quote:
Op vrijdag 9 februari 2018 13:03 schreef LeSage het volgende:Oh ja, nee, daar ben ik dus echt niet mee bezig, hoe ik zo’n compliment dan precies geef. Ik zou dan gewoon ‘wauw, mooi hoor!’ roepen. En daar zie ik dus ook echt niets verkeerd in.
Ik vraag me dan wel af hoeveel van jullie zelf intrinsieke motivatie hebben. Ik moet mezelf echt regelmatig een beloning in het vooruitzicht stellen om dingen gedaan te krijgen. Ik werk ook niet uit intrinsieke motivatie. Ik vind het salaris (de beloning) echt het allerbelangrijkst.
Straffen ligt denk ik ook wel aan je kind, Lu. Ik lees vaak dat Wolk best heel meegaand is en weinig peuterbuien heeft. Als dat dagelijks zou zijn, ga je misschien wel heel anders ermee om, maar dat gaf je zelf ook al aan.
(Hoe gaat dat eigenlijk met slapen, als Wolk niet ziek is, beter?
)
Intrinsieke motivatie is een beetje een toverwoord. Wordt ontzettend veel ten onrechte gebruikt.
Er wordt vaak gedaan of extrinsiek slecht is en intrinsiek goed, en dat ze elkaar uitsluiten maar het ligt veel gecompliceerder.
Nu volgt lange uitleg, ik schreef er een scriptie over
Intrinsiek gemotiveerd zijn is een soort paradijsvogel. Er wordt vaak gezegd dat kinderen uit intrinsieke motivatie leren rollen, lopen en praten bijv, en dat ze die intrinsieke motivatie kwijtraken door scholing (traditionele) en complimenten. Daaruit ontstaan dan ook initiatieven als unschooling, en democratisch onderwijs.
Maar je kunt beter spreken van gecontroleerde versus autonome motivatie. Er zijn 4 soorten extrinsieke motivatie, waarvan er twee wel autonoom zijn:
Gecontroleerde motivatie (type 1 en 2) is afhankelijk van externe prikkels, en motiveert gevoelens als schuld en schaamte als iemand die regels wel accepteert en de druk hoog is. Bijvoorbeeld het moeten halen van hoge cijfers van je ouders. Dit is het traditionele beeld van extrinsieke motivatie.
Bij autonome motivatie (type 3, 4 en intrinsiek) kan de regel of het doel nog steeds van buiten komen (3 en 4) maar ofwel je hebt zelf de afweging gemaakt dat het de moeite waard is dit te doen (vanwege de mogelijke uitkomst of omdat het doel wel belangrijk voor je is), of je hebt het zelfs onderdeel van je normen en waarden gemaakt. Je identificeert je je met de externe prikkel.
(Je ouders beloven je een fiets als je overgaat zonder onvoldoendes, en je vindt dat wel een goed idee, je hebt eigenlijk ook helemaal geen zin om te blijven zitten, dat zou zonde zijn! Of de docent heeft uitgelegd waarom een toets belangrijk is, en dus vind je het ook wel belangrijk om er goed voor te leren. Of het klimaat in de klas is zodanig dat het belangrijk wordt gevonden om goed te zijn in gym, en nu wil je zelf ook meer gaan sporten).
Dat is dus niet van oorsprong je eigen behoefte allemaal, er is een externe regel, druk of prikkel, maar je kunt dat wel positief inzetten en jezelf motiveren.
Sterker nog, ik denk dat heel veel van de ontwikkeling van kinderen helemaal niet intrinsiek gemotiveerd is maar ontstaat uit de behoefte om erbij te horen, hetzelfde te kunnen als de ander (je ouders bijv). Dat is ook gewoon een externe prikkel! En dus geen intrinsieke motivatie.