abonnement bol.com Unibet Coolblue
  Moderator zaterdag 5 september 2020 @ 00:10:11 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_194894120
Etappe 8: Cazères-sur-Garonne - Loudenvielle, 141 km

Oh, wielrennen kan dus toch wel leuk zijn. Je moet even wachten, maar dan komt er toch nog wat spektakel voorbij. Met dank aan Bora-Hansgrohe, de ploeg van Peter Sagan besloot ons allemaal een groot plezier te doen. Op een of ander onbeduidend klimmetje aan het begin van de rit schoten ze meteen in gang, waarna de ene na de andere sprinter moest lossen. Nizzolo, Kristoff, Ewan, allemaal gingen ze er ongenadig hard af. Sam Bennett kon wat langer mee, maar ook hij liet zich verrassen. Helemaal achteraan beginnen aan een klim beginnen is een slecht idee, dan ben je snel door je reserves heen. Richting de top van het lullig klimmetje waren zowat alle sprinters gelost, terwijl we vlak voor het peloton een sputterende Cosnefroy zagen die alle moeite van de wereld had om twee schamele bergpuntjes binnen te haken. Hij deed z'n best om alleen voorop te blijven, werd vlak voor de top toch bijgehaald maar ze gunden hem bij Bora toch de punten. Daarn werd hij keihard gelost, natuurlijk. Het had iets grappigs, maar eigenlijk is het ook behoorlijk zielig. Enfin, Bora bleeft na de klim vlammen. In eerste instantie met het oog op de tussensprint, die redelijk snel zou volgen. Daar pakte Sagan wat punten voor de groene trui, al werd het niet de volle mep omdat Trentin hem aftroefde. Voorbij de tussensprint was het de vraag wat Bora zou doen, maar ze besloten toch door te gaan. Het verschil met de groep Bennett liep daardoor op naar twee minuten, terwijl de groep met Ewan en alle andere sprinters al meer dan vier minuten aan de broek kreeg. Een uitstekende coup van Bora, mogen we wel stellen. Er volgde een lange klim, een beetje vals plat omhoog. Daar bleef het verschil oplopen, waardoor we op een kilometer of 100 van het eind al konden concluderen dat de ritzege verdeeld zou worden tussen de jongens in de eerste groep. Een tijd later werd die groep wat rustiger, waarna Thomas De Gendt het ruime sop koos. Toch nog even in beeld rijden, is leuk. Hij hield dat vol tot in Castres, alwaar het zou moeten gaan gebeuren. Vooraf wist iedereen, in Castres is het te doen. Behalve de jongens van Trek dan, die wisten van niets. Net buiten Castres gebeurde het inderdaad, Ineos trok flink door en er ontstonden meteen een aantal grote scheuren in het peloton. De boel viel in drieën uiteen, uiteraard zaten de kopmannen van Trek heel ver. Porte en Mollema waren gezien. Ook Pogacar zat dik in de shit, onder meer omdat hij voor Castres nog terug had moeten komen na een lekke band. Mikel Landa zou Mikel Landa niet zijn als hij zich ook had laten vangen, waarbij het zeker niet hielp dat drie van zijn ploeggenoten elkaar omver fietsen in Castres. Het waaiergedeelte van de rit was maar kort, vrij snel werd het weer redelijk rustig. Het waaiergevaar verdween, de wind stond de rest van de rit vol in de rug. Het werd een razendsnelle finale, waarin nog één slachtoffer te betreuren viel. Carapaz kreeg te maken met een lekke band en viel zodoende weg uit de voorste groep.

Vooraan zagen we onder meer dat Astana bijna compleet was en dat Jumbo ook goed vertegenwoordigd was. Zelfs Pinot was een keer van de partij, het is een mirakel. Die ploegen besloten flink door te rammen op kop, waardoor het verschil met de groep Pogacar snel opliep naar een minuut. De vrees was dat Pogacar en co nog veel meer zouden verliezen, maar er was sprake van een status quo. Met de voorste groep van ongeveer 40 man reden we naar Lavaur, alwaar het de vraag was of Wout van Aert weer eens zou mogen sprinten. Michel vond van wel, die twee nobuddies Roglic en Dumoulin zouden maar eens moeten knechten voor hun kopman. Bleek niet nodig te zijn, ook zonder knechten won Wout van Aert de sprint. Een overweldigende bulderende schreeuw van Michel Wuyts vulde mijn woonkamer. RAM BAM BAM! Is Wout van Aert de nieuwe wereldkampioen? Nee, hij verslaat Boasson Hagen en Coquard in de sprint. Razend knap, zeker als je onderweg steeds Roglic in de gaten moet houden. Beste renner van het moment? Voor mijn part. Maar alsnog, doe eens een beetje kalm joh. Nogmaals, Boasson Hagen. Die zit in de VUT. Enfin, ere wie ere toekomt. Al helpt het wel dat Sagan z'n ketting verliest en dat Alaphilippe, ja, Alaphilippe is. Lekker van links naar rechts stuiteren, tegen iemand aanbotsen en dan boos zijn op diegene. Het zal wel, Julian. Voor de mannen van Bora toch een ietwat bittere dag uiteindelijk. Zoveel moeite in deze rit gestoken en dan gaat het in de sprint helemaal mis, amper punten voor Sagan. Daardoor blijft de strijd om de groene trui toch razend interessant, interessanter dan ooit. Hij heeft het groen wel terug, dat is ouderwets vertrouwd. De groep Pogacar kwam binnen met een achterstand van 1:21. In principe niet eens zo erg, hebben jongens als Pogacar en Landa een extra reden om de komende dagen aan te vallen. We gaan namelijk de Pyreneeën in, misschien gaan we daar zowaar een paar leuke bergritten zien. Al valt dat op papier smerig tegen. De renners maken de koers, maar hier gaan ze toch echt hun best moeten doen. Drie platgereden beklimmingen en een aankomst bergaf, dat is de eerste dag in de Pyreneeën. Op voorhand raakt mijn tent er niet van opgezet.




