Patrick Lefevere over zijn absolute recordjaar : “Waar onze wijsheid zit? Hier voor u aan tafel, zeker?”
Aan zijn bureau in Wevelgem, omringd door de foto’s van de grote Quick Step-kampioenen, overschouwt Patrick Lefevere (63) het recordjaar 2018. Geen Tom Boonen meer, geen Marcel Kittel. En toch 72 koersen gewonnen. Het geheim? “Zorgen dat niemand ooit in slaap valt”, zegt Lefevere. “Als ik zelf niet op een koers ben, moet mijn geest er ronddwalen.”
Mogen we beginnen met het voetbal? Hoe kijkt u naar operatie ‘Propere Handen’, de storm die nu door het land raast? Met leedvermaak?
“Ik zou lekker sarcastisch kunnen zijn: ieder op zijn toer eens… Maar dit is van een ander allooi. Er is geen vergelijk mogelijk tussen wat er nu speelt in het voetbal en de problemen die de koers heeft gehad.”
Figuren als Mogi Bayat en Dejan Veljkovic bestaan niet in het wielrennen?
“Op dit moment niet. Maar de macht van makelaars neemt wel toe. Er zijn tendensen die niet zo gezond zijn. Huismakelaars, bijvoorbeeld. Iemand als Giuseppe Acquadro (makelaar van onder anderen Nairo Quintana, Egan Bernal en Michal Kwiatkowski, nvdr.) werkt quasi alleen met Team Sky en Movistar. En ze proberen het systeem van het voetbal te installeren, waarbij zowel de renner als de ploeg een commissie betaalt bij een transfer. Eén keer heb ik daaraan meegedaan. Mark Cavendish werkte met een bureau dat vooral in het voetbal actief was en wij wilden hem absoluut hebben. Maar transfergeld bestaat natuurlijk niet in het wielrennen, daar moeten makelaars het al niet voor doen.”
Team Sky betaalt u toch voor de overgang van Jhonatan Narvaéz?
“Dat is uitzonderlijk. Hij ligt nog onder contract, dus daar staat een vergoeding tegenover. We waren er snel uit. Team Sky heeft geld te veel en ik heb geld te weinig. (lacht) Contracten afkopen is ook wel een tendens: managers van kleinere ploegen als Gianni Savio (Androni-Sidermec, nvdr.) of vader en zoon Reverberi (Bardiani-Csf, nvdr.) spelen daarop in: die leggen jonge talenten direct vier jaar vast. En de grotere ploegen kopen die weg. Ivan Sosa is een voorbeeld: dat was een opbod tussen Trek-Segafredo en Team Sky. Opleidingsvergoedingen bestaan niet in het wielrennen, wat op zich al een schande is. Op die manier houd je er toch iets aan over. In Narvaéz hebben wij drie jaar geïnvesteerd – twee jaar bij opleidingsploeg Klein Constantia, één jaar als neoprof. Daar mag toch iets tegenover staan? (stopt plots) Maar al die vragen over makelaars, heb je die vanmorgen nog moeten bijschrijven op je papier?” (het interview werd afgenomen voor de hele affaire losbarstte, nvdr.)
Juist, we zouden het hebben over het recordjaar van Quick Step Floors: 72 overwinningen. Gefeliciteerd.
“Mooi, maar recordjagers zijn we nooit geweest. Ik vind het vooral mooi dat zoveel verschillende renners (veertien, nvdr.) hebben gewonnen.”
Wie mag de pluimen op zijn hoed steken?
“Tja, waar zit onze wijsheid? Hier voor u aan tafel, zeker? (lacht) Neen, het is een werk van een heel team. Laten we beginnen bij Zdenek Bakala: hij heeft drie jaar lang 800.000 euro in onze opleidingsploeg geïnvesteerd. Toen dat project stopte, zijn we verdergegaan met een scout. Zo staan we waar we vandaag staan.”
Het recordseizoen komt onverwacht. In januari dacht iedereen nog dat uw ploeg zonder Kittel, Boonen, Trentin en Martin veel minder succesvol zou worden.
“Dat is wat iedereen dacht. Maar wij zijn niet gaan huilen langs de kant van de weg.”
Het vertrek van Boonen is dit seizoen nooit een item geweest.
“Sportief hebben we hem niet gemist. Luc Willems van Veranda’s Willems heeft eens een beeld gebruikt dat voor mij heel dicht bij de werkelijkheid staat: Als je één heel grote boom hebt, neemt die de lucht en het water weg van de kleine bomen. Neem die grote boom weg en de kleintjes gaan groeien. Dat is dit seizoen gebeurd. En neen, dat doet niks af van de verdiensten van Tom. Door zijn palmares en persoonlijkheid trok hij bijna automatisch verantwoordelijkheid naar zich toe. Op een moment waarop de kleinere bomen daar misschien nog niet klaar voor waren.”
Winnen zit in het DNA van Quick Step Floors, hoor je vaak. Maar wat wil dat zeggen in de praktijk?
“De juiste mensen op de juiste plaats zetten en zorgen dat die mensen op de juiste plaats niet in slaap vallen. Blijkbaar heb ik die kwaliteit. Als ik op een koers aankom, stroopt iedereen de mouwen extra op. En als ik zelf niet ter plaatse kan zijn, dan zorg ik ervoor dat mijn geest er ronddwaalt. Hoe ik dat doe? Ploegleiders Bramati, Peeters, Steels, Holm… Die weten allemaal dat ik niet tegen mijn verlies kan. Alles moet in elkaar passen in een ploeg: de beste renners, de beste staf, het beste materiaal...”
Is Specialized nog altijd de best mogelijke constructeur? Boonen vond van niet.
“It’s all in the mind. Tony Martin is bij ons vertrokken omdat de tijdritfiets zogezegd verouderd was. Sindsdien heeft hij geen tijdrit meer gewonnen en wij zijn wereldkampioen tijdrijden geworden.”
Dat valt op: veel renners die bij Quick Step vertrekken, lijken het winnen verleerd te zijn: Tony Martin, Mark Cavendish, Marcel Kittel, Matteo Trentin…
“Ze missen ons, zeker? Stephanie Clerckx (persverantwoordelijke, nvdr.) heeft nog veel contact met Peta Todd, de echtgenote van Cavendish. Zij zegt dat Mark desnoods gratis voor ons had willen komen rijden, mocht hij geweten hebben dat Gaviria zou vertrekken.”
Zijn vertrek staat nog altijd vast?
“Het is een verhaal van centen. Hij twijfelt. Should I stay or should I go? (lacht) Maar ga er maar van uit dat hij volgend jaar bij UAE rijdt. Maar serieus: die vertrekkers zijn allemaal individuele verhalen. Matteo Trentin… Daarvoor moet je niet lang naar school zijn geweest, toch? Hij zegt mij vorig jaar: Ik wil vaker voor mezelf kunnen rijden in het voorjaar. Oké, geen probleem, dat is zijn volste recht. Maar ik heb hem wel mijn gedacht gezegd: Matteo, in de Ronde van Vlaanderen van 2017 reed je mee met Gilbert, maar moest je lossen op de Oude Kwaremont. Daarna werd je opgepikt in de groep Sagan, Van Avermaet en Naesen. Je kon vijftien kilometer in het wiel zitten, maar moest ook daar lossen. Wat is dan je probleem? Om maar te zeggen: bij sommige renners zijn de ogen groter dan de buik.”
Wat is het verhaal van Kittel? Die heeft dit jaar twee ritten gewonnen. Bij Quick Step Floors waren dat er veertien in 2017.
“Kittel is een beau garçon: een beer van een vent, blond, blauwe ogen. Bepaalde dictators hadden die graag veel kindjes zien maken, maar mentaal is het allemaal heel fragiel. Wij hebben hem in de ploeg gepakt na een moeilijk jaar bij Sunweb. Wij hebben hem eerst meegenomen naar Dubai, zonder druk. Daar won hij een paar ritten en was hij vertrokken. Er is bij ons zeker aandacht voor het mentale aspect: renners kunnen altijd praten met psycholoog Jef Brouwers. Maar voor alle duidelijkheid: een magisch toverstokje om koersen te winnen, dat hebben wij ook niet, hoor.”
Al helemaal geen medisch toverstokje, toch? Quick Step Floors is niet aangesloten bij de MPCC, de beweging voor het geloofwaardig wielrennen.
“Over de MPCC gaan we niet beginnen. Daar krijg ik braakneigingen van. De meest hypocriete organisatie ter wereld. Roger Legaey staat aan het hoofd, een oud-renner die over de Tour van 1998 beter zijn mond kan houden. Na de positieve test van Froome vond hij het dit jaar nodig om mij een mail te sturen: Meneer Lefevere, nu zal Quick Step Floors zeker toch wel toetreden tot de MPCC? Met alle instanties van het wielrennen in CC. Ik heb ze ook allemaal mijn antwoord gestuurd: Meneer Legaey, ik heb de MPCC niet nodig om een goede katholiek te zijn.”
De MPCC-regelgeving rond cortisone geldt volgend jaar voor alle ploegen. De UCI gaat ‘gezondheidscontroles’ invoeren: renners met een te lage cortisolwaarde – een mogelijke indicator van cortisonegebruik – krijgen geen startrecht. Daar kan u toch niet tegen zijn?
“Neen, maar dat zal niks veranderen. Met de hand op het hart: we geven sinds de no-needle-policy geen injecties meer. Niet voor recuperatie, niet voor iets anders. Geen cortisone en ook geen andere bucht. Er zullen nog wel ‘cortisonerenners’ bestaan, maar die rijden niet bij ons. Ik zeg elk jaar hetzelfde op de eerste meeting van de ploeg: Wij staan in voor 75 families. Wij hebben een prachtig parcours afgelegd de voorbije vijf jaar. Er is niemand die ons onder druk zet om de Tour de France te winnen – al was het in de Vuelta nog wel bijna gelukt met Enric Mas. Maar als onze sponsors niet tevreden zijn, dan moeten ze maar opstappen. Waarom zouden wij doping nemen? Bovendien ben ik geen hond: als het na een superseizoen wat minder gaat en je hebt een te groot huis en een te grote auto gekocht, dan ga ik je niet meteen op straat gooien. Maar als je dingen achter mijn rug gaat proberen, buiten de ploeg om, dan moet je eens goed nadenken hoe je mij mijn sponsorbudget – 54 miljoen voor drie jaar – je leven lang gaat terugbetalen.”
U heeft dus een budget van 18 miljoen euro. Website
www.inrng.com openbaarde recent de cijfers van Team Sky. Het heeft precies dubbel zoveel: 36 miljoen.
“De Sky-groep is overgenomen door het Amerikaanse Comcast. Ze zaten bij Team Sky serieus met de poepers dat dat de sponsoring voor de wielerploeg zou stopzetten, maar ik lees dat die Amerikanen nu toch voor vijf jaar hebben toegezegd.”
Vloekt u wanneer u dat leest?
“Bijlange niet. Het enige wat mij stoort aan het geld van Team Sky is dat hun manager Dave Brailsford blijkbaar evenveel verdient als Chris Froome (geschat op vijf miljoen euro per jaar, nvdr.). En dat terwijl ik mezelf beter vind dan Brailsford. (lacht) Serieus: het is leuk om met geld te kunnen gooien zoals Sky, maar een lager budget houdt je ook scherp.”
Na de 35ste overwinning van het seizoen in mei tweette u al: “Ik ga failliet.” Hoever zit u boven uw budget na 72 overwinningen?
“Die tweet was een grapje, maar we zitten erboven, ja. Ik wilde me graag verzekeren voor zulke scenario’s, maar na de affaire-Armstrong nemen verzekeraars geen risico’s meer (verwijst naar de rechtszaak tussen Armstrong en SCA Promotions, waar hij zijn vijf Touroverwinningen liet ‘verzekeren’, nvdr.). Maar mijn financiële man, Geert Coeman, heeft ons budget goed ingeschat. En ik heb de winstpremies van onze renners goed genegotieerd. Die lagen niet heel hoog. In 2019 gaat mij dat niet meer lukken.” (lacht)
U heeft met Deceuninck wel een nieuwe sponsor voor 2019. Alweer een bedrijf uit West-Vlaanderen.
“Een mooi verhaal. Deceuninck heeft met Jérôme De Bruycker een nieuwe marketingmanager. Zijn vader is nog CEO geweest van Brico, dat ons gesponsord heeft in 1998. Vader De Bruycker zal een goed woordje gedaan hebben over het wielrennen. En over ons.”
Zonder voet tussen de deur blijft het blijkbaar moeilijk om grote sponsors naar de wielersport te halen.
“Onze sport heeft een slechte lobby. Wij koersen in Australië, Argentinië, Californië en China, maar de mensen zien ons nog altijd als oer-Vlaams. En dan kost het meer om hoofdsponsor te zijn van Quick Step Floors dan om shirtsponsor te zijn van een Belgische eersteklasser.”
U had mensen in dienst die voor u geld zochten op de Aziatische markt en in het Midden-Oosten. Daar is niks uitgekomen?
“Dat is ongelofelijk. Als je met een bedrijf als IMG gaat praten over sponsoring, dan vertellen al die grote mannen aan tafel meteen dat ze zelf ook fietsen. Dat ze nog gereden hebben met Armstrong. En na mij komt iemand uit de autowereld binnen en in één keer zijn het allemaal rallypiloten geweest. Ik ben daar allergisch voor, maar Bessel Kok (lid van de raad van bestuur van de Quick Step, nvdr.) kijkt daar anders naar. Die is nog manager geweest van Belgacom, waar alles kon en alles mocht in marketing. Bessel zegt dan: (imiteert Nederlands accent) Nou, Pétrick, laten we ze toch maar een contractje van zes maanden geven. Ik heb die mannen voor het eerst weer gehoord na vijf maanden. Met de vraag om het contract te verlengen. Toen heb ik gezegd: Bessel, no f***ing way.”
Bij Lotto-Soudal is Paul De Geyter er niet in geslaagd om extra sponsoring te vinden. Hij is alweer weg na een jaar.
“Een dikke maand geleden zijn we als goede concullega’s samen iets gaan eten. Ik hoorde al dat het er niet goed zat. Ik kan het goed vinden met Paul, maar Tom Boonen aantrekken en dan denken dat hij dat project van de ‘Captains of Cycling’ wel zal rechttrekken, dat was naïef. Wij hebben ook zo’n concept gehad, met gold, silver en bronze membership. Maar lidmaatschap voor 1.000 euro… If you pay peanuts, you get monkeys. Een fan die 1.000 euro betaalt, denkt dat hij op een koers de koning te rijk is. Die wil op Tom Boonen zijn schoot zitten wanneer die voor de start zijn spaghetti eet. Als je nu bij ons wil meetellen, zal het wat moeten kosten. Onder de 100.000 euro kom je niet in de familie.” (lacht)
Weegt het nooit op u, voortdurend moeten zoeken naar geld? U zei het daarnet zelf: u staat in voor 75 families.
“Dat weegt zeker. Er zijn voorbeelden genoeg. Jan Raas – zó een beer, zei iedereen – heeft afgezien als manager. Giancarlo Ferretti, de IJzeren Generaal, is er ook aan kapot gegaan toen ze hem liggen hadden (Ferretti dacht in 2006 dat hij een grote sponsordeal met Sony binnenhaalde, maar had te maken met een oplichter, nvdr.). Onze vroegere persman Alessandro Tegner doet nu ook meer en meer marketing. En hij is ook geschrokken. Hij heeft veel sigaretten gerookt tijdens onze zoektocht. En toen Deceuninck uiteindelijk belde om te zeggen dat het in orde was, heeft hij onze fotograaf Sigfrid Eggers een blauwe schouder geklopt.” (lacht)
De toekomst van de ploeg is met de nieuwe sponsoring voor minstens drie jaar verzekerd. Betekent dat ook dat u ook nog minstens drie jaar aan boord blijft?
“Hopelijk nog wat langer ook. We moeten een formule zoeken waardoor er minder op mijn bord terechtkomt. Anderzijds: ik ben niet arm, maar ook niet rijk. Ik ben nog niet oud genoeg om de hele tijd thuis te gaan zitten. Over mijn pensioen spreek ik mij niet meer uit. Maar ik voel me nog veel te jong voor de serviceflat en de wandelclub.”