quote:Een dure hobby
Privatiseren: politici kunnen er maar geen genoeg van krijgen. De markt kan het goedkoper en beter dan de overheid, zo is de gedachte. Maar dat valt nogal tegen, en de consument betaalt de prijs.
Door Guido van Eijck en Parcival Weijnen · Illustratie XF&M
ANALYSE
Eind vorig jaar kwam er weer een voorbeeld voorbij van een tegenvallende privatisering. ABN Amro, de bank die ‘we’ met 21,7 miljard euro de crisis door sleepten, ging naar de beurs. ‘We zijn terug op de beurs en dat is goed,’ riep de bestuursvoorzitter van de bank Gerrit Zalm nadat hij met het luiden van de beursgong de handel in gang had gezet. Inmiddels is 23 procent van de aandelen verkocht. De resultaten zijn niet om over naar huis te schrijven. In januari en februari daalde de beurskoers tot een dieptepunt. De staat, en dus de belastingbetaler, stevent af op een verlies van miljarden euro’s.
De magere beursgang van een genationaliseerde bank, de marktwerking op het spoor die zo mislukt dat een parlementaire enquête ontluisterende verhalen oplevert: je vraagt je af waarom het rotsvaste vertrouwen in de markt toch nog steeds overeind blijft.
In Nederland kwam de privatiseringsmotor in de jaren negentig goed op gang. In de periode na de val van de Muur volgden de liberalisering van de telecommunicatiesector en de privatisering van Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (PTT). Het voormalige overheidsbedrijf raakte zijn monopoliepositie kwijt. Voortaan moest het zich staande houden op de vrije markt tussen concurrenten die dezelfde producten en diensten aanbieden. Het woord was aan de consument, die zelf kon kiezen voor de beste aanbieder.
In diezelfde periode werden ook de energiesector, de taximarkt en het openbaar vervoer geliberaliseerd en volgde de privatisering van overheidsbedrijven als de Postbank, de NS en KLM, het ambtenarenpensioenfonds ABP, en de Koninklijke Hoogovens in IJmuiden. En dat allemaal vanuit de gedachte dat het de burger zou trakteren op betere producten tegen lagere prijzen.
Meer risico’s, hogere prijzen
Maken privatiseringen het leven echt goedkoper? Je vraagt het je af als je weer eens 50 cent voor de wc moet betalen als je op het station net die veel te dure koffie achterover hebt geslagen omdat je moest wachten op een vertraagde trein. Of wanneer je in de zomer met je auto richting het zuiden raast over de geprivatiseerde Franse tolwegen, en merkt dat de tol dat jaar alweer flink is gestegen.
En als je dan een ambtenaar in ruste bent, hakken die extra kosten er goed in. Het ambtenarenpensioenfonds ABP stelt de pensioenen de laatste jaren regelmatig naar beneden bij – ook een cadeautje van de privatisering. Het ABP privatiseerde in 1995 en kwam tijdens de financiële crisis zwaar in de problemen. De reden: vanaf 2003 maakte het traditioneel voorzichtige beleggingsbeleid van ABP plaats voor een beleid gericht op het maken van zo veel mogelijk winst voor aandeelhouders. De salarissen van de top werden daarbij gekoppeld aan het behaalde rendement. De top wilde dus wel een gokje wagen. Het fonds nam te grote risico’s.
Tegelijkertijd rezen de kosten van het beheer van het pensioenvermogen de pan uit, zo blijkt uit een rapport dat De Nederlandsche Bank anderhalf jaar geleden uitbracht. Voor het ABP allemaal geen reden voor paniek. Want als het misgaat, worden de pensioenpremies verhoogd of de uitkering verlaagd. Sinds 2008 is dat vaste prik.
Bij de Postbank voltrok zich een vergelijkbaar scenario van stijgende salarissen en bonussen aan de top, en tegelijkertijd toenemende risico’s en kosten. De in 1881 opgerichte Rijkspostspaarbank werd in 1986 geprivatiseerd tot de Postbank en is nu onderdeel van de internationale ING Groep. ‘Hier zijn de efficiëntie en het belang van de klant bij gediend!’ zo beloofden de bank en de politiek. Maar welke winst er precies te halen viel, is, terugkijkend, niet helemaal duidelijk. Hoogleraar bedrijfseconomie Hans Schenk doet aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar fusies, en is kroonlid van de Sociaal-Economische Raad (SER). ‘De Postbank was de meest efficiënte bank van Nederland, met de beste bedrijfseconomische prestaties. Daar bleef na de fusie met de Nederlandsche Middenstandsbank en Nationale Nederlanden weinig van over. De Postbank werd een dure multinational.’
Prijskaartje
Schenk herkent dit proces uit zijn onderzoek. Internationaal geldt hij als fusie-expert, en hij ziet dat voormalige overheidsbedrijven zodra ze geprivatiseerd zijn snel fuseren. Zodra de overheidsbedrijven zelfstandig verder mogen, worden ze binnen no-time opgekocht door grote, soms internationale bedrijven. De nieuwe omvang werkt die bedrijven vervolgens tegen. ‘Je ziet dat de gemiddelde kosten van een bedrijf vanaf een bepaalde omvang alleen nog maar stijgen. Wanneer ze die omvang hebben bereikt, kelderen de winstgevendheid, productiviteit en innovatie.’
Of het nu gaat om woningcorporaties, energiebedrijven of zorginstellingen die worden aangemoedigd tot fusies: hoe groter, hoe logger en dus duurder. Zo publiceerde de Nederlandse Zorgautoriteit vorige zomer een rapport met daarin het voorstel om bij ziekenhuisfusies voortaan een maximale kostenstijging van 5 procent toe te staan. Als die regel de voorbije jaren had gegolden, schreef de toezichthouder, zouden acht van de dertien ziekenhuisfusies die tussen 2011 en 2014 plaatsvonden nooit zijn toegestaan. Koplopers waren de Tilburgse ziekenhuizen Tweesteden en St. Elisabeth, waar de kosten na de fusie met bijna 30 procent stegen.
Wat we daar zelf van merken? Simpel, zegt Schenk: ‘Als een bedrijf minder productief wordt, verschuift een deel van de kosten naar de klant. Dan moet je bijvoorbeeld gaan betalen voor je bankpasje of voor je overschrijvingen.’
Aan schaalvergroting hangt, kortom, een prijskaartje.
Fyra-debacle
Bedrijven worden na liberalisering vaker wel dan niet inefficiënter. Zo concludeerden onderzoekers van de TU Delft dat de productiviteit van de Nederlandse Spoorwegen in de tien jaar na de verzelfstandiging met gemiddeld 0,6 procent per jaar daalde. Daarna ging het iets beter, maar de cijfers van voor 1995 werden niet meer gehaald.
In het Verenigd Koninkrijk, waar de liberalisering al begin jaren tachtig in zwang kwam, ging het niet veel beter. Dat land was de eerste die zijn spoorwegen liberaliseerde, in de jaren negentig. De vrije markt zorgde er vooral voor dat de prijzen van treinkaartjes stegen. Destijds bleken de kaartjes er de helft duurder dan in vergelijkbare Europese landen waar het spoor nog een staatsaangelegenheid was. Voor die prijs kreeg de reiziger overigens weinig terug, want de stiptheid van Britse treinen lag lager dan in Nederland. Tegelijkertijd verdriedubbelden de subsidies die aan de Britse spoorwegen werden uitgegeven.
Zelfs de voormalig president-commissaris van de NS Jan Timmer kon er niet bij dat Groot-Brittannië hier maar het lichtend voorbeeld bleef. ‘Als je daar in een trein gaat zitten, dan ga je je geld tellen om te zien of je de terugweg nog kunt betalen,’ merkte hij op tijdens de parlementaire enquête naar het Fyra-debacle.
Het kabinet-Kok wilde in de zomer van 2000 per se een openbare aanbesteding voor het recht op het vervoer van de hogesnelheidslijn. Lange aanbestedingsprocedures waren het gevolg. De NS deed daarbij een absurd hoog bod om de concurrentie de pas af te snijden. Vervolgens was er onvoldoende tijd en geld over om goede treinen te kunnen bestellen en werd uit armoede de Fyra maar aangekocht.
Terugkijkend verbaasde Timmer zich voor de enquêtecommissie hardop over de gemaakte keuzes. ‘We keken in de jaren negentig allemaal naar premier Thatcher, hoe zij het deed met de Britse spoorwegen. We waren in een soort roes en dachten: als we nou maar privatiseren en de NS als een bedrijf gaan runnen, dan zijn we uit de problemen.’ Was dat niet gebeurd, dan had het Fyra-debacle volgens hem nooit plaatsgevonden. ‘De privatisering van de NS is de moeder van alle kwaad.’ De verplichte openbare aanbesteding deed in feite dus weinig meer dan de prijs opdrijven. En de treinreiziger en belastingbetaler betaalden de rekening.
Frans water
Pleitbezorgers van marktwerking in publieke sectoren noemen vaak het voorbeeld van de geliberaliseerde telecommarkt. En inderdaad zijn daar sinds de privatisering van de PTT meer aanbieders gekomen, met meer keuzevrijheid en soms lagere prijzen voor consumenten als gevolg. Maar of dat komt door liberalisering van de markt en privatisering van de PTT? Het was vaak juist de overheid die de aanzet gaf tot prijsverlaging. Toezichthouder OPTA moest regelmatig ingrijpen om lagere tarieven af te dwingen. Eurocommissaris Kroes dwong aanbieders hun hoge prijzen voor internationaal bellen en internet te matigen.
Toch is het geloof in de markt bij beleidsmakers onkreukbaar. Dat bleek wel toen eind vorig jaar het startschot klonk voor de privatisering van de genationaliseerde ABN Amro. Er klonken toen wat vergeefse geluiden om de nationalisatie aan te grijpen om eens te experimenteren met een nieuwe inrichting van de bankensector.
Hoogleraar Hans Schenk was een van de criticasters. ‘Ik kan niet bewijzen dat een genationaliseerde ABN Amro het beter zal doen dan een geprivatiseerde, want dat weten we eigenlijk helemaal niet,’ zegt hij daarover. ‘Dus zou ik zeggen: probeer het gewoon eens met verschillende soorten banken. Met een coöperatieve, een genationaliseerde en een commerciële bank. En laat ze maar tegen elkaar opboksen. Dan laat je de keuze pas echt aan de consument.’
Toch stond op voorhand al vast dat ABN Amro de beurs op zou gaan. Waarom politici zo halsstarrig blijven geloven in de onfeilbaarheid van de markt? Op feiten of onderzoek is dat vertrouwen in elk geval niet gebaseerd. Het is bovenal een ideologische overtuiging die is gestoeld op gedachtegoed uit de jaren zeventig dat nog altijd springlevend is.
Dat het ook anders kan, bewezen ze in Frankrijk. Daar zijn stadsbesturen door het hele land bezig (of voornemens) om de privatisering van de watervoorziening terug te draaien. Steden met meer dan 100.000 inwoners zijn bijna allemaal goedkoper uit als de watervoorzieningen in publieke handen zouden zijn, bleek uit onderzoek. Parijs was de eerste stad die het in 2008 aandurfde om de contracten voor private waterbedrijven op te zeggen. Het resultaat: de prijzen gingen weer omlaag.
LIBERALISERING EN PRIVATISERING
De liberalisering van publieke diensten is door de politiek in gang gezet zodat de burger kon kiezen tussen meerdere aanbieders. Concurrentie zou de dienstverlening efficiënter en dus goedkoper maken. Privatisering is een gevolg van de liberalisering. Voormalig staatseigendom komt zo in handen van private partijen. Bekende voorbeelden zijn de verkopen van Nuon en Essent in 2009.
Volgens de Europese toezichthouders ACER en CEER profiteren consumenten helaas nog te weinig van de liberalisering van de energiemarkt. De oplossing volgens hen, jawel: meer liberaliseren.
Privatisering is een probleem dat we zelf hebben gecreëerd
https://decorrespondent.n(...)n/188072940-0971aefbquote:Het is een van de grootste mythes van onze tijd: dat welvaart aan de top wordt gecreëerd en de rest van de samenleving daarvan profiteert. In werkelijkheid is het precies andersom. De echte uitkeringstrekkers werken op de Zuidas en de grootste lasten liggen op de schouders van de leraar, verpleger en vuilnisman. Maak kennis met: de rentenierseconomie.
Waarom de grootste uitkeringstrekkers aan de top zitten (en leven op kosten van de leraar, verpleger en vuilnisman)
Uiteindelijk draait de hele economie ip productie. Al het andere wordt daarmee betaald.quote:Op woensdag 13 juli 2016 16:23 schreef Klopkoek het volgende:
[..]
https://decorrespondent.n(...)n/188072940-0971aefb
ip = intelectual property?quote:Op woensdag 13 juli 2016 17:57 schreef Paper_Tiger het volgende:
[..]
Uiteindelijk draait de hele economie ip productie. Al het andere wordt daarmee betaald.
op... De meeste libertariers zijn inderdaad geen voorstander van patenten.quote:Op woensdag 13 juli 2016 18:09 schreef Klopkoek het volgende:
[..]
ip = intelectual property?
Ik dacht dat libertariers tegen patenten waren.
Kan het artikel helaas niet lezen.twitter:ewaldeng twitterde op woensdag 13-07-2016 om 18:00:24IMF calling for more herbivore capitalism to save globalization from populist backlash https://t.co/CKvdHg3HDg reageer retweet
quote:Ondernemer koopt bedrijf terug van Rabo na mislukt avontuur in Irak - rtlz.nl
Ondernemer Frans Koop heeft het heft weer in eigen handen. Onlangs kocht hij het door zijn grootvader opgerichte bedrijf Koop Bronbemaling terug van de Rabobank.
Zijn beslissing om het familiebedrijf dat werd opgericht door zijn grootvader weer terug te kopen, is niet van de een op de andere dag genomen, vertelt hij: "Op een gegeven moment gaat het niet meer en dan heb je de keuze: doe je het of doe je het niet?" Hij besloot het wel te doen, omdat hij zich verplicht voelt tegenover zijn 23-jarige zoon Tom en het personeel, waarvan sommigen al 40 jaar voor het bedrijf werken. Zoon Tom studeert nog, maar werkt ook in het bedrijf van zijn vader.
Het bedrijf is gespecialiseerd in bronbemaling, het droogleggen van bouwputten van parkeergarages, riolering en tunnels. "Daar is genoeg werk in Europa, zeker nu ook de opvang van regenwater een probleem begint te worden", legt Koop uit. "Overal waar gebouwd wordt onder de grondwaterspiegel is bronbemaling nodig."
Koop verkocht in 2008 80 procent van zijn aandelen aan Rabo Participaties, hij bleef als minderheidsaandeelhouder en directeur wel actief bij het bedrijf. De problemen die hem deden besluiten Rabobank weer uit te kopen, begonnen volgens hem toen de nieuwe eigenaren te hard wilden groeien.
"De omzet moest verdubbelen en om dat te bereiken kwamen we in het buitenland terecht, onder meer in Irak en Qatar. Daarbij is te veel hooi op de vork genomen. Het zijn landen waar je niet kunt werken omdat de mensen niet betrouwbaar zijn", vertelt hij terwijl hij onderweg is naar Berlijn om een nieuwe klus binnen te halen.
Een van de machines van Koop die bij de bouw van de stuwdam in Irak werden gebruikt (foto: Koop)
Vooral het project in Irak, waar Koop een stuwdam in de Eufraat bij Najaf ging bouwen, ging finaal de mist in. Koop schat het verlies op zo'n 10 miljoen euro, onder meer omdat de specialistische machines die er met moeite naar toe verscheept werden, niet meer teruggehaald kunnen worden. "Na eindeloos gedoe met vergunningen zijn de machines wel toegelaten, maar die krijgen we er nooit meer vandaan. Dat is 'hebbes' voor hen."
Ondanks dat Koop al bij het aannemen van de opdracht in 2011 geen heil zag in de klus, heeft hij zich er niet mee bemoeit: "Als minderheidsaandeelhouder kon ik het niet tegenhouden. Als de meerderheid iets besluit, is er niets aan te doen."
In eerste instantie ging het nog wel, maar op een gegeven moment werd het zo onveilig dat er geen Nederlanders meer naar toe gingen: "Ook in dat gebied is het oorlog en dat zal ook altijd wel zo blijven", vreest Koop.
Het project bij Najaf in december van 2015 (foto: Koop)
Hij wil niets meer doen in het Midden-Oosten, ook al zijn andere landen wel veilig. "Ik wil alleen maar werken met solide bedrijven, zodat ik zeker weet dat ik m'n geld krijg", zegt de ondernemer in onvervalst Twents. "Ook uit Qatar zijn we al vertrokken, we hebben alleen nog een project in Abu Dhabi. Maar het zijn landen waar je niet kunt werken, vanwege de mentaliteit van de mensen."
Met een orderportefeuille gevuld voor de komende drie tot vier maanden ziet hij voldoende mogelijkheden om in Nederland en Duitsland te groeien, al moet hij toegeven dat het uitkopen van Rabobank niet omlijst wordt door 'van rozengeur en maneschijn'.
"De samenwerking ging jarenlang probleemloos, maar als ondernemer moet je soms zeggen: "Ik spring in het water óf niet." Dat besluitprocessen bij de bank veel langzamer gingen, was hem een doorn in het oog: "Daar liep ik tegenaan ja, die besluiteloosheid in zo'n stroeve organisatie."
"Toen het minder ging en Rabo tegen hem zei dat ze niet wisten hoe het verder moest, heb ik gezegd: "Ik wil zo ook niet verder en ik neem het materiaal over." De gebouwen waren nog in zijn bezit. Het uitkopen van Rabobank betekent meteen dat de relatie verbroken is. De bank wil geen zaken meer met Koop doen, iets waar de ondernemer begrip voor heeft.
"Ik zit 36 jaar in het vak en weet goed waar ik over praat. Ons werk is erg ad-hoc; iemand heeft last van water tijdens het bouwen en belt ons, daarom ben ik nu ook op weg naar Berlijn”, vertelt hij vol vertrouwen.
De grootste les van de periode dat Rabobank aan boord van zijn bedrijf was is voor hem dat 'je geen omzet moet zoeken'. "Schoenmaker blijf bij je leest, ga geen dingen doen die je niet kunt, zoals de betonbouw bij de stuwdam in Najaf", kijkt hij terug op de mislukking in Irak. "Ik heb er zand overheen gedaan, ik ben er klaar mee."
Meer op rtlz.nl:
Bron: www.rtlz.nl
Het is natuurlijk niet voor niets zo dat Elsevier onderschrijft dat Goldman Sachs het werk van God doet (God his work), en ook letterlijk Jos van Rey door dik en dun steunenquote:Op maandag 18 juli 2016 12:12 schreef deelnemer het volgende:
Globalisatie
In deze wereld zijn mensen ooit begonnen om lokaal hun eigen samenleving op orde te krijgen, op allerlei plekken op deze aardbol, zonder weet van elkaars bestaan. Nu weten ze wel van elkaars bestaan en de contacten worden steeds intensiever. Het leidt tot allerlei onderlinge beinvloeding, afstemming en conflicten. Een natuurlijk en onvermijdelijk proces. Zo als alles dat onvermijdelijk is, gaat het min of meer vanzelf en kan niemand de uitkomst voorspellen.
Neoliberalen zien dat anders. Volgens hun is globalisatie hun persoonlijke taak. Een typische dag uit het leven van een neoliberaal bestaat uit 's ochtends vroeg opstaan, en eerst zorgen dat de zon opkomt. Gedurende de dag is hij druk bezig om de globalisatie ter hand te nemen. Arbeidersrechten moeten worden afgeschaft, want die zijn niet meer te handhaven in een geglobaliseerde wereld, zo weet iedere neoliberaal. Alle deuren moeten onmiddellijk wagenwijd opengegooid worden, om zo het proces te versnellen. Aan het einde van de dag, moe na alle arbeid, zorgt hij dat de zon weer daalt, zodat we allemaal naar bed kunnen.
De vraag, of in een geglobaliseerde wereld de zon ooit werkelijk opkomt of ondergaat, komt nooit bij ze op. Of het doen van Godswerk werkelijk hun taak is al evenmin.
http://www.economist.com/(...)ce-sector-and-growthquote:Grote financiële sector in Nederland schaadt economie
De Nederlandse financiële sector is zo groot dat het de economie schaadt. Als financiële sectoren boven een bepaalde grens zijn gegroeid, slaat hun positieve invloed op de economische groei om in een negatieve, blijkt uit onderzoek van econoom Dirk Bezemer van de Rijksuniversiteit Groningen. Eerdere studies van onder meer het IMF en de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) komen tot gelijksoortige conclusies.
http://www.pbs.org/newsho(...)ke-hippocratic-oath/quote:"The real problem," he said, "is that the bankers were facing a situation in which they could distance themselves from what they were doing." In his own experiments, Ariely has found that people are more likely to steal a bottle of Coke, for example, than cold hard cash. That effect is magnified on Wall Street, where bankers, Ariely has found in his experiments, cheat by about twice as much as other people around the country. Again, that’s not because they’re bad people, said Ariely, but because their work involves, as Paul Solman described it, “things that are easier than cash to rationalize stealing, like extra shares of stock via the backdating of stock options, say.”
quote:Which occupation lies the most? Ariely found that bankers cheated twice as much as politicians.
quote:
quote:The UK is losing ground to Germany and other countries when it comes to using economic growth to improve the wellbeing of its citizens, according to a report.
The sustainable economic development assessment (Seda) by the Boston Consulting Group measures the wellbeing of citizens across 160 countries. Using measures other than just GDP, such as employment rates, economic stability, income equality and environment, it gives countries an overall score and a recent progress score, and compares their ability to convert wealth and growth into wellbeing.
This year’s report found that the UK was losing ground in key areas linked to sustainable economic development such as income, health and education. It ranked well in its overall wellbeing rating, coming in 16th place.
Onno Ruding geeft nu, 35 jaar later, nog niet toe dat de graai uit de pot van 30 miljard en de premievakanties in retrospectief zwaar verkeerd is geweest. Het verbaast me zeer hoe iemand zo blind kan zijn voor de feiten. Hoogleraar De Lange noemt het m.i. terecht diefstal, wat het ook was. Hij legt dat ook uit. Ernstig is hier dat andere fondsen het voorbeeld van het ABP gingen volgen met voor de toekomst desastreuze gevolgen. Al zal er geen belanghebbende te vinden zijn die dat toegeeft. Op 9:00 kunnen we ook zien dat aartsleugenaar Rutte zijn afspraken in 2002 ook al niet na kwam. Ook schokkend om te zien dat zonder die premievakanties en onttrekkingen er meer dan het dubbele bedrag in de totale pot had gezeten. Dat lijkt me bewijs genoeg. De gemiddelde dekkingsgraad zou 240%(!!) geweest zijn i.p.v. 104% nu. Dit langetermijnwerk van pensioenbeheer zou niet aan de kortetermijnvisie van politici overgelaten moeten worden, zoveel wordt wel duidelijk. Onno Ruding spreekt van verantwoorde beslissingen. Een domme man, dat hij dit nu ook nog gelooft.quote:Op zaterdag 23 juli 2016 11:55 schreef Klopkoek het volgende:
Dit is wel een aardig overzicht van hoe neoliberalisme in de pensioenfondsen kroop
http://www.npo.nl/zembla/05-02-2011/VARA_101250216
Dat viel me ook op en het is niet de eerste keer dat ik hem over dit onderwerp zag spreken. Het is vrij opmerkelijk dat iemand die in hoge functies voor allerlei grote banken heeft gewerkt zo'n indruk maakt.quote:Op zaterdag 23 juli 2016 13:49 schreef Bart2002 het volgende:
Onno Ruding spreekt van verantwoorde beslissingen. Een domme man, dat hij dit nu ook nog gelooft.
quote:In de jaren negentig besloten veel pensioenfondsen een lagere pensioenpremie te heffen dan volgens hun reglement was toegestaan. Sommige zaten zo goed in de slappe was dat ze helemaal geen premie meer hoefden te heffen om aan hun verplichtingen te blijven voldoen. En enkele pensioenfondsen stortten zelfs een deel van hun vermogensreserve terug naar de werkgevers.
[...]
Er is wellicht te ruimhartig omgegaan met de zogeheten overreserves. Maar het is nodig om daarbij een aantal zaken goed in de gaten te houden. Ook de politiek vond dit destijds een goede bijdrage aan het verlagen van loonkosten voor werkgevers. Dat de aandelenmarkt nu instort en fondsen in de problemen komen, heeft daarmee weinig uit te staan. Bovendien begonnen fondsen hun overtollige vermogen af te romen onder dreiging van de kabinetten-Lubbers. De toenmalige minister van financiën, Ruding, wilde belasting heffen over te grote reserves.
Eigenlijk blijkt uit die documentaire en uit jouw post dat de mens een kampioen-korte-termijn-denker is. En dat is desastreus voor lange termijn systemen zoals pensioenen. Onno Ruding voelde zich duidelijk ook niet verantwoordelijk voor zaken toen hij weg was terwijl hij ze wel in gang gezet had. Nog niet heel lang geleden zaten fondsen zowel long als short in beperkte beleggingen en ze verdienden risicoloos geld. Maar daar verdienden vermogensbeheerders en andere financiële haaien niets aan. Dat moest dus anders. The rest is history.quote:
Onno Ruding is een beetje onze eigen Donald Trump hihi. Hij heeft een aantal jaren achtereen in de Quote 500 gestaan.quote:Op zaterdag 23 juli 2016 16:37 schreef Bart2002 het volgende:
[..]
Eigenlijk blijkt uit die documentaire en uit jouw post dat de mens een kampioen-korte-termijn-denker is. En dat is desastreus voor lange termijn systemen zoals pensioenen. Onno Ruding voelde zich duidelijk ook niet verantwoordelijk voor zaken toen hij weg was terwijl hij ze wel in gang gezet had. Nog niet heel lang geleden zaten fondsen zowel long als short in beperkte beleggingen en ze verdienden risicoloos geld. Maar daar verdienden vermogensbeheerders en andere financiële haaien niets aan. Dat moest dus anders. The rest is history.
Het is flauw om te benoemen maar bij welk bedrijf was Rutte ook alweer personeelsmanager?quote:Unilever betaalt al zeven jaar lang geen cent premie voor de pensioenregeling van zijn 10.000 actieve en 18.000 voormalige Nederlandse werknemers.
[...]
De hoge opbrengsten zijn deels het gevolg van een historische omslag in het beleggingsbeleid van de fondsen. Zij zijn de laatste vijf jaar langzaam aan steeds meer in aandelen gaan beleggen.
[...]
Minder bekend dan de verschuiving naar meer aandelenbeleggingen is de trend naar gewin op korte termijn. De fondsen hebben een op lange termijn gerichte beleggingshorizon, maar zij kopen en verkopen steeds meer op korte termijn effecten. De traditionele belegger die obligaties kocht en vervolgens jarenlang niets deed en wachtte tot het moment dat de leningen weer werden terugbetaald, is een uitstervend ras. “Er is sprake van een toenemende activiteit”, zegt drs. R. C. L. Bakker, directeur onderzoek en advies van de Verzekeringskamer die toezicht houdt op de financiële positie van pensioenfondsen en verzekeraars. “Zestig procent van de pensioenfondsen belegt nu actiever dan in 1980. Ten opzichte van 1970 is dat 75 procent. Extreme activiteit zit overigens bij een heel kleine groep.”
Vooral bij obligaties is de handelsgeest uit de fles: een op de vijf grote fondsen (meer dan 300 miljoen gulden vermogen) verkoopt bijna elke twee jaar zijn complete obligatieportefeuille.
De nieuwe 'handelarenmentaliteit' bij deze groep wordt mede veroorzaakt door de opmars van de Angelsaksische vermogensbeheerders, die een steeds groter deel van de pensioengelden beheren, zo menen sommige experts. De Angelsaksische fund managers zijn traditioneel veel actievere kopers en verkopers van effecten dan de Nederlandse beheerders. Anderen wijzen op de pensioenfondsen zelf als belangrijkste “boosdoeners”: zij beheren hun omvangrijke portefeuilles met Nederlandse obligaties veel actiever dan vroeger. Bijvoorbeeld, in zijn jaarverslag over 1995 schetst het Philips pensioenfonds, met een belegd vermogen van 24 miljard gulden het grootste Nederlandse ondernemingspensioenfonds, de extra winsten die werden behaald door actief te handelen tussen de Nederlandse, Zweedse en Deense obligatiemarkten. Dat leverde bijna 25 procent rendement op, zeven procentpunt meer dan bij alleen Nederlandse obligatiebeleggingen.
Niet iedereen is even gecharmeerd van de nieuwe handelsmentaliteit. “Beleggers zijn geen traders”, vindt directeur beleggingen dr. J. Frijns van het ABP, met zo'n 220 miljard gulden vermogen het een na grootste pensioenfonds ter wereld. “Pensioenfondsen werken niet als een dealing room bij een bank, waar de handelaren op bonussen werken.” Het bonussysteem stimuleert tot omzet maken en handelen om het handelen, terwijl juist niet-handelen (en daarmee minder kosten maken) voor lange-termijnbeleggers een gelijk of hoger rendement oplevert.
Is de bron te publiceren? Ik vind het een enorm belangwekkend artikel. En dat inzicht was er dus 20 jaar geleden al. Het is beschamend dat deze ontwikkelingen niet zijn geblokkeerd in de tussentijd.quote:
Het Angelsaksische kwaad. Tevens mijn stokpaardje. De reden van de kapitaalstroom opwaarts en de steeds toenemende ongelijkheid.quote:De nieuwe 'handelarenmentaliteit' bij deze groep wordt mede veroorzaakt door de opmars van de Angelsaksische vermogensbeheerders, die een steeds groter deel van de pensioengelden beheren, zo menen sommige experts.
interessante artikelen. Vooral het eerste. Duidelijk dat alles beleid is. Deels ideologie zoals het uitbannen van armoede door iedereen een stukje van de taart te gunnen en deels uit onbewuste corruptie door bedrijven voor hen gunstige wetgeving aan te bieden in de ruil voor een mooie baan na de politieke carrière.quote:
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |