Ook loop ik vast omtrent de inverse vinden van y = (x+1)/(x-2)quote:Op woensdag 18 september 2013 14:41 schreef CapnIzzy het volgende:
y=√(√(x)-2)
Domain is [4,∞)
Inverse geeft x=(y2+2)2
Range is dan toch (-∞,∞)? Het goede antwoord is blijkbaar [0,∞)
Voor y kan je toch elk getal invullen in de inverse?
Zet alles met x aan een kant en de rest aan de andere kant.quote:Op woensdag 18 september 2013 15:11 schreef CapnIzzy het volgende:
[..]
Ook loop ik vast omtrent de inverse vinden van y = (x+1)/(x-2)
Ik kom tot
y(x-2)=x+1
yx-2y=x+1
Maar dit zal het niet zijn?
quote:Op woensdag 18 september 2013 15:24 schreef t4rt4rus het volgende:
[..]
Zet alles met x aan een kant en de rest aan de andere kant.
Ik had hem al, thanks. Weet je misschien de vraag die ik gequote had?quote:Op woensdag 18 september 2013 15:24 schreef t4rt4rus het volgende:
[..]
Zet alles met x aan een kant en de rest aan de andere kant.
Dan moet je wel zien dat je x buiten de haakjes kan halen.
Een wortel van een element x is per definitie groter dan 0.quote:Op woensdag 18 september 2013 15:27 schreef CapnIzzy het volgende:
[..]
Ik had hem al, thanks. Weet je misschien de vraag die ik gequote had?
Nou zet alles met eens aan een kant en de rest aan de andere kant.quote:
Dankquote:Op woensdag 18 september 2013 15:28 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Een wortel van een element x is per definitie groter dan 0.
In dit geval alleen de vierkantswortel. Niet voor bijv. een derdemachtswortels voor de azijnpissers.quote:
Maar ook groter en gelijk aan 0 dan?quote:Op woensdag 18 september 2013 15:31 schreef Amoeba het volgende:
[..]
In dit geval alleen de vierkantswortel. Niet voor bijv. een derdemachtswortels voor de azijnpissers.
Jaja, natuurlijk. Mijn fout. Het bereik van de vierkantswortel van x is inderdaad groter of gelijk aan 0.quote:Op woensdag 18 september 2013 15:31 schreef CapnIzzy het volgende:
[..]
Maar ook groter en gelijk aan 0 dan?
Nee, want het rechterlid kan geen negatieve waarden aannemen vanwege al die kwadraten. Kijk maar:quote:Op woensdag 18 september 2013 14:41 schreef CapnIzzy het volgende:
y=√(√(x)-2)
Domain is [4,∞)
Inverse geeft x=(y2+2)2
Range is dan toch (-∞,∞)? Het goede antwoord is blijkbaar [0,∞)
Voor y kan je toch elk getal invullen in de inverse?
Bedoel jequote:Op woensdag 18 september 2013 14:49 schreef mathematica013 het volgende:
Yo,
Hoe kun je aantonen dat lim p->0 van (a/p)-(2+a)/(p^2)+(4/p^5)-2 naar infinity gaat?
Intuitief kun je het al zien, aangezien 4/p^5 het snelst naar oneindig gaat en dus sterker is dan -(2+a)/(p^2). ik moet het echter ook formeel aantonen?
iemand advies?
Ik zie nergens een x staanquote:
Wat is je punt nu, in je verhaaltje?quote:Op woensdag 18 september 2013 16:56 schreef Aardappeltaart het volgende:
Range (bereik) zijn waarden die de functie aan kan nemen voor y. Domain (domein) zijn waarden die je voor x invult. Geen idee (6 vwo) wat het nut van die inverse in dit verhaaltje is, maar als je kijkt naar de functie zie je dat het in principe om een wortel gaat, en wortels altijd een positief getal opleveren. Ik weet niet precies waarom je de inverse bepaalt (kijken wat je kan invullen in de inverse? Geen idee), maar wortel trekken en kwadrateren zijn alleen elkaars inverse voor positieve getallen. (-2^2=4, maar wortel(4)=/=-2)
Heb je je best gedaan om een antwoord te typen, blijkt er een volgende pagina te zijn met de antwoorden. Oeps...
Of je leest eerst evenquote:Op woensdag 18 september 2013 16:26 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Nee, want het rechterlid kan geen negatieve waarden aannemen vanwege al die kwadraten. Kijk maar:
y=√(√(x)-2)
inverteren (a.k.a. x en y verwisselen) geeft
x=√(√(y)-2)
x2 = (√(y)-2)
x2 + 2 = √(y)
(x2+2)2 = y
Duidelijk maken dat wortels een positief getal opleveren en het niet altijd als inverse kwadrateren heeft, waarna ik erachter kwam dat dat al 42x eerder gezegd was, omdat er nog een pagina bijgekomen was.quote:Op woensdag 18 september 2013 17:08 schreef CapnIzzy het volgende:
[..]
Wat is je punt nu, in je verhaaltje?
Je zeurt nu een beetje. Iemand die keurig TeX gebruikt maakt een schoonheidsfoutje terwijl je zelf vrij slordige unicode gebruikt zonder de mogelijkheden tot opmaak die FOK! biedt zoals superscript of subscript.quote:
Rustig aan hèquote:Op woensdag 18 september 2013 17:11 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Je zeurt nu een beetje. Iemand die keurig TeX gebruikt maakt een schoonheidsfoutje terwijl je zelf vrij slordige unicode gebruikt zonder de mogelijkheden tot opmaak die FOK! biedt zoals superscript of subscript.
Je moet ervoor zorgen dat je de functie f(p) zo omschrijft dat je niet meer door nul gaat delen als je de limiet neemt.
En ik bepaal de inverse zodat je makkelijk kan zien wat de range is van zo'n functie, domein kan je gelijk aflezen vanuit de originele functie. De originele functie heeft dus wortels, dus dan heeft de range sowieso geen negatieve getallen. Dat heb ik geleerd van Amoebaquote:Op woensdag 18 september 2013 17:11 schreef Aardappeltaart het volgende:
[..]
Duidelijk maken dat wortels een positief getal opleveren en het niet altijd als inverse kwadrateren heeft, waarna ik erachter kwam dat dat al 42x eerder gezegd was, omdat er nog een pagina bijgekomen was.
quote:
Schatteke, dat ís de procedure voor het bepalen van een inverse: In de oorspronkelijke functie x en y omwisselen en daarna y uitdrukken als (in dat geval) functie van x. Trouwens, voor het bepalen van het bereik van de oorspronkelijke functie heb je diens inverse niet eens nodig.quote:Op woensdag 18 september 2013 17:16 schreef CapnIzzy het volgende:
En ik bepaal de inverse zodat je makkelijk kan zien wat de range is van zo'n functie, domein kan je gelijk aflezen vanuit de originele functie. De originele functie heeft dus wortels, dus dan heeft de range sowieso geen negatieve getallen. Dat heb ik geleerd van Amoeba
Sorry hoor, maarquote:Op woensdag 18 september 2013 17:27 schreef VanishedEntity het volgende:
Schatteke, dat ís de procedure voor het bepalen van een inverse: In de oorspronkelijke functie x en y omwisselen en daarna y uitdrukken als (in dat geval) functie van x. Trouwens, voor het bepalen van het bereik van de oorspronkelijke functie heb je diens inverse niet eens nodig.
Mss toch maar eerst beter leren lezen dan. Je vraagt zelf naar het bereik van je oorspronkelijke functie en geeft aan dat je dat geprobeerd hebt door de inverse te berekenen.quote:Op woensdag 18 september 2013 17:31 schreef CapnIzzy het volgende:
Sorry hoor, maarJe geeft antwoord op een vraag die niet eens gesteld wordt
dikgedrukte door mij...quote:Op woensdag 18 september 2013 14:41 schreef CapnIzzy het volgende:
y=√(√(x)-2)
Domain is [4,∞)
Inverse geeft x=(y2+2)2
Range is dan toch (-∞,∞)? Het goede antwoord is blijkbaar [0,∞)
Voor y kan je toch elk getal invullen in de inverse?
quote:Op woensdag 18 september 2013 15:11 schreef CapnIzzy het volgende:
Ook loop ik vast omtrent de inverse vinden van y = (x+1)/(x-2)
Ik kom tot
y(x-2)=x+1
yx-2y=x+1
Maar dit zal het niet zijn?
Thanks!quote:Op maandag 16 september 2013 23:16 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het is natuurlijk de bedoeling dat je een best fit voor die α bepaalt aan de hand van de beschikbare gegevens, dat is nu juist de opgave. Ik heb zelf geen ervaring met dit soort statistische vraagstukken en de persoon bij uitstek die je had kunnen helpen met deze opgave is al een tijd niet meer actief op dit forum, dus ik vrees dat je hier geen goed antwoord gaat krijgen. Het gaat in ieder geval om exponential smoothing en het Wikipedia artikel geeft aan dat er geen formele procedure is voor de bepaling van een correcte α maar dat je bijvoorbeeld de waarde van α zou kunnen optimaliseren met de methode van de kleinste kwadraten. Ik neem aan dat je leerboek wel uitsluitsel geeft over de methode(n) die je geacht wordt te hanteren, en bestudeer anders dit eens.
Ok maar zou je dan niet kunnen zeggen F '(x,y) = f(x)f '(y) + f '(x)f(y) ? Oftewel de productregel toepassen?quote:Op donderdag 19 september 2013 14:50 schreef Amoeba het volgende:
Het is een functie van 2 variabelen. De variabelen x en y zijn op hun beurt weer afhankelijk van variabelen t en s.
Nee, wat je hier ziet is de kettingregel voor een functie van meerdere variabelen. In je calculusboek staat vast wel een bewijs voor deze regel.quote:Op donderdag 19 september 2013 13:52 schreef ulq het volgende:
Hoi, ik heb een vraagje. Zou je deze opgave kunnen beschouwen als een toegepaste vorm van de productregel? Dat je functie f(x) en f(y) los van elkaar neemt en deze differentieert met behulp van de productregel, maar dan op een andere manier omdat hier niet x maar t de variabele is die je differentieert? Of heeft deze hele som opgave niks met de productregel te maken?
[ afbeelding ]
F is hier een functie van twee variabelen x en y. En ook hangen x en y hier elk weer af van twee variabelen t en s. Hier wordt vervolgens de afgeleide naar t bepaald van de samengestelde functie F(x(t,s),y(t,s)). Omdat F(x,y) afhangt van zowel x als y en x en y elk weer afhangen van zowel t als s heb je hier te maken met partiële afgeleiden.quote:edit: Eigenlijk is de reden dat ik de vraag niet snap vooral het feit dat het over een functie F(x,y) gaat. Wat wordt daar precies mee bedoeld?
Dat wordt gegeven door het functievoorschrift, en dat staat gewoon voor je neus. Hier heb jequote:Ik denk altijd aan functies als f(x), dat hiermee wordt bedoeld dat je er een x-waarde ingooit en dat je er dan een y-waarde uitkrijgt. Hier moet je echter een x en een y waarde erin gooien en wat is dan de uitkomst?
Dat is bij een functie van twee variabelen nog heel goed te visualiseren. In R3 levert z = xy2 een gekromd oppervlak op. Kijk hier maar eens. En sla je calculusboeken eens open.quote:Hoe zou de grafiek van deze functie F(x,y) er überhaupt uitzien?
doet dan heb je de regelketting dus niet eens nodig als ik het goed begrijp?quote:Op donderdag 19 september 2013 15:36 schreef Riparius het volgende:
Hierin kun je x = t2s en y = t2 − s substitueren, en dan krijg je
z = t2s(t2 − s)2
en dus
z = t6s − 2t4s2 + t2s3
Voor de partiële afgeleide van z naar t krijgen we dus
∂z/∂t = 6t5s − 8t3s2 + 2ts3
Vul je hier t = 1 en s = 2 in dan vind je voor de partiële afgeleide van z naar t in dit punt inderdaad ∂z/∂t |(t,s) = (1,2) = −4.
Het kan niet anders. Je moet de definities van x en y (in (s,t)) substitueren. Daarna is het gevraagd om dit naar t te differentiëren. Je moet ook de vraag goed lezen.quote:Op donderdag 19 september 2013 15:51 schreef ulq het volgende:
Aha, ja nu je het zo zegt is het veel logischer om in dit geval die zogenaamde kettingregel toe te passen inderdaad. Maar als je het op jouw manier (je vervangt meteen x en y voor hun definities in t en s)
[..]
doet dan heb je de regelketting dus niet eens nodig als ik het goed begrijp?
Super bedankt voor je reactie trouwens
In het antwoord wordt eerst de functie gedifferentieerd en daarna worden de x en y waarden bepaald en pas daarna komt het antwoord eruit rollen. Riparius substitueerde echter meteen t en s in x en y en differentieerde daarna het hele geval (dus zonder x en y erin). Op zijn manier werd de kettingregel dus ook niet toegepast, of klopt het niet wat ik zeg?quote:Op donderdag 19 september 2013 15:53 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Het kan niet anders. Je moet de definities van x en y (in (s,t)) substitueren. Daarna is het gevraagd om dit naar t te differentiëren. Je moet ook de vraag goed lezen.
Het is niet alleen logisch, maar noodzakelijk. Jouw idee dat je hier de productregel zou kunnen gebruiken is onjuist.quote:Op donderdag 19 september 2013 15:51 schreef ulq het volgende:
Aha, ja nu je het zo zegt is het veel logischer om in dit geval die zogenaamde kettingregel toe te passen inderdaad.
Dat klopt. Maar dat geldt net zo goed bij het samenstellen van functies van één variabele.quote:Maar als je het op jouw manier (je vervangt meteen x en y voor hun definities in t en s)
[..]
doet dan heb je de regelketting dus niet eens nodig als ik het goed begrijp?
Graag gedaan. Welke calculusboeken gebruik je?quote:Super bedankt voor je reactie trouwens
Waar heb je deze opgave vandaan als ik vragen mag?quote:Op donderdag 19 september 2013 13:52 schreef ulq het volgende:
Hoi, ik heb een vraagje. Zou je deze opgave kunnen beschouwen als een toegepaste vorm van de productregel? Dat je functie f(x) en f(y) los van elkaar neemt en deze differentieert met behulp van de productregel, maar dan op een andere manier omdat hier niet x maar t de variabele is die je differentieert? Of heeft deze hele som niks met de productregel te maken?
[ afbeelding ]
edit: Eigenlijk is de rede dat ik de vraag snap vooral het feit dat het over een functie F(x,y) gaat. Wat wordt daar precies mee bedoeld? Ik denk altijd aan functies als f(x), dat hiermee wordt bedoeld dat je er een x-waarde ingooit en dat je er dan een y-waarde uitkrijgt. Hier moet je echter een x en een y waarde erin gooien en wat is dan de uitkomst? Hoe zou de grafiek van deze functie F(x,y) er überhaupt uitzien?
Oh, dan heb ik niets gezegd. Ik ben ook maar eerstejaarsstudent (wiskunde)quote:Op donderdag 19 september 2013 15:56 schreef ulq het volgende:
[..]
In het antwoord wordt eerst de functie gedifferentieerd en daarna worden de x en y waarden bepaald en pas daarna komt het antwoord eruit rollen. Riparius substitueerde echter meteen t en s in x en y en differentieerde daarna het hele geval (dus zonder x en y erin). Op zijn manier werd de kettingregel dus ook niet toegepast, of klopt het niet wat ik zeg?
