1. Halve Marathon van Oostland, Pijnacker, Berkel & Rodenrijs, Bergschenhoek, estafetteNog nooit deed ik mee aan een wedstrijd in estafettevorm. Ik zou het eerste gedeelte lopen van de halve en een vriend van mij het vervolg. Ik fietste naar Pijnacker en haalde mijn startnummer op. Jeroen kwam ook op de fiets, maar dan vanuit Delft. Al snel stapte hij in het pendelbusje richting het wisselpunt.
![2mcvpxc.png]()
Marathonheld Gerard Nijboer verrichtte de start met een niet-werkend pistool en daar gingen we. Ik besloot volledig voorvoetlanding te gaan lopen en in het begin ging dat goed. De eerste kilometer ging door het centrum van Pijnacker en daardoor was er weinig ruimte om in te halen of om te snel te starten.
Deze wedstrijd loopt letterlijk van dorp tot dorp en dat bleek heel leuk te zijn. Nu is het woord leuk na 9 voorgaande jaaroverzichten behoorlijk gedevalueerd, ik weet het. Maar ik heb nog nergens het nog nietzeggendere woord "uitdaging" genoemd, hoop ik.
Tussen de dorpen in loop je in polderachtig gebied. Omdat het redelijk in de buurt is van mijn bed kende ik grote delen van de route al, maar zeker niet alles. Onderweg deed ik daarom nieuwe inspiratie op voor toekomstige trainingen.
En o ja: het goot van de regen. De hemelsluizen waren max-i-maal geopend. Maar begin september was het nog een aangename 14 graden en met weinig wind is het dan nog niet eens zo slecht lopen. Op den duur ben je zo verzopen dat het ook niet meer uitmaakt..
Halverwege kwam het eerste dorpje: Berkel en Rodenrijs. Drinkpost, hoempapabandje, veel publiek. Ik waande mijzelf even een deelnemer van de Elfstedentocht, eigenlijk had hier een stempelpost moeten zijn. En na het centrum volgt wederom een landelijker gebied over een dijk en langs zwembad de Windas (ook hier een bandje).
Het wisselpunt was in Bergschenhoek en Jeroen mocht het karwei afmaken. Ik had mijn 10k en een beetje afgelegd met een gemiddelde pace van 5:17 en daar was ik tevreden mee. Voorvoetlanding was na een kilometer of 6 al weer ingeruild voor de normale haklanding, wat dan ook heel raar aanvoelt maar toch minder kracht kost.
Ik nam het pendelbusje (goed geregeld dit, nauwelijks wachttijden) terug naar de finish met mededuolopers. Iedereen even verzopen, iedereen ook sneller dan ik. Ergerlijk: er zat een kerel naast me die nooit verder liep dan 3 km, maar op aanraden van vrienden nu voor het eerst probeerde om verder te lopen. Ook ergerlijk: het was na de wissel meteen droog.
"We" finishten in 1:50 en haalden daarmee een aardig hoge klassering.
De Halve van Oostland was de leukste wedstrijd onder de leuke wedstrijden en volgend jaar loop ik de halve misschien wel in z'n geheel.