Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn
ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis
Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Enfin, dan nu hetgeen waar het waarschijnlijk echt om draait: welke jongens moeten er gevolgd gaan worden? Ik zal mijn hypesessie eens beginnen met twee al ‘bekendere’ junioren. De Squadra van 2018 was loaded with talent. Er konden gerust acht ploegen van hoge kwaliteit opgesteld worden. Echter, de meeste jongens zijn inmiddels overgestapt naar de beloften, op twee na. Hun namen? Andrea Piccolo en Antonio Tiberi. Het gaat uiteraard veel te ver om te spreken van de opvolging van De Rem, maar dit zijn toch wel mijn kandidaten om uiteindelijk de beste junior(en) van het seizoen te worden.
Piccolo heeft niet alleen een godsgruwelijk mooie achternaam, maar het is ook een indrukwekkende gozer. Afgelopen seizoen, als eerstejaars, liet hij een paar mooie dingen zien. Hij ging, voor eventjes, toe-to-toe met Evenepoel in Morbihan. Uiteindelijk werd hij uiteraard gewoon op meer dan drie minuten gefietst, maar dat leverde hem wel een simpele tweede plek op. Zijn meest indrukwekkende resultaat kwam echter aan het einde van het seizoen, toen hij brons pakte op het wereldkampioenschap tijdrijden. Deze dingen zijn ook onze vriend Vino opgevallen, want Piccolo is al op stage geweest met Astana eerder dit jaar.
Daar waar Piccolo vooral naam en faam maakte in de klassiekers, was Antonio Tiberi indrukwekkend in Course de la Paix (en ook in een paar klassiekers). Tiberi begon het seizoen met een tweede plek achter Karel Vacek. Nog niet eens door zijn klimmerscapaciteiten, maar door als een bezetene af te dalen. Niet boeiend verder. Het hoogtepunt van Tiberi kwam, zoals gezegd, in de Vredeskoers. Op Altenberg had het een duel moeten worden tussen Evenepoel en Vacek, maar er kwam een derde jongen bij. Dat was hij. Toentertijd was hij pas 16 lentes jong, maar het lukte hem wel om in dezelfde tijd te finishen als die twee kanonnen. Tiberi pakte ook nog brons op het Europees kampioenschap tijdrijden, maar dat geheel terzijde.
Vacek. Zoals ik eerder al zei, let op die achternaam. Maar huh, Karel is inmiddels toch prof bij Axeon? Dat klopt. Dit is zijn broertje, Mathias. Net als Karel vorig jaar, koerst Mathias Vacek voor het Italiaanse Giorgi A.S.D en net als Karel is hij op zijn best als de weg omhoog loopt. Of Mathias beter is dan Karel ga ik niet zeggen, maar dat hij goed is staat vast. Vorig jaar won hij liefst 22 wedstrijden, waaronder de Course de la Paix bij de O17. Dat hij hem ook even komt ophalen bij de junioren valt niet uit te sluiten. Daarmee zou hij al direct bereiken wat Karel niet lukte, hoewel gezegd moet worden dat de Vacek senior wel twee keer achter elkaar won op Altenberg en dat is toch wel sterk.
Mocht je 22 overwinningen al veel vinden, dan zou ik me nu schrap zetten: 34.
Zoveel wedstrijden werden er bij de jeugd gewonnen door ene Marco Brenner. Deze lelijke, veel te hard rijdende Duitser won van alles, in allerlei disciplines. Daarmee doet hij een beetje denken aan ONZE Mathieu. Zet hem op een fiets en hij wint, waar dan ook, in welke discipline dan ook. Namens Columbiafan (RIP) zet ik dan bij dezen de bandwagon in gang. Dit jaar komt hij meedoen bij de junioren namens Autozai Contri Omap, in Italië. We mogen ons dus gaan opmaken voor vele duels tussen Brenner en Vacek. Zin in.
Remco Evenepoel won vorig jaar eigenlijk alles, op één wedstrijd van naam na: Parijs tegen Roubaix. Wie won hem dan wel? Lewis Askey, een Brit. En dit jaar is hij terug. Askey is een crosser, maar weet zich ook goed staande het houden op de weg. Goh, anders win je niet in Roubaix, slimmen. Askey stuitert graag over de stenen en is zonder twijfel een van de favorieten in het voorjaar. 1e in Roubaix, 5e in de E3, 13e in Gent – Wevelgem. Dat zijn uitslagen waar je als eerstejaars mee voor de dag kunt komen. Dat moet hij nu als tweedejaars zien waar te maken.
Raar, ik heb nu toch al wat jongens genoemd, maar geen van allen is een vervelende Scandinaviër. Vorig jaar waren ze nochtans niet weg te slaan. De altijd vervelende Noren met Waerenskjold, Fischer Aasheim en Finnesand. De net zo vervelende Denen met Blume Levy, Hindsgaul, Thomsen en Skjelmose (die inmiddels geschorst is (lol). Zouden ze een jaar overgeslagen hebben? Helaas, ik moet u teleurstellen. Ze zijn, ook dit jaar, weer van de partij. Dit jaar met Frederik Wandahl, die er vorig jaar trouwens ook al bij was. Deze Wandahl is vervelend goed. Deze Wandahl gaat mogelijk domineren en ik heb er nu al zat van. Wandahl werd in 2018 niet alleen Deens kampioen tussen al die andere schroeiende Denen, maar was ook de beste eerstejaars in Bergen met een vijfde plek, tussen al die schroeiende Denen. Ondertussen nog even 4e in Gersheim, waar hij ook een rit won, en zijn erelijst bij de jeugd is nóg wat indrukwekkender. Ik vrees voor Wandahl.
Ik ga niet een speciaal dingetje tikken voor iedere knaap, dus zal ik het nu gewoon doen met wat random namedropping, voornamelijk met jongens die er vorig jaar ook al bij waren: Carlos Rodriguez (Spanje), Axel van der Tuuk (Nederland), Hugo Pagé (Frankrijk), Michel Heßmann (Duitsland), Ben Tulett (UK), Enzo Leijnse (Nederland), William Blume Levy (Denemarken), Eliott Pierre (Frankrijk), Quinn Simmons (US).
Klaar.
[ Bericht 0% gewijzigd door Koffieplanter op 26-02-2019 23:24:51 ]