Ik weet niet of het een calculusboek is(ken de term calculus eigenlijk niet eens), maar voor het vak Wiskunde 1 (onderdeel van de Bachelor economie aan de EUR) gebruik ik ''Essential Mathematics for Economic Analysis''.quote:Op donderdag 19 september 2013 15:57 schreef Riparius het volgende:
Graag gedaan. Welke calculusboeken gebruik je?
Het komt uit een oud tentamen van de EUR voor wiskunde 1(voor de bachelor economie) die op studeersnel.nl staat.quote:Op donderdag 19 september 2013 15:59 schreef jordyqwerty het volgende:
[..]
Waar heb je deze opgave vandaan als ik vragen mag?
Ik ga het doornemenquote:Op maandag 16 september 2013 22:38 schreef Riparius het volgende:
[..]
Wat heb je tegen het stellen van vragen online, op FOK of op WisFaq.nl bijvoorbeeld?
[..]
Hoofdstuk P7 in het boek van Adams en Essex geeft een resumé van de schoolstof goniometrie. Deze stof had je dus al lang moeten beheersen, maar mede door het belabberde onderwijs in Nederland is de kans groot dat dat niet het geval is. Niettemin is dat geen excuus om de stof niet alsnog goed te bestuderen. Het is een teken aan de wand dat deze stof überhaupt in dit boek aan de orde wordt gesteld: ik denk dat het onderwijs in de VS inmiddels ook in een dermate diep dal is aangeland dat dergelijke preliminaire hoofdstukken in een boek over calculus veelal bittere noodzaak zijn geworden.
[..]
Als dit al 'een raadsel' voor je is dan vrees ik dat je werkelijk zo goed als niets weet van goniometrie. Het bewijst ook dat je je de stof van het hoofdstuk niet hebt eigengemaakt, want kijk nog eens naar definitie 8: de tangens van een (rotatie)hoek wordt gedefinieerd als het quotiënt van de sinus en de cosinus van diezelfde (rotatie)hoek.
Teken nu eens een cartesisch assenstelsel met daarin de eenheidscirkel. Teken ook de halve rechte die je krijgt door de positieve x-as om de oorsprong te roteren over een hoek van −¾π rad. Bepaal nu meetkundig de coördinaten van het snijpunt van deze halve rechte met de eenheidscirkel. Dit snijpunt is het beeld van het punt met coördinaten (1; 0) bij een rotatie om de oorsprong over een hoek −¾π rad en de coördinaten van dit punt zijn dus per definitie (cos(−¾π); sin(−¾π)). Door het quotiënt van de y- en de x-coördinaat te bepalen vind je dan de (exacte) waarde van tan(−¾π).
[..]
Ook dit wordt in het boek uitgelegd.
[..]
Tip: download en print mijn PDF over goniometrische identiteiten (link in de OP). Waarschijnlijk is een deel ervan nog veel te hoog gegrepen, maar je hebt dan in ieder geval een overzicht van de belangrijkste goniometrische identiteiten die je beslist moet kennen.
Addendum: ik kan je eveneens sterk aanbevelen deze PDF van een remediëringscursus van de universiteit Leuven te downloaden en te printen. Het eerste deel geeft een overzicht van de goniometrie, en verder komt er wat elementaire vlakke meetkunde en iets over het werken met vectoren aan bod.
Uiteraard heb ik nog 'ergens' links voor je. Veel meer dan je ooit zou kunnen doorwerken voor je aankomende tentamen. Alleen begrijp ik niet zo goed wat je daar nu mee hoopt te bereiken. Gezien je totale gebrek aan kennis ga je dit nooit op tijd bijspijkeren voor je tentamen, daar ben je nu al veel te laat mee. Ik begrijp verder ook niet waarom ze voor toelating tot jouw studie alleen Wiskunde A vragen en dan kennelijk toch het boek van Adams & Essex voorschrijven, daar zit echt iets helemaal niet goed. Ik hoef later in ieder geval geen pilletje van jou, dat weet ik nu al zeker.quote:Op donderdag 19 september 2013 22:30 schreef Broodje_Koe het volgende:
[..]
Ik ga het doornemenIk heb wiskunde A gehad dus zo'n onderwerp is nooit aan bod gekomen. Als iemand nog ergens een link heeft dan is dat meer dan welkom. We hebben binnenkort namelijk al een tentamen
Je bent uiterst streng de laatste tijd. Zelfs ik moest op zoek in de postgeschiedenis van Broodje_Koe om uit te vinden dat hij farmacie studeert.quote:Op vrijdag 20 september 2013 11:57 schreef Riparius het volgende:
[..]
Uiteraard heb ik nog 'ergens' links voor je. Veel meer dan je ooit zou kunnen doorwerken voor je aankomende tentamen. Alleen begrijp ik niet zo goed wat je daar nu mee hoopt te bereiken. Gezien je totale gebrek aan kennis ga je dit nooit op tijd bijspijkeren voor je tentamen, daar ben je nu al veel te laat mee. Ik begrijp verder ook niet waarom ze voor toelating tot jouw studie alleen Wiskunde A vragen en dan kennelijk toch het boek van Adams & Essex voorschrijven, daar zit echt iets helemaal niet goed. Ik hoef later in ieder geval geen pilletje van jou, dat weet ik nu al zeker.
Verder heb ik een beetje de indruk dat je denkt dat je het wel gaat redden door een paar websites door te nemen. Nou, dat is niet zo. Dat is net zo iets als denken dat je een voetballer kunt worden door alleen maar wedstrijden op TV te bekijken. Wiskunde kun je echt alleen maar leren door het te doen. Daarom raad ik hierboven ook aan om al het online materiaal dat je wil gaan gebruiken te printen en er dan mee aan de slag te gaan. Gewoon achter een buro, met pen en papier, in alle rust, zonder afleidingen van welke aard dan ook.
Dit gezegd zijnde heb ik nog wel wat materiaal dat ik je kan aanbevelen. Algemene cursussen die bedoeld zijn om wiskunde deficiënties van beginnende studenten weg te werken vind je bijvoorbeeld hier en hier. Zoek je speciaal iets voor goniometrie dan zou je hier eens mee kunnen beginnen of deze inleidende cursus (engelstalig) kunnen doorwerken. Er is ook een kosteloos boek (engelstalig) met de schoolstof goniometrie dat verspreid wordt onder de GNU Free Documentation License, en dat boek vind je hier.
Klinkt als een biologendingetje, ik had er nog nooit van gehoordquote:Op vrijdag 20 september 2013 22:03 schreef Borizzz het volgende:
Ik zoek naar info over toepassing van subsititutiematrices die worden gebruikt bij DNA sequentieveranderingen. Niet de biologische kant, maar juist de wiskundige kant hiervan. Dus m.n. de werking van deze matrix binnen bioinformatica. Is er iemand die e.e.a. kan adviseren?
Op zichzelf weet ik voldoende van de wiskunde, maar niet dit type matrices. Er is een wiki-artikel dat erover gaat: http://en.wikipedia.org/wiki/Needleman–Wunsch_algorithmquote:Op vrijdag 20 september 2013 23:59 schreef thenxero het volgende:
[..]
Klinkt als een biologendingetje, ik had er nog nooit van gehoord. Kan je je vraag misschien iets specifieker maken, wat wil je precies van de wiskunde weten?
Kijk b.v. eens naar onderzoek van Nvidia, parallellisation van cryptografische methodes en de gebruikelijke sequencing, met behulp van hun grafische cores. Ik denk dat het ietsje meer is dan alleen een verkooppraatje.quote:Op zaterdag 21 september 2013 10:12 schreef Borizzz het volgende:
Maar het gaat mij om de toepassing van matrices in dit geheel.
Ik denk het wel ja. Er was hier op de UU laatst nog een masterthesis over de toepassing van CUDA (een programmeertaal om GPU's mee te programmeren) bij moleculaire simulaties ("Molecular Simulations using CUDA"). CUDA is inderdaad perfect voor dat soort dingenquote:Op zaterdag 21 september 2013 16:17 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Ik weet er niet het fijne van maar ik kan wel zeggen dat grafische kaarten dankzij het hebben van veel processoren bij uitstek geschikt zijn voor het uitvoeren van veel parallelle berekeningen met een hoge snelheid (het is precies dat waarvoor ze ontworpen zijn aangezien dat is vereist voor uitdagende animaties), hiermee zouden ze zich goed moeten lenen voor cryptografie.
Maak bij de volgende uitleg die ik je nu ga geven zelf een tekening, dan begrijp je het hopelijk wel.quote:Op zaterdag 21 september 2013 20:15 schreef hijdiegaapt het volgende:
Hallo Fok!,
Ik begrijp een stukje theorie in mijn wiskundeboek niet.
Het is maar de tweede bladzijde van de paragraaf dus eigenlijk nog echt basisstof.
Foto's van theorie:
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Voor de duidelijkheid, het stukje wat ik niet snap staat op de tweede foto.
Wat heeft de normaalvector te maken met een parametervoorstelling omwerken naar een ''normale'' vergelijking?
Voor mijn gevoel is de uitkomst nu een lijn die loodrecht staat op de parametervoorstelling, wat natuurlijk niet zo is.
Ik kon de sommen die na dit stukje theorie komen wel gewoon maken aangezien het niet moeilijk is om een richtingsvector om te draaien.
Maar snappen doe ik het niet.
Ik hoop dat jullie mijn verhaal wel snappen en iemand mij het iets duidelijker kan maken.
Hoe isoleer ik x?quote:Op dinsdag 10 september 2013 17:40 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Hoe los je dit op 3^x = 26?
Maak gebruik van de logaritme:quote:Op zaterdag 21 september 2013 23:36 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Hoe isoleer ik x?
3^x = (3^3) -1
Om te beginnen: gebruik superscript voor het grondtal van de logaritme. Schrijf dusquote:Op zondag 22 september 2013 00:01 schreef wiskundenoob het volgende:
x = 3^log(26)
Als dit klopt hoe reken je dit handmatig uit?
Allereerst bedankt voor deze uitgebreide uitleg!quote:Op zaterdag 21 september 2013 21:17 schreef Riparius het volgende:
[..]
Maak bij de volgende uitleg die ik je nu ga geven zelf een tekening, dan begrijp je het hopelijk wel.
Stel dat we in een plat vlak voorzien van een cartesisch assenstelsel een rechte lijn l hebben die niet door de oorsprong gaat en dat v0 een vaste vector is met een eindpunt op deze lijn l en dat v een willekeurige vector is met eveneens een eindpunt op lijn l. Teken nu de verschilvector v − v0, dan zul je zien dat deze verschilvector evenwijdig is aan de lijn l (mits het eindpunt van de variabele vector v op lijn l niet samenvalt met het eindpunt van de vaste vector v0 op lijn l).
Teken nu ook een normaalvector n voor lijn l, dat is een vector die loodrecht op lijn l staat. De lengte van deze normaalvector doet er niet toe, maar uiteraard mag dit niet de nulvector zijn.
Omdat de verschilvector v − v0 evenwijdig is aan l terwijl vector n loodrecht op l staat, staan deze beide vectoren onderling ook loodrecht op elkaar. Maar dat betekent dat het inproduct van n en v − v0 gelijk is aan nul, dus
n·(v − v0) = 0
Welnu, stel dat het eindpunt van vector n de coördinaten (a; b) heeft, dus
n = (a, b)
Laten we verder zeggen dat de coördinaten van het eindpunt op lijn l van de vaste vector v0 gelijk zijn aan (x0; y0), dus
v0 = (x0, y0)
De variabele coördinaten van de variabele vector v met eindpunt op lijn l kunnen we aangeven met (x; y) zodat
v = (x, y)
Voor de verschilvector v − v0 hebben we zo dus
v − v0 = (x − x0, y − y0)
En omdat we al zagen dat het inproduct van n en v − v0 gelijk is aan 0 geldt dus
a(x − x0) + b(y − y0) = 0
voor elk punt met coördinaten (x; y) dat op lijn l ligt. Maar dat betekent niets anders dan dat we hier een cartesische vergelijking van onze lijn l hebben. Door de haakjes uit te werken en de constante termen over te brengen naar het rechterlid kun je deze vergelijking ook schrijven als
ax + by = ax0 + by0
Zo zie je dus waarom de coëfficiënten a en b van deze cartesische vergelijking van lijn l niets anders zijn dan de coördinaten (a; b) van het eindpunt van de normaalvector n die we gekozen hadden voor onze lijn!
Zoals gezegd doet de lengte (en de zin) van de gekozen normaalvector n voor de lijn l er niet toe, zolang deze vector maar niet de nulvector is en wel loodrecht op de lijn staat. Dit kun je ook goed zien in de cartesische vergelijking voor onze lijn l: als je beide leden van de vergelijking met een reëel getal ongelijk aan nul vermenigvuldigt, dan krijg je een vergelijking die equivalent is met de oorspronkelijke en dus nog steeds dezelfde lijn voorstelt. De coëfficiënten a en b zijn dus niet uniek, elk ander paar dat we krijgen door a en b elk met hetzelfde reële getal ongelijk aan nul te vermenigvuldigen zal ook voldoen.
Voor de x, y en z coordinaat krijg je een vergelijking in de variabelen s en t. Dit stelsel van vergelijkingen moet tegelijkertijd waar zijn. Een oplossing hiervoor kan je vinden mbv Gaussische eliminatie.quote:Op zondag 22 september 2013 13:20 schreef Rezania het volgende:
[ afbeelding ]
Ik moet aantonen dat ze elkaar snijden en het snijpunt geven, maar ik heb echt geen idee hoe. Ik heb al geprobeerd de 'stukjes' aan elkaar gelijk te stellen, dus bijvoorbeeld 14+3t=5+3s, maar daar kom ik ook niet zover mee omdat ik dan nog steeds twee variabelen heb. Ook substitueren leverde weinig op. 14-3t=5+3(s+t) is natuurlijk wel gelijk aan elkaar, maar dan heb ik nog steeds geen waarde voor s en t.
Gaussische wat? Nog nooit van gehoord.quote:Op zondag 22 september 2013 13:43 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Voor de x, y en z coordinaat krijg je een vergelijking in de variabelen s en t. Dit stelsel van vergelijkingen moet tegelijkertijd waar zijn. Een oplossing hiervoor kan je vinden mbv Gaussische eliminatie.
Gauss-Jordan eliminatie. Een manier om een stelsel vergelijkingen op te lossen. In de volksmond wordt het ook wel het vegen van een matrix genoemd.quote:Op zondag 22 september 2013 13:55 schreef Rezania het volgende:
[..]
Gaussische wat? Nog nooit van gehoord.
Eh, kan je dat misschien uitleggen? Want het enige wat ik met een matrix kan is een dot product berekenen.quote:Op zondag 22 september 2013 14:01 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Gauss-Jordan eliminatie. Een manier om een stelsel vergelijkingen op te lossen. In de volksmond wordt het ook wel het vegen van een matrix genoemd.
http://www.win.tue.nl/~rvhassel/Onderwijs/2DS06/ohroot.pdfquote:Op zondag 22 september 2013 14:07 schreef Rezania het volgende:
[..]
Eh, kan je dat misschien uitleggen? Want het enige wat ik met een matrix kan is een dot product berekenen.
Je veegt een matrix naar de normaalvorm. M.a.w. staat er dan in je matrix x = 2, y = 4, z = 7 , c = 4 etc. etc.quote:Op zondag 22 september 2013 14:07 schreef Rezania het volgende:
[..]
Eh, kan je dat misschien uitleggen? Want het enige wat ik met een matrix kan is een dot product berekenen.
Ik heb de links die je gepost hebt enigszins bestudeerd en ik heb de indruk dat de matrices waarover wordt gesproken helemaal geen lineaire afbeeldingen zijn. Je moet ze volgens mij eerder opvatten als een soort tabellen met informatie.quote:Op zaterdag 21 september 2013 10:12 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Op zichzelf weet ik voldoende van de wiskunde, maar niet dit type matrices. Er is een wiki-artikel dat erover gaat: http://en.wikipedia.org/wiki/Needleman–Wunsch_algorithm
en deze site: http://www.maths.tcd.ie/~lily/pres2/sld001.htm
Maar het gaat mij om de toepassing van matrices in dit geheel.
quote:Op zondag 22 september 2013 13:20 schreef Rezania het volgende:
[ afbeelding ]
Ik moet aantonen dat ze elkaar snijden en het snijpunt geven, maar ik heb echt geen idee hoe. Ik heb al geprobeerd de 'stukjes' aan elkaar gelijk te stellen, dus bijvoorbeeld 14+3t=5+3s, maar daar kom ik ook niet zover mee omdat ik dan nog steeds twee variabelen heb. Ook substitueren leverde weinig op. 14-3t=5+3(s+t) is natuurlijk wel gelijk aan elkaar, maar dan heb ik nog steeds geen waarde voor s en t.
Kom op, een beetje moeite doen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gauss-eliminatiequote:Op zondag 22 september 2013 13:55 schreef Rezania het volgende:
[..]
Gaussische wat? Nog nooit van gehoord.
Nouja, je kan op die tweede site zien dat er een matrix als 'datastructuur' (ik zet het tussen haakjes, want technisch gezien is een matrix natuurlijk geen manier om iets in een computergeheugen op te slaan) gebruikt wordt. Ik heb niet heel uitgebreid gekeken (en dat ben ik eerlijk gezegd ook niet van plan), maar volgens mij is verder niet zoveel over te zeggen: ik zie bijvoorbeeld niet dat er matrixvermenigvuldiging of substitutiematrices worden toegepast. Je vraag is ook wel erg vaag, misschien moet je nog iets meer achtergrond geven (wil je dit weten voor een of ander project of verslag? heb je dit onderwerp zelf bedacht of is het door een docent gesuggereerd?).quote:Op zaterdag 21 september 2013 10:12 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Op zichzelf weet ik voldoende van de wiskunde, maar niet dit type matrices. Er is een wiki-artikel dat erover gaat: http://en.wikipedia.org/wiki/Needleman–Wunsch_algorithm
en deze site: http://www.maths.tcd.ie/~lily/pres2/sld001.htm
Maar het gaat mij om de toepassing van matrices in dit geheel.
Dank allen; aan de genoemde sites heb ik denk ik wel voldoende. Mocht er toch nog iets zijn dat verduidelijking behoeft dan kom ik er wel op terugquote:Op zondag 22 september 2013 16:53 schreef randomo het volgende:
[..]
Nouja, je kan op die tweede site zien dat er een matrix als 'datastructuur' (ik zet het tussen haakjes, want technisch gezien is een matrix natuurlijk geen manier om iets in een computergeheugen op te slaan) gebruikt wordt. Ik heb niet heel uitgebreid gekeken (en dat ben ik eerlijk gezegd ook niet van plan), maar volgens mij is verder niet zoveel over te zeggen: ik zie bijvoorbeeld niet dat er matrixvermenigvuldiging of substitutiematrices worden toegepast. Je vraag is ook wel erg vaag, misschien moet je nog iets meer achtergrond geven (wil je dit weten voor een of ander project of verslag? heb je dit onderwerp zelf bedacht of is het door een docent gesuggereerd?).
quote:Op zondag 22 september 2013 16:47 schreef randomo het volgende:
[..]
[..]
Kom op, een beetje moeite doen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gauss-eliminatie
Als je de x, y en z-coördinaten van de lijnen aan elkaar gelijk stelt, krijg je drie vergelijkingen in twee variabelen. In principe zijn twee vergelijkingen genoeg om een oplossing te krijgen, maar om te kijken of dit ook echt een snijpunt is moet je wel kijken of de derde vergelijking ook klopt als je de oplossing daarin invult.
Door het stelsel gevormd door de eerste twee vergelijkingen op te lossen, krijg je immers een oplossing die voldoet aan de eerste twee vergelijkingen (dus, de x- en y-coördinaten van de twee lijnen zijn hier gelijk). Als de z-coördinaat ook gelijk is, hebben we een snijpunt.
quote:Op zondag 22 september 2013 14:10 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Je veegt een matrix naar de normaalvorm. M.a.w. staat er dan in je matrix x = 2, y = 4, z = 7 , c = 4 etc. etc.
Ik heb naar de gegevens links gekeken, maar ik snap er eigenlijk nog steeds vrij weinig van. Moet ik gewoon een drie bij drie matrix opstellen? Dus net zoals je bij het bereken van een dot product doet? Ik heb trouwens nooit geleerd met matrices te werken op de middelbare, dus daarom snap ik het waarschijnlijk niet.quote:Op zondag 22 september 2013 14:08 schreef -J-D- het volgende:
[..]
http://www.win.tue.nl/~rvhassel/Onderwijs/2DS06/ohroot.pdf
In 3.5 staat het uitgelegd.
Laten we dit eens gewoon op zijn janboerenfluitjes oplossen. Je hebt hier twee parametervoorstellingen van rechte lijnen in R3. Als deze lijnen elkaar snijden, dan moeten er dus waarden van de parameters s en t bestaan waarvoor zowel de x-, de y-, als z-coördinaat van beide parametervoorstellingen aan elkaar gelijk worden. Dat betekent dat je dus drie lineaire vergelijkingen krijgt in twee onbekenden. Algebraïsch hoeft zo'n stelsel helemaal geen oplossing te hebben, en je begrijpt meetkundig ook waarom dat niet hoeft: de lijnen zouden immers ook evenwijdig kunnen lopen óf ze zouden elkaar in de ruimte kunnen kruisen.quote:Op zondag 22 september 2013 13:20 schreef Rezania het volgende:
[ afbeelding ]
Ik moet aantonen dat ze elkaar snijden en het snijpunt geven, maar ik heb echt geen idee hoe. Ik heb al geprobeerd de 'stukjes' aan elkaar gelijk te stellen, dus bijvoorbeeld 14+3t=5+3s, maar daar kom ik ook niet zover mee omdat ik dan nog steeds twee variabelen heb. Ook substitueren leverde weinig op. 14-3t=5+3(s+t) is natuurlijk wel gelijk aan elkaar, maar dan heb ik nog steeds geen waarde voor s en t.
Bedankt voor de duidelijke uitleg. Ik snap het nu helemaal.quote:Op zondag 22 september 2013 19:48 schreef Riparius het volgende:
[..]
Laten we dit eens gewoon op zijn janboerenfluitjes oplossen. Je hebt hier twee parametervoorstellingen van rechte lijnen in R3. Als deze lijnen elkaar snijden, dan moeten er dus waarden van de parameters s en t bestaan waarvoor zowel de x-, de y-, als z-coördinaat van beide parametervoorstellingen aan elkaar gelijk worden. Dat betekent dat je dus drie lineaire vergelijkingen krijgt in twee onbekenden. Algebraïsch hoeft zo'n stelsel helemaal geen oplossing te hebben, en je begrijpt meetkundig ook waarom dat niet hoeft: de lijnen zouden immers ook evenwijdig kunnen lopen óf ze zouden elkaar in de ruimte kunnen kruisen.
Goed, maar laten we nu eens kijken wat de voorwaarden zijn voor een eventueel snijpunt. Dan moet er dus een waarde van s en een waarde van t bestaan zodanig dat gelijktijdig wordt voldaan aan deze drie voorwaarden:
14 + 3t = 5 + 3s
7 + 2t = 15 + 5s
−16 − 3t = 35 + 6s
Nu laten we de derde van deze voorwaarden even voor wat het is, en gaan we ons eerst eens concentreren op de eerste twee voorwaarden. Deze twee voorwaarden vormen samen een stelsel van twee lineaire vergelijkingen in de twee onbekenden s en t. Nu zien we bij de eerste vergelijking rechts een term 3s en bij de tweede vergelijking rechts een term 5s. Nu vermenigvuldig ik beide leden van de eerste vergelijking met 5, dat geeft
70 + 15t = 25 + 15s
En beide leden van de tweede vergelijking vermenigvuldig ik met 3, dat geeft
21 + 6t = 45 + 15s
Waarom heb ik dit gedaan? Je ziet nu dat we rechts in beide vergelijkingen een term 15s hebben. En dat is heel mooi, want dat betekent dat ik de s kan elimineren door nu de leden van de tweede vergelijking af te trekken van de leden van de eerste vergelijking. Dat mag ik doen, want als je hebt A = B en tevens C = D, dan is ook A − C = B − D nietwaar? Goed, aftrekken van de leden van de tweede vergelijking van de leden van de eerste vergelijking geeft
(70 + 15t) − (21 + 6t) = (25 + 15s) − (45 + 15s)
Uitwerken hiervan geeft
49 + 9t = −20
En kijk eens aan, we hebben nu een eenvoudige lineaire vergelijking waarin alleen de t voorkomt. Van beide leden 49 aftrekken geeft 9t = −69 en dus vinden we
t = −23/3
Deze waarde van t kunnen we nu invullen in hetzij de eerste, hetzij de tweede vergelijking. Laten we de eerste nemen, dat is hier het eenvoudigst. Dan krijgen we
14 + 3·(−23/3) = 5 + 3s
14 − 23 = 5 + 3s
−9 = 5 + 3s
−14 = 3s
En dus hebben we
s = −14/3
Maar nu komt de hamvraag: snijden onze lijnen elkaar nu, of niet? En zo ja, wat zijn dan de coördinaten van het snijpunt?
Om deze vraag te beantwoorden gaan we nu naar de derde vergelijking kijken:
−16 − 3t = 35 + 6s
Invullen van de waarden die we gevonden hebben voor t en s geeft
−16 −(−23/3) = 35 + 6·(−14/3)
−16 + 23 = 35 − 28
7 = 7
En dat klopt als een bus. Ergo: onze lijnen hebben een snijpunt!
Om de coördinaten van het snijpunt te bepalen hoeven we de gevonden waarden van s en t alleen nog in te vullen in één van beide parametervoorstellingen, en dan vinden we
(−9; −25/3; 7)
That's all.
Nou, dit is dus precies de reden dat ik het niet zo handig vind om dingen online te vragen. Ik vraag om hulp met wat wiskunde-opgaven en ik krijg een hele preek over hoe triest het wiskundeonderwijs is in NL en hoe gruwelijk laat ik wel niet ben met calculus en dat het me toch niet gaat lukken. Ik moet je even uit een droom helpen; calculus is een steunvak bij deze studie, zeker geen hoofdvak en al helemaal niet zo relevant als jij doet overkomen, dus even gas terug. Genoeg andere onderwerpen waar ik misschien juist heel goed in ben (weet jij veelquote:Op vrijdag 20 september 2013 11:57 schreef Riparius het volgende:
[..]
Uiteraard heb ik nog 'ergens' links voor je. Veel meer dan je ooit zou kunnen doorwerken voor je aankomende tentamen. Alleen begrijp ik niet zo goed wat je daar nu mee hoopt te bereiken. Gezien je totale gebrek aan kennis ga je dit nooit op tijd bijspijkeren voor je tentamen, daar ben je nu al veel te laat mee. Ik begrijp verder ook niet waarom ze voor toelating tot jouw studie alleen Wiskunde A vragen en dan kennelijk toch het boek van Adams & Essex voorschrijven, daar zit echt iets helemaal niet goed. Ik hoef later in ieder geval geen pilletje van jou, dat weet ik nu al zeker.
Verder heb ik een beetje de indruk dat je denkt dat je het wel gaat redden door een paar websites door te nemen. Nou, dat is niet zo. Dat is net zo iets als denken dat je een voetballer kunt worden door alleen maar wedstrijden op TV te bekijken. Wiskunde kun je echt alleen maar leren door het te doen. Daarom raad ik hierboven ook aan om al het online materiaal dat je wil gaan gebruiken te printen en er dan mee aan de slag te gaan. Gewoon achter een buro, met pen en papier, in alle rust, zonder afleidingen van welke aard dan ook.
Dit gezegd zijnde heb ik nog wel wat materiaal dat ik je kan aanbevelen. Algemene cursussen die bedoeld zijn om wiskunde deficiënties van beginnende studenten weg te werken vind je bijvoorbeeld hier en hier. Zoek je speciaal iets voor goniometrie dan zou je hier eens mee kunnen beginnen of deze inleidende cursus (engelstalig) kunnen doorwerken. Er is ook een kosteloos boek (engelstalig) met de schoolstof goniometrie dat verspreid wordt onder de GNU Free Documentation License, en dat boek vind je hier.
Ik denk dat je het verrekte handig vindt, maar dat je er moeite mee hebt om dan vervolgens en plein public geconfronteerd te worden met het feit dat je er praktisch niets aan doet om je deficiënties weg te werken.quote:Op zondag 22 september 2013 20:42 schreef Broodje_Koe het volgende:
[..]
Nou, dit is dus precies de reden dat ik het niet zo handig vind om dingen online te vragen.
Je vraagt inderdaad hulp, maar uit je vragen bleek ook pijnlijk duidelijk dat je nog zo goed als niets van de stof begreep. En dan zijn wat summiere aanwijzingen nutteloos, en ben je alleen gebaat met adviezen om je studie serieuzer aan te pakken en met adviezen over de manier waarop je dat zou kunnen doen. En die adviezen heb ik gegeven. Ik wijs er ook nog even op dat ik de enige ben geweest die hier in dit topic gehoor heeft gegeven aan je vraag naar nuttige linkjes.quote:Ik vraag om hulp met wat wiskunde-opgaven en ik krijg een hele preek over hoe triest het wiskundeonderwijs is in NL en hoe gruwelijk laat ik wel niet ben met calculus en dat het me toch niet gaat lukken.
Ik hoef helemaal niet uit de droom te worden geholpen, ik ben klaarwakker. Ik heb me verbaasd over het feit dat voor jouw studie alleen Wiskunde A wordt gevraagd als toelatingseis, maar dat men dan wel het boek van Adams & Essex gebruikt. Daar zit iets helemaal scheef, en ik denk dat de keuze voor dit boek een indicatie is dat calculus bij jouw studie toch een grotere rol zal spelen dan je nu wenst aan te nemen.quote:Ik moet je even uit een droom helpen; calculus is een steunvak bij deze studie, zeker geen hoofdvak en al helemaal niet zo relevant als jij doet overkomen, dus even gas terug.
Als dat zo is dan krijg je de komende jaren genoeg gelegenheid om dat te laten zien.quote:Genoeg andere onderwerpen waar ik misschien juist heel goed in ben (weet jij veel).
Aan een 'simpele' antwoorden op 'simpele' vragen heb je niets als je nog bijna niets van de stof begrijpt. Daarom heb ik geprobeerd om aan te geven wat je naar mijn idee nu het beste zou kunnen doen en tevens geprobeerd je irreële verwachtingen (namelijk dat je je aankomende tentamen zult gaan halen) wat naar beneden bij te stellen.quote:Point being: niet zo hoog van de toren blazen als iemand je simpel wat vraagt betreffende het vak, niet je mening.
Nu is het een vergelijking met 2 onbekenden. Stel je nu eens voor dat je n vergelijkingen met n onbekenden hebt, dan gaat het met de hand niet meer lukken voor een wat grotere n. Dan stel je een matrix op en die (laat) je vegen.quote:Op zondag 22 september 2013 20:04 schreef Rezania het volgende:
[..]
Bedankt voor de duidelijke uitleg. Ik snap het nu helemaal.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Solution set:
x1 = -14/3
x2 = -23/3
[ Bericht 4% gewijzigd door #ANONIEM op 22-09-2013 22:35:05 ]
quote:Op zondag 22 september 2013 22:31 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nu is het een vergelijking met 2 onbekenden. Stel je nu eens voor dat je n vergelijkingen met n onbekenden hebt, dan gaat het met de hand niet meer lukken voor een wat grotere n. Dan stel je een matrix op en die (laat) je vegen.
Result of solution using Gauss-Jordan elimination
Your matrix
№ X1 X2 b
1 -3 3 -9
2 -5 2 8
3 -6 -3 51Even onthouden dit, kan wel eens van pas komen. Bedankt.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Solution set:
x1 = -14/3
x2 = -23/3Gist is liefde, gist is leven. Vooral in een vagijn.
Vectoren kun je opvatten als gerichte lijnstukken met een beginpunt en een eindpunt, het zijn geen lijnen. Dat zou toch in je boek aan de orde moeten zijn gekomen omdat je anders ook niet duidelijk kunt maken wat je moet verstaan onder de som en het verschil van twee vectoren en wat je je moet voorstellen bij de vermenigvuldiging van een vector met een scalar (een reëel getal). En dit alles heb je weer nodig om te begrijpen wat een vectorvoorstelling van een rechte lijn nu eigenlijk is en hoe deze samenhangt met een parametervoorstelling in cartesische coördinaten van een rechte lijn.quote:Op zondag 22 september 2013 11:11 schreef hijdiegaapt het volgende:
[..]
Allereerst bedankt voor deze uitgebreide uitleg!
Het begint iets duidelijker te worden. De tweede helft van je uitleg snap ik wel redelijk.
Helaas denk ik dat je mijn kennis van vectoren een beetje overschat hebt, eigenlijk maak ik hier voor het eerst kennis met vectoren.
Ik dacht dat vectoren gewoon weer een andere manier van noteren voor een rechte lijn was.
Na wat googelen ben ik wel wat wijzer geworden, maar ik heb geen idee hoe ik de door jouw genoemde vectoren moet tekenen. Ik begrijp niet wat je bedoelt met termen als vaste vector en inproduct.
Nogmaals bedankt voor de moeite die je er in steekt!
De oplossing met matrices is natuurlijk prima, en als je veel variabelen hebt en een lineair stelsel door een computerprogramma wil laten oplossen is dit de aangewezen weg, maar ik denk ook dat de kans op fouten bij een uitwerking met pen en papier van een stelsel met slechts enkele variabelen hierbij groter is dan bij de eenvoudige methode die ik heb aangegeven.quote:Op zondag 22 september 2013 23:22 schreef Rezania het volgende:
[..]
Even onthouden dit, kan wel eens van pas komen. Bedankt.
Dat was een typefout zie ik nu. Ik had ook gewoon s=t+3 op papier staan. Maar het probleem was dus dat ik niet verder keek dan mijn neus lang was en alleen substitutie op de eerste vergelijking toepaste.quote:Op maandag 23 september 2013 00:43 schreef Riparius het volgende:
[..]
De oplossing met matrices is natuurlijk prima, en als je veel variabelen hebt en een lineair stelsel door een computerprogramma wil laten oplossen is dit de aangewezen weg, maar ik denk ook dat de kans op fouten bij een uitwerking met pen en papier van een stelsel met slechts enkele variabelen hierbij groter is dan bij de eenvoudige methode die ik heb aangegeven.
Ik denk dat je probleem vooral zit in een gebrek aan basale algebraïsche vaardigheden, want je beweerde dat ook substitueren weinig opleverde en gaf vervolgens een vergelijking die niet klopte. Toch gaat het ook met substitutie heel eenvoudig. De eerste vergelijking luidt
14 + 3t = 5 + 3s
Als we hier van beide leden 14 aftrekken en vervolgens beide leden delen door 3, dan hebben we
t = s − 3
oftewel
s = t + 3
Nu kun je één van deze beide betrekkingen invullen in de tweede (of derde) voorwaarde, en dan krijg je een lineaire vergelijking in uitsluitend s resp. uitsluitend t, die je uiteraard weer eenvoudig op kunt lossen.
Hier heeft Riparius uiteraard gelijk in. Het vegen van een matrix met de hand is foutgevoelig. Voor je algebraïsche skills is het wel handig om beide methoden te beheersen.quote:Op maandag 23 september 2013 00:43 schreef Riparius het volgende:
[..]
De oplossing met matrices is natuurlijk prima, en als je veel variabelen hebt en een lineair stelsel door een computerprogramma wil laten oplossen is dit de aangewezen weg, maar ik denk ook dat de kans op fouten bij een uitwerking met pen en papier van een stelsel met slechts enkele variabelen hierbij groter is dan bij de eenvoudige methode die ik heb aangegeven.
Ik denk dat je probleem vooral zit in een gebrek aan basale algebraïsche vaardigheden, want je beweerde dat ook substitueren weinig opleverde en gaf vervolgens een vergelijking die niet klopte. Toch gaat het ook met substitutie heel eenvoudig. De eerste vergelijking luidt
14 + 3t = 5 + 3s
Als we hier van beide leden 14 aftrekken en vervolgens beide leden delen door 3, dan hebben we
t = s − 3
oftewel
s = t + 3
Nu kun je één van deze beide betrekkingen invullen in de tweede (of derde) voorwaarde, en dan krijg je een lineaire vergelijking in uitsluitend s resp. uitsluitend t, die je uiteraard weer eenvoudig op kunt lossen.
Nu al een grotere kwaliteitsuser dan jij.quote:Op zondag 22 september 2013 20:43 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Oke, dit was dus de eerste post van FOK! door mijn 15-maanden oude zoon.
quote:Op maandag 23 september 2013 07:10 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nu al een grotere kwaliteitsuser dan jij.
Als 1 jarige een bijdrage leveren in het wiskunde topic.quote:Op zondag 22 september 2013 20:43 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Oke, dit was dus de eerste post van FOK! door mijn 15-maanden oude zoon.
Door hier weer op te reageren bevestig ik wel een beetje je punt dat op internet dingen vragen veel gedoe oplevert, maar je als je dingen leest die je niet bevallen, hoef je er niet op te reageren. Uiteindelijk wordt je hier gewoon prima geholpen hoor, misschien wel beter dan als je iets aan een docent IRL vraagt. Bovendien kunnen die ook gewoon een preek beginnen, en dat lijkt me een stuk vervelender dan een post op internet. Je wordt niet gedwongen om reacties helemaal te lezen.quote:Op zondag 22 september 2013 20:42 schreef Broodje_Koe het volgende:
[..]
Nou, dit is dus precies de reden dat ik het niet zo handig vind om dingen online te vragen. Ik vraag om hulp met wat wiskunde-opgaven en ik krijg een hele preek over hoe triest het wiskundeonderwijs is in NL en hoe gruwelijk laat ik wel niet ben met calculus en dat het me toch niet gaat lukken. Ik moet je even uit een droom helpen; calculus is een steunvak bij deze studie, zeker geen hoofdvak en al helemaal niet zo relevant als jij doet overkomen, dus even gas terug. Genoeg andere onderwerpen waar ik misschien juist heel goed in ben (weet jij veel).
Point being: niet zo hoog van de toren blazen als iemand je simpel wat vraagt betreffende het vak, niet je mening.
Gewoon je best doen en er hard voor werken. Het lijkt me dat ze niet voor niks wiskunde A'ers toelaten. Als die gemiddeld genomen de studie niet halen, dan kost ze dat alleen maar geld. Riparius heeft natuurlijk gelijk dat je er laat mee bent, maar laat je daardoor niet uit het veld slaanquote:Op woensdag 25 september 2013 01:29 schreef Broodje_Koe het volgende:
Ik ga morgen met het uitgereikte materiaal geprint en al aan de slag. Ik begrijp zelf ook niet waarom ze wiskunde A instromers wel aannemen gezien het feit calculus voortborduurt op wiskunde B onderwerpen. Als ik dat had geweten had ik deze studiekeuze wel heroverwogen. Maar goed, ik ben er nu eenmaal aan begonnen, dan kan ik het net zo goed proberen ook
Als je geen gebruik maakt van differentiaalrekening, dan kun je voor het berekenen van het extremum (minimum of maximum) van een kwadratische functie gebruik maken van het feit dat de grafiek van een kwadratische functie een parabool is met een verticale symmetrie-as.quote:Op vrijdag 27 september 2013 15:34 schreef wiskundenoob het volgende:
Hoe reken je de extreme punten van zowel een berg- als een dalparabool uit?
Nee, want je kunt het minimum van een kwadratische veelterm niet bepalen door simpelweg x = 0 te nemen. Let bovendien op de juiste terminologie. Hier geef je een kwadratische vergelijking terwijl je in feite vraagt naar het minimum van de kwadratische functie f(x) = x2 + x − 20. Dat is wat anders.quote:Bijv van:
x 2 + x - 20 = 0
Is -20 laagste punt?
Ja, want zoals gezegd kun je het minimum of maximum niet bepalen door simpelweg x = 0 te nemen. En als je iets eerst op een verkeerde manier uitrekent en dan op een correcte manier, is het niet zo vreemd als je twee verschillende uitkomsten krijgt toch?quote:Met -b/2a kwam ik op een andere waarde.
Klopt dat?
Dat mag je om te beginnen niet zo slordig opschrijven. De kwadratische veelterm x2 + x − 20 heeft de nulpunten x1 = −5 en x2 = +4. Je mag ook zeggen dat de functie f(x) = x2 + x − 20 twee nulpunten heeft of dat de kwadratische vergelijking x2 + x − 20 = 0 twee reële oplossingen heeft.quote:Verschil tussen de nulpunten 9 omdat 5 = -4 +x
Nee. Je maakt hier een tekenfout. De nulpunten zijn x1 = −5 en x2 = 4 dus de functie neemt een extremum aan bij x = −1/2 en de waarde van dit extremum is −81/4 = −20¼, kijk maar.quote:9/2 = 4,5
4,5 + -4 = 0,5
Laagste dalpunt is (1/2, 77/4)
Ik kwam ook een keer op een waarde van 20,25 via gr.
Als je x2 + x − 20 neemt enquote:Op vrijdag 27 september 2013 16:43 schreef Riparius het volgende:
Nee, want je kunt het minimum van een kwadratische veelterm niet bepalen door simpelweg x = 0 te nemen. Let bovendien op de juiste terminologie. Hier geef je een kwadratische vergelijking terwijl je in feite vraagt naar het minimum van de kwadratische functie f(x) = x2 + x − 20. Dat is wat anders.
Leg mij eens uit hoe jij er x (x+1) =0 van maakt.quote:Op vrijdag 27 september 2013 17:32 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Als je x2 + x − 20 neemt en
x(x+1) = 0
van maakt. Wat staat hier dan?
Je hebt dan x = -1 en x = 0. 2 oplossingen dus -1/2 = x
-20 weglaten en dan x buiten haakjes halen.quote:Op vrijdag 27 september 2013 17:52 schreef Borizzz het volgende:
[..]
Leg mij eens uit hoe jij er x (x+1) =0 van maakt.
Nee, hier klopt niets van. Jammer genoeg lijkt het erop alsof je al mijn uiteenzettingen over kwadraatafsplitsen al weer helemaal bent vergeten.quote:Op vrijdag 27 september 2013 17:32 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Als je x2 + x − 20 neemt en
x(x+1) = 0
van maakt. Wat staat hier dan?
Je hebt dan x = -1 en x = 0. 2 oplossingen dus -1/2 = x
Oke, een vraag die ik heb gevonden op internet.quote:Op vrijdag 27 september 2013 17:57 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, hier klopt niets van. Jammer genoeg lijkt het erop alsof je al mijn uiteenzettingen over kwadraatafsplitsen al weer helemaal bent vergeten.
Je mag die constante term −20 niet buiten beschouwing laten.
Het is waar dat je in ax2 + bx + c bij de eerste twee termen een x buiten haakjes kunt halen en dat je dan krijgt x(ax + b) + c, maar dit betekent niet dat x = 0 en x = −b/a de nulpunten zijn van deze kwadratische veelterm. Je kunt direct zien dat dat niet klopt: als we in de functie f(x) = ax2 + bx + c de waarde x = 0 invullen, dan krijgen we f(0) = c, dus x = 0 is geen nulpunt van deze functie, tenzij c = 0.
Wat je wél kunt zeggen is dat als een kwadratische vergelijking
ax2 + bx + c = 0
de oplossingen x1 en x2 heeft, dat voor deze oplossingen dan de volgende betrekkingen (genoemd naar Viète) gelden:
x1 + x2 = −b/a
x1x2 = c/a
Je had zelf al bedacht dat je het gemiddelde kunt nemen van de x-coördinaten van de snijpunten van de parabool met de x-as om de ligging van de verticale symmetrie-as te bepalen, en zo te vinden voor welke waarde van x de bijbehorende functie een extreme waarde aanneemt. Welnu, als er twee nulpunten x1 en x2 zijn, dan is het gemiddelde
(x1 + x2)/2 = −b/2a
en inderdaad bereikt de functie f(x) = ax2 + bx + c een extreme waarde bij x = −b/2a. Dat geldt trouwens ook als er geen nulpunten zijn, maar om dat in te zien moet je gebruik maken van kwadraatafsplitsing.
u2 heeft minimum in u = 0 (u reeel)quote:Op vrijdag 27 september 2013 18:37 schreef wiskundenoob het volgende:
Maar de uitleg die bij deze vraag is veel simpeler, alleen snap ik de uitleg niet:
(x-3)2 = 0
x - 3 = 0
x = 3
De clou is hier dat de kwadratische functie al is gegeven in een vorm die je krijgt als je kwadraatafspliting toepast. Je hebtquote:Op vrijdag 27 september 2013 18:37 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Oke, een vraag die ik heb gevonden op internet.
If y= 4 + (x-3)2, then y is least when x =
Het is een dalparabool omdat a > 0 dus moeten we minimum vinden.
4+ x2 -6x +9 = x2 -6x +13
En dan gebruiken we -b/2a om x te vinden.
-6/2 = 3 = x-coördinaat van het minimum
Om y te vinden vullen we x = 3 in y = 4 + (x-3)2
y = 4 + (3-3)^2 = 4
Het minimum is dus (3,4)
Antwoord op de vraag is dus 3.
Maar de uitleg die bij deze vraag is veel simpeler, alleen snap ik de uitleg niet:
(x-3)2 = 0
x - 3 = 0
x = 3
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |