abonnement bol.com Unibet Coolblue
  Eindredactie Sport / Forummod zaterdag 25 mei 2019 @ 16:10:03 #1
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_187082393
Tappa 14: Saint-Vincent - Courmayeur (Skyway Monte Bianco), 131 km

Hoe vat je een rit samen die niet samen te vatten valt? Onderweg naar Lago Serrù werden we getrakteerd op een waar spektakel. De eerste echte bergrit kende een razendsnelle aanvangsfase. Het duurde lang voor er een groep weg wist te rijden, maar uiteindelijk kregen we te maken met een kopgroep van liefst 27 renners. In deze kopgroep zaten met Mollema en Zakarin twee outsiders voor het algemeen klassement. Jumbo-Visma probeerde koers te controleren, terwijl ondertussen de ene na de andere renner afstapte. In totaal raakten we tijdens deze rit acht renners kwijt, onder meer Tao Geoghegan Hart die letterlijk wegviel uit de kopgroep en met een gebroken sleutelbeen de strijd moest staken. De controle van Jumbo duurde vrij lang, tot op de Pian del Lupo. Paultje Martens reed de longen uit z'n lijf, totdat hij werd afgelost door de mannen van Astana. Pello Bilbao zette zichzelf op kop en er werd meteen een hoop volk gelost. Roze trui Polanc moest lossen, net als Bob Jungels. Zij kwamen later in de afdaling wel weer terug, vooral dankzij het harde werk van Jungels. In de vallei na de afdaling werd het gat met de grote kopgroep bijna dichtgereden, op een gegeven moment was het verschil nog maar een halve minuut. Daarna ging er wel wat mis, de ploegen stopten met rijden. De voorsprong van de koplopers liep plotseling op naar twee minuten, een gigantische voorgift voor renners als Mollema en Zakarin.

Ondertussen zagen we voorin meerdere demarrages. Fausto Masnada probeerde met een aantal renners weg te rijden en dat leek te lukken. Hij kreeg onder meer Giulio Ciccone mee, de ploeggenoot van Mollema. Toen we echt aan de slotklim begonnen, na een lang vals plat deel, reden Mollema en Zakarin zichzelf naar de kop van de koers. Nadat Brambilla al de hele dag hard had gewerkt voor Mollema nam Ciccone het nu over. Hij zette zichzelf op kop en reed kilometerslang een hoop tempo. Terwijl dit allemaal gebeurde zagen we in de achtergrond Mikel Landa in de aanval gaan. Op de flanken van de Colle del Nivolet pakte hij de guidon van onder en hij dartelde er op zijn kenmerkende stijl vandoor. Niemand was in staat om hem te volgen, jongens als Yates moesten zelfs lossen als een baksteen. Lopez bleef in eerste instantie niet ver achter, maar hij kreeg te maken met mechanische pech. Hij moest van fiets wisselen ging daarna in de achtervolging. Roglic bleef zitten, hij reageerde niet. Nibali bleef dan weer in zijn wiel zitten, die twee zijn een interessante relatie aan het ontwikkelen. Roglic en Nibali reden nog een tijdje in het gezelschap van renners als Carapaz en Majka, maar toen deze jongens zelf in de aanval gingen werd er weer niet gereageerd door het kibbelende koppel.

Vooraan zagen we dat de werken van Ciccone bijna gedaan waren. Het teken voor Zakarin om in de aanval te gaan. Mollema kon niet mee, hij moest al snel gaan zitten. Nieve, die niet hoefde te wachten op de geloste Yates, moest eerst ook lossen maar wist later nog aan te sluiten bij Zakarin. Even leek het op een tweestrijd uit te draaien, maar op twee kilometer van het einde plaatste Zakarin nog een definitieve demarrage. De Rus beleefde zijn beste dag op de fiets sinds ergens in de Vuelta van 2017. Zijn demarrage was zo sterk dat hij zelfs weer op al zijn achtervolgers wist uit te lopen. Vooral ten opzichte van Roglic en Nibali pakte hij veel tijd, de voorsprong liep op richting de drie minuten. Mikel Landa kwam in eerste instantie snel dichterbij, maar bleef uiteindelijk hangen op een minuut. Mollema kreeg dan weer last van een ontploffende brommer, hij verloor in de laatste kilometers van de rit bijna twee minuten op de ontketende Tartaar van Tatarije. Zakarin won de rit en doet gouden zaken voor het algemeen klassement, hij is nu een van de favorieten voor de eindzege. Mikel Nieve werd tweede, hij mag nu Yates door het ijs is gezakt de rest van de ronde gaan vrijbuiten. Schrijf hem maar op voor een rit in de derde week. Landa werd derde, iets meer dan een minuut achter Zakarin. Landa heeft laten zien heel sterk te zijn, maar zijn achterstand op Roglic is nog steeds erg groot. Achter Landa zagen we ineens zijn ploeggenoot Carapaz opstomen. De Ecuadoriaan is amper in beeld geweest, maar heeft een fabuleuze slotklim gereden. Zijn medevluchters liet hij ter plaatse, Majka kon het tempo niet volgen. Nibali en Roglic kwamen binnen op iets minder dan drie minuten. Ze speelden een spelletje en verloren daardoor veel tijd op de concurrentie. Lopez en Yates verloren nog veel meer, zij moeten nu echt gaan aanvallen. Al is het bij Yates maar de vraag of hij daartoe in staat is, er straalt heel weinig van uit. Polanc deed net genoeg z'n best om de roze trui te houden, hij mag er nog een dagje extra van genieten.

