Hier zijn ze, de zes mooiste jongens van de Tour de l'Avenir 2019. Eindelijk hebben we weer een Eritrese delegatie in de Ronde van de Toekomst. Dat was van 2012 geleden, toen zagen we een team vol schier onbekende jongens waarvan er een aantal toch nog redelijk bekend zijn geworden. Wat te denken van Natnael Berhane, die toen 18e werd. Of Mekseb Debesay, die nog een aantal jaar voor Dimension Data heeft gereden en nadat hij daar geheel ten onrechte naar buiten is geschopt nu voor Bike Aid(s) rijdt. Over Bike Aid(s) gesproken, ook Meron Amanuel en Meron Teshome hebben daar nog een aantal jaar voor gereden, zij waren er in 2012 ook bij. In de jaren daarvoor en daarna zagen we ook nog deelnames van Teklehaimanot en KUDUS namens het WCC in de Tour de l'Avenir, maar op een volledige Eritrese afvaardiging was het lang wachten. Nu is het dan eindelijk weer voor elkaar, dankzij een koers die sinds vorig jaar in Kameroen wordt verreden. Sinds 2018 rijden we in het begin van het jaar de Tour de l'Espoir, een koers waar vooral Afrikaanse landen aan deelnemen. De winnaar van deze koers mag automatisch meedoen aan de Tour de l'Avenir. Daarom zagen we dit jaar bijvoorbeeld een Portugees team meedoen, en een team uit Ecuador. Zelfs als je niet wint zijn er punten te scoren en dat is voor dat soort landen geen overbodige luxe. Vorig jaar ging het in ieder geval helemaal mis voor Eritrea. Ze wonnen de ene rit na de andere, tot op een dag iedereen te maken kreeg met technisch malheur en tactische zonnesteken. De Rwandezen wisten te profiteren en Joseph Areruya en Samuel Mugisha reden samen naar de overwinning. Areruya won het eindklassement en dus mocht Rwanda afreizen naar Frankrijk.
Dat werd geen doorslaand succes. In Rwanda zijn ze gek op wielrennen, maar het staat allemaal nog heel erg in de kinderschoenen. Mondjesmaat komt er talent door, maar er is nog te weinig talent om een fatsoenlijke zeskoppige selectie samen te stellen. Of nouja, het fysieke talent is er wel, de rest alleen niet echt. Fietsen in een groot peloton over Europese wegen is geen sinecure als je gewend bent om met 40 man over een brede weg 100 kilometer rechtdoor te rijden ergens ginderachter. Dus zagen we de Rwandezen meteen in de bosjes liggen, ze vielen keer op keer en na een paar dagen bleven alleen Mugisha en Areruya nog over. Niet geheel toevallig net de twee die wél ervaring hadden in Europa. De jongens die voor het eerst over Europese wegen reden zaten al snel weer in het vliegtuig terug naar huis. Dat was vrij problematisch, want ergens op de zesde dag ofzo was er pas de ploegentijdrit, die de Rwandezen dus met twee man af moesten werken. Het werd al met al geen succes, Areruya werd 77e ofzo en Mugisha 78e. Daarom was het wel van belang dat de Eritreeërs dit jaar wel de Tour de l'Espoir zouden winnen. En zo geschiedde. Er was totaal niets te beginnen tegen de Eritrese dominantie. De belangrijkste rit met een aankomst bergop werd gewonnen door Yacob Debesay en hij zou de leiderstrui daarna niet meer uit handen geven. Daarom staan deze mooie jongens dus nu in Frankrijk aan de start. Dat vinden wij allemaal fantastisch, natuurlijk.
De Rwandezen hadden moeite om een fatsoenlijke selectie samen te stellen, daar hebben de Eritreeërs veel minder last van. We gaan de jongens met een enorme groene lul op hun shirt eens overlopen van links naar rechts. Helemaal links zien we Henok Muluberhan, die blijkbaar op het punt staat in slaap te vallen. Henok is een jongen die voor de echte kenner al een tijdje bekend is. Begin vorig jaar liet hij voor het eerst van zich horen in de Bongo Bongo Tour en even later won hij in de Tour de l'Espoir een rit, al was het kalf voor het algemeen klassement toen al verdronken. Na deze prestaties werd hij wel door de UCI uitgenodigd om voor het WCC (World Cycling Centre) te komen koersen. Dat heeft hij het afgelopen jaar dus gedaan. Vooral Franse amateurkoersen gereden, zonder enorm veel opvallende resultaten te boeken. Toch heeft hij een stap vooruit gezet, zo was hij dit jaar een stuk sterker in de Bongo Bongo Tour en wist hij ook in de Ronde van Rwanda redelijk ver vooraan te eindigen. Daarna keerde hij weer terug naar Aigle om wat koersen af te werken voor het WCC. Winnen zat er nog niet in, maar hij noteerde wel een aantal tweede plaatsen. In de zware Ronde de l'Isard werd hij 31e. Op papier geen fantastisch resultaat, maar voor een Afrikaanse renner die net komt kijken meer dan prima. Henok komt uit 1999 en is dus pas tweedejaars belofte, hij heeft nog wat tijd om zich verder te ontwikkelen. Voorlopig is Henok een redelijk typische Eritreeër. Hij kan goed klimmen en hij is snel. Toch zou het wel fijn zijn als hij zich nog ergens in weet te specialiseren, want hij is geen pure klimmer en geen pure sprinter. Voorlopig kan ie alles een beetje en dus komt het er in de praktijk meestal op neer dat hij mag knechten voor een ander. Desalniettemin wel een van de belangrijke renners in deze selectie.
Vooral als je het vergelijkt met de jongen die naast hem staat, dat is niemand minder dan Robel Tewelde. Een wat meer onbeschreven blad, terwijl hij uit 1997 komt en dus laatstejaars belofte is. Robel heeft weinig opvallende resultaten en vooral weinig internationale ervaring. Hij heeft vooral in Afrika gereden, op een uitstapje naar China na valt er verder weinig te vermelden. Robel is vooral opvulling, ze hadden nog een lul nodig. Rwanda had vier keer opvulling, Eritrea twee keer. Dat is het verschil tussen beide ploegen. Alsnog mag je wel stellen dat het niet slecht uitkomt dat de ploegentijdrit deze keer al op de tweede dag is, dat scheelt een hoop. Enfin, Robel werd dit jaar 28e in de Tour de l'Espoir en hij zal dus vooral de bidons mogen halen voor de rest. Het is enigszins vreemd dat hij van de partij is, want in principe kent deze generatie van Eritrea nog wel wat grotere namen. Zo is er bijvoorbeeld Natnael Mebrahtom, die tweede werd in de Tour de l'Espoir dit jaar. Je zou zeggen dat hij een logischere naam was geweest, alleen al op basis van die uitslag. 2e tegenover 28e, nogal een verschil. Zijn laatste uitslag was dan weer een DNF op het kampioenschap van Eritrea, dus misschien is hij wel geblesseerd. Een van de nadelen aan het proberen te volgen van het Eritrese wielrennen, er is werkelijk nul informatie. Zo zou ik bijvoorbeeld graag willen weten hoe het met Solomon Zemenfes, Saymon Musie en Awet Habtom gaat. Allemaal gasten die mee zouden kunnen doen aan de Tour de l'Avenir, maar ze lijken dit jaar van de aardbodem verdwenen. Habtom reed vorig jaar nog voor Polartec-Kometa, de opleidingsploeg van Contador. Na een goede uitslag in Turkije in het begin van het jaar viel hij daarna niet meer op, onder meer omdat hij dankzij visumproblemen amper koersen kon rijden. Het leek er even op dat hij bij Kometa mocht blijven, maar ineens was daar geen sprake meer van. Sindsdien radiostilte, totaal geen nieuws. Niet zo leuk, want dat was op papier toch een van de grotere talenten.
Een groter talent dan Daniel Habtemichael bijvoorbeeld, de jongen die naast Robel Tewelde op het podium staat. Daniel valt ook in de categorie opvulling, al heeft hij meer te bieden dan Tewelde. Vorig jaar won Habtemichael een rit in de Tour de l'Espoir, dit jaar werd hij in dienst van Debesay 17e. Hoe het precies is gegaan weet ik niet, maar hij is daarna samen met Natnael Mebrahtom opgepikt door een Filippijnse ploeg. 7 Eleven Cliqq - Air21 by Roadbike Phil, jawel. Twee Eritreeërs tussen de Filippino's, het Aziatische circuit schuwt de exotische verrassingen niet. Mebrahtom had een beetje moeite om te aarden, maar bij Habtemichael ging het een stuk beter. Zo werd hij vierde in Le Tour de Filipinas, je zou voor minder. Net als Robel Tewelde heeft Habtemichael verder geen noemenswaardige Europese ervaring, het gaat voor hem dus ook geen gemakkelijke ronde worden. Hij is net als Tewelde laatstejaars belofte, maar ik zie hem ook vooral bidons halen. Tenminste, zolang hij nog in koers is. Ik zie het somber in voor Tewelde en Habtemichael, al zou Habtemichael kunnen uitgroeien tot een goede klimmer in het Aziatische circuit. Volgend jaar naar een Japanse of een Chinese ploeg en dan komt dat wel goed. Europa gaat 'm helaas al niet meer worden.