De achtste rit gaat van start in Cazères-sur-Garonne, kortweg Cazères. In dit plaatsje, waar de Tour nog nooit eerder is geweest, wonen net iets minder dan 5000 inwoners. We bevinden ons in het departement Haute-Garonne, regio Occitanië. Cazères ligt aan de rivier de Garonne, vandaag mogen de renners vertrekken op de oude brug over deze rivier. Aan de andere kant van het water vinden we een klein haventje en een watersportcentrum, alwaar je onder meer aan jetskiën en kanoën kan doen. Je zal ook wel moeten, want verder is Cazères geen baken der verheffing. Het jaarlijkse hoogtepunt is het bloemenfestival op pinkstermaandag, Cazères is met recht een ville fleurie. In het dorpje vinden we enkele opvallende gebouwen, zo komen we in het centrum een overdekte markt en een aantal vakwerkhuisjes tegen. De lokale kerk ziet er ook niet verkeerd uit, daarnaast is er nog een kicken capucijnerkapelletje. Er komen enkele semi-bekende personen uit dit gat, maar ik heb niet het idee dat daardoor veel belletjes gaan rinkelen. Jean-Marc Ferratge, iemand? Werd in 1987 wel kampioen met AS Monaco, we hebben het over voetbal dus. Een van de populaire sporten hier, de andere is rugby. De bekendste beoefenaar van die sport luistert naar de naam Pierre Pagès. Waarvan akte, vermoed ik. Oja, watersport vonden ze hier ook nog wel leuk. Gérard Eychenne werd tweede tijdens de wereldkampioenschappen zeilen in de Hansa-klasse. Klinkt leuk, maar dan hebben we het dus zeilen met een beperking. Enfin, het is Gérard van harte gegund. Het is de wielrenners dan weer gegund om dit slaapstadje snel weer te verlaten. Cazères groeit, vooral omdat ze aan de rand een paar nieuwbouwwijken hebben gebouwd. De mensen die daar wonen pakken over het algemeen snel de auto of de trein naar Toulouse, de renners mogen nu met de fiets richting het zuiden. Op naar de bergen.



Op de brug over de Garonne begint de rit officieus. Tijdens de neutralisatie verlaten de renners Cazères-sur-Garonne, maar de Garonne zelf laten we nog lang niet achter ons. Als de rit na vijf minuten geneutraliseerd rondrijden echt begint rijden de renners een aantal kilometer over de brede maar bochtige Route de Mauran. De Garonne ligt dichtbij, maar komt door een bos aan de rechterkant van de weg voorlopig niet in beeld. Langs de rivier glooit de weg lichtjes, maar we mogen dit gerust een makkelijk begin van de rit noemen. Het is ook een aanvangsfase die zich leent voor een vroege vlucht, want door al het gekronkel van de weg ben je snel uit het zicht. Na een aantal kilometer en behoorlijk wat bochten komen we uit in Mauran, waar de weg iets rechter wordt. Het gaat nu op een wat overzichtelijkere manier verder richting Roquefort-sur-Garonne, al lijkt de kwaliteit van het asfalt hier wel wat af te nemen. Eenmaal in Roquefort laten we de Garonne achter ons en slaan we linksaf, waarna we verder gaan fietsen langs de volgende rivier, de Salat. De omgeving blijft bosrijk, met een licht glooiend karakter. Via Mazères-sur-Salat en Salies-du-Salat komen de renners na 19 kilometer uit in Mane, waar we rechtsaf slaan en de rivieren even laten voor wat ze zijn. Inmiddels bevinden de renners zich ook in het arrondissement Saint-Gaudens, het grondgebied van de enige echte local van de rit: Pavel Sivakov. De Rus, geboren in Italië, groeide op in Saint-Gaudens en omstreken. In Soueich, naar verluidt. Dat ligt niet ver van het parcours. Een paar kilometer ten noorden van Aspet, waar de renners na Mane naartoe gaan fietsen. Duurt alleen wel een kleine 20 kilometer voor ze Aspet bereiken. Eerst moeten ze nog langs Figarol, en om daar te komen moet er voorzichtig wat geklommen worden. Twee kilometer aan 5%, met daarna nog een lichte uitloper. De Pyreneeën komen in zicht, laat daar geen misverstand over bestaan. Voorbij Figarol rijden we over de grote weg verder naar Aspet, waar we uiteindelijk na 37,5 kilometer aankomen.



Het laatste stuk richting Aspet blijft het een beetje op en af gaan, maar op het echte klimwerk moeten we nog even wachten. In Aspet zelf spotten we een leuk kapelletje op een heuvel, terwijl de coureurs in het dorp zelf ook een heuvel beklimmen. De echte kenner denkt bij het horen (of lezen) van de naam Aspet natuurlijk meteen aan de Col de Portet d'Aspet, en jawel hoor, die klim ligt hier verdomd dicht in de buurt. We slaan hem alleen dit jaar wel een keer over, moet kunnen. Scheelt weer een verhaal over Casartelli. Aan welke klim beginnen we dan wel? Nou, voorlopig nog even geen. Eerst moeten we nog snel even de tussensprint afraffelen, na 42,5 kilometer in Sengouagnet. Richting dit dorpje golft de weg behoorlijk, grotendeels in stijgende lijn. Mag nog geen naam hebben, net zoals het eerste stuk na de tussensprint. Buiten Sengouagnet slaan de renners linksaf, waarna het kort naar beneden gaat. Vervolgens is het een kilometer of twee zo goed als vlak, voordat er twee kilometer geklommen mag worden aan 5%. Het vlakt daarna af, waarna we een kruispunt bereiken. Als de renners hier linksaf slaan rijden ze naar de Portet d'Aspet, maar dat doen ze dus mooi niet hè. Ze slaan rechtsaf, op weg naar de Col de Menté. Na de bocht is het nog een kilometertje vlak en daarna gaat het nog een kilometertje of drie wat vals plat omhoog, waarna we na een korte afdaling in Ger de Boutx officieel aan de Col de Menté beginnen. Deze col zal voor veel renners bekend zijn, want ook in 2017 en 2018 werd de berg bedwongen. Eveneens vanuit Ger de Boutx, dat de klim van zeven kilometer aan 8% gemiddeld direct begint met zo'n kilometer aan 8% zal dus niemand mogen verrassen. Daarna wordt het zelfs nog wat lastiger, met twee kilometer aan 8,5%, voordat we twee kilometers krijgen voorgeschoteld die net iets simpeler zijn, we blijven tijdelijk onder de 8% hangen. Richting de top wordt het dan nog eens enorm steil, met een kilometer aan 8,5% en een afsluitende kilometer aan 9%. Na 59,5 kilometer komen de renners vervolgens boven op deze klim van de eerste categorie.




Recent heeft men de Col de Menté herontdekt, min of meer. In 2017 en 2018 dus gebruikt, daarvoor was het van 2013 geleden. In 2017 kwam Michael Matthews als eerste boven op deze bijzonder bochtige klim. Best een mooie klim ook, daar zal Julian Alaphilippe het vast mee eens zijn, hij kwam in 2018 als eerste boven. Net als de Col de Portet d'Aspet is ook de Col de Menté een col met een verhaal, we ontkomen dus helaas niet aan de oude doos. We stappen in de tijdmachine en komen uit in het jaar 1971. Tijdens de Tour van dat jaar had Luis Ocaña goede benen, zulke goede benen dat hij het Eddy Merckx bijzonder lastig kon maken. Het eerste deel van dit verhaal maakten we een paar dagen geleden al mee, onderweg naar Orcières-Merlette. Daar reed Ocaña iedereen op meer dan acht minuten, waarna hij een royale voorsprong had in het algemeen klassement. Ocaña reed dus in de gele trui, maar daar was Merckx niet van gediend. Hij ging in de aanval op de Menté en dook als een bezetene de afdaling in. Het was alleen nogal slecht weer, dus ging Merckx vrij snel onderuit. Een val zonder erg, hij stapte weer op de fiets en vervolgde zijn weg. Ocaña ging eveneens onderuit, maar dan met erg. Hij stapte niet meer op de fiets en moest de strijd staken. Over de precieze toedracht van deze valpartijen bestaan een stuk of tien varianten, blijkbaar weet niemand precies hoe het zit. Merckx zou gevallen, zijn, Ocaña zou vervolgens weer tegen hem aan gevallen zijn, daarna zouden Agostinho en Zoetemelk weer over Ocaña zijn gebuiteld, een soort van domino day. Een andere versie is dat Ocaña tegen een paar mensen knalde die juist daarvoor Merckx overeind hadden geholpen. Dat waren de cowboyjaren, zonder duidelijke beelden kon iedereen zijn eigen verhaal verzinnen. Eindstand van het verhaal was in ieder geval dat Ocaña zijn weg niet kon vervolgen, waardoor Merckx alsnog die Tour kon winnen ondanks een gigantische achterstand. Toch een klein beetje een belegen verhaal, maar dit jaar kunnen we er vooral dankzij Orcières-Merlette niet onderuit. We vermelden ook nog maar een keer het belegen detail dat er op de plaats van de valpartij van Ocaña een gedenkteken langs de kant van de weg te vinden is. Voor we dat gedenkteken bereiken moet er wel eerst stevig gedaald worden. Deze kant van de Menté is eigenlijk nog lastiger, en vooral in het begin moeten de renners goed opletten. Tijdens de klim komen ze al een stuk of 20 haarspeldbochten tegen, in de afdaling zijn het er niet veel minder. Negen kilometer gaat het naar beneden aan 9% gemiddeld, met in het begin 14 haarspeldbochten achter elkaar. Toch gebeurt hier over het algemeen weinig, of mijn geheugen moet me in de steek laten. De weg is breed, het asfalt is behoorlijk en de weg is voor veel renners bekend. Derhalve reken ik er niet op dat Ocaña een opvolger krijgt. Na het deel met de haarspeldbochten gaat het wat meer rechtdoor naar beneden, terwijl het wel heel steil blijft. Een snelle afdaling, onderweg naar Saint-Béat. Als we bijna beneden zijn zien we ineens de schoonheid van de bergen. In Saint-Béat en omgeving is alles nog net even mooier. Na 68,5 kilometer bereiken de renners opnieuw de Garonne, ze rijden over een brug en slaan daarna rechtsaf, Saint-Béat in. Na een fraaie doortocht in dit karakteristieke dorpje waar de Tour al vaker is geweest zetten we koers richting de volgende klim van de dag.



We bevinden ons al een tijdje op het terrein van het betere knip- en plakwerk. Dit deel van de rit is rechtstreeks gekopieerd van de 12e rit van de Tour van 2017. Ook toen reden we over de Col de Menté, om vervolgens via de Port de Balès naar de Peyresourde te rijden. Toen deden we alleen na de Peyresourde ook nog even een steil stukje richting Peyragudes, dat zit er vandaag niet in. Verder is het wel weer een schrijnend gebrek aan creativiteit, al hoort daar meteen de nuance bij dat het in de Pyreneeën iets moeilijker is om creatief te zijn. Desalniettemin mag die hele Peyresourde best wat milde symptomen van erosie gaan vertonen, want die kutklim zit er ieder jaar in tegenwoordig. Enfin, zo ver is het nog niet. Eerst rijden we van Saint-Béat over een brede en behoorlijk rechte weg door een bos naar Marignac. Het is hier zo goed als vlak, en ook als we buiten Marignac rechtsaf slaan blijft het nog een aantal kilometer vlak. Over een weg die je bijna als een snelweg kunt omschrijven gaan we zes kilometer rechtdoor, langs de Garonne. Het is hier makkelijk fietsen, alleen in het dorpje Esténos staat bovengemiddeld veel verkeersmeubilair. Even verderop volgt er een scherpe bocht naar links, waarna de renners richting Siradan fietsen. De weg wordt wat smaller, maar blijft nog een kilometer vlak. Eenmaal in Siradan gaat het wel omhoog, een kort maar pittig klimmetje van ongeveer anderhalve kilometer aan 8%. Voorbij dit korte klimmetje is het een kilometer of drie behoorlijk vlak, onderweg naar Mauléon-Barousse. Hier komen de coureurs na 84,5 kilometer aan, na wat draai- en keerwerk over de smallere weg. In Mauléon-Barousse treffen we wat oude gebouwtjes aan, zoals een oude brug over de rivier de Ourse en een soort van kasteeltje. Best lachen. Het ziet er alleen niet echt uit alsof er hier veel gelachen wordt, nogal een dode boel als je het mij vraagt. Heerlijk grijs ook, ja, we zijn in de Pyreneeën.



In Mauléon-Barousse slaat het peloton rechtsaf, waarna men via wat smalle straatjes het dorp weer verlaat. We gaan nu echt op weg naar de volgende klim van de dag, de Port de Balès. Het duurt nog acht kilometer tot deze klim officieel begint, maar de weg begint nu toch al lichtjes te hellen. In en net buiten Mauléon gaat het zelfs kort aan 7% omhoog, maar daarna vlakt het af richting een procent of twee. Door een bosrijke omgeving rijden de renners over een smal en kronkelend weggetje naar de echte voet van de klim. De organisatie houdt het altijd op 12 kilometer aan 7,7%, maar in totaal kom je aan 20 kilometer aan ongeveer 6%. Behoorlijk stevige kost, toch wel. Na het vals platte stuk rijden we door het dorpje Ferrère, hierna wordt het weer iets steiler. Een procentje of vier, het telt toch allemaal mee. Even verderop rijden de renners door Chalets-Saint-Nérée en dan kan het feest eindelijk echt beginnen. Port de Balès, nog steeds een relatief nieuwe klim. Voor 2006 kon je de top van de klim alleen bereiken via een smal en slecht bosweggetje, dat eigenlijk alleen gebruikt werd voor de bosbouw. Op aandringen van de ASO werd er in 2006 een bredere bergpas van gemaakt, met vers asfalt. Van deze nieuwe bergpas heeft men vervolgens vaak gebruik gemaakt, dit wordt ondertussen de zesde keer. Ook de Vuelta is al eens over de Port de Balès gegaan, kun je nagaan. De bekendste beklimming van Port de Balès is nog steeds die van 2010, het was hier dat Andy Schleck ineens in het luchtledige trapte, waarna Alberto Contador vrolijk in de aanval ging. De laatste doortocht over de Port de Balès dateert van 2017, maar da's logisch, want we kopiëren nu praktisch die rit. De altijd in het laatste wiel hangende Steve Cummings kwam toen als eerste boven. In die jaren een erkend rittenkaper, maar 2017 was toch wel het begin van het einde. Ditmaal wist hij zijn vlucht niet af te ronden, richting Peyragudes viel hij stil en werd hij alsnog bijgehaald. Goed, de Port de Balès dus. Een beklimming van de buitencategorie, die meteen begint met een kilometer aan 7,3%, waarna we bijna twee kilometer aan 9% omhoog gaan. Na een makkelijkere kilometer aan 5% gaat het daarna omhoog aan 10%, waarna de laatste makkelijke kilometer volgt. Halverwege de klim gaat het tijdelijk aan 4% omhoog, maar daarna worden de renners getrakteerd op twee kilometer aan 9,5%. In de laatste kilometers richting de top blijft het lastig, het gaat steeds ergens tussen 7 à 8% omhoog. Alleen in de laatste kilometer wordt het met 6,4% weer iets makkelijker. Een heerlijk onregelmatige Pyreneeëncol, zoals het hoort. Na 104,5 kilometer koers komen de coureurs boven, nog minder dan 40 tot de finish.




Boven op de top van de Port de Balès is het terrein ineens behoorlijk kaal geworden, terwijl de renners tijdens het eerste deel van de klim juist door een donker bos rijden. Dat het terrein hier nogal leeg is zal voor de renners geen straf zijn, daardoor is de afdaling een stuk overzichtelijker. Na de pittige klim volgt een lange afdaling, via Bourg-d'Oueil wordt er in totaal 15 kilometer gedaald richting Saint-Aventin. Vooral de eerste helft van de afdaling is behoorlijk lastig, het gaat steil naar beneden terwijl de weg vrij smal is. De weg is ook bochtig, met onder meer een paar haarspeldbochten onderweg. Toch is het een redelijk overzichtelijke afdaling, de meeste bochten kondigen zich netjes aan. In de buurt van Bourg-d'Oueil wordt de weg wat rechter, waarna er in het dorpje zelf twee haarspeldbochten volgen. Vervolgens is het lastigste gedeelte van de afdaling wel geweest, de weg wordt breder en de afdaling minder steil. Je zou kunnen spreken van een tussenstuk. De komende vijf kilometer gaat het niet continu naar beneden, af en toe is het vlak en soms gaat het zelfs een klein beetje omhoog. We rijden door een aantal klein dorpjes en hier wordt de weg soms weer wat smaller en bochtiger. Pas de laatste vijf kilometer van de afdaling gaat het weer wat serieuzer naar beneden, met ook nog een lastige passage in Saint-Paul-d'Oueil. In dit dorpje liggen wat vervelende bochten direct langs de huizen en aan de rand van het dorp is er nog een scherpe bocht naar rechts. Buiten het dorp is het nog even lastig, maar daarna gaat het simpel verder naar beneden. Uiteindelijk volgt de lastigste bocht van de afdaling misschien nog wel aan het eind. Eenmaal beneden moeten de renners naar rechts, op weg naar Saint-Aventin. Bleek in het verleden geen sinecure te zijn, Kwiatkowski reed hier toen mooi rechtdoor tussen de campers door. We gaan er maar vanuit dat hij deze bocht nu beter kent, waardoor hij na 121 op een veilige manier Saint-Aventin kan bereiken.




Richting Saint-Aventin loopt de weg al omhoog, na de afdaling begint direct de volgende klim. We gaan beginnen aan een klim die ik ondertussen wel vaak genoeg heb gezien. De onvermijdelijke Col de Peyresourde. In 2019, 2018 en 2017 beklommen we 'm ook al van deze kant. In 2016 dan weer van de andere kant, toen reed Froome op die malle manier naar beneden op weg naar de ritzege. Af en toe is er wat variate door ook nog naar Peyragudes te gaan, maar dat biedt net niet genoeg verlichting. Vijf jaar op rij deze pleurisklim, daar wordt Adriaantje niet vrolijk van. Nee, ik heb het wel gezien. Bergen slijten sowieso, maar op zo'n traag tempo dat wij daar niets van merken. De Peyresourde mag wel wat sneller wegslijten. Uit dat licht, weg die berg. Maar goed, we zijn er nu toch. Tien kilometer aan 7,8%. Klim van de eerste categorie. Brede weg. Begint met twee lastige kilometers aan 8%. Daarna een wat makkelijkere kilometer aan 4%. Tot aan de top redelijk stabiel tussen 7,5 en 8,5%. Zoek het verder maar uit, met je Peyresourde. Na 129,5 kilometer bereiken de renners de top. Er ligt hier weer zo'n fantastische bonificatiesprint op de top, voor de liefhebber. De eerste die boven is volgt Tim Wellens op, wie wil dat nou niet? Nog iets meer dan 11 kilometer tot de finish, hoera.



De afdaling van de veel te vaak gebruikte Peyresourde is nog steeds behoorlijk simpel. Het enige verschil is dat het dit jaar om de zege gaat, normaal zit de afdaling eerder ergens halverwege de rit. Alsnog zou je hier weinig problemen mogen verwachten, de weg is breed en langs deze kant niet heel erg bochtig. Het gaat op een enorm makkelijke manier naar beneden, richting Loudervielle. Na een aantal kilometer min of meer rechtdoor gedaald te hebben komen we in Loudervielle twee haarspeldbochten tegen. Daarna gaat het weer anderhalve kilometer min of meer rechtdoor, tot Estarvielle. Het is echt een eenvoudige afdaling, waarbij het ook wel helpt dat we hier dus zowat jaarlijks komen. Iedereen kent deze afdaling ondertussen wel. In de buurt van Estarvielle volgt er een scherpe bocht naar links, waarna we over een iets smallere weg door het dorp te rijden. We bevinden ons inmiddels op minder dan vier kilometer van het eind. Buiten Estarvielle daalt het nog even kort verder, de weg is ook nog even bochtig. Op drie kilometer van de finish rijden we dan weer door Armenteule, waar het gedaan is met dalen. Na een paar bochten komen we ineens twee haarspeldbochten tegen, op twee kilometer van de streep. Deze haarspeldbochten lopen omhoog, eerst vals plat maar daarna volgt er toch nog een halve kilometer aan zes procent. Boven op dit knikje komt het meer van Génos-Loudenvielle in beeld, we beginnen nu bijna aan de laatste kilometer. In dalende lijn rijden we door het gehucht Aranvielle, waar de boog van de laatste kilometer staat. Buiten het gehucht wordt de weg vlak, de renners rijden rechtdoor naar de finish. Alhoewel, niet helemaal. Op 300 meter van het eind volgt er een scherpe bocht naar rechts, maar daarna zit het er wel zo ongeveer op. We finishen in een park, wel zo gezellig.




De finish ligt in Loudenvielle, een plaats die met enige regelmaat de revue passeert in de Tour. Niet te verwarren met Loudervielle, het gehucht dat we een paar kilometer eerder passeren. In Loudenvielle waren we voor het laatst in 2018, toen fietsten we alleen even kort door het dorp op weg naar de Col de Val Louron-Azet. Het blijft vaak bij een simpele doortocht, maar af en toe komt er daadwerkelijk een rit aan in dit dorpje met liefst 305 inwoners. Volgens de organisatie is het de vijfde keer dat Loudenvielle deel uitmaakt van de Tour zijnde start- dan wel finishplek. Ik kom zelf tot vier, maar dat mag de pret niet drukken. We kunnen het er in ieder geval over eens zijn dat Loudenvielle debuteerde in 1997, met een prachtige rit voor de Fransen. Laurent Brochard werd de eerste winnaar in Loudenvielle, terwijl Cedric Vasseur de gele trui wist te behouden. In de legendarische Tour van 2003 keerden we terug naar Loudenvielle, het leverde een overwinning voor Gilberto Simoni op. Gibo wist vanuit de vlucht Laurent Dufaux en Richard Virenque te kloppen. Daarna kwam de Tour nog eens langs in 2007, in een rit die akelig vergelijkbaar is met deze rit. Col de Menté, Port de Balès en Peyresourde, jawel. Alleen waren de ritten vroeger altijd wat lastiger, dus propte men voor dat drieluik ook nog even de Portet d'Aspet in het parcours. Enfin, Alexandre Vinokourov won die rit. Tot hij niet veel later werd betrapt. De overwinning werd afgenomen en staat nu op naam van Kim Kirchen. De Luxemburger kwam ongeveer een minuut na Vinokourov binnen, met Zubeldia in z'n wiel. Zelfs via de groene tafel kreeg Zubeldia het niet voor elkaar om een overwinning binnen te slepen, arme drommel. Goed, kunnen we verder iets over Loudenvielle vertellen? Met moeite. Bij de ingang van het dorp ligt Balnéa, een spa-complex dat het eerste thermale water-ontspanningscomplex in de Franse Pyreneeën schijnt te zijn. Verder schijn je in deze omgeving goed te kunnen wandelen, fietsen, mountainbiken en paragliden. Paar wintersportoorden in de buurt, en dat was het wel zo ongeveer. De meeste huizen hier worden maar een deel van het jaar bewoond, vooral zomerse toevluchtsoorden voor de gegoede burgerij. Paar kerkjes en het meer van Génos-Loudenvielle, dan ben je er wel zo ongeveer. Camping, paar chaletjes en een kabellift naar Peyragudes. Ja, we zijn compleet.



In startplaats Cazères-sur-Garonne zal het overdag 31 graden zijn. Er staat toch wel aardig wat wind, en die wind zou vooral in het begin van de rit schuin in de rug staan. Krijgen we weer een nerveuze rit? Misschien wel, al waait het denk ik net niet hard genoeg. Bovendien moet je vandaag helemal gek zijn om de ganse dag volle bak te gaan. Goed, eventueel kan het dus wel. In Loudenvielle zal het iets minder warm zijn, maar alsnog een graad of 26. Ook daar een beetje wind, vooral in de rug of schuin in de rug. Ook tijdens de beklimmingen staat de wind zo, dus het kan een vrij snelle dag worden. Goed voor de aanvallers ook, zullen we maar zeggen. Beginnen doen we om 13:30, een latertje. Na een korte neutralisatie van vijf minuten gaan we echt los. Eurosport is er uiteraard meteen bij, maar ook Sporza en de NOS doen integraal verslag van deze eerste Pyreneeënrit. Fantastisch. De beste zenders van dit moment? Het zit er niet ver vanaf. De aankomst wordt verwacht tussen 17:04 en 17:28.



Een bergrit. Gaan we de klassementsrenners aan het werk zien, of houden ze zich weer koest? De rit naar Mont Aigoual was blijkbaar niet lastig genoeg, en het stuk na de Lusette was te lang. De renners verzinnen altijd wel een excuus om niets te doen. Parijs is nog ver. Er komt nog veel aan. Twee ritten in de Pyreneeën bijvoorbeeld. Ik vind het allebei niet echt perfecte ritten voor de klassementsrenners. Deze rit staat bol van de beklimmingen die we kennen, en waarvan we weten dat ze eigenlijk niet lastig genoeg zijn. Goed, Port de Balès is wel lastig, maar daarna volgt nog de Peyresourde. En op die klim wordt het verschil meestal niet gemaakt. Daarna nog een afdaling, wie gaat hier alles op alles zetten om de rit te winnen? Het zal moeten komen van de geslagenen van de vorige rit, met name Landa en Pogacar dus. Die jongens durven misschien wel aan te vallen op Port de Balès. Valt te hopen. Verder denk ik niet dat er veel gaat gebeuren. Jumbo zal het verder wel weer prima vinden. Die laten Roglic rustig sprinten in Loudenvielle, niks aan de hand. Ineos kan misschien niet eens iets, bovendien is Bernal nog steeds niet 100%. Mitchelton kan geen bergrit controleren, met alleen Nieve kom je niet zo ver. Ik denk eigenlijk dat dit weer een floprit gaat worden, waarbij de vluchters een grote kans maken op de ritoverwinning. Al kun je dit eigenlijk ook weer van twee kanten bekijken. Misschien zijn de renners wel moe na de vorige rit en willen ze een beetje sparen, of er zijn juist ploegen die nu even de knuppel in het hoenderhok gaan gooien om te kijken of de vorige dag nog in de benen zit. De renners kennende zal het eerder het eerste zijn. Vluchters dus. Al lijkt deze rit eigenlijk eerder geschikt voor de klassementsrenners dan de volgende, maarja, de volgende komt vlak voor de rustdag. Deze niet. Dus, tja, dan toch maar de vluchters. Zonder vluchters een aanval van Pogacar en Landa die wel gecontroleerd zal worden door Jumbo, waarna Roglic het onvermijdelijke sprintje wint want de rit is niet lastig genoeg om solo aan te komen. Met vluchters een aantal jongens die op achterstand staan, want Mitchelton zal vast niet zomaar iedereen laten rijden. Niet echt makkelijk om weg te rijden overigens, met die vlakke aanloop. Kan zomaar een gek groepje worden. Loudenvielle is overigens tot nu toe altijd een prooi voor de vluchters geweest, laat ik dat dan maar als het definitieve argument gebruiken.
1. Formolo. Volgens mij heb ik Formolo al eens genoemd, geen onverdeeld succes. Geen idee ook of het nu wel een succes wordt. Is ie überhaupt wel in vorm? Mag ie wel in de aanval? Geen idee. Als hij in vorm is en als hij mag wel een gevaarlijke renner in zo'n rit. Misschien mag ie wel mee, al was het maar om iemand vooraan te hebben voor het geval Pogacar iets probeert. Of nouja, dat soort theorieën gaan eigenlijk ook nooit op. Maar ik heb wel alvast een naam genoemd, ook wat waard.
2. Zakarin. De rittenkapende Zakarin was toch wel de leukste Zakarin. Ik hoop hem toch nog wel een paar keer op die manier in beeld te zien. CCC zal ook wel moeten, meer opties hebben ze niet. In plaats van ZAK kan het ook weer Van Avermaet zijn, of De Marchi, of Geschke. Genoeg opties. Maar ZAK is wel de leukste optie.
3. Neilands. Was een paar dagen geleden al lekker op dreef. Als het draait is dit een heel gevaarlijk rennertje om tegen te rijden. Alleen het draait vaak niet. Hopelijk nu wel, dan kunnen we lachen. Krists moet maar denken dat hij in Portugal is, ergens op een berg in de buurt van een bataljon vol W52-kruisraketten. Hermans zou ook kunnen, maarja, da's zo'ne saaie.
4. Kreuziger. HAHAHAHAHAHA natuurlijk niet. Waarom hebben ze hem eigenlijk meegenomen? Maar goed, hoe kom ik anders aan vijf namen. Normaal zou je nog voor iemand van Bora gaan ofzo, maar die hebben gisteren de hele dag op kop moeten boren. Ik kijk naar de namen en ik zie eigenlijk niets verschijnen. Kan ook aan mij liggen natuurlijk.
5. Herrada. Nog maar een keer Herrada dan, ik weet het verder ook niet. Vijf klassementsrenners was makkelijker geweest.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_194894164
Daniel Felipe Martínez gaat het morgen doen.
  Moderator zaterdag 5 september 2020 @ 00:17:35 #3
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_194894204
Mmm ontsnapping of niet

[ Bericht 13% gewijzigd door Momo op 05-09-2020 00:56:06 ]
  zaterdag 5 september 2020 @ 00:48:52 #4
260796 DecoAoreste
aka Aleimon Thimble
pi_194894471
Je lacht om Kreuziger, en ik eigenlijk ook een beetje, maar aan de andere kant, het is niet onwaarschijnlijker dan een topklassering voor Boasson Hagen natuurlijk. :P
pi_194895483
Tiesj zal het wel proberen, maar daar was ik niet van onder de indruk. TdG wellicht? Gisteren even getest. De Luts zie ik ook voor een doppelspiel gaan.
pi_194895872
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2020 06:52 schreef Bugno3 het volgende:
Tiesj zal het wel proberen, maar daar was ik niet van onder de indruk. TdG wellicht? Gisteren even getest. De Luts zie ik ook voor een doppelspiel gaan.
Ik zie de Luts wel voor zondag gaan, Die heeft nog wel wat moeite gedaan voor Mal gisteren volgens mij.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_194895910
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2020 06:52 schreef Bugno3 het volgende:
Tiesj zal het wel proberen, maar daar was ik niet van onder de indruk. TdG wellicht? Gisteren even getest. De Luts zie ik ook voor een doppelspiel gaan.
Luis Leon wellicht ook, of een de Izagirres.
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
last.fm Album top 100
pi_194896465
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2020 08:32 schreef Felagund het volgende:

[..]

Luis Leon wellicht ook, of een de Izagirres.
Maarja, moeten die niet bij MAL blijven?
pi_194896687
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2020 09:51 schreef Max23 het volgende:

[..]

Maarja, moeten die niet bij MAL blijven?
Niet allemaal toch?
You don't need a weatherman to know which way the wind blows.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
last.fm Album top 100
pi_194896764
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2020 09:51 schreef Max23 het volgende:

[..]

Maarja, moeten die niet bij MAL blijven?
Ik neem aan dat vast wel iemand mag in de Astanaloterij
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
pi_194897260
Hup koers.
pi_194897664
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2020 09:51 schreef Max23 het volgende:

[..]

Maarja, moeten die niet bij MAL blijven?
BRUGGENHOOFD
  Moderator zaterdag 5 september 2020 @ 11:55:34 #13
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_194898251
Ik heb studie teveel uitgesteld maar ik wil ook deze rit kijken, struggles
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_194898493
quote:
9s.gif Op zaterdag 5 september 2020 11:55 schreef naatje_1 het volgende:
Ik heb studie teveel uitgesteld maar ik wil ook deze rit kijken, struggles
Studeer eens af, ffs.
  Redactie Sport zaterdag 5 september 2020 @ 12:33:58 #15
260853 crew  DeLuna
Luna van Pino O+
pi_194898673
quote:
18s.gif Op zaterdag 5 september 2020 12:18 schreef Muskusboktor57 het volgende:

[..]

Studeer eens af, ffs.
Ik heb inderdaad het idee dat hij de eeuwige student is
❤ Pino112 ❤ | FeanFan | heywoodugod _O_
pi_194899219
twitter


Goede teksten wel
pi_194899231
quote:
18s.gif Op zaterdag 5 september 2020 12:18 schreef Muskusboktor57 het volgende:

[..]

Studeer eens af, ffs.
Die ene dag extra gaat het verschil ook niet maken.

SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Citius, Altius, Fortius.
pi_194899233
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2020 13:21 schreef Marcoss het volgende:
[ twitter ]

Goede teksten wel
Lekker nietszeggend. Natuurlijk moet je vandaag op de afspraak zijn, maar uiteindelijk zal iedereen behalve wellicht Pogaicar en Landa vooral proberen hun positie niet te verliezen.
[i]Put me on a pedestal and I'll only disappoint you
Tell me I'm exceptional and I promise to exploit you
Give me all your money and I'll make some origami honey
I think you're a joke but I don't find you very funny[/i]
  Moderator zaterdag 5 september 2020 @ 13:23:53 #19
375570 crew  Cyan9
pi_194899235
Porte had z'n gedachten er gisteren gewoon niet bij.
twitter
Ongeïnteresseerd maar toch aanwezig.
pi_194899292
quote:
84s.gif Op zaterdag 5 september 2020 13:23 schreef Cyan9 het volgende:
Porte had z'n gedachten er gisteren gewoon niet bij.
[ twitter ]
Goede planning wel!

Al is Porte in september meestal al klaar met z'n seizoen natuurlijk, of te vermoeid na de Tour of hij ligt ergens in een ziekenhuis na een valpartij..
  Moderator zaterdag 5 september 2020 @ 13:30:56 #21
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_194899305
quote:
18s.gif Op zaterdag 5 september 2020 12:18 schreef Muskusboktor57 het volgende:

[..]

Studeer eens af, ffs.
quote:
10s.gif Op zaterdag 5 september 2020 12:33 schreef DeLuna het volgende:

[..]

Ik heb inderdaad het idee dat hij de eeuwige student is
Ik heb mijn BA?
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_194899325
Hopen op een aanval op het klassement van iemand zoals Landis destijds :P
  Moderator zaterdag 5 september 2020 @ 13:34:22 #23
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_194899346
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2020 13:32 schreef De-iets-tedikkewielrenner het volgende:
Hopen op een aanval op het klassement van iemand zoals Landis destijds :P
Hopen op ketonengoden
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_194899365
quote:
0s.gif Op zaterdag 5 september 2020 13:32 schreef De-iets-tedikkewielrenner het volgende:
Hopen op een aanval op het klassement van iemand zoals Landis destijds :P
Dat was iets later in de Tour he ;)
  zaterdag 5 september 2020 @ 13:36:04 #25
222754 Dagoduck
ROCK 'N' GROHL
pi_194899370
De mondkapitein gaat vliegen.
|| FOK!Stok || tatatatatataatatatattaaaaapiediedieuwtididipieuwpidibididi She said I'll throw myself away pididididum They're just photos after all! || Den Helder || Winnaar VBL Wijndal-award 2020: beste AZ-user! || Mijn concertstatistieken ||
abonnement bol.com Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')