De beklimming naar Lago Serrù bood dus genoeg spektakel. Het is een klim die we graag vaker zouden willen zien en dan het liefste ook nog met de laatste vijf kilometer erbij naar de top van Colle del Nivolet. Al gaat dat een lastig verhaal worden, aangezien de finish blijkbaar in een nationaal park ligt. Daardoor mag er eigenlijk niet met de helikopter gevlogen worden, omdat de gemsen en de arenden anders gestoord worden. En dat kan niet de bedoeling zijn natuurlijk. Zonde wel, want de klim heeft meteen een verpletterende indruk achtergelaten. We hebben er deze Giro lang op moeten wachten, maar we krijgen eindelijk koers te zien. Door de tijdsverschillen die dankzij de tijdritten zijn ontstaan zien we nu wat we graag willen zien: actie. Veel renners moeten noodgedwongen vroeg in de aanval, wat voor interessante tactische toestanden zorgt. Tijdens de volgende rit krijgen we waarschijnlijk met nog meer tactische spelletjes te maken. We duiken het weekend in met een korte en explosieve rit in Valle d'Aosta. Een korte en lastige rit met vijf beklimmigen, daags na een rit van 200 kilometer met meerdere beklimmingen waar bijna iedereen in het rood is gegaan, dat kan maar één ding betekenen. We gaan koers te zien krijgen. Het spel gaat sowieso op de wagen. Er gaan knuppels in het hoenderhok gegooid worden. Dit wordt fantastisch, dat kan bijna niet anders.




Daags na de slopende en zware rit met aankomst bij het stuwmeer van Serrù bevinden we ons nu ineens in misschien wel het mooiste gebied van Italië. De rit gaat van start in de Aosta-vallei, om precies te zijn in het kleine dorpje Saint-Vincent. Dit is geen onbekende plaats voor de Giro. Ondanks het feit dat er maar 4500 mensen wonen wordt dit al de 16e (!) keer dat er een rit vertrekt. In 2015 waren we hier voor het laatst. De 20e rit zou verreden worden tussen Saint-Vincent en Sestriere, met de toen nog bijzonder goede Fabio Aru als winnaar. Voor 2015 was het nogal een tijd geleden dat de Giro in Saint-Vincent was, 1992 namelijk. Daarvoor was de Giro in 1985 zelfs twee dagen achter elkaar in Saint-Vincent, eerst met een tijdrit richting Valnontey en een dag later een rit in lijn richting Genua. In een nog verder verleden kwam men hier in de jaren '50, jaren '60 en jaren '70 ook nog een aantal keer. Dat Saint-Vincent zo vaak bezocht wordt heeft te maken met het feit dat het best een toeristisch plaatsje is. Zo hebben ze in Saint-Vincent een paar warmwaterbronnen, daar hoort dan natuurlijk weer een spa bij. Ook hebben ze hier een casino, dat zou een van de grote publiekstrekkers moeten zijn. Casino de la Vallée, een gebouw met een bijzondere façade. Erg modern, met erg veel glas. Lelijk derhalve, maar over smaak valt niet te twisten. Naast de thermen en het casino hebben ze hier ook nog het Palais Saint-Vincent, nog zo'n nieuwerwets gebouw dat vooral dienst doet als evenementenhal en bioscoop. Ook de lokale kerk valt wel op, onder meer door de oude klokkentoren. In de omgeving van Saint-Vincent komen we nog wat oude overblijfselen uit de Romeinse tijd tegen, waaronder een deel van een oude brug. Daarnaast is Saint-Vincent bekend vanwege het organiseren van de finale van Spel zonder grenzen in 1991! Ja, dan sta je als plaats wel op de kaart. Als laatste is het nog wel het vermelden waard dat ze hier een museumpje hebben waar je een verzameling van 750 mineralen en 170 fossielen kunt aanschouwen. Helemaal het einde.



Van start gaan we in het centrum van Saint-Vincent, waar de straatjes zijn voorzien van steentjes. In de eerste meters van de rit komen we zo'n beetje alle lokale hoogtepunten tegen. Aan de rand van Saint-Vincent rijden we langs het afzichtelijke casino en daarna begint de rit echt. We rijden eerst een aantal kilometer door de vallei. Van Saint-Vincent zetten we koers richting Chambave en in dit eerste stuk van een kilometer of zeven is het overwegend vlak, al gaat het bijna direct na de start wel een kilometer omhoog aan 5%. Daarna gaat het in licht dalende lijn verder over een brede weg met vlak voor Chambave nog een kort knikje van 500 meter aan 5%. In Chambave slaan de renners bij een rotonde rechtsaf. Vrij snel daarna volgt er een scherpe bocht naar links en dan is het koers. In de Aosta-vallei is alles prima, zolang je maar daadwerkelijk in de vallei blijft. Sla ergens een keer links- of rechtsaf en je komt meteen een zware beklimming tegen. Dat gaan de renners vandaag een aantal keer meemaken en de eerste confrontatie met de realiteit luistert naar de naam Verrayes. Dit is een klim van de tweede categorie, zeven kilometer lang en 8% gemiddeld. Nee, we gaan niet rustig beginnen. Alhoewel, de eerste kilometer van de klim valt nog wel mee. Halve kilometer aan 5%, daarna een halve kilometer aan 7%. Vervolgens gaat het echt los, we krijgen te maken met een kilometer aan 9%. Daarna nog een kilometer aan 9%, met in het verlengde daarvan de zwaarste 500 meter van de klim. Het gaat tijdelijk omhoog aan 11% gemiddeld, met een uitschieter naar 13%. We zijn dan inmiddels over de helft van de klim en het ergste is achter de rug. In de resterende drie kilometer naar de top gaat het aan 7,5% gemiddeld omhoog. Nog steeds zwaar, maar niet zo zwaar als het eerste deel. Na 14 kilometer koers komen de renners boven op deze eerste klim van de dag. Meteen een zware klim, waar de nodige knuppels in het hoenderhok gegooid kunnen worden. Als er renners zijn met ambitie gaat dit een legendarische rit worden. Al sluit ik niet uit dat men na de zware dag van gisteren nog even de kat uit de boom kijkt. In dat geval zullen we hier vooral het onstaan van de vlucht van de dag gaan meemaken.




De klim naar Verrayes is voorzien van een prachtige brede weg. Voor sommige renners zou het een bekende weg kunnen zijn, want de klim naar Verrayes is eigenlijk slechts het eerste deel van de klim naar Saint-Pantaleon. Deze zware klim zagen we afgelopen jaar nog in de Giro, maar we kappen 'm nu nog voor we op de helft zijn af. Ook in 2015 kwam deze klim voor, toen we ook vanuit Saint-Vincent vertrokken. Nu beginnen we gelukkig voor de renners niet direct met de volle 16 kilometer, iets minder dan de helft is ook wel zwaar genoeg. Enfin, een prachtige en brede weg dus. Dat doen ze in de Aosta-vallei meestal ook nog wel aardig, ziet er vaak goed onderhouden uit. Het is wel een bochtige klim en dat bochtige karakter nemen we ook mee de afdaling in. De weg gaat een kilometer of tien naar beneden en in deze kilometers komen we de nodige bochten tegen. Een aantal van die bochten zijn vrij lastig te nemen, ze komen soms onverwacht en zijn mede daardoor lastig in te schatten. In het dorpje Frayè bijvoorbeeld komen de renners ineens een hele scherpe haarspeldbocht tegen. Het lijkt alsof ze rechtdoor kunnen, maar dan gaat het ineens volledig naar links. Verder helpt het wel dat de weg breed is en goed onderhouden, daardoor zou deze afdaling toch goed te doen moeten zijn. Al ligt er ook in het volgende dorpje, Payè, weer zo'n vervelende bocht naar links. Snel daarna volgt er dan weer een scherpe bocht naar rechts, waarna het ergste deel van de afdaling is geweest. Misschien dat de renners nu wat tijd hebben om van het uitzicht te genieten, want dat is tijdens het tweede deel van de afdaling adembenemend mooi. Na een kilometer of 10 dalen komen we uit in het dorpje Nus, beneden in de vallei. Na Nus gaan we een kilometer of 13 door de vallei rijden, over rechte en brede wegen. Het is nu ook behoorlijk vlak, tot we de hoofdstad van de regio bereiken. Na 34 kilometer komen we uit in Aosta, een stad met ongeveer 34.000 inwoners. Het is een oude Romeinse stad met restanten van een forum, een amfitheater en stadsmuren met poorten. Tevens vindt hier de eerste tussensprint van de dag plaats.



Na de tussensprint in deze stad met de nodige historie komen de renners een aantal bochten en rotondes tegen. Na de laatste van deze rotondes bevinden ze zich buiten de stad en dan is het al snel tijd voor de tweede klim van de dag. We gaan beginnen aan de klim naar Verrogne, een klim van de eerste categorie. Deze beklimming is 14 kilometer lang en in deze kilometers gaat het aan 7% gemiddeld omhoog. Na nog een bocht naar rechts buiten Aosta begint de weg omhoog te lopen. Het gaat direct vrij stevig omhoog, met een kilometer aan 7%. Daarna wordt het zelfs heel erg steil, met een kilometer aan 9% gemiddeld. In deze kilometer komen we ook het steilste stuk van de klim tegen, het gaat tijdelijk omhoog aan 13%. Kort achter elkaar komen we wat haarspeldbochten tegen en hier is het inderdaad zichtbaar vrij steil. Tevens is deze klim voorzien van een wat smallere weg, niet alle wegen in de Valle d'Aosta zijn mooi en breed. Na het steile gedeelte zwakt de klim wat af, waarna er zelfs nog even een korte afdaling volgt. De renners fietsen door een dorpje en hier gaat het even naar beneden, maar zonder gevaren. Vervolgens gaat het een kilometer of zeven omhoog aan 8% gemiddeld, maar het is een verdraaid onregelmatige klim. Onderweg komen we weer een aantal passages tegen waar de haarspeldbochten elkaar snel opvolgen, daar kruipen de percentages weer richting de 10% of zelfs daarboven. Tussendoor krijgen we ook nog een keer te maken met een kilometer aan 6% of zelfs een halve kilometer aan 4,4%. Er valt dus niet echt een peil te trekken op deze klim, al mag je onder aan de streep gerust tot de conclusie komen dat het simpelweg lastig is. De laatste vier kilometer van de klim verdwijnen de haarspeldbochten uit het zicht en daardoor wordt het gemiddeld gezien ook wat minder lastig. In deze laatste kilometers van de klim gaan we gemiddeld aan 6,6% omhoog, al zit er vlak voor de top nog een kilometer aan 9% tussen. In de laatste meters van de klim vlakt het af naar 3%, waarna we na 51,5 kilometer voor het eerst in de geschiedenis van de Giro de top van Verrogne bereiken. Een debutant waar we in de toekomst ongetwijfeld nog veel van gaan horen.




Na 14 kilometer klimmen komen de renners uit in het dorpje Verrogne. Een klein plaatsje waar verder niet veel te beleven valt. Eenmaal boven in het dorp begint de afdaling direct. Het wordt een lange en lastige afdaling. Vijftien kilometer lang gaat het naar beneden, over een niet al te brede weg. De afdaling is bochtig, waardoor het automatisch technisch wordt. In het begin kent de afdaling een paar korte en snelle bochten achter elkaar, na de passage door het dorpje Meod krijgen we dan weer te maken met de eerste lastige haarspeldbochten. Vervolgens rijden we door het dorpje Petit Sarriod, waar de weg even kort omhoog loopt. Buiten dit dorpje slaan de renners linksaf, waarna ze op een bredere weg terechtkomen. Dat is mooi meegenomen, maakt de afdaling meteen een stuk aangenamer. Enige nadeel is dat we deze bredere weg snel weer gaan verlaten. In de buurt van het volgende dorpje maken de renners een bocht van 90 graden naar links, waarna ze weer over een smallere weg verder moeten fietsen. Eenmaal terechtgekomen op deze weg begint de afdaling pas echt, zou je kunnen zeggen. De bochten volgen elkaar in hoog tempo op en dat is niet iets om vrolijk van te worden. Merkwaardig genoeg wordt de afdaling steeds lastiger en technischer des te lager we komen. Er verschijnen steeds meer bochten. Vooral veel korte en snelle bochtjes, af en toe afgewisseld door een haarspeldbocht. Alleen aan het eind van de afdaling winnen de haarspeldbochten het van de andere bochten. In de laatste kilometers in dalende lijn komen we kort achter elkaar zes van die dingen tegen. Dat laatste deel van de afdaling werken we dan wel weer af op een bredere weg, waardoor het iets makkelijker wordt. Eenmaal beneden komen we uit in Saint-Pierre. Eerst Saint-Vincent en nu Saint-Pierre, ze zijn hier wel van de heiligen. In Saint-Pierre hebben ze overigens een kasteel, jawel. Beneden in Saint-Pierre slaan we rechtsaf en dan gaan we direct op weg naar de derde klim van de dag.



We rijden een kilometer rechtdoor over een brede en vlakke weg dwars door de vallei. Fietsen doen we langs de rivier Dora Baltea, een rivier die we binnenkort van wat dichterbij gaan bekijken. We gaan namelijk bij een bruggetje linksaf en rijden dan over de river. Aan het eind van de brug slaan we rechtsaf en dan rijden we Villeneuve binnen. Bij de passage over de brug zien we trouwens aan de overkant een stevige rotswand staan, met in deze rotswand een kruis uitgehakt. Best kunstzinnig gedaan. Enfin, na de bocht rijden we rechtdoor Villeneuve in en hier begint de weg al wat omhoog te lopen. In het centrumpje van dit dorpje komen we weer wat keitjes tegen, dus is ons verzoek aan de weergoden weer of het eventjes droog kan blijven. Aan het eind van het centrumpje slaan we linksaf, waarna de volgende klim van de dag echt bijna gaat beginnen. We passeren nog even een oude ruïne en daarna slaan we even kort achter elkaar rechtsaf en linksaf. We rijden onder een viaduct door en daarna loopt de weg ineens aan 6% omhoog. De Truc d'Arbe is begonnen, een beklimming van de tweede categorie. Acht kilometer lang aan 7% gemiddeld, het is weer van dat. Opnieuw een onregelmatige klim, zo volgt er in de tweede kilometer van de klim een lang stuk aan 9% dat al snel weer wordt opgevolgd door een strook aan 5%. In de derde kilometer van de klim gaat het dan weer gemiddeld aan 7% omhoog. Tot dit moment rijden de renners over een brede weg, maar buiten Villes Dessus houden ze bij een splitsing van de weg de linkerkant aan, waarna ze op een smalle en vrij steile weg terechtkomen. Al begint dat steile gedeelte niet direct. We krijgen eerst nog een kilometer aan 4%, maar daarna gaat het los. In de tweede helft van de klim krijgen we te maken met vier kilometer aan 8%. Op iets meer dan een kilometer van de top stuiten we zelfs nog op een steilste stuk van 12%. De klim wordt richting de top heel bochtig, een stuk of tien haarspeldbochten komen we toch al snel tegen. Het blijft lastig tot aan de top, in de laatste meters van de klim gaat het aan 7% omhoog. Na 76 kilometer komen we boven op deze klim. We komen weer bij een splitsing uit. Als we bij deze splitsing naar links gaan komen we uit in Les Combes. Boven in dit dorpje staat een museum dat volledig gewijd is aan Johannes Paulus II. Deze paus was hier blijkbaar ooit op vakantie, daarom dat ze hem op deze plaats nog steeds vereren. Ook zijn opvolgers zijn hier wel eens op bezoek geweest. Het is dus welhaast een heilige plek.




Uiteindelijk gaan we bij de splitsing naar rechts en die weg duikt meteen naar beneden. De afdaling die nu volgt is slechts iets meer dan zes kilometer lang, maar wel vrij lastig. De weg is nog steeds niet al te breed en het aantal bochten valt niet op één hand te tellen. Opnieuw een technische afdaling, al lijkt dat in het begin nog mee te vallen. Het eerste deel van de afdaling gaat vooral rechtdoor, met alleen wat flauwe bochtjes onderweg. Niet veel later komen we toch weer wat haarspeldbochten tegen, waarvan de frequentie naarmate we lager komen steeds meer toeneemt. Een pittige afdaling, met ondertussen wel weer prachtige vergezichten. Als we bijna beneden zijn komen we kort na drie haarspeldbochten wel op een wat bredere weg terecht. Die weg zal leiden naar Arvier, een dorpje in de vallei. Na wat bochten in Arvier komen we aan de rand van dit plaatsje een rotonde tegen, waar we schuin rechtdoor gaan. Na de rotonde zitten we op de brede weg dwars door de vallei. Deze weg gaan we zeven kilometer volgen. In deze zeven kilometer gaan we vooral rechtdoor, terwijl de weg een beetje vals plat omhoog loopt. We rijden door een aantal tunneltjes en komen nog een rotonde tegen, tijdens dit relatieve moment van rust voor de finale echt gaat beginnen. Na dit stuk rechtdoor in de vallei slaan de renners rechtsaf, waarna ze op weg gaan naar de tweede tussensprint van de dag. Deze tweede tussensprint van de dag ligt in La Salle en om in dit plaatsje te komen moeten de renners nog even een kort klimmetje overleven. Twee kilometer aan 8%, hoppakee. De benen konden even losgeschud worden, maar nu moet iedereen weer aan de bak. Aanvankelijk is de klim behoorlijk bochtig en daar zitten dan ook de steile percentages, richting La Salle wordt de weg rechter en vlakt de klim wat af. Na 92 kilometer komen we aan in het verder niet zo bijzondere dorpje La Salle en hier ligt dan dus de tweede tussensprint van de dag. In de laatste meters voor La Salle gaat de weg naar beneden, daarna slaat men rechtsaf. Even verderop slaan we linksaf en dan verlaten we het dorp weer.



