De moeder de vrouw
Ik ging naar Bommel
om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
NIVO en Bommel
Die elkaar vroeger schenen te vermijden,
Worden weer buren. Een minuut of tien
Dat ik daar lag, in 't gras, kapot geschupt, mijn thee gedronken,
Mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd -
Laat mij daar midden uit de oneindigheid
Een stem vernemen dat mijn oren klonken.
Kom op Cees, of Rinie
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
Kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij 't roer,
Alleen het mandekken
hield niet over
En wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren
NIVO Sparta. en Olympia
Voor eeuwig samen
Herman.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !