Wat een naar mannetje is dat tochquote:Op maandag 19 januari 2015 09:42 schreef Loveless85 het volgende:
Giel is jelly omdat Atze weleens zegt waar het op staat en niet meegaat in die vreselijke hypes rond sommige enorm matige 3FM-kutbandjes;
[ afbeelding ]
Het topic is dit jaar iig populairder dan ooit, gemeten op het aantal postsquote:Op zondag 18 januari 2015 16:12 schreef methodmich het volgende:
Stonden toch derde in de poll in dit topic. Vier mensen die dit goed hadden voorzien. Keurig.
Het is ze gegund, die Common Linnets. Ook al zijn ze vrij saai, zeker zonder Waylon. Maar goed. Op naar december, als we het topic Popprijs 2015 krijgen. De rest van het jaar denkt niemand er volgens mij aan.
Precies. Er is een reden dat ik 3FM steeds vaker af zet, vooral omdat elke kloterige singer-wongwriter door hun kapot wordt gehyped. Ik ben zo klaar met die rage rondom kwijlerige mannetjes die tokkelen op hun gitaar en iets prevelen in de microfoon.quote:Op maandag 19 januari 2015 09:42 schreef Loveless85 het volgende:
Giel is jelly omdat Atze weleens zegt waar het op staat en niet meegaat in die vreselijke hypes rond sommige enorm matige 3FM-kutbandjes;
[ afbeelding ]
quote:
http://3voor12.vpro.nl/ni(...)aan-Giel-Beelen.htmlquote:Een uur nadat 3voor12-redacteur Atze de Vrieze de Pop Media Prijs won, 'feliciteerde' Giel Beelen hem met een vileine post op Facebook. Hij werd daarmee het zoveelste doelwit in een kruistocht voor respect en liefde die Giel Beelen de afgelopen weken voert. Atze de Vrieze reageert, niet omdat hij niet tegen kritiek kan, maar omdat er iets fundamenteel niet klopt aan Giel’s manier van denken.
Beste Giel Beelen,
Wij kennen elkaar niet. Althans, we kennen elkaar een beetje, want jij werkt bij 3FM en ik bij 3voor12. Allebei Publieke Omroep, allebei bezig met die nooit ophoudende zoektocht naar spannende nieuwe muziek. Een soort van collega’s, zou je kunnen zeggen. We kennen elkaar ook een beetje omdat we op de vrijdagnacht van Eurosonic om een uur of drie met elkaar hebben gesproken bij GANZ, in een donkere kelder vol rook. Het was mayhem daar, want GANZ was keihard het hele oeuvre van Hudson Mohawke aan het draaien. In mijn herinnering is dat de eerste keer dat we ergens een biertje stonden te drinken, in plaats van elkaar te groeten in het voorbijgaan. Ik weet eerlijk gezegd niet meer wat je precies tegen me zei, maar je begon over de Pop Media Prijs, waarvoor ik genomineerd was. Je vroeg of ik al wist of ik zou winnen, iets in die geest. Vond ik aardig en attent.
Een dag later was duidelijk dat je in die kelder niet het achterste van je tong had laten zien, want in een vileine post op Facebook sabelde je me neer. Je punt: jij hebt ook zo vaak zuur gedaan over bandjes op het moment dat ze net een hoogtepunt in hun carrière hebben gehad, nu weet je ook eens hoe dat voelt. Ok. Het is natuurlijk wel eens voorgekomen. Ik heb onaardige dingen geschreven over Destine, over Handsome Poets, ik Twitter graag lelijke dingen over The Killers, en er zullen er vast nog wel een paar zijn. Allemaal hard werkende mensen, die hun best doen om hun publiek te vermaken of te ontroeren. Al weet iedereen die mij volgt ook dat het niet zo makkelijk is om recente voorbeelden te vinden. Bikkelharde recensies, die schrijven we bij 3voor12 niet zoveel meer. Over grote commerciële successen als Kensington, Jett Rebel, Afrojack of Racoon schrijf ik liever een duidend verhaal, of een interview.
Maar toch, ik vind wel eens dingen, dat klopt. Het zit mij ook niet dwars dat je het met me oneens bent over mijn oordelen. Dat hoort erbij: ik formuleer een mening, en hoop anderen daarvan te overtuigen, al dan niet grappig, soms hard of cynisch. Wie kritisch is, moet ook kritiek terug accepteren. Er zijn een paar andere dingen die me wel dwars zitten. Laat ik beginnen met een persoonlijk punt. In je stukje refereer jij aan dezelfde avond in Subsonic. Je schrijft: "Gelukkig heb ik vannacht nog met hem gedanst bij GANZ. Als hij niet in de rol van recensent is, kan hij dus wel genieten." Dat is jouw beeld van de criticus, Giel: dat is iemand die niet deelneemt, die niet wil genieten, maar met een glaasje prik en een opschrijfboekje langs de kant staat om op te schrijven wat er allemaal fout gaat. Altijd op zoek naar wat te zeiken. Zo werkt het voor mij in elk geval niet, en ik zie dit als een aanval op mijn integriteit als muziekjournalist. Tegenover een handvol cynische recensies en een heleboel 'normaal' kritische staan honderden verhalen waarin ik me hard maak voor muzikanten, waarin ik juist de muziekbeleving over probeer te brengen. Het hoeft niet altijd lyrisch te zijn, het kan ook feitelijk, of afwijzend, of duidend. Dat zijn allemaal facetten van de muziekjournalistiek.
Je zegt daarvoor nog iets interessants, dat hier alles mee te maken heeft: de jury van de Pop Media Prijs looft mij omdat ik 'liefdevol' schrijf. Nou, zo liefdevol schrijft Atze lang niet altijd over muziekbeleving, stel jij. Zin om bij die stevige stelling zinnige argumenten te leveren heb je niet: 'Waarom zou ik mijn zaterdagmiddag bevlekken met het zoeken naar zure verhalen van hem?' Ik zal dus een beetje zelf moeten raden wat je bedoelt, maar ik heb het vermoeden dat je 'liefdevol' en 'positief' door elkaar haalt. Ik denk dat de jury bedoelt dat ik gedreven en betrokken schrijf, dat mijn onderwerpen me daadwerkelijk uitmaken. Jij bedoelt: waarom doe je zo negatief als mensen een goede tijd hebben? Dat getuigt namelijk van weinig respect voor de muzikant en zijn fans.
Respect, dat is ineens je toverwoord. En respect en muziekkritiek staan op gespannen voet. We raken daarmee aan de kern van de muziekkritiek, en daar heb je een kennelijk een fundamenteel probleem mee. Dat is ook helemaal niets persoonlijk met mij, want ook dit weekend zei je over het verschijnen van muziekblad OOR op Blendle: 'De zuurtjes van Oor (het slechtste muziekblad ter wereld) pikken er wat NL bandjes uit voor dit jaar. Ga de muziek vooral zelf checken.' Zuur, dat is het woord dat mensen die moeite hebben met muziekkritiek altijd gebruiken, je gebruikt het ook voor mij. Zuur: onnodig negatief, onnodig grievend.
Maar je drang om ineens mensen een toontje lager te laten zingen gaat verder. Ik zou Charlie Hebdo er nooit bij durven halen, als je dat niet zelf al had gedaan, in je eigen programma en in DWDD. Ik weet niet waar het ineens vandaan komt, maar kennelijk heb je een missie op alle fronten. Je wilt dat we voorzichtig zijn met de profeet Mohammed, is je stelling, en die is vele malen belangwekkender dan je mening over mij of over OOR. Hier gaat het over leven en dood, over de vrijheid van meningsuiting, om de vrijheid om kritiek te hebben. De tranen die je om Charlie Hebdo liet, werden door de buitenwereld op hoongelach onthaald. Ik kan daar geen medelijden mee hebben, omdat ik het net zo hypocriet vind als Maarten van Roosmalen, die je kielhaalde in zijn column in NRC. Je staat sinds jaar en dag bekend om je controversiële imago. Je bent recht voor je raap, spaart niemand, zelfs gasten in de studio niet. Je verwijt mij en anderen dingen, die je zelf voortdurend doet.
Weet je nog, toen je rapper Metz zat te jennen met racistische grappen vanaf het moment dat ie de studio binnen stapte? Weet je nog dat je een keer door het hele optreden van VanKatoen heen boerde, en na afloop ook nog de luisteraars opriep toch vooral geen cd's van de band te kopen? Voor mij zou dat een brug te ver zijn, als je de rol van gastheer hebt op zo'n moment. Maar nee, als het vals of lelijk is durf jij dat gewoon te zeggen. En weet je nog dat dingetje met Charli XCX, met die opmerkingen over vingeren? Vond zij disrespectvol, jij een grapje. Je durft ook te kwetsen, ook op het vlak waar muziek en maatschappij elkaar raken. Weet je nog, toen je een keer naar de MOBO awards ging in blackface? Je wist dat dat pijn zou doen, en je gezicht zwart schminken was een vorm van keiharde satire. Jij wilde duidelijk maken dat je de kritiek op zwarte piet onzin vond. Kritisch was je ook tegen Quinsy Gario. Je fileerde hem totaal in je uitzending, echt een pijnlijk moment voor iedereen, als je het mij vraagt. Om nog maar te zwijgen over je aanvaring met een islamitische luisteraar die jou aansprak over disrespectvol gedrag met koranteksten, een paar jaar geleden. Misschien een fragment waar je in deze explosieve tijden niet aan herinnerd wilt worden, maar anderen haalden het al voor me onder het stof vandaan.
Wat schetst mijn verbazing afgelopen zaterdag: een paar uur nadat je mij met een Facebook-post weghoont sta je op het podium voor de uitreiking van de Pop Prijs. In plaats van het vaste gezellige praatje, de warming up naar de sensationele onthulling van de winnaar, begin je een tirade tegen de traditionele bierdouche. Ooit begonnen als teken van afkeur, maar inmiddels uitgegroeid tot de grootste eer die een popmuzikant in Nederland kan ondergaan. Nee, stel jij, dat zien we fout: de bierdouche is respectloos voor de muziek en de muzikanten. Laten we daar in godsnaam mee stoppen.
Nu begrijp ik dat Ilse DeLange - hoe lekker ze die halve liters ook ving, het met je eens is wat betreft die bierdouche. Ik blijf alleen hangen op twee dingen. 1: door daar, op dat podium stelling te nemen, pak je in feite het moment van Ilse DeLange af. 2: je plaatst de bierdouche in een maatschappelijke context, door zwarte piet er bij te halen. Je zei: "Daar zijn Nederlanders slecht in, om slechte tradities af te leren, maar ik zou zeggen: na de zwarte piet en het kievitsei, zou ik het ten opzichte van de artiest relaxt vinden om het nou eens niet te doen." Het heeft er niets te maken, en toch ook wel. Respect, dat wil je afdwingen, daar is het je om te doen. We moeten aardig doen tegen elkaar. En dat doe je door mensen met een ander wereldbeeld dan jij volstrekt respectloos de les te lezen. Kritische geesten, die moeten keihard aangepakt worden, zodat ze de volgende keer tenminste hun mond houden. Of het nu gaat over Quinsy Gario, die Nederland probeert te overtuigen dat racisme overal is, of Atze de Vrieze, die Handsome Poets een slappe kutband vindt.
Ik hecht er veel waarde aan een kritische geest te zijn. Kritisch zijn is leuk. Het is voor mij en vele anderen net zo goed deel van de muziekbeleving als lovende woorden. Haat en liefde voor muziek liggen ongelofelijk dicht bij elkaar, en dat maakt het nu juist zo leuk. Maar kritisch zijn is ook belangrijk. Kritisch op muziek die zich aan ons opdringt. Is het nu wel zo interessant? En waarom wel of niet? Kritisch zijn ten opzichte van het een, vergroot het aanzien van het ander. Kritisch mag (of moet!) je ook zijn ten opzichte van de muziekindustrie, van 'het systeem' waar wij allemaal (zeker jij, maar ik net zo goed) in vast zitten. Kritisch ten opzichte van tradities, kritisch ten opzichte van alles dat ertoe doet in de maatschappij. Kritisch tegenover de profeet of de minister-president.
Uiteindelijk is het niet die persoonlijke aanval op mij die me prikkelde om te reageren - je hoeft geen fan van mij te zijn. Het was het feit dat het past binnen een patroon dat ik niet vind passen bij een boegbeeld van de publieke omroep, zeker niet nu. Wat is er aan de hand met je, Giel? Het lijkt wel alsof iemand je gehackt heeft! Doe jezelf een lol en stop deze heilloze missie. Je kunt Nederland niet veranderen in een schaapachtig meeklappend leger positivo's, al laat je ze elke dag beginnen met een dansje. En eigenlijk, beste Giel, denk ik dat jij daar zelf ook niets aan zou vinden.
Ah ze vond die bier-douche wel heel leeeuk, maar onhandig voor de instrumenten..quote:Op maandag 19 januari 2015 13:30 schreef Norrage het volgende:
http://giel.vara.nl/media/332362
En nu Giel weer.
Ik lees nu dat het eigenlijk de schuld is van Jan Douwe Kroeske.quote:Op zaterdag 17 januari 2015 23:57 schreef ranja het volgende:
[..]
hm. 2 unlimited dan misschienin elk geval een waar de zaal niet op stond te wachten
quote:Een curieuze traditie, die bierdouche. We hebben hem te danken aan radio- en tv-presentator Jan Douwe Kroeske, die in 1992 werd gevraagd de prijs live uit te reiken op Noorderslag, aan punkband The Ex. Leuk, dacht Kroeske, doen we.
Het publiek in De Oosterpoort vond Kroeske helemaal niet leuk. Kroeske was niet cool, of zoals hij het zelf eens memoreerde in de Volkskrant: 'Ik zat ook bij Langs de Lijn en dat was wellicht niet alternatief genoeg.' Kroeske kwam op, kreeg een eerste beker pils tegen zich aan van de stoerste man in het publiek en toen ging de kraan open. Bierdouche.
De traditie kreeg echt vorm bij de uitreiking van de Popprijs 1994 aan 2 Unlimited. Weinig geliefde winnaars in Groningen. Bierdouche. Vanaf die editie was het raak. Iedere winnaar haalde een nat pak en mocht doorweekt nog een paar nummertjes spelen.
Da's waar. Maar wel eer van je werk. Kijken of dat volgend jaar nog beter kan!quote:Op maandag 19 januari 2015 11:26 schreef borisz het volgende:
[..]
Het topic is dit jaar iig populairder dan ooit, gemeten op het aantal posts.
Maar ja het werd ook een livetopic voor ESNS
Juist als ik niet bij een concert/festival ben, wil ik wel graag eens lezen hoe ze het dedenquote:Op maandag 19 januari 2015 17:09 schreef Loveless85 het volgende:
Echt van het padje die kerel. Festivalshows mag je dus niet recenseren, want het is een eenmalig iets. En omdat Atze iets kut vond moeten wij Atze kut vinden![]()
Wat een mafkees, echt. Het was al met stip irritante mediapersoon #1, nu met extradubbelturbostip
Het is sowieso maar een mening, ook al is het dan zogezegd een expert. Ik neem ook de extreem positieve met een korreltje zout en vorm gewoon mn eigen mening.quote:Op maandag 19 januari 2015 17:31 schreef Gehenna het volgende:
[..]
Juist als ik niet bij een concert/festival ben, wil ik wel graag eens lezen hoe ze het dedenZoals nu die reeks over Kraftwerk bij 3voor12, wat het verschil in sets? wordt er geïmproviseerd? Ik kan het zelf nooit allemaal gaan zien, dus ik ben blij dat er een document over wordt gemaakt
Als ik er zelf bij was, lees ik het soms even heel vlug door, om te kijken hoe de schrijver het ervaart heeft, maar het boeit me dan een stuk minder.
zoals Giel een cover die Moke deed in zijn uitzending ook niks vond en dat gewoon zijn..... wat ze van Moke dan weer niet zo leuk vondenquote:Op maandag 19 januari 2015 17:43 schreef TheVulture het volgende:
3voor12/Atze heeft er een handje van om sommige bands zoals Nickelback of destijds Creed sowieso neer te sabelen ongeacht het optreden, dat vind ik dan weer wel veel te kortzichtig en dat maakt je geen goede recensent
Aan de andere kant is zo'n mening ook maar een eenmalige scheet en heeft iedereen er recht op. Dus als Atze James Bay kut vindt is dat zijn goed recht. Giel is verder gewoon hypocriet door mensen zaken te verwijten die hij zelf ook continue doet.
http://noisey.vice.com/nl/blog/zijn-we-nog-wel-kritisch-genoegquote:ZIJN WE IN NEDERLAND NOG WEL KRITISCH GENOEG?
Tijdens de afgelopen editie van Eurosonic/Noorderslag won Atze de Vrieze de Pop Media Prijs 2014 – een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan de beste muziekjournalist. Collega Giel Beelen feliciteerde hem de volgende dag op vileine wijze: “Heb eigenlijk zin om eens een hele zure recensie over 3VOOR12's Atze de Vrieze te schrijven,” meldde hij op zijn Facebook. “Dan weet hij ook eens hoe het is om na een leuke ervaring afgezeken te worden. Dat gebeurt heel veel Nederlandse bandjes namelijk vaak na een festival.” Beelen ziet er het nut niet van in om festivaloptredens te recenseren, zoals De Vrieze dat doet voor 3voor12.
De Vrieze kan kritisch zijn in zijn recensies, maar hoe vaak kom je nog scherpe teksten tegen in muziekmedialand? Wat eerder opvalt zijn extreem positieve verhalen, zoals Rolling Stone die het veelbesproken album Songs of Innocence van U2 plots verkoos tot album van het jaar – een week voordat ze een groot interview plaatste met de band. Is de muziekjournalistiek nog wel onafhankelijk, of wordt er inderdaad alleen nog maar positief en over 'leuke ervaringen' geschreven? Is de muziekjournalistiek zelf een festival geworden: gemakkelijk plezier met een gesponsord biertje in de hand? Of heeft Giel een punt en is muziek niet bedoeld om negatief over te schrijven?
Journalistiek an sich is aan het veranderen, en dit is ook merkbaar in de muziekjournalistiek waarin marketing een steeds grotere rol speelt. Dat merkt Noisey ook. Het wordt steeds moeilijker om op eigen initiatief interviews te regelen zonder tussenkomst van een PR-bureau of label. En na een vrij kritisch stuk hing laatst meteen een manager aan de telefoon. Boos. In Nederland, waar de muziekindustrie bestaat uit een kleine groep mensen, krab je jezelf toch wel even achter de oren. Aan de andere kant: ook Noisey, dat deel uitmaakt van VICE, werkt samen met commerciële partijen en festivals om het bereik te vergroten.
Een onderzoek van de UvA toonde in 2010 al aan dat er tegenwoordig tien keer meer voorlichters dan journalisten zijn. Wat voor invloed hebben die cijfers op de muziekjournalistiek in Nederland? Hoe kritisch wordt er nog geschreven?
Minder bikkelharde recensies
Giel Beelen mag dan moeite hebben met de verslaggeving van 3voor12, megakritisch zijn ze ook daar niet meer, geeft Atze de Vrieze toe in een reactie op Giels woorden. “Bikkelharde recensies, die schrijven we bij 3voor12 niet zoveel meer,” zegt hij. Ook zijn ze al een paar jaar gestopt met cijfers toekennen aan optredens tijdens festivals, terwijl dit toch een echte 3voor12-traditie was. De vraag is of dit uit eigen overweging gebeurde of op verzoek van de festivals. Het kwam weleens voor dat op de openingsdag van Pinkpop drie van de vijf bands op de mainstage met een onvoldoende beoordeeld werden. De Vrieze geeft toe dat er “in die tijd wel festivals waren die liever niet hadden dat we dat deden.” Maar helemaal toegeven wil hij niet: “We zijn overgestapt op een iets ander format waarbij we ook alles kunnen zeggen, maar dan zonder cijfer, en dan merk je dat er toch iets minder gezeik is. Aan de ene kant willen mensen de cijfers heel graag, aan de andere kant levert dat een hele negatieve sfeer op.”
Foto via
Koen Poolman, hoofdredacteur van Oor, verbaast zich erover dat 3voor12 is gestopt met de cijfers maar begrijpt wel hoe de belangen liggen. “Als ik daar als mediapartner aanwezig zou zijn, zou ik misschien ook geneigd zijn om daar naar te luisteren. Het is iets waar je als muziekmedia mee te maken hebt – of je nou partner van Pinkpop wil zijn of van Lowlands of Noorderslag, die partijen hebben gewoon een hele dikke vinger in de pap. Je belandt op het vlak dat journalistiek bijna een soort marketingbedrijf wordt voor die grote festivalpartners.”
Als hoofdredacteur van Oor weet Koen Poolman zelf ook maar al te goed dat zijn tijdschrift niet kan bestaan zonder commerciële partners en externe partijen. Ook zij maken afspraken met artiesten die op covers komen te staan en sluiten deals over advertenties die daarmee gepaard gaan. Daarbij kiezen ze inhoudelijk ook vaak voor het positieve verhaal. “Wat aan muziekjournalistiek kleeft is dat er alleen maar positief geschreven wordt omdat er bij de selectie van albums en artiesten al een keuze gemaakt wordt. En die keuze maken we bij Oor ook regelmatig,” zegt Poolman. “We zoeken een recensent uit die bij de artiest past. Er wordt geschreven over wat we leuk vinden. Kranten zullen iets breder en iets objectiever te werk gaan omdat ze ook alle grote artiesten moeten coveren.”
Peter Bruyn hamert erop dat het wel degelijk belangrijk is om kritisch te zijn. Bruyn schrijft al meer dan dertig jaar voor onder andere het Parool en Revolver. Hij ziet zichzelf liever als muziekcriticus dan als muziekjournalist, en vindt dat iedereen baat heeft bij kunstkritiek: “De kunstcriticus begrijpt door zijn kennis en ervaring zowel publiek als kunstenaar. Dit is belangrijk, want zo kan hij het werk duiden. Een serieuze kunstenaar, maar ook een serieuze bezorger van de kunst, hecht altijd belang aan de mening van een serieuze criticus, want die is in staat om de kunstenaar te positioneren. Ik denk dat het belangrijk is dat alles bekritiseerd kan worden, al ga je natuurlijk niet over een debuterende artiest schrijven die je waardeloos vindt.”
De journalist is minder belangrijk geworden
Peter Bruyn merkt dat labels hun artiesten anders in de markt zijn gaan zetten. Vroeger kon hij met één simpel belletje een interview regelen, tegenwoordig gaat dit niet meer zo makkelijk. Labels bepalen volgens hem bovendien steeds meer de agenda, en de marketingafdeling probeert steeds meer invloed te krijgen op journalistieke artikelen. “Voor een platenmaatschappij is het heel belangrijk dat overal dezelfde PR-foto verschijnt, dat heeft te maken met het bekende reclame-effect van herhaling. Dat soort dingen speelden in het verleden niet.” Bovendien zijn artiesten dankzij social media minder afhankelijk geworden van traditionele journalistiek, omdat ze makkelijker in staat zijn om hun fans te bereiken. De journalist is als brenger van het nieuws daardoor minder belangrijk geworden.”
Hoe de positie van de journalist verandert door social media, in een tekeningetje. Bron: socialembassy.nl
Bruyn ergert zich aan de toenemende invloed van PR. “Het vak marketing bestond tot twintig jaar geleden eigenlijk niet, nu heb je tien keer zoveel voorlichters als journalisten. Tegenwoordig is het zo dat je echt moet wachten totdat een artiest een plaat uitbrengt en dan wordt er geregeld dat jij in Amsterdam of een plek waar je helemaal niet woont in een hotel de artiest mag gaan interviewen. Dat is volkomen belachelijk. Dit heeft puur met branding te maken. Het belang is niet meer om jou voor te lichten, het belang is om jou een product te verkopen.”
Daarbij willen artiesten en managers graag controleren wat er geschreven wordt – het komt regelmatig voor dat een interview aangepast moet worden voor publicatie. Bruyn kwam hier voor het eerst mee in aanraking toen hij in de jaren tachtig betaald werd door een platenmaatschappij om één van hun artiesten te interviewen. Hij mocht op onafhankelijke wijze zijn werk doen, maar toen hij zijn stuk terugkreeg, was er zo veel geschrapt dat er alleen een verkapte biografie overbleef. “De artiest leek op haar vader en dat kwam erg terug in haar liedjes. Daar was nog nooit over geschreven dus dat vond ik interessant. Toen ik uiteindelijk dat interview terugkreeg zeiden ze dat ze het best aardig vonden, maar dat het verhaal van haar vader er helemaal uit moest. Dat was meteen de laatste keer dat ik zoiets heb gedaan. Je bent niet meer aan het schrijven, je bent aan het copywriten. De waarde die je als journalist hebt is nou juist dat een ander zich daar niet mee bemoeit.”
De marketing van een artiest ligt tegenwoordig niet alleen meer bij een platenmaatschappij of manager, het is een trend dat concertorganisatoren zoals Mojo of bijvoorbeeld Paradiso zich meer met de marketing van artiesten gaan bemoeien. Cd’s brengen niet meer zo veel op dus wordt het meeste geld verdiend met concerten, daarom is het belangrijk dat die concerten wel uitverkocht raken. NRC-journalist Hester Carvalho wilde ooit Thom Yorke interviewen – dat was niet mogelijk, totdat er een concertzaal gevuld moest worden. “Hij zou in de HMH spelen maar dat raakte maar niet uitverkocht. Toen begon die agent zich zorgen te maken. Ik kreeg plotseling een uitnodiging om naar Londen te komen om hem te interviewen. Terwijl dit drie maanden daarvoor, toen zijn cd uitkwam, niet mogelijk was geweest.”
De eenheidsworst van SFX
Een andere trend die al jaren aan de gang is, is de toenemende populariteit van festivals en andere grote muziekevenementen. Hierdoor groeit ook de macht van de organisatoren. Afgelopen jaren heeft het Amerikaanse SFX bijvoorbeeld een aantal grote Nederlandse dancefeestorganisatoren overgenomen zoals ID&T, en afgelopen zomer kwam daar Monumental (Awakenings) bij. De angst bestaat dat SFX eenheidsworst maakt van de festivals, en dat hun monopoliepositie in de Nederlandse dancescene ten koste gaat van kleinere festivals.
Er had best wat kritischer gekeken kunnen worden naar de grote machtsovername, vindt ook Eelco Couvreur, hoofdredacteur van DJBroadcast. Maar Nederland is een klein land: hoe groter de belangen, hoe groter de verstrengelingen, en als je niet oppast krijg je niemand meer te spreken. “Als het gaat om muziekjournalistiek in de elektronische muziek, dan denk ik dat het niveau niet heel erg hoog is,” zegt Couvreur. “We zijn de afgelopen jaren niet altijd kritisch geweest op momenten waarop dat wel goed zou zijn geweest. Ook DJBroadcast niet. Bij dat hele SFX-verhaal mag je best vraagtekens zetten, je hoeft niet bij alles te gaan staan juichen. Een goede journalist laat zich niet te veel beïnvloeden, en bepaalt zijn eigen agenda op een manier waar de lezer iets aan heeft.”
Legendarisch kut
Wat vertelt dit over de kwaliteit van muziekjournalistiek in Nederland? Volgens Peter Bruyn gaat die achteruit, en één van de redenen is volgens hem dat journalisten vanwege bezuinigingen steeds minder ruimte en tijd krijgen om zaken uit te zoeken. Een gevolg is dat er klakkeloos dingen overgenomen worden. Een voorbeeld is de berichtgeving rondom het tweede concert van Franz Ferdinand in de HMH. Het eerste concert was verre van legendarisch, eerder “een gigantische sof”, aldus Bruyn. Een halfjaar na dit optreden verzond Mojo een persbericht waarin stond dat Franz Ferdinand na hun legendarische concert wederom naar de HMH zouden komen. “Alle kranten namen dat vervolgens rustig over. Als je de recensies terugleest dan weet je dit niet zo was. De marketingafdeling van Mojo heeft het concert met terugwerkende kracht legendarisch gemaakt.”
Een andere ontwikkeling is de toename van liefhebbers die voor onbetaalde blogs schrijven – dit zorgt volgens Bruyn voor inflatie als het gaat om goede journalistiek. “Het punt is dat er heel veel mensen over popmuziek schrijven, terwijl ze dit gewoon niet kunnen. Dit komt doordat iedereen het graag wil doen, ook al is het vaak onbetaald. De volgende stap is dat dit soort mensen ook gaat interviewen, en dan krijgen we ook nog eens knullige interviews. Op zo’n manier wordt heel veel popjournalistiek bedreven.”
De combinatie van kritiekloze liefhebberij, tijdsdruk, de invloed van marketing en de machtstoename van grote organisaties kan er toe leiden dat er geen plaats voor critici meer is en dat kunst dus zijn eigen kritiek genereert. Iets waar socioloog en mediawetenschapper Jean Baudrillard ons vijfentwintig jaar geleden al op attendeerde. In zijn boeken en essays bespreekt hij (onder andere) hoe we onze werkelijkheid creëren aan de hand van de beelden die we voorgeschoteld krijgen door de media, en hij vraagt zich af in hoeverre dit een juiste afspiegeling van de werkelijkheid is.
Muziekjournalistiek is bij uitstek subjectief en aan persoonlijke interpretaties onderhevig, maar is ook gebaat bij onafhankelijke journalistiek – anders wordt het saai, vindt Peter Bruyn. “Het publiek heeft een mening en de uitgever heeft een bepaald commercieel belang, maar ik wil iets lezen van iemand die extra waarde toevoegt door de duiding die hij of zij eraan kan geven. Elke journalist interpreteert muziek weer anders, maar alles samen maakt het interessant. Niemand wordt er beter van als iedereen dezelfde recensie schrijft.”
|
|
| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |