quote:
Sifan Hassan gelooft eindelijk in zichzelf
De boodschap wordt omfloerst gebracht, maar laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Sifan Hassan wil deze middag over alles praten. Graag, zelfs. Zolang het maar niet over haar Amerikaanse trainer Alberto Salazar gaat, tenminste.
Het perspraatje in de aanloop naar de FBK Games is evenwel nog geen vijf minuten gaande, of zijn naam valt voor de eerste maal. Het is nu eenmaal onvermijdelijk dat het gaat over de man die sinds december 2016 de trainer is van de Nederlandse middenafstandloopster. De man die sinds 2015 verdachte is in een onderzoek van het Amerikaanse anti-dopingagentschap USADA.
Dat ook, zegt de een. Dat vooral, zegt de ander.
269 pagina’s behelst het rapport van de Amerikanen, gehackt door de klokkenluiders van Fancy Bears. Het schetst een onthutsend beeld van de 61-jarige, in Havana geboren coach. Een man die er van wordt verdacht met megadoses vitamine D en het aminozuur L-carnitine, per infuus ingebracht, veelvuldig te opereren in het grijze schemergebied waar dopingjagers machteloos staan. De trainer van Galen Rupp, winnaar van het brons op de olympische marathon van Rio 2016, die hij in 2002 op 16-jarige leeftijd hoogstpersoonlijk zou hebben voorzien van testosteron en prednison. Iemand die in de mondiale atletiek te boek staat als alchemist, een druïde.
Oh ja, Hassan (24) kent die verhalen. Van horen zeggen, haast ze zich daar aan toe te voegen. Want verhalen lezen over haar coach, nee, dat doet ze niet. „Daar heb ik geen zin in. Wat schiet ik er mee op?”
Een half jaar geleden brak ze met haar trainer Honoré Hoedt en vertrok ze naar Oregon. Ze sloot zich er aan bij het Nike Project van onder anderen Mo Farah, viervoudig olympisch kampioen op 5000 en 10.000 meter. Hangende het onderzoek van USADA mocht ze officieel niet toetreden tot de trainingsgroep van Salazar. Op papier valt ze aan de Amerikaanse westkust onder Pete Julian, een van de assistenten op de academie.
Hoe anders blijkt evenwel de werkelijkheid. „Salazar is écht mijn trainer, hoor”, zegt Hassan met aandoenlijke naïviteit. „Hij schrijft mijn programma’s, hij bepaalt wat ik doe. Per week werk ik vijf of zes dagen intensief met hem.”
Superlief, noemt ze Salazar. Slim, bovendien. Een man die luistert, de beste coach waar ze ooit mee werkte. Nee, klinkt het met grote Bambi-ogen, van praktijken die het daglicht niet kunnen velen heeft ze nooit iets gemerkt. Laat staan dat hij haar ooit middelen heeft aangeboden die op de verboden lijst staan.
„Ik ga pas over deze situatie nadenken zodra er iets bewezen wordt. Eerder niet, anders word ik gek”, zegt ze gedecideerd. Bovendien: „De onderzoeken van USADA gaan over 2014. Toen zat ik nog gewoon in Nederland.”
Dat ze alleen al in de maand mei drie maal out-of-competition is getest, maakt duidelijk dat haar handel en wandel door de dopingjagers nauwlettend in de gaten wordt gehouden. Ze doen maar, zegt Hassan. Ze heeft niets te verbergen.
„Ik ben verantwoordelijk voor wat ik doe, niemand anders. Het bedrijven van schone sport is de verantwoordelijkheid van iedere individuele atleet. Wat andere mensen doen, is niet mijn zaak. Of moet ik soms ook tegen iedereen die rookt zeggen dat het slecht is voor de gezondheid en hij of zij daarom moet stoppen?”
Ze gaat er prat op nog altijd zelfs geen aspirientje te slikken. Voedingssupplementen betrekt ze, zoals vroeger, bij de Nederlandse sportarts Peter Vergouwen, die haar nog altijd begeleidt. Voor het overige, zo bezweert ze, heeft ze in Portland nog nooit iets onoorbaars gezien. „Wat ik wel zie? Een perfecte trainingsomgeving met veel olympische kampioenen. Daar ga je vanzelf harder van lopen.”
Hassan is uitgegroeid tot een gedisciplineerd atlete. Vijf minuten te laat komen op een training is er niet langer bij. „Wat denk je? Je kunt iemand als Mo Farah echt niet op jou laten wachten, hoor.” Ze is, eindelijk, een professional die, eindelijk, professioneel wordt begeleid. „Echt álles is anders dan ik vroeger heb gedaan.”
Salazar leerde haar allereerst in zichzelf te geloven. „Ik loop niet langer om een ander te verslaan, maar om van mezelf te winnen.” Daarnaast schaafde hij flink aan haar techniek. Hij transformeerde haar van, zoals ze het zelf noemt, iemand die met zwaaiende armen en benen over de baan liep tot een dartele hinde. Voor haar vertrek naar de Verenigde Staten zat er tussen het sterkere linker- en minder ontwikkelde rechterbeen een verschil van liefst twaalf centimeter in paslengte. Dat is inmiddels teruggebracht tot een bijna verwaarloosbare afwijking. „In wedstrijden loop ik bovendien niet langer achteraan, maar van voren. Dat maakt een groot verschil.”
De resultaten mogen er dit seizoen zijn. Tijdens de Diamond League in Eugene verpulverde ze het Nederlands record op de 5000 meter van Lornah Kiplagat (14.56,43) met ruim vijftien seconden. De klok stopte bij 14.41,24. In Rome, donderdag, tekende ze op de 1500 meter voor 3.56,22, dit seizoen wereldwijd de beste tijd op de mijl gelopen.
Ziehier de nieuwe Sifan Hassan, zegt de in Ethiopië geboren atlete. „Blij, relaxed, vrolijk.” En razendsnel, natuurlijk. Waar de klok morgen in Hengelo op de 1500 meter stopt? „Een wereldrecord.”
Ze moet er zelf om lachen. „Nee hoor, dat is een grapje.” Haar omgeving weet wel beter. Ooit is het zover.