We keren weer terug naar de vallei. De weg richting de vallei is vooral recht en loopt een dikke kilometer naar beneden, zonder lastige bochten dus. Als we bijna beneden zijn komen we een rotonde tegen, waar de renners een soort van rechtdoor gaan. Na deze rotonde rijden we kort langs de rivier, terwijl het vlak is. Dat vlakke gedeelte duurt niet lang meer, want de lastigste klim van de dag komt eraan. Er volgt een bocht naar rechts, we rijden via een brug over de Dora Baltea en direct daarna loopt de weg omhoog. De Colle San Carlo is begonnen, een beklimming van de eerste categorie. We hebben al wat lastige beklimmingen gehad, maar we krijgen nu te maken met 10,5 kilometer aan 10% gemiddeld. In de eerste kilometer van de klim gaat het gelijk aan 9% omhoog, de renners botsen op een muur. Dat wordt na de aanvangsfase niet snel beter, in de tweede kilometer van de klim gaat het aan 9,5% omhoog. We rijden ondertussen een bos in, waar de weg een stuk bochtiger wordt. Een smalle weg, die in de derde kilometer echt steil wordt. We gaan omhoog aan 10,5%, met in dit stukje zelfs de steilst strook. Het gaat tijdelijk omhoog aan 15%, de klim komt dan tijdelijk even in de buurt van de Mortirolo, of de Zoncolan. Al is de Colle San Carlo als geheel wat makkelijker, desalniettemin heel lastig. In de vierde kilometer van de klim gaat het nog eens aan 10,5% omhoog, het blijft harken tot boven. We rijden dan lang Arpy, een klein gehuchtje. Hier zwakt de klim een klein beetje af, met een halve kilometer aan 9%. Dat moet dan een periode van relatieve rust voorstellen, maar het is alsnog buitengewoon lastig. Al snel wordt het weer wat steiler, de volgende halve kilometer werken we af aan 11%. Het blijft ook bochtig, terwijl iedere bocht steiler lijkt te zijn dan de vorige. Deze klim kent geen genade. We gaan verder met twee kilometer aan 10%, waarna er een eind komt aan het zwaarste gedeelte van de klim. In de laatste drie kilometer bergop gaat het slechts omhoog aan 9%. Eitje, stelt niks voor. Richting de top nemen de bochten in hoeveelheid af. Af en toe gaat het een paar hectometer volledig rechtdoor aan 9%, dat levert altijd wel een vreemd soort van gezichtsbedrog op. Uiteindelijk pakken we nog drie haarspeldbochten mee, waarna het in de laatste kilometer van de klim aan 8,5% omhoog gaat. Na 106 kilometer, op 25 kilometer van de finish, komen de renners boven op de Colle San Carlo.




De Colle San Carlo is een geweldige klim, alleen al op basis van het gemiddelde stijgingspercentage. Toch is dit een klim die niet vaak voorkomt in de Giro. In 1973 beklom men deze berg een keer, daarna duurde het tot 2006 eer we hier nog eens passeerden. Een lange rit met een vlakke aanloop, in de finale de Colle San Carlo en dan een afdaling richting La Thuile. Het was een regenachtige, miezerige dag. Op de klim bleken Leonardo Piepoli en Ivan Basso de sterkste renners te zijn. Ze reden de tegenstand op een hoop. Toen volgde de afdaling, de afdaling waar de renners nu ook aan moeten beginnen. De regen maakte het extra lastig. Piepoli had er niet veel problemen mee, hij gooide zichzelf naar beneden. Basso was iets voorzichtiger, of gerust gezegd té voorzichtig. Hij ging bijna stilstaand door de bochten. Ik heb de beelden nog even opgezocht en het is denk ik een van de slechtste afdalingen die ik ooit heb gezien. Basso was niet vooruit te branden. Nu is het wel zo dat de afdaling van de Colle San Carlo lastig is, maar wat Basso daar liet zien deed pijn aan de ogen. Hij verloor in die afdaling 44 seconden op Piepoli, die solo aankwam in La Thuile. Het was een emotionele overwinning voor Piepoli, aangezien hij hem opdroeg aan Diego Pellegrini. Dit was een generatiegenoot van Piepoli, die in 1993 overleed tijdens de afdaling van de Colle San Carlo. Het was een beloftevolle renner, maar nog voor zijn carrière goed en wel was begonnen kwam daar op 21-jarige leeftijd een einde aan. Het is een beetje cru, maar het toont aan dat de afdaling van de Colle San Carlo niet makkelijk is. Al is de weg wel breder aan deze kant van de klim, dat scheelt. Het is een snelle en technische afdaling, met ontzettend veel bochten. Haarspeldbochten, maar ook allerlei korte bochtjes die elkaar in hoog tempo opvolgen. De klim is lastig en kan gebruikt worden om verschillen te creëren, maar ook in de afdaling kan er nog een hoop gebeuren. Het is wel vooral het eerste deel van de afdaling waar het gevaar schuilt, als we bijna beneden zijn worden de wegen rechter en kan er op een eenvoudige manier verder gedaald worden richting La Thuile. In de buurt van La Thuile volgt er nog een bocht van 90 graden naar rechts, maar daarna rijden we rechtdoor het dorp in. De passage in het dorp is vrij smal en kent nog een linke bocht naar rechts.