Iemand die het in Europa wel gaat maken staat naast Habtemichael. Natuurlijk, Biniam Girmay. Over Biniam hoef ik verder niet veel te zeggen, iedereen kent hem ondertussen wel. Hij gaat nu al door het leven als de jongen die ooit Evenepoel wist te verslaan, een gegeven dat met de dag meer waard lijkt te worden. Toch heeft Biniam wel meer adelbrieven dan dat, zo won hij dit jaar een rit in de Bongo Bongo Tour en ook in de Ronde van Rwanda. Waar bijna alle Eritreeërs redelijk snel zijn maar vooral kunnen klimmen ligt die balans bij Biniam net wat anders. Hij is vooral heel erg snel en kan er ook nog een beetje bij klimmen. Hij schijnt in de belangstelling te staan van meerdere ploegen, maar voorlopig fietst hij net als Henok bij het WCC. Namens deze ploeg heeft hij alvast enkele koersen in Europa gereden, wat altijd mooi meegenomen is. Vorig jaar als junior al wat koersen afgewerkt in Europa, onder meer dus die ene wedstrijd waar hij Evenepoel versloeg en dit jaar heeft hij alvast Parijs-Roubaix voor beloften mogen rijden. Een Eritreeër over de kasseien, dat is fantastisch natuurlijk. Met een 48e plaats ging het hem ook niet eens heel erg slecht af. In de Ronde de l'Isard werd hij 42e, het is wel duidelijk dat hij nog minstens een jaar nodig heeft om echt mee te doen met de Europese jongens. Al lukt het in de kleinere koersen iets beter, zo werd hij een keer derde in een rit in de Ronde van Bidasoa, een rittenkoers voor beloften in het prachtige Baskenland. Ik zie hem eerder eindigen als sprinter of als puncheur dan als klimmer, het is te hopen dat hij volgend jaar bij een mooie opleidingsploeg onder contract gaat staan waar hij die kwaliteiten kan ontwikkelen. Als eerstejaars belofte zou je zeggen dat er nog genoeg ruimte voor progressie moet zijn. Tijdens deze Ronde van de Toekomst verwacht ik er verder nog niet heel veel van, vooral ook omdat recente prestaties laten zien dat enkele van zijn landgenoten beter in vorm zijn.
De volgende in het rijtje bijvoorbeeld, Yacob Debesay. Toch wel de blikvanger van het geheel. De reden dat de Eritrese equipe hier is, hij won namelijk begin februari de Tour de l'Espoir. Het jongere broertje van Mekseb versloeg bergop twee jongens uit Ecuador die er nu ook bij zijn, Quinteros en Montenegro. Even later won hij ook nog een rit in de Ronde van Rwanda door een kilometer of 20 voor het peloton te blijven rijden, toen was de hypetrain definitief vertrokken. Ook Yacob is redelijk snel, maar het is toch vooral een pure klimmer. Nog veel meer dan zijn broer vliegt hij omhoog. Dat viel ze ook bij het WCC op, dus haalden ze hem een paar maanden later dan Henok en Biniam ook maar eens naar Zwitserland. Eenmaal in Zwitserland won hij meteen zijn eerste koers en niet veel later reed hij ook sterk in Spanje. De Vuelta a Leon was vroeger een belangrijke koers voor beloften, maar tegenwoordig toch wel een beetje weggedeemsterd. Desalniettemin staat er voor Spaanse begrippen een behoorlijk deelnemersveld aan de start. De eerste ritten moest Yacob nog een beetje wennen aan het fietsen in Europa, maar toen er na vier dagen een aankomst bergop op het programma stond was hij helemaal in z'n sas. Op de slotklim reed hij weg uit het peloton en hij haalde de ene na de andere vroege vluchter in. In zijn hoofd was hij op weg naar de overwinning. Niemand kon hem stoppen. Juichend kwam hij over de streep. Eén probleem: er was nog een vroege vluchter over, Yacob werd dus tweede. Desalniettemin etaleerde hij wel weer even zijn kwaliteiten bergop, op termijn gaat Yacob Debesay een topklimmer worden. Dat hebben ze in Frankrijk ook al in de smiezen, de opleidingsploeg van Groupama-FDJ heeft hem een stage aangeboden. Na de Tour de l'Avenir gaat hij nog wat koersen rijden voor die ploeg en het ligt in de lijn de verwachting dat hij ook volgend jaar voor die ploeg gaat uitkomen. Dat is natuurlijk helemaal prima, die ploeg heeft dit jaar laten zien dat ze wel een talent op kunnen leiden. Debesay is overigens iemand waarvan ik wel wat verwacht tijdens deze ronde. Hij moet zich toch een aantal keer kunnen tonen bergop. De ritten zijn niet lang, dat scheelt. Zeker zo'n ritje van 23 kilometer, daar moet hij zich toch wel bij de beste tien kunnen mengen. Als hij op voorhand tenminste op de fiets blijft zitten en niet ziek wordt, toch altijd belangrijke kanttekeningen om te plaatsen.
De laatste Eritrese deelnemer is de jongen die het eigenlijk het beste voor elkaar heeft. Natnael Tesfatsion, een tweedejaars belofte die dit jaar voor de opleidingsploeg van Dimension Data rijdt. Hoewel Dimension Data zelf alle moeite van de wereld heeft om goede resultaten te boeken is daar bij de opleidingsploeg geen sprake van. Alle jongens rijden daar eigenlijk gewoon heel erg goed. Het zijn vooral de Italianen die opvallen, niet voor niets maken Sobrero en Battistella de stap naar de profs. Toch zit er tussen de Afrikanen genoeg mooi spul. Wat te denken van Mulu Hailemichael? De Ethiopische pocketklimmer liet de laatste tijd flink van zich horen. In Aosta was hij enorm sterk en even later won hij voor de leuk een wedstrijdje op de Monte Grappa. Van de Afrikanen valt hij het meeste op, hoewel Tesfatsion toch ook wat leuke dingen heeft laten zien. Ook Tesfatsion past weer een beetje in hetzelfde stramien als de andere Eritreeërs. Kan klimmen en is snel. Bij hem leek de balans net als bij Girmay door te slaan naar de snelheid, maar recentelijk heeft hij toch ook bergop wat mooie dingen laten zien. In het begin van het jaar werd hij vijfde in de Tour de l'Espoir, daarna vertrok hij meteen richting Europa en aanvankelijk ging dat niet echt fantastisch. 114e in Coppi en Bartali bijvoorbeeld, de stap van Afrika naar Europa valt nooit mee. Ook de Tour de Bretagne bleek niet evident, maar ondertussen is er een stevige stap vooruit gezet. Hij werd tweede op het Eritrees kampioenschap, achter de ontsnapte Berhane. Daarna stond hij aan het vertrek in de Elzas. In de lastige Tour de Alsace wist hij 23e te worden, wat een bijzonder goed resultaat is. Tesfatsion leek vooral snel te zijn, maar om in deze wedstrijd 23e te kunnen worden moet je toch vooral goed omhoog gaan. Recent werd hij vierde in de GP Poggiana, een van de lastigere koersen in het Italiaanse beloftencircuit. Als hij deze lijn weet door te trekken gaat Tesfatsion dus vooral een klimmer met een sterk eindschot worden, daar zou weinig mis mee zijn. Hij is pas tweedejaars belofte, dus hij zal waarschijnlijk volgend jaar nog wel een kans krijgen om zich verder te ontwikkelen bij Dimension Data. Tijdens de Tour de l'Avenir verwacht ik niet direct heel veel, bergop zal hij na Debesay waarschijnlijk de tweede Eritreeër zijn. Een plaats bij de eerste 30 ofzo zou mooi zijn, top 20 als alles meezit. Terwijl hij vorig jaar in China nog derde werd in een massasprint achter Mareczko en Imerio Cima, mijn Eritrese vrienden zijn in ieder geval wel veelzijdig.
Al met al is deze Eritrese selectie behoorlijk goed. Ik denk niet dat er ooit een sterkere Afrikaanse afvaardiging richting Frankrijk is gestuurd. Van de zes zitten er hier vier tussen die normaliter prof gaan worden in Europa. Vier jongens met ervaring in Europa dus ook, dat zou ze moeten helpen om in ieder geval het einde van deze koers te halen. Als ze dan tussendoor ook nog wat mooie ereplaatsen bij elkaar weten te rijden zou dat mooi meegenomen zijn.
Tevens wil ik graag nog even van deze gelegenheid gebruik maken om het WCC te bashen. Normaal komt het WCC ieder jaar met een leuke ploeg, maar dit jaar zijn ze daar niet echt in geslaagd. Ten eerste waren ze van plan om een geschorste Kazach mee te nemen, dat is al niet handig. Ten tweede hebben ze vervolgens deze Kazach vervangen door een Ier die nog nooit een wedstrijd voor het WCC gereden. Ten derde was er al een andere Ier mee, dus zitten we nu naar twee Ieren te koekeloeren. Ten vierde zijn er ook nog twee Tsjechen mee, dat lijken me nou ook niet echt direct jongens die de steun van het WCC nodig hebben. We willen Zuid-Amerikanen, Aziaten, Afrikanen. Nu moeten we het doen met één Marokkaan, Imad Sekkak, en één Panamees, Carlos Samudio. Armoede, pure armoede. Vorig jaar namen ze Weldu en Zahiri mee, ofschoon beide renners de rest van het jaar niet voor het WCC hadden gereden. Beide heren kregen een kans om zich in Frankrijk in de kijker te fietsen. Dat slaagde niet helemaal, maar het idee was mooi. Zoiets was nu ook leuk geweest, ik had liever naar Mulu Hailemichael gekeken dan Ben Healy of all places.
Voorts ook nog een korte vermelding voor de prachtige Baskische selectie. Nu Pascual Momparler bondscoach van Spanje is geworden en hij niet meer de beloften en junioren hoeft te regelen is zijn takenpakket overgenomen door Ramon Gonzalez Arrieta, een Bask. Dat is te merken, een lichte bias valt niet te ontkennen. Al valt er objectief ook wel wat voor te zeggen, het meeste talent komt nog steeds uit het Baskenland. En als er dan een keer een ander Spaans talent is sturen ze hem naar Utah, dat schiet ook niet op. Helaas is Unai Cuadrado er niet bij. Unai ging best lekker in Portugal, waar hij 20e lag. Daarna ging hij alleen tijdens de negende rit samen met nog wat andere jongens op z'n muil. Vicente Garcia de Mateos was het bekendste slachtoffer, maar ook voor Cuadrado was de koers gedaan. Zonde, want hij had daar de beste jongere kunnen worden en hij had ook voor een top 10 in Frankrijk kunnen gaan. Zijn vervanger is Oier Lazkano, ook een Bask. In Spanje wint Lazkano alles, maar hij moet het toch vooral van de heuvelachtige parcoursen hebben. Geen echte klimmer. Wel een redelijk sterk eindschot, met een beetje mazzel kan hij tijdens een van de eerste ritten aan het eind demarreren of de sprint van een kleinere groep regelen. Verder kijken we natuurlijk vooral naar prachtige jongen Iñigo Elosegui, die volgend jaar prof wordt bij Movistar. Ook meer een alleskunner dan een pure klimmer, voor het klassement schrijf ik hem niet meteen op. Het zou vooral mooi zijn om hem een keer in de aanval te zien, een anoniem klassement zit ik niet op te wachten. Dat anonieme klassement laten ze maar over aan de verstekeling Parra, geen Bask. De andere verstekeling, Cañellas, mag laten zien dat hij het fietsen niet verleerd is na een vreselijk matig jaar bij Caja Rural. Verder hebben we nog de pygmee Jon Agirre, wat dan wel weer een pure klimmer is. Wel op een wat lager niveau, maar toch. Als laatste hebben we dan nog Urko Berrade, een Bask die afgelopen week 18e wist te worden in Portugal. Met zo'n resultaat mogen we ook wat van hem verwachten de komende week, hoewel zijn jaar voor de rest behoorlijk kleurloos was. Urko kan vooral een aardig eindje hard fietsen, mijn voorzichtige verwachting is dat hij op de langere beklimmingen kansloos gaat lossen. De Baskische selectie gaat in ieder geval niet de winnaar afleveren, maar het zijn op Parra na wel mooie jongens.
Ik heb er zin in jongens. Ik heb er enorm veel zin in. Hopelijk laat ook de selectie van Ecuador zich zien dit jaar. Let op Alexander Cepeda, dat is een toppertje in de dop. Om het feest helemaal compleet te maken heeft Quick Step nog wat cringe voor jullie in de aanbieding: