantal kilometer door een ander departement, dat van Pyrénées-Orientales, maar we zijn toch weer geëindigd in de Aude. In een omgeving waar volgens Wikipedia naast Frans ook Catalaans wordt gesproken, jemig. Dat verklaart wel meteen de naam van de bekendste lokale renner, Jesus Martinez. De beste man was in de jaren '50 prof en wist in die tijd onder meer de GP du Midi-Libre te winnen. Die koers kwam een paar jaar aan in Quillan, om maar aan te geven dat ze hier wel iets hebben met de koers. Sterker nog, ze hebben hier heel veel met de koers. Het oudste criterium van Frankrijk wordt sinds 1938 georganiseerd in deze plaats. Alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog en in 2020 ging het feest niet door, verder zijn hier alle jaren alle grote renners gepasseerd. Wat Stiphout of Boxmeer is voor Nederland is Quillan voor Frankrijk, zou je kunnen stellen. Romain Bardet was in 2019 de laatste winnaar van het criterium dat standaard na de Tour wordt georganiseerd, praktisch altijd op 15 augustus. Daarom is het best gek dat de Tour hier nog nooit eerder was, je zou toch zeggen dat zo'n plaats tot de verbeelding spreekt. Je zou ook zeggen dat ze hier geld genoeg hebben, want zo'n criterium organiseer je ook niet zonder centen. Blijkbaar hadden ze dankzij het afgelasten van de editie van 2020 wat geld over en kon daarom de Tour binnengehaald worden, heel slim. In de Ronde de l'Isard van 2017 ging hier ook een rit van start, die zou eindigen op Plateau de Beille. Daar won Bjorg Lambrecht, de betreurde Bjorg Lambrecht. Blijft pijnlijk. In de Tour van 2013 reden we onderweg naar Ax 3 Domaines blijkbaar al eens door Quillan, maar nu is het hele circus voor het eerst echt op bezoek. In deze plaats waar iedere zomer wordt gekoerst hebben ze daarnaast wel iets met rugby. De lokale rugbyclub werd in 1929 kampioen van Frankrijk en zou in de jaren daarna uitgroeien tot de eerste club die spelers van andere clubs ging overnemen. Er zat blijkbaar een rijke industrieel achter de club, die al vroeg het verkeerde voorbeeld gaf. Een gewelddadige club ook, volgens de anekdote op de officiële site van de Tour. Nu is rugby sowieso een sport voor proleten, geen verrassing derhalve. In Quillan vinden we aan de oevers van de Aude een fraaie oude stenen brug, enkele fraaie huisjes en zelfs de overblijfselen van een kasteel. De lokale kerk zou ook de moeite waard moeten zijn, alsmede het lokale stadhuis en het voormalige badhuis dat nu een toeristisch informatiecentrum is. Verder kun je hier kanoën en kayakken op de Aude, absoluut de moeite waard. Vooral omdat je in deze omgeving wel meer mooie kloven hebt. Je kunt van Quillan op een snellere manier naar Axat fietsen dan wij hebben gedaan, als je de snelle weg volgt kom je door de Gorges de la Pierre-Lys, wonderschoon. Kicken riviertje, de Aude. Nou, prima plekje dus, dat Quillan.



In startplaats Carcassonne wordt het vandaag weer lekker warm, 31 graden in de middag. Er is geen kans op regen, maar er zou best wel eens een stevig briesje aanwezig kunnen zijn. De wind komt vanuit het oosten, 15 km/u. Dan hebben we in de eerste kilometers wind in de rug, dat gaat een lekker snelle aanvangsfase worden. Na een tijd is er zelfs wat kans op wind schuin in de rug, oei. Ik zeg niet dat we gaan waaieren, maar ik zeg wel dat je meteen je groteske lijf op de bank moet deponeren. Het is niet overal even open en het waait ook weer niet direct enorm hard, maar het is allicht interessanter dan tegenwind. Na een tijd schijnt de wind overigens wel te gaan draaien, maar dan hebben we de heuvelzone al bereikt. Tegen die tijd zal het allemaal wat minder uitmaken, al komen we onderweg wel de nodige open velden tegen. Als we na de Côte de Galinagues over een plateau fietsen waar vooral veel gras ligt zou de wind zomaar schuin in de rug kunnen staan, dat zijn van die momenten dat de rit een spectaculaire wending kan krijgen. Al wil ik niemand enthousiast maken, we houden het er voorlopig op dat het niet hard genoeg waait en dat het peloton sowieso een snipperdagje neemt. In finishplaats Quillan wordt het ook veel te warm, eveneens 31 graden. Geen kans op regen, de wind komt vanuit het noordwesten. Dat wil zeggen dat we op de slotklim en in de afdaling met tegenwind te maken hebben. Over het algemeen zullen de renners daar niet veel last van ondervinden, het is pas in de laatste vijf, zes kilometer dat de wind echt invloed kan hebben. Kan alsnog lang zijn als je in je eentje op kop rijdt met een groepje achter je, maar goed. Om 12:25 staan de renners aan het vertrek, na een lange neutralisatie van een kwartier gaat het gevecht om in de vlucht van de dag te geraken om 12:40 pas echt beginnen. De NOS heeft zoiets van: wij snappen geen klote van de koers. Dus beginnen ze er pas om 13:40 aan, mokerdom tijdens zo'n rit. De Belg is ditmaal helaas niet superieur, ook Michel en José beginnen pas om 13:40 aan hun verslag, onnozelaars. Dat wordt weer naar Eurosport koekeloeren dus, hoe kan deze rit in jozefsnaam niet integraal worden uitgezonden? Nouja, behalve door Eurosport dus. PLAYER en Eurosport 2 zijn er al voor de start bij. Er is geen excuus om deze start te missen. Er is ook geen excuus om de finish te missen, die wordt relatief vroeg verwacht. Ergens tussen 16:48 en 17:13 is het alweer voorbij.



Ja, dit wordt natuurlijk een rit voor de vluchters. Een van de weinige heuvelritten van deze Tour, enigszins vergelijkbaar met de rit naar Le Creusot. Die rit was wel een stuk langer, maar er is alsnog geen enkele klassementsrenner die hier de boel gaat willen controleren. Nee, die mannen zitten nu al met hun hoofd in Andorra. Dit wordt een rit met een aanvang die echt enorm vergelijkbaar gaat zijn met de etappe die eindigde in Le Creusot. Oftewel, we gaan beginnen met een spervuur aan demarrages. Het halve peloton zal in de vlucht willen zitten, zo'n beetje. Je kunt de namen eigenlijk al opschrijven, maar door de vele aanvallen gaat het toch weer een loterij worden. De beter klimmende sprinters zullen zich wel roeren, de wat klassiekere types, en dan dan natuurlijk de klassieke rittenkapers. Nouja, eigenlijk praktisch iedereen, al zullen de de mannen die voor de bergtrui gaan waarschijnlijk ook nog even een dagje wachten. Enfin, een vrij vlakke aanloop met wind in de rug, dit gaat wel even duren. De kans lijkt me vrij groot dat we heel wat kilometers moeten gaan wachten, misschien wel tot de eerste echte klim van de dag. Zou leuk zijn, dan zijn Michel en José er misschien nog wel op tijd bij. Maarja, vluchters dus, iets anders kan ik me niet voorstellen. Even vijf namen oplepelen die je zelf ook wel had kunnen bedenken. Geen actie tussen de klassementsmannen, gok ik. Tenzij het ineens harder gaat waaien dan verwacht, de wind zou eventueel iets kunnen doen. De beklimmingen niet echt, ook al zijn ze niet makkelijk. Toch niet moeilijk genoeg om iemand te verleiden tot een aanval. Sparen voor Andorra, niets aan te doen.
1. Aranburu. Ik zag hem gisteren een paar keer in de aanval gaan en ik zag hem zesde worden in de sprint, toen kreeg ik INEENS zo'n gevoel. De benen zijn goed en die gaat hij vandaag verzilveren. Aupa!
2. Mohoric. Want die won in Le Creusot, en deze rit gaat daarvan praktisch een kopie worden. Een grote kopgroep, waarin je er vooral voor moet zorgen dat je op tijd weg bent. Ze zullen hem nu iets beter in de gaten houden, waardoor hij zijn succes niet kan herhalen. Al is die afdaling aan het eind natuurlijk in zijn voordeel, maar als ze beter op hem letten zit hij bergop normaal gesproken in de problemen. Toch wat pittige beklimmingen onderweg, maar dat was onderweg naar Le Creusot ook het geval. Al zou ik toch zeggen dat deze rit qua klimwerk lastiger is, maarja, het zal ook een beetje afhangen van het moment van ontstaan van de kopgroep. Jeetje, open deur. Stel je voor dat ze op een klim wegrijden, dan krijg je ineens andere namen, goh. Het zal daarvoor gebeuren, zeg ik nu, en dus is Mohoric mee.
3. Asgreen. Lekker typische namen noemen, hoera. Alaphilippe heb ik ondertussen niet veel vertrouwen meer in, al blijft het een vreemde patriot. Als ze voor het echte klimwerk begint zijn vertrokken zit Asgreen wel mee. Sowieso wel weer een dag om de Denen in de gaten te houden, als ze mogen en kunnen. Kragh Andersen, maarja, die lag gisteren in de bosjes. Cort Nielsen, maarja, die moet misschien weer op Uran passen. Asgreen lijkt minder vraagtekens te hebben, als je het zo bekijkt.
4. Stuyven. Heb ik nu iedereen genoemd die mee was onderweg naar Le Creusot? Zo'n beetje wel. Lekker makkelijk. Stuyven klimt zo nu en dan behoorlijk goed deze Tour, dus dan moet dit ook wel lukken. Al kun je ook niet uitsluiten dat Mollema vandaag weer mee is, maar daar ben ik na zijn strapatsen in de Giro en ook in deze Tour wel weer op uitgekeken.
5. Van Aert. Zit uiteraard wel mee, maar dan gaat het natuurlijk iedereen tegen Wout zijn en er is nu geen Ventoux waar hij de boel kan corrigeren. Eveneens vergelijkbaar met de rit naar Le Creusot, lachen joh.

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_200294685
Ik zat al in WLR te kijken
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
pi_200295124
De Katharen en hun onmogelijk gebouwde kastelen _O_
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 09:05:28 #4
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200295375
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 00:45 schreef Koffieplanter het volgende:
Fraile zei vandaag op de Spaanse televisie dat hij gisteren niet mee mocht in de ontsnapping. Geen orders vanuit de auto, maar van Lutsenko himself. Dat vind ik minstens zo lachwekkend als de strategieën van Wanty.
Ook geen Oeroeboeroe of Izaguirre vandaag in de aanval?
pi_200295888
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 08:26 schreef Dale__Cooper het volgende:
De Katharen en hun onmogelijk gebouwde kastelen _O_
Die kastelenband daar is echt ongekend _O_
  Redactie Sport zaterdag 10 juli 2021 @ 10:01:56 #6
274204 crew  Mexicanobakker
pi_200295912
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 09:05 schreef Momo het volgende:

[..]

Ook geen Oeroeboeroe of Izaguirre vandaag in de aanval?
Ik kan me niet voorstellen dat Luts 5 helpers nodig heeft.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 10:08:24 #7
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200295963
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 10:01 schreef Mexicanobakker het volgende:

[..]

Ik kan me niet voorstellen dat Luts 5 helpers nodig heeft.
  zaterdag 10 juli 2021 @ 10:17:05 #8
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_200296031
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 08:26 schreef Dale__Cooper het volgende:
De Katharen en hun onmogelijk gebouwde kastelen _O_
Door de missende hoofdletter dacht ik dat ze last hadden van kattenharen in dat kasteeltje _O-
pi_200296225
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 08:26 schreef Dale__Cooper het volgende:
De Katharen en hun onmogelijk gebouwde kastelen _O_
In de Kaukasus kunnen ze er ook wat van. Oeroude klooster boven op de meest onmogelijk bergtoppen.
  zaterdag 10 juli 2021 @ 10:42:46 #10
268045 Boezeidekoe
Ik ben een tong80 fan,jij ook?
pi_200296254
Dit wordt genieten.
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 10:51:24 #11
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200296322
twitter
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 10:59:31 #12
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200296417
twitter
  zaterdag 10 juli 2021 @ 11:36:01 #13
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_200296846
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 10:59 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]
Soren zegt krak ;(
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 11:42:56 #14
355459 crew  noodgang
noodgang
pi_200296935
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 10:59 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]
Dus met een hersenschudding gewoon naar de finish gefietst gisteren :{
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 11:43:38 #15
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200296945
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 10:17 schreef hhh38 het volgende:

[..]

Door de missende hoofdletter dacht ik dat ze last hadden van kattenharen in dat kasteeltje _O-
Maar je schrijft het ook zonder hoofdletter.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  zaterdag 10 juli 2021 @ 11:45:44 #16
187810 Szura
Kijk eens aan!
pi_200296985
quote:
1s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 11:42 schreef noodgang het volgende:

[..]

Dus met een hersenschudding gewoon naar de finish gefietst gisteren :{
Ze leren het nooit
Lekker zuipen, lekker dansen en daarna lekker neuken.
  zaterdag 10 juli 2021 @ 11:46:45 #17
262211 hhh38
Duistere driften en afgoderij
pi_200296999
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 11:43 schreef Rellende_Rotscholier het volgende:

[..]

Maar je schrijft het ook zonder hoofdletter.
De Nederlandse taal moet weer eens dwars doen
  FOK!fotograaf zaterdag 10 juli 2021 @ 11:57:30 #18
842 Zorro
Z
pi_200297157
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 11:46 schreef hhh38 het volgende:

[..]

De Nederlandse taal moet weer eens dwars doen
Even opgezocht. DAT ONTHOUDT TOCH NIEMAND!
https://woordenlijst.org/leidraad/16/3
Un dann rettet kein Kavallerie,
keine Zorro kümmert sich dodrömm.
Dä piss höchstens e " Zet " en der Schnie
  Redactie Sport zaterdag 10 juli 2021 @ 12:00:26 #19
260853 crew  DeLuna
Luna van Pino O+
pi_200297196
quote:
6s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 11:57 schreef Zorro het volgende:

[..]

Even opgezocht. DAT ONTHOUDT TOCH NIEMAND!
https://woordenlijst.org/leidraad/16/3
Hier ging ik helemaal van het padje:

We schrijven dus een plakje edammer, maar een plakje Edammer kaas. Alleen in het tweede geval wordt verwezen naar de plaats.
❤ Pino112 ❤ | FeanFan | heywoodugod _O_
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 12:01:11 #20
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_200297206
Dit zou wel eens een dag voor Colbrelli kunnen worden.
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  Trouwste user 2022 zaterdag 10 juli 2021 @ 12:07:23 #21
7889 tong80
Spleenheup
pi_200297288
Gio Lippens wordt 63.....

Sinds 1993 is Lippens de vaste wielercommentator van Radio Tour de France, eerst als reporter achterop de motor en sinds 2008 als verslaggever aan de finish.

Lippens is ook auteur van drie boeken. In 2009 verscheen een bundel wielercolumns onder de naam Een Engel op een Rotsblok. In 2012 debuteerde hij met een literaire roman, uitgegeven door Atlas Contact: Halverwege de Heuvel. In 2021 kwam Surplace uit, een wielerboek over het coronajaar 2020, dat hij samen met de Vlaamse televisiecommentator José De Cauwer schreef en dat werd uitgegeven door Volt in Amsterdam.

In 2015 ontving Gio Lippens de Theo Koomen Award, de prijs voor het beste sportverslag van dat jaar. Hij beschreef daarin de heftige valpartij in de Tour de France op weg naar de Muur van Huy, waarbij onder anderen Tom Dumoulin en Fabian Cancellara waren betrokken. Een jaar later ontving hij de RadioFreak Award, waarmee hij werd onderscheiden als "beste radioverslaggever van 2016" in Nederland.

w/

:T
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 12:24:30 #22
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_200297486
twitter
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 12:26:33 #23
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_200297506
Ik ben vast ingeschakeld op de PLAYERRRR
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  zaterdag 10 juli 2021 @ 12:28:06 #24
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_200297525
5 man dus uitgevallen door die valpartij van gisteren :{
pi_200297537
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 12:28 schreef Van_Poppel het volgende:
5 man dus uitgevallen door die valpartij van gisteren :{
We houden niemand meer over joh
Cancellara; "Tweede worden is gemakkelijker dan eerste worden"
FOK!sport *O* ✩ ✩ ✩ Ajax O+
  Redactie Sport / Supervogel zaterdag 10 juli 2021 @ 12:30:14 #26
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_200297546
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 12:28 schreef Van_Poppel het volgende:
5 man dus uitgevallen door die valpartij van gisteren :{
Yates toch niks gebroken overigens, aanvankelijk had men het over een gebroken heup.
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 12:34:12 #27
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_200297577
quote:
0s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 12:24 schreef Momo het volgende:
[ twitter ]
Marginal gains.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  zaterdag 10 juli 2021 @ 12:37:30 #28
470661 maxi-mus
are you not entertained?
pi_200297603
quote:
7s.gif Op zaterdag 10 juli 2021 12:30 schreef Pino112 het volgende:

[..]

Yates toch niks gebroken overigens, aanvankelijk had men het over een gebroken heup.
Mooi.
  Moderator zaterdag 10 juli 2021 @ 12:39:26 #29
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_200297626
Izaggire zorgt ervoor dat we alweer na km 0 gaan beginnen
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
  zaterdag 10 juli 2021 @ 12:41:46 #30
470661 maxi-mus
are you not entertained?
pi_200297649
Waarom zijn de NOS en de Belg er op een zaterdag nog niet bij?
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')