Na de doortocht in La Thuile zijn we nog niet beneden. Het gaat nog een kilometer of tien verder in dalende lijn, richting Pré-Saint-Didier. In dit tweede deel van de afdaling komen we een meter of 400 lager uit, het gaat dus niet heel erg hard naar beneden. Over een rechte en brede weg rijden we verder, met af en toe een tunneltje onderweg. Ook komen we nog twee passages met haarspeldbochten tegen. Niet ver buiten La Thuile liggen er drie achter elkaar, vervolgens komen we aan het eind van de afdaling nog een keer acht haarspeldbochten tegen. Aangezien de weg breed is en het niet heel hard naar beneden gaat zou dit verder wel prima te doen moeten zijn, het ziet er niet direct heel lastig uit. Aan het eind van de afdaling komen we na 123 kilometer uit in Pré-Saint-Didier. Buiten dit plaatsje, in de buurt van de haarspeldbochten, hebben ze boven op een rots een apart bouwwerkje laten maken. Je kunt hier rondlopen, zwevend boven het niets. Een aanrader voor de mensen onder ons zonder hoogtevrees. Na de fase van de haarspeldbochten gaat het nog even rechtdoor naar beneden, tot we voor de zoveelste keer vandaag langs de Dora Baltea fietsen. We slaan rechtsaf, steken de brug over en dan begint de slotklim.



Het is nog acht kilometer fietsen tot de finish als we beginnen aan de klim naar Courmayeur. Tijdens de eerste kilometer van de klim loopt de weg aan 5,5% omhoog, de slotklim laat meteen duidelijk merken dat het de makkelijkste van de dag is. Al heeft ook deze klim nog een lastig gedeelte. Na nog een halve kilometer aan 5,5% gaat het daarna een halve kilometer lang aan 7% gemiddeld omhoog, met een strook aan 9%. De weg is tijdens dit eerste deel van de klim weer eens redelijk smal en vooral bochtig. Na een kilometer aan 6% komen we bijna uit in het dorpje Courmayeur. De weg wordt hier breder en van klimmen is ook even geen sprake meer. Van vijf kilometer tot vier kilometer van het eind gaat het licht naar beneden als we van Verrand naar Courmayeur fietsen. De passage in Courmayeur kent wat bochten, terwijl het in het centrum weer licht omhoog loopt. Buiten het centrum gaat het dan weer licht naar beneden tot op drie kilometer van het eind. In de laatste drie kilometer van de rit loopt de weg weer omhoog, al wordt het niet meer steil. Gemiddeld gaat het aan 3% omhoog, met op een kilometer van de finish wel nog een lange strook aan 5%. Als we onder de vod door zijn gereden krijgen we nog wel te maken met een opvallende passage. We rijden onder een viaduct door en slaan na dat viaduct scherp rechtsaf. Daarna volgt er een lange terugdraaiende bocht naar rechts waarna we ons ineens op het viaduct bevinden. Na dit viaduct nemen we een korte duik naar beneden, waarna het richting de finish weer vals plat omhoog loopt. In de laatste meters van de rit gaat het volledig rechtdoor.




Deze korte en explosieve rit door Valle d'Aosta eindigt na 131 kilometer net buiten Courmayeur. We finishen niet in het dorp omdat er buiten het dorp een nieuwe toeristische attractie is die even in het zonnetje moet worden gezet. Sedert 2015 is de Skyway Monte Bianco geopend, dit is een kabelbaan die mensen van Courmayeur naar Pointe Helbronner brengt aan de zuidzijde van de Mont Blanc, of de Monte Bianco. Men is drie jaar bezig geweest met het aanleggen van deze kabelbaan. In totaal heeft men 110 miljoen uitgegeven aan de hele constructie, waardoor het blijkbaar de duurste kabelbaan van de wereld is. Toch iets om trots op te zijn. Als je gebruik wil maken van de kabelbaan moet je wel wat geduld hebben, want van beneden ben je zes minuten onderweg richting een station halverwege de berg. Daar draait de kabine waar naar het schijnt 80 personen in passen een rondje, waardoor iedereen een uitzicht krijgt over het hele gebied. Als je na dit tussenstation nog verder wil richting de top moet je rekening houden met een reistijd van 10 minuten. Helemaal boven op Pointe Helbronner kom je dan op 3400 meter hoogte aan bij een of ander futuristisch station dat verdacht veel wegheeft van een ruimteschip. Naast het station komen we de Refuge Torino tegen, zo'n berghutje vanwaar er ook een prima uitzicht is. Kost wat tijd, maar het levert je ook wat op. Nou, doe ik toch maar mooi wat de organisatie voor ogen had. De Skyway staat op de kaart hoor, toeristjes zijn niet aan te slepen. Courmayeur zelf is overigens niet zo'n boeiend dorp. Er wonen 2800 mensen en het is vooral in de zomer in trek als geschikte locatie voor hikers. In de winter kun je hier uiteraard ook terecht, het wintersportgebied heeft een kilometer of 100 aan piste. In het dorp kom je een aantal musea tegen en als je wil winkelen moet je naar de corso Roma. De lokale kerk is niet zo mooi, maar valt wel op. Lijkt van een afstand op een potlood, wel lachen. Als we voorbij de finishplaats de bergen ingaan komen we na een tijd nog een heiligdom tegen, de Notre-Dame de Guérison. Een kerk gelegen langs een oude bergpas die nog door de Romeinen werd gebruikt blijkbaar. Overigens ligt hier natuurlijk ook de Mont Blanc tunnel. Voorbij de finishlocatie moet je nog even wat bochtjes nemen en langs Entrèves rijden, maar daarna zit je meteen in de tunnel. Dan kom je wel uit in Frankrijk en dat willen we niet, dus stoppen we op tijd.



Courmayeur heeft een keer eerder dienst gedaan als aankomstplaats. Dat was wel nogal lang geleden, in 1959. De Luxemburger Charly Gaul ging er toen met de overwinning vandoor. De rit naar Courmayeur was de laatste bergrit van die Giro. Voorafgaand aan de rit reed Jacques Anquetil nog in de leiderstrui, maar Gaul sloeg een dubbelslag. Hij won niet alleen de rit, hij pakte ook de leiding over. Een dag later reed men vanuit Courmayeur richting Milaan, de laatste rit van die Giro. De leidende positie van Gaul kwam niet meer in gevaar en zo won hij de Giro van 1959. Of de rit van vandaag net zo beslissend gaat zijn valt nog te bezien. Vanaf 13:10 gaan we dat kunnen aanschouwen. Dan begint de neutralisatie, vijf minuten later wordt er met de vlag gezwaaid. Uiteraard is Eurosport er meteen bij, we kunnen de hele rit dus live zien. Het vorige weekend kwamen we er nog bekaaid vanaf, nu worden we juist verwend. De aankomst wordt verwacht tussen 16:58 en 17:32. In Saint-Vincent schijnt het 's middags 18 graden te worden. Er is veel kans op neerslag, wat niet zo gunstig is. Er zitten een aantal lastige afdalingen tussen, dan houden we het liever droog. We hebben al kunnen lezen dat de Colle San Carlo in natte omstandigheden geen fijne afdaling is, niet voor Ivan Basso in ieder geval. In Courmayeur wordt het 's middags 13 graden, terwijl er ongeveer 60% kans op regen is. Ja, de kans dat we het droog gaan houden is niet zo groot. Ik steek vast een kaarsje aan voor Zakarin.



Ik ben vaak kritisch op parcoursbouwers. Meestal bakken ze er geen kloot van, maar soms gaat het wel goed. Als het goed gaat moeten we daar ook gewoon eerlijk in zijn. RCS, jullie hebben het goed voor elkaar. De rit in de Aosta-vallei is kort en explosief. Dat is tegenwoordig de mode, maar naar mijn bescheiden mening werkt het alleen als de rit voor de korte explosieve rit lang en zwaar is geweest. Dit recept voor succes heeft men nu toegepast. De vorige rit was bijna 200 kilometer lang, kende meerdere zware beklimmingen en op de slotklim zagen we iedereen als dode vogeltjes over de finish rijden. Iedereen zit kapot en dan worden de renners nu geconfronteerd met een korte rit met vijf beklimmingen. Ja, dat gaat spektakel opleveren. Veel renners zullen nu al snakken naar de tweede rustdag, dus zodra er iemand de knuppel in het hoenderhok gooit gaat meteen alles uit elkaar spatten. Alle ingrediënten zijn aanwezig voor een buitengewoon memorabele rit. Wat men bovendien goed heeft gedaan: de lastigste klim van de dag is de voorlaatste. Dat wil dus zeggen dat de renners niet kunnen wachten tot de slotklim. Er zal actie ondernomen moeten worden op de Colle San Carlo. We krijgen dus op 30 kilometer van het eind al actie, als het tegenzit. Als het meezit krijgen we 100 kilometer koers. Ik heb er zin in. Ik heb er enorm veel zin in. De hele middag met het broekje uit op de bank. Qua koersverloop verwacht ik overigens een snelle rit, met een scenario dat enigszins vergelijkbaar zou kunnen zijn met de vorige rit. Waarschijnlijk gaan op de eerste klim van de dag meteen een aantal grote namen mee proberen te schuiven. Het kan zo zijn dat we weer een aantal jongens uit de categorie Mollema en Zakarin vooraan gaan zien. Daarachter zal het niet snel stilvallen, daar zal geen ruimte voor zijn als er een paar sterke mannen vertrokken zijn. Op de Colle San Carlo gaat alles ontploffen, daar zal het ieder voor zich zijn. Dan volgt er een lastige en technische afdaling, waarna het ellendig vals plat omhoog gaat naar Courmayeur. Het moet een veldslag opleveren, waarbij de beste renners vanzelf boven komen drijven. Het gaat lastig zijn voor een mindere god om hier te winnen.
1. Carapaz. Het is lastig oordelen omdat we Carapaz amper in beeld hebben gezien, maar als ik zie hoe ver hij nog wist weg te rijden van Roglic en Nibali in de slotfase en hoe dicht hij nog bij Landa kwam lijkt Carapaz mij stiekem de beste klimmer in koers. Richie is in ieder geval onderweg om zijn Giro van vorig jaar te bevestigen, sterker nog, hij is tot nu toe beter onderweg. Movistar heeft de smaak van het aanvallen te pakken en aangezien ze tot nu toe ook de ruimte hebben gekregen om in de aanval te gaan denk ik niet dat ze daar snel mee gaan stoppen. Het duo Landa/Carapaz gaat ons nog veel plezier bezorgen, waarbij ik momenteel dus de inschatting maak dat Carapaz wat sterker is.
2. Roglic. Dit wordt wel de dag van de waarheid voor Roglic, eigenlijk. Tot nu toe heeft hij alles nog af kunnen doen als een tactisch steekspel. Vooral op Nibali letten en de rest wat ruimte geven. De tijd van spelen is nu alleen wel voorbij, er komen een aantal renners heel dicht bij hem in de buurt. Hij zal nu dus ondertussen een keer moeten laten zien dat hij wel bij de betere klimmers in koers hoort. Op basis van z'n tijdritten zou je zeggen dat hij de beste klimmer zou moeten zijn, tot nu toe is hij vooral heel terughoudend en verdedigend aan het rijden. Omdat hij niet beter kan of omdat hij vooral krachten probeert te sparen met het oog op de laatste week? Ik ga voorlopig nog uit van het tweede, ik sta volledig achter het droomplan van Jan en Addy. Na de rit in Aosta weten we meer.
3. Lopez. Kreeg met pech te maken tijdens de vorige rit, maar na de pech zat terugkomen er niet echt in. De benen lijken niet helemaal optimaal te zijn. Lopez is alleen niet iemand om snel bij de pakken neer te gaan zitten, hij gaat ongetwijfeld direct in de aanval. Astana heeft ook een geweldige ploeg om wat stiekeme plannetjes te smeden. Ik verwacht een aanval van ver, misschien wel van voor de San Carlo. Wordt leuk, maar de benen zijn ongetwijfeld niet goed genoeg om het tot aan de finish vol te houden.
4. Landa. Oh Mikel, wat zit je mooi op je fiets. En wat durf je ook veel, de aanval tijdens de vorige rit was indrukwekkend. Al viel het me uiteindelijk wel een beetje tegen dat hij niet heel veel dichter bij Zakarin in de buurt kwam. Hij viel nogal stil aan het eind, wat mij doet vermoeden dat de absolute topvorm er toch net niet is. Desondanks hoop ik dat hij dapper blijft aanvallen, Mikel is een van de renners die de koers echt weet te kleuren.
5. Majka. Nibali gaat ploffen, Zakarin gooit zichzelf in de natte afdaling in het skoekeloen en dan blijft Majka over. Was best sterk tijdens de vorige rit, al moest hij wel duidelijk zijn meerdere erkennen in Carapaz. Een plaats bij de eerste vijf lijkt voorlopig wel tot de mogelijkheden te behoren. Het wonderjaar van Bora houdt niet op.

Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
pi_187082402
Polanc in troubles.
  zaterdag 25 mei 2019 @ 16:10:57 #3
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_187082415
Tartaar ging inderdaad een vallei met beekjes opzoeken

  Moderator zaterdag 25 mei 2019 @ 16:11:20 #4
213134 crew  Momo
WLR en ESF hooligan
pi_187082423
quote:
99s.gif Op zaterdag 25 mei 2019 16:09 schreef naatje_1 het volgende:

[..]

Interessant...
Ordinaire chaos maar dat hoort een beetje bij de giro
pi_187082424
Ribbedebie

BINGO
  zaterdag 25 mei 2019 @ 16:11:26 #6
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_187082427
Ribbedebie
  Moderator zaterdag 25 mei 2019 @ 16:11:27 #7
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_187082428
Het schudden aan de boom is begonnen
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_187082429
Ribbedie Bingo
in a crowd you lose humanity
pi_187082441
Huub Huub Barba......
  zaterdag 25 mei 2019 @ 16:11:56 #10
62913 Blik
The one and Only!
pi_187082444
Dag Polanc, Jungels, Bilbao
pi_187082446
Heerlijke stijl van Bauke Escartin vandaag ook weer.
Jack does it in real time...
  zaterdag 25 mei 2019 @ 16:12:06 #12
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_187082448
Huub Huub Huub
Stilaan weer op topniveau na z'n dikke jaren als fietsende hamburger
  Moderator zaterdag 25 mei 2019 @ 16:12:06 #13
245701 crew  naatje_1
Naatzipiraat
pi_187082449
Ik hoor m nu pas... @Mani89 maar bingo
Hier schreef Aoibhin het volgende: Beter autist in de kist dan een feestje gemist w/ *O*
pi_187082455
Cattaneo oogt de hele dag al zeer sterk. Die zal zichzelf zo dus wel tegenkomen.
  zaterdag 25 mei 2019 @ 16:12:24 #15
423121 Fretwork
Acte d'éloquence
pi_187082460
quote:
0s.gif Op zaterdag 25 mei 2019 16:11 schreef showtimer het volgende:
Huub Huub Barba......
Damn, te laat
Stilaan weer op topniveau na z'n dikke jaren als fietsende hamburger
pi_187082464
Wat is Djungels nu eigenlijk aan het doen?! Waarom blijven ze maar volhouden dat het een klassementsrenner is...
Jack does it in real time...
pi_187082466
quote:
14s.gif Op zaterdag 25 mei 2019 16:12 schreef DeeBee het volgende:
Heerlijke stijl van Bauke Escartin vandaag ook weer.
Dat 'ie zijn stuur niet kapottrekt :o
in a crowd you lose humanity
pi_187082468
Nu al :o
  zaterdag 25 mei 2019 @ 16:13:02 #19
311468 Van_Poppel
Voormalig kopman van Gertje
pi_187082469
Nibs nu al :o
pi_187082470
Bj de voet _O_
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
pi_187082474
Roglic strak in het wiel
in a crowd you lose humanity
  zaterdag 25 mei 2019 @ 16:13:18 #22
328924 Frozen-assassin
STAY STRONG APPIE
pi_187082476
Nibs - Rogla _O_
pi_187082477
quote:
14s.gif Op zaterdag 25 mei 2019 16:12 schreef DeeBee het volgende:
Heerlijke stijl van Bauke Escartin vandaag ook weer.
w/ w/ w/
♫ ~ Je kunt de massa niet beteugelen; het is een monster ~ Marcel van Roosmalen
  zaterdag 25 mei 2019 @ 16:13:27 #24
68638 Zwansen
He is so good it is scary...
pi_187082478
Oorlog. :o
pi_187082481
JAAAA _O_
Jack does it in real time...
abonnement bol.com Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')