Vooruit, ook mijn verslag nog.
Vooraf al wat pret met de twee teams. Welk team gaat winnen, wie heeft de beste smoesjes om niet zijn streeftijd te halen, etc. Teamnamen bedacht, restaurantreservering gemaakt, carpoolafspraken gemaakt. We waren er klaar voor.
Vork reed met mij mee, kon hij nog even zijn kater uitslapen.
Eenmaal in Rotterdam aangekomen zagen we de anderen al snel en hebben we ons plekje gevonden en de tent opgezet. Grapje, toch niet. Maar we zaten onder een eikenboom, geen probleem dus.
Inderdaad heel fijn dat we dit jaar ieder een eigen chip hebben. Dat scheelt ook weer stress, want ik had dit jaar geen kniptang en tie wraps bij me.
Van tevoren had het snelle langzame team afgesproken om knalgele shirts te dragen, want ze moesten matchen met McTwente, en het zou ze een voordeel geven voor snelle wissels. Alleen had niet iedereen van dat team een geel shirt. Het langzame snelle team deed maar wat, zonder dresscode.
Nou het lopen en de wissels zijn al beschreven. Dat liep eigenlijk allemaal wel.
Mijn race: aan de hitte was ik al gewend, dat was geen smoes meer. Mijn smoes was dat ik al 2 dagen niet had gelopen en 2 dagen eerder zo moe was dat ik dacht dat ik doodging. Na een paar uur slapen, werd ik gelukkig weer wakker.
Uiteraard het eerste rondje op de baan te hard gelopen. Dat hoort gewoon.
Het lopen ging wel goed. Ik had alleen het idee dat ik niet heel veel harder kon gaan terwijl mijn horloge 5:30/km aangaf, zo ging ik mijn streeftijd niet halen. Beetje jammer.
Ik ben Vork 3 keer tegengekomen en de laatste keer riep ik hem bemoedigend toe 'nog een klein stukje'. Hij dacht dat ik zei dat ik stuk zat. Maar ik voelde me prima.
De overwinning kwam via een mooie teameindsprint. Uiteindelijk bleek ik 2 minuten onder mijn streeftijd te zitten, ik geloofde dat niet en dacht dat mijn horloge dat verkeerd had gelogd, maar het tempo bleek gewoon niet te kloppen door de bomen.
Vervolgens heb ik Zwabber en Vork naar het centrum geloodst tussen de auto's, gekke kruispunten, stilstaand op tramrails. We hebben heerlijk gegeten en nagepraat.
En de terugweg: toen ik uit de parkeergarage kwam en al voorbij de slagbomen was, reed ik -nog steeds ondergronds- bij een rotonde rechtsaf (wat raar, waarom is hier een rotonde?), weer paaltjes en slagbomen tegemoet. Hmm ja. Dat was vreemd.
Ik hoef niet meer te parkeren. Ik wil ook niet betalen. Dan maar achteruitrijden terug richting de rotonde. Blijkbaar doe ik dat niet vaak genoeg, want dat ging schots en scheef, half over de stoeprand. Nee, Vork, er zat geen alcohol in mijn ginger beer.
Uiteindelijk gelukt en toen maar de volgende afslag op de rotonde gepakt. Waar groot boven staat 'Uitgang'.
De rest van de terugreis verliep heel voorspoedig.
Volgend jaar weer!