Het is eerder dat ik van digitaal weer naar analoog terug ga.
Niet alleen heb ik eindelijk die mooie stereospullen die ik in mijn jonge jaren niet kon betalen bijeengescharreld: Thorens draaitafel, Luxman versterker, Tannoy boxen, dat werk.
Of mijn naaimachientje uit 1984 aangevuld met een collectie die nog ouder is (zo'n hamerslag Pfaff 6 komt tenminste met gemak door zes lagen denim heen).
Te zijner tijd wil ik
deze telefoon op mijn bureau laten prijken; of
dit hoekige ding dat ik in 1990 uit een Stasibunker heb meegeraust.
En die oude Nikon spiegelreflex gaat ook niet weg, al gebruik ik hem niet meer. Ik heb er teveel borden voor gewassen en kranten voor gelopen.
De manshoge Vendomatic koelkast met zware hengsels en dikke deur uit het trouwen van mijn ouders (1960) heeft mij in heel wat kamers en keukens vergezeld, maar een jaar of tien geleden was die toch te ver heen om weer op te knappen. Een jaren vijftig droogkap is in de jaren '80 al succesvol tot lamp omgebouwd.
En als ik tegen een handige jongen aanloop die mijn autoradiocassettespelers weer op orde brengt, heb ik weer muziek in de oldtimer.