Op woensdag 4 maart 2020 22:55 schreef RipCity het volgende:Wie het zwakke optreden van Ajax tegen FC Utrecht wil begrijpen, kan het best beginnen met het bestuderen van bovenstaand beeld. Daaruit blijkt namelijk precies waar het op dit moment het meest aan schort bij de ploeg van Erik ten Hag: de organisatie bij balverlies.
I
n de afgelopen week heeft Dusan Tadic misschien wel de scherpste analyse gegeven van de crisis bij Ajax. 'Als één speler te laat komt, klopt ons systeem niet meer', aldus de Serviër. 'Dan krijg je een domino-effect en als dat optreedt, zie je dat wij overal moeite mee krijgen.'
Erik ten Hag probeert in de halve finale tegen FC Utrecht de vallende domino-stenen te stoppen met een forse ingreep. De Ajax-trainer schuift Daley Blind naar het middenveld, haalt Lisandro Martínez naar de achterhoede, introduceert Jurgen Ekkenkamp als nummer 10, verhuist Donny van de Beek een halve linie terug en geeft Edson Álvarez een nieuwe kans in het centrum van de defensie. Ondertussen hamert Ten Hag op het blijven vasthouden aan principes, maar precies die principes brengen Ajax opnieuw in de problemen.
Daar heeft John van den Brom vooraf zelfs op geanticipeerd. Hij vertelt al voor de clash met Ajax dat hij de beelden van Getafe, Heracles Almelo en AZ tegen de worstelende Amsterdammers goed bekeken heeft. Goed gegroepeerd verdedigen en eruit komen als het kan, luidt het succesrecept. Voor Ten Hag is het pijnlijk dat zo opnieuw de achilleshiel van zijn ploeg bloot komt te liggen.
Daarvoor hoeft Van den Brom ten opzichte van de verloren competitiewedstrijd tegen RKC Waalwijk niet eens zo gek veel te veranderen. De Utrecht-coach introduceert op de linkerflank Sander van de Streek in plaats van Kristoffer Peterson, omdat die beter in staat is om de vuile meters te maken in achtervolging op Sergiño Dest. Mark van der Maarel krijgt centraal achterin vanwege zijn verdedigende kwaliteiten rond de eigen zestien de voorkeur boven Urby Emanuelson. Daarnaast blijkt Jean-Christophe Bahebeck dit keer wél fit genoeg om te starten, al wordt de blessuregevoelige spits nog voor rust afgelost door Issah Abass.
Net als Getafe en Heracles Almelo organiseert Utrecht zich bij balbezit van Ajax vanuit een vlakke 4-4-2-formatie. Daarin speelt Gyrano Kerk als rechtsbuiten vaak wat verder naar voren dan Van de Streek, waarschijnlijk mede vanwege zijn vermogen om op snelheid direct gelanceerd te worden bij balwinst. Bij langdurig balbezit van Ajax komen Kerk en Van de Streek beide naast de viermansdefensie, zodat de backs kunnen doordekken op Hakim Ziyech en Quincy Promes tussen de linies. Hoewel de uitvoering van deze speelwijze in fases rommelig is, ontbreekt bij Ajax het vermogen om ruimtes te vinden.
en Hag houdt aanvallend vast aan zijn principe om op te bouwen vanuit een 3+1-structuur. Tegen Utrecht betekent dit vaak dat Blind terugkomt in de laatste linie naast Álvarez en Martínez, met Van de Beek daar kort voor. In de Domstad valt op dat Dest vaker dan in de vorige wedstrijden de binnenkant opzoekt, waarschijnlijk met het doel om Ziyech op rechts sneller vrij te spelen in de opbouw. Op de linkerflank is de wisselwerking meestal omgekeerd: Nicolás Tagliafico die zich opstelt als een veredelde linksbuiten en Quincy Promes die richting het centrum beweegt.
De voordelen van deze tactiek zijn de afgelopen twee seizoenen onder Ten Hag vaak genoeg duidelijk geworden: een overtal in de eerste fase van de opbouw, variatie in de veldbezetting, aanspeelopties door de as en - in principe - genoeg spelers achter de bal bij balverlies.
De nadelen van deze tactiek openbaren zich de afgelopen maanden steeds vaker: Ajax mist pure snelheid achterin om deze grote ruimtes te verdedigen en de onderlinge communicatie is door het gekwakkel van Joël Veltman en Blind niet goed genoeg meer om dit te kunnen maskeren.
Sterker, bij Ajax is het eigenlijk al het hele seizoen open huis. AZ heeft in de Eredivisie vijf doelpunten minder tegen en dubbel zoveel clean sheets. Sinds begin december heeft de formatie van Ten Hag in zestien wedstrijden slechts vier keer de nul gehouden. In die periode kreeg de ploeg liefst negentien tegentreffers.
Bovenstaande data van Opta Sports illustreren dit probleem. Vorig seizoen had Ajax zeventien competitiewedstrijden met meer dan 0,9 Expected Goals - een waarde om de kwaliteit van kansen uit te drukken - tegen. Dat aantal is nu al geëvenaard. Sinds de overtuigende 4-0 tegen Utrecht in begin december heeft de regerend landskampioen alleen tegen PSV nauwelijks kansen toegestaan. In alle andere wedstrijden staat de achterdeur open en komt er daardoor extra druk op de voorhoede, die door de afwezigheid van David Neres, Promes en Ziyech in die periode toch al matig functioneert.
Zo versterken de problemen bij Ajax elkaar. De lekke defensie legt extra druk bij de voorhoede en de haperende aanval zorgt op zijn beurt voor meer zorgen achterin. Eenmaal op achterstand moet Ajax risico nemen, wat vaak resulteert in slechts twee of drie spelers achter de bal. Wanneer dat met Perr Schuurs, Álvarez, Martínez en Blind voetballers zijn die het niet moeten hebben van hun explosiviteit, dan is de wanorde in de omschakeling verklaarbaar.
Hoewel de verdedigende zorgen van Ajax verklaarbaar zijn, lukt het Ten Hag voorlopig niet om ze op te lossen. Zelfs niet na de terugkeer van Blind, Ziyech en Promes. Bovenstaande situatie in aanloop naar de uiteindelijk fatale 2-0 tegen Getafe is typerend voor wat er fout gaat. Vijf spelers die in de as in een kluitje staan zonder linies te vormen, waardoor ze makkelijk te verdedigen zijn. Dat betekent dat de Ajax-spelers van achteruit aan de bal nauwelijks opties hebben. Natuurlijk maakt Schuurs een foute inschatting door op rechts te openen, zoals dat ook geldt voor Blind in aanloop naar de openingstreffer tegen AZ. Alleen is de realiteit dat voor Schuurs en Blind het enige serieuze alternatief achteruit spelen is. Dat voorspelbare voetbal in de breedte speelt tegenstanders evengoed in de kaart.
Zodra in dit soort situaties de bal verloren wordt, ligt het achterin helemaal open. Op het middenveld ontbreekt het aan spelers die deze momenten herkennen en oplossen, zoals Lasse Schöne en Frenkie de Jong vorig seizoen vaak gedaan hebben. Achterin mist Ajax op zijn beurt een fysiek krachtige optie als Matthijs de Ligt die zich alsnog staande kan houden in grote ruimtes. Met de aansturing van Veltman en Blind is de organisatie op het middenveld een fase van het seizoen goed bewaakt, maar zonder hun coaching oogt Ajax steeds meer als los zand. Of het nu de backs, controleurs of aanvallers zijn: allerlei spelers verlaten hun positie zonder te kijken wat ze daarmee achterlaten.
Zo kan het gebeuren dat Ajax de restverdediging - trainersjargon voor de organisatie bij balverlies - zo heeft staan als in bovenstaande afbeelding. Alleen de twee centrale verdedigers achter de bal, geen controleurs voor hen om hen te beschermen en geen backs in de buurt om de enorme ruimtes aan de zijkanten te bespelen. Geen wonder dat Utrecht de ene na de andere dreigende uitbraak plaatst.
De doelpunten van Utrecht vallen niet eens uit deze talrijke counters. De openingstreffer komt voort uit een vrije trap van Gustafson die wordt afgewerkt door Van de Streek. De 2-0 begint in de 65ste minuut met alibi-druk zetten van Ziyech die daarmee Dest aan zijn lot overlaat tegen twee opponenten: Guwara en Abass. Dat is de inleiding voor het door Tadic beschreven domino-effect. Dest verlaat te enthousiast zijn positie, Van de Streek wordt in zijn rug weggestuurd en de te gretige Álvarez legt hem neer in de zestien. De strafschop die daaruit volgt, wordt afgerond door Gustafson.
Toch zijn het niet deze goals maar het moment in de 41ste minuut dat het best laat zien waar het bij dit Ajax aan schort: een fatsoenlijke organisatie bij balverlies.