Aha dat is hem.. Ik raak namelijk steeds in de war en probeer het dan via de oplossingsmanier te benaderen vd kwadraatafsplitsing..quote:Op zaterdag 3 mei 2014 22:56 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je kunt kwadraatafsplitsing gebruiken om een kwadratische vergelijking op te lossen, maar ook om het functievoorschrift van een kwadratische functie om te werken naar een vorm waarbij je direct kunt aflezen voor welke waarde van x de kwadratische functie een minimum of een maximum bereikt, en wat die extreme functiewaarde (minimum of maximum) dan is.
De algebraïsche techniek is precies hetzelfde, maar wat je ermee doet is verschillend. Je kunt ook een functievoorschrift van een kwadratische functie gelijk stellen aan nul, en dan de resulterende kwadratische vergelijking oplossen. Daarmee bepaal je de x-coördinaten van de (eventuele) snijpunten van de grafiek van de kwadratische functie met de x-as. Maar je zult toch hopelijk wel inzien dat het bepalen van de coördinaten van de snijpunten van de grafiek met de x-as iets anders is dan het bepalen van de coördinaten van de top van een parabool die een grafiek is van een kwadratische functie.
Je maakt hier ook nog een rekenfout, 7/3 is niet 3½.quote:Op zaterdag 3 mei 2014 23:01 schreef RustCohle het volgende:
[..]
Aha dat is hem.. Ik raak namelijk steeds in de war en probeer het dan via de oplossingsmanier te benaderen vd kwadraatafsplitsing..
bijv.
-3x² + 7
Dat moet (0,7) zijn, maar ik neig ernaar om dan die -3 weg te werken door -3x² / -3 = x² en dan die 7 /-3 = -3,5
en dan top (0; -3,5)
Het x-coordinaat van de top is 2. Als je in je functie f(x) = -2(x - 2 )² + 1, 2 invult, krijg je dus f(2) = -2(2 - 2)² + 1 = 1.quote:Op zaterdag 3 mei 2014 22:28 schreef RustCohle het volgende:
[..]
Ik zou bij deze:
-2(x - 2 )² + 1 dan weer het volgende zeggen dat dat gelijk is aan
-2(x - 2 )²= -1
top is (2, 1/2) omdat je die -1 deelt door die -2, maar het antwoordenboek zegt gewoon
top is (2, 1)
Ik zou die -3 maar niet proberen weg te werken, dit is geen vergelijking. Snap je dat je, door die -3 weg te willen werken, een andere functie krijgt?quote:Op zaterdag 3 mei 2014 23:01 schreef RustCohle het volgende:
[..]
Aha dat is hem.. Ik raak namelijk steeds in de war en probeer het dan via de oplossingsmanier te benaderen vd kwadraatafsplitsing..
bijv.
-3x² + 7
Dat moet (0,7) zijn, maar ik neig ernaar om dan die -3 weg te werken door -3x² / -3 = x² en dan die 7 /-3 = -3,5
en dan top (0; -3,5)
Ik beantwoord nooit privé vragen.quote:Op zondag 4 mei 2014 00:42 schreef RustCohle het volgende:
Jordyqwerty en Riparius: jullie zijn de wiskunde genieën hier op FOK! Met name Riparius met zijn heldere uitleg! Hoe komt het dat jullie zo sterk in de materie zijn, met nadruk op sterk? Met name Riparius.
Fijn voor je.quote:Op zondag 4 mei 2014 01:05 schreef nodig het volgende:
[..]
Ik gok dat jij een wo opleiding informatica doet/hebt gedaan.
Ik ben absoluut geen wiskunde genie.quote:Op zondag 4 mei 2014 00:42 schreef RustCohle het volgende:
Jordyqwerty en Riparius: jullie zijn de wiskunde genieën hier op FOK! Met name Riparius met zijn heldere uitleg! Hoe komt het dat jullie zo sterk in de materie zijn, met nadruk op sterk? Met name Riparius.
Nee, ik schets een (reëel) beeld voor de vrager. Ik vermoed dat je met een 'wiskundige' opleiding deze 'basisvragen' makkelijk kan beantwoorden. Leg vervolgens de link met de postgeschiedenis in DIG. Informatica is één van de talloze mogelijkheden, niettemin een zeer reële.quote:Op zondag 4 mei 2014 09:27 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Fijn voor je.
Wat wil je nu dat hij zegt. OH KLOPT!!! ?
Met alle respect, maar sterk zijn in middelbare school wiskunde maakt je geen wiskundegeniequote:Op zondag 4 mei 2014 00:42 schreef RustCohle het volgende:
Jordyqwerty en Riparius: jullie zijn de wiskunde genieën hier op FOK! Met name Riparius met zijn heldere uitleg! Hoe komt het dat jullie zo sterk in de materie zijn, met nadruk op sterk? Met name Riparius.
Nee je loopt te vissen. Je schetst geen beeld, want zo te horen heb je er de ballen verstand van. Met een informatica opleiding heb je zeker geen wiskundige opleiding namelijk.quote:Op zondag 4 mei 2014 12:50 schreef nodig het volgende:
[..]
Nee, ik schets een (reëel) beeld voor de vrager. Ik vermoed dat je met een 'wiskundige' opleiding deze 'basisvragen' makkelijk kan beantwoorden. Leg vervolgens de link met de postgeschiedenis in DIG. Informatica is één van de talloze mogelijkheden, niettemin een zeer reële.
En dit.quote:Op zondag 4 mei 2014 13:09 schreef thenxero het volgende:
[..]
Met alle respect, maar sterk zijn in middelbare school wiskunde maakt je geen wiskundegenie.
Ik geloof dat jij er de ballen verstand van hebt. Informatica is wel zeker een opleiding waar zeer veel wiskunde behandeld wordt.quote:Op zondag 4 mei 2014 14:18 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nee je loopt te vissen. Je schetst geen beeld, want zo te horen heb je er de ballen verstand van. Met een informatica opleiding heb je zeker geen wiskundige opleiding namelijk.
[..]
En dit.
Nou uhmquote:Op zondag 4 mei 2014 14:22 schreef nodig het volgende:
[..]
Ik geloof dat jij er de ballen verstand van hebt. Informatica is wel zeker een opleiding waar zeer veel wiskunde behandeld wordt.
Dit klopt niet. f(x) = 0 is niet hetzelfde als f(0).quote:Op zondag 4 mei 2014 19:11 schreef Super-B het volgende:
Hallo,
Is er iemand die mij met het volgende vraagstuk kan helpen?
''Voor welke reële getallen p heeft de grafiek van f geen snijpunten met de x-as? ''
a) f(x) = x² + px + 1
Wat ik zelf tot nu toe aan het vraagstuk heb gedaan:
--> Een grafiek snijdt met de x-as als de y = 0, dat betekent dus dat f(x) = 0 ofwel f(0). Dus alle y = >0 en <0 zou dan geen snijpunten moeten vertonen met de x-as, echter denk ik dat dat te simpel is..
Ow.. Dan bedoel ik f(x) = 0, want f(0) is dat de x waarde 0 is.. Dat is niet hetzelfde inderdaad.quote:Op zondag 4 mei 2014 19:15 schreef Anoonumos het volgende:
[..]
Dit klopt niet. f(x) = 0 is niet hetzelfde als f(0).
Je moet even het topic doorlezen, want er zijn een paar vergelijkbare vragen geweest de laatste paar dagen.
Wat is de eigenschap van de discriminant bij een kwadratische vergelijking als deze lager dan 0 is?quote:Op zondag 4 mei 2014 19:17 schreef Super-B het volgende:
[..]
Ow.. Dan bedoel ik f(x) = 0, want f(0) is dat de x waarde 0 is.. Dat is niet hetzelfde inderdaad.
Ik heb het topic al doorgespit en kwam veel vraagstukken tegen met betrekking tot kwadratische oplossingen. Het kan daarmee te maken hebben, maar ik raak in de war met de variabele p.
Dat er geen oplossingen mogelijk zijn. Bij 0 is er één oplossing mogelijk en bij waarden boven 0 zijn er twee oplossingen mogelijk.quote:Op zondag 4 mei 2014 19:20 schreef DonnieDarkno het volgende:
[..]
Wat is de eigenschap van de discriminant bij een kwadratische vergelijken als deze lager dan 0 is?
De discriminant berekenen en werken volgens de trial and error methode. Waarden blijven invoeren bij de b variabelen totdat de uitkomsten lager dan 0 zijn... en alle waarden die een uitkomst hebben lager dan 0 zijn de antwoorden. Dat denk ik dan.quote:
quote:Op zaterdag 3 mei 2014 22:32 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, in een top loopt de raaklijn aan de grafiek juist horizontaal, en dan is de richtingscoëfficiënt van de curve ter plaatse (oftewel de afgeleide) dus gelijk aan nul.
[..]
En zo te zien zal het ook nog heel lang duren voordat je daar aan toe komt.
[..]
Als we een kwadratische functie
f(x) = ax2 + bx + c
hebben (a ≠ 0), dan is de grafiek hiervan een parabool, en zijn de coördinaten van de top
(−b/2a; −D/4a)
waarbij
D = b2 − 4ac
de discriminant is van de kwadratische veelterm ax2 + bx + c.
[..]
Nee, aan de oplossing van je opgave komt geen trial and error te pas.quote:Op zondag 4 mei 2014 19:23 schreef Super-B het volgende:
[..]
De discriminant berekenen en werken volgens de trial and error methode. Waarden blijven invoeren bij de b variabelen totdat de uitkomsten lager dan 0 zijn... en alle waarden die een uitkomst hebben lager dan 0 zijn de antwoorden. Dat denk ik dan.
Maar even een gedachtenkronkel;
Het gaat toch om het feit het snijpunt met de x-as.. waarom betreft het oplossen van de vraag over de discriminant en de oplossing van de vergelijking? Zelf zou ik denken dat het iets te maken heeft met dat y niet 0 mag zijn.
De algemene gedaante van een kwadratische functie isquote:Want het oplossingsmogelijkheden van de grafiek //abc formule, kwadratische oplosmethode etc. // gaan allemaal over x en niet over y..
Dus dat is even een gedachtenkronkel. Zou je dat kunnen ophelderen voor mij?
Hartstikke duidelijk! Jeetje, zelf getypt of van het internet bij elkaar gesprokkeld? Want het is werkelijk erg goed geschreven.. Wat voor opleiding volg je?quote:Op zondag 4 mei 2014 20:42 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, aan de oplossing van je opgave komt geen trial and error te pas.
[..]
De algemene gedaante van een kwadratische functie is
(1) f(x) = ax2 + bx + c
Hierbij zijn a,b,c vaste (reële) getallen, en tevens is a ≠ 0, anders zou je geen kwadratische term meer hebben en dus ook geen kwadratische functie.
De grafiek van een kwadratische functie is altijd een parabool met een verticale symmetrie-as. Het is een dalparabool als a > 0 en een bergparabool als a < 0.
De grafiek van de kwadratische functie kan de x-as snijden in twee punten, de x-as raken in één punt of geheel en al boven of onder de x-as liggen.
Heeft de grafiek van de kwadratische functie punten die op de x-as liggen, dan zijn er waarden van x waarvoor de bijbehorende functiewaarde y = f(x) gelijk is aan nul, dus
(2) f(x) = 0
Uit (1) en (2) volgt dat je dan hebt
(3) ax2 + bx + c = 0
Dit is een tweedegraads vergelijking oftewel een kwadratische vergelijking, ook wel een vierkantsvergelijking genoemd (het woord kwadraat komt van het Latijnse quadratus dat 'vierkant' betekent).
Om nu de x-coördinaten van de snijpunten van de grafiek van de kwadratische functie met de x-as oftewel de nulpunten van f(x) te vinden moeten bekijken voor welke waarde(n) van x aan (3) wordt voldaan en dus vergelijking (3) oplossen.
De kwadratische vergelijking (3) kan óf 2 óf 1 óf 0 (reële) oplossingen hebben. Het aantal (reële) oplossingen wordt bepaald door de zogeheten discriminant van (3). De discriminant wordt gewoonlijk aangegeven met de hoofdletter D en is gelijk aan b2 − 4ac, dus
(4) D = b2 − 4ac
Er zijn nu drie mogelijkheden, de discriminant D kan positief zijn, nul, of negatief, en deze drie mogelijkheden corresponderen precies met het aantal (reële) oplossingen van de vierkantsvergelijking (3), als volgt
D > 0 : twee oplossingen
D = 0 : één oplossing
D < 0 : geen oplossingen
Als je wil weten waarom dit zo is, en tevens hoe de vermaarde abc-formule voor het oplossen van vierkantsvergelijkingen kan worden afgeleid, dan moet je deze post van mij eens goed bestuderen.
Nu je opgave. Gegeven is de functie
(5) f(x) = x2 + px + 1
waarbij een p een vast getal voorstelt (een zogeheten parameter, vandaar de keuze voor de letter p). Gevraagd wordt nu voor welke (reële) waarden van p de grafiek van de functie f geen punten gemeen heeft met de x-as. De grafiek van f is een dalparabool, aangezien de coëfficiënt van de kwadratische term gelijk is aan 1, en dus positief. Als de grafiek van f geen punten gemeen heeft met de x-as dan zal deze dalparabool dus geheel boven de x-as moeten liggen. Aangezien er geen waarden van x moeten zijn waarvoor f(x) = 0, moet de vergelijking
(6) x2 + px + 1 = 0
dan geen (reële) oplossingen hebben. Dat is het geval als de discriminant van (6) negatief is. Welnu, als je (6) vergelijkt met de standaardvorm (3), dan zie je dat we hier hebben a = 1, b = p, c = 1. De discriminant Dp van (6) is dus
(7) Dp = p2 − 4
We duiden de discriminant hier aan met Dp, met een index p, om aan te geven dat de discriminant hier afhangt van de waarde van p. De vraag is nu voor welke waarden van p geldt
(8) Dp < 0
en dus
(9) p2 − 4 < 0
Nu zie je dat (9) een kwadratische ongelijkheid is in de onbekende p, en deze ongelijkheid moeten we oplossen. Hoe doe je dat? Wel, je zou eerst kunnen kijken voor welke waarde(n) van p het linkerlid p2 − 4 precies gelijk is aan nul. Dan moet p2 = 4 zijn en hebben we dus p = 2 óf p = − 2. Je kunt nu gemakkelijk nagaan dat aan de ongelijkheid (9) wordt voldaan als p tussen deze waarden −2 en +2 in ligt, dus als p groter is dan −2 maar tevens kleiner dan +2. Dat kunnen we heel compact noteren als volgt
(10) −2 < p < 2
En daarmee is je opgave opgelost: de grafiek van de functie f(x) = x2 + px + 1 heeft geen snijpunten met de x-as als p op het open interval (−2, 2) ligt. Met een open interval bedoelen we een interval waarbij de eindpunten niet meedoen.
Nee. Je wilt alle waarden van p weten waarvoor voor alle x geldt dat f(x) niet 0 is.quote:Op zondag 4 mei 2014 21:02 schreef Super-B het volgende:
[..]
Hartstikke duidelijk! Jeetje, zelf getypt of van het internet bij elkaar gesprokkeld? Want het is werkelijk erg goed geschreven.. Wat voor opleiding volg je?
Het vetgedrukte is echter nog niet helemaal helder voor mij...
En hoe kan de oplossing x < 2 of x > -2 zijn? p² = 4 en de wortel daarvan is 2, dus dan kan p toch alleen maar < 2 ?
Daarnaast heb ik nog een vraag:
Zou ik ook i.p.v. een ongelijkheid ervan maken gewoon in de vergelijking -1 kunnen vullen, want alles onder <0 heeft geen oplossing:
x² + px + 1 = -1
quote:
Oké bedankt!quote:Op zondag 4 mei 2014 21:11 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nee. Je wilt alle waarden van p weten waarvoor voor alle x geldt dat f(x) niet 0 is.
Bestudeer de hoofdstelling van de algebra eens, dan zul je zien dat in het algemene geval geldt dat voor f(x) = 0 met f(x) een polynoom van graad n geldt dat f(x) n oplossingen heeft. Deze kunnen complex zijn en met ten hoogste multipliciteit n. x2 - 4 = 0 is een polynoom van graad 2, dus heeft deze 2 oplossingen. Om dit te controleren moet je -2 eens kwadrateren. Daar komt 4 uit toch?
Verder is 3 posts hierboven duidelijk gemaakt dat Riparius geen antwoord geeft op privévragen, om maar even als persoonlijke secretaresse op te treden.
[..]
D = b^2− 4acquote:Op zondag 4 mei 2014 21:15 schreef Super-B het volgende:
[..]
Oké bedankt!
Hier een iets lastigere:
x² + px + p
p² + 4p < 0
p² < -4p
Ik twijfel nu om het te delen door p waardoor je p < -4 krijgt... maar daarnaast denk ik dat het niet klopt, want in het antwoordenmodel staat wat anders dan p < -4.
Je maakt al een fout. De discriminant D is gelijk aan b^2 - 4acquote:Op zondag 4 mei 2014 21:15 schreef Super-B het volgende:
[..]
Oké bedankt!
Hier een iets lastigere:
x² + px + p
p² + 4p < 0
p² < -4p
Ik twijfel nu om het te delen door p waardoor je p < -4 krijgt... maar daarnaast denk ik dat het niet klopt, want in het antwoordenmodel staat wat anders dan p < -4.
Oeps ik zie het al!quote:Op zondag 4 mei 2014 21:17 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Je maakt al een fout. De discriminant D is gelijk aan b^2 - 4ac
Dan krijg je p^2 -4p < 0
Dus p(p-4) < 0
Volg je het nu?
Maar mag dat wel altijd, delen door een getal?quote:Op zondag 4 mei 2014 21:19 schreef Super-B het volgende:
[..]
Oeps ik zie het al!
Nee het vetgedrukte niet. Wiskunde blijft een interessant vak.
Ik zou zelf denken p² - 4p < 0 en dus p² < 4p en vervolgens beide kanten delen door p waardoor je krijgt p < 4
Ja toch? In ieder geval letters wel toch om de letter - exponent weg te werken, althans bij breuken etc?quote:Op zondag 4 mei 2014 21:26 schreef Alrac4 het volgende:
[..]
Maar mag dat wel altijd, delen door een getal?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |