Nee vriend, de derde breuk = -1quote:Op maandag 2 september 2013 00:32 schreef wiskundenoob het volgende:
Ik zou de eerste en derde breuk eerst bij elkaar brengen
Dat is een rekenregel.quote:Op maandag 2 september 2013 00:30 schreef Hesitater het volgende:
het eerste wat je geschreven hebt snapte ik nog..
Maar aangezien ik drie breuken heb, gaat die formule dan nog steeds op?
Of zal ik dan eerst die derde breuk niet meerekenen?
Oh jah dat zag ik niet. Maar het kan wel.quote:Op maandag 2 september 2013 00:37 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nee vriend, de derde breuk = -1
Je kwadrateert de noemer in de eerste breuk, dus doe je dezelfde vermenigvuldig toepassen op de teller.
Je weet dat -b/b = -1, dus dit kun je ook omzetten in een geschikte breuk.
Nee, hier maak je een fout. De tweede breuk is veel lastiger en zul je dus gebruiken om alle breuken samen te brengen.quote:Op maandag 2 september 2013 00:32 schreef wiskundenoob het volgende:
Ik zou de eerste en derde breuk eerst bij elkaar brengen
2-x = -(x-2)quote:Op maandag 2 september 2013 20:37 schreef Hesitater het volgende:
@ Amoeba, waarom doe je maal -1 bij de tweede en derde breuk (Stap (2))?
Vermenigvuldig met x. Of misbruik je daar nu x voor een maalteken?quote:Op maandag 2 september 2013 22:37 schreef Hesitater het volgende:
van 1/x+1/y naar 1+x/y ....? Dat snap ik niet..
Wat is dat?quote:Op maandag 2 september 2013 22:39 schreef Hesitater het volgende:
Nog ff voor de duidelijkheid:
Opgave: ((1/x) + (1/y)) x!!! (x+y)
Nee, beide 'uitkomsten' zijn fout. Stop het maar even in WolframAlpha.quote:Op maandag 2 september 2013 22:39 schreef Hesitater het volgende:
Nog ff voor de duidelijkheid:
Opgave: ((1/x) + (1/y))(x+y)
Mijn uitkomst: ((x+y)/xy)^2
Juiste uitkomst: ((x-y)^2/xy
Voortaan moet hij z'n uitwerking eens posten. Het lijkt allemaal vrij goed te gaan op dat kwadraat na.quote:Op maandag 2 september 2013 22:46 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, beide 'uitkomsten' zijn fout. Stop het maar even in WolframAlpha.
Heel basaal..quote:Op maandag 2 september 2013 22:56 schreef Hesitater het volgende:
Waar blijven die twee 1'en en waar komt die 2(xy)/xy vandaan..?
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.dus f(√2/2 + i√2/2) = (√2/2 + i√2/2)/(√2/2 + i√2/2 + 1)2
= √2/2(1+i) / (√2/2(1+i+1/(√2/2))2
= √2/2(1+i) / (1/2(1+i+√2)2)
= √2(1+i) / (1+i√2)2
= √2(1+i) / (1 + i + √2 + i + -1 + i√2 + √2 + i√2 + 2)
= √2(1+i) / (2√2 + 2 + 2i + 2i√2)
= √2(1+i) / ((2+2i) + √2(2+2i))
= √2(1+i) / (2(1+i) + 2√2(1+i))
= √2/(2+2√2)
= √2/2 + 1/2
Waar zit mijn fout..?
[ Bericht 8% gewijzigd door #ANONIEM op 03-09-2013 23:09:53 ]
quote:Op dinsdag 3 september 2013 23:11 schreef thabit het volgende:
De "fout" zit 'm in het feit dat je met formules loopt te priegelen. Teken een plaatje, en de berekening wordt een stuk eenvoudiger.
quote:Op dinsdag 3 september 2013 23:04 schreef Amoeba het volgende:
Ik kom bij de volgende vraag op √2/2 + 1/2 uit, terwijl WolframAlpha zegt dat het antwoord 1-√2/2 is.
We hebben
f(z) = z/(z+1)2
Nu stellen we dat z = √2/2 + i√2/2
(De handgeschreven versie is in de spoiler te bewonderen!1/(a+b) ≠ 1/a + 1/b.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.dus f(√2/2 + i√2/2) = (√2/2 + i√2/2)/(√2/2 + i√2/2 + 1)2
= √2/2(1+i) / (√2/2(1+i+1/(√2/2))2
= √2/2(1+i) / (1/2(1+i+√2)2)
= √2(1+i) / (1+i√2)2
= √2(1+i) / (1 + i + √2 + i + -1 + i√2 + √2 + i√2 + 2)
= √2(1+i) / (2√2 + 2 + 2i + 2i√2)
= √2(1+i) / ((2+2i) + √2(2+2i))
= √2(1+i) / (2(1+i) + 2√2(1+i))
= √2/(2+2√2)
= √2/2 + 1/2
Waar zit mijn fout..?HJ 14-punt-gift.
Lijst met rukmateriaal!
Dan zou ik dat nog maar eens extra oefenen. Het kán inderdaad algebraïsch, maar dat is misschien niet de beste en meest inzichtelijke manier om het te doen. Ik ga niet in een berg gepriegel proberen uit te vissen bij welk =-teken er iets fout gaat; dat laat ik over aan mensen met tijd te veel.quote:Op dinsdag 3 september 2013 23:16 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Dit is toch een probleem dat gewoon zuiver algebraïsch op te lossen is. Daarnaast is het vertalen van dit probleem naar een meetkundig probleem en dat nog eens oplossen niet mijn sterkste punt.
We moesten 1/z in het complexe vlak tekenen voor een willekeurig punt z (ongelijk aan 0), maar verder dan de bepaling van op welke lijn (als in argument van 1/z t.o.v. z) kwam ik niet.
Je gaat op het laatst de fout in, namelijk bij de herleiding vanquote:Op dinsdag 3 september 2013 23:16 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Dit is toch een probleem dat gewoon zuiver algebraïsch op te lossen is. Daarnaast is het vertalen van dit probleem naar een meetkundig probleem en dat nog eens oplossen niet mijn sterkste punt.
We moesten 1/z in het complexe vlak tekenen voor een willekeurig punt z (ongelijk aan 0), maar verder dan de bepaling van op welke lijn (als in argument van 1/z t.o.v. z) kwam ik niet.
Je eerste stuk over de modulus van z kon ik zo aantonen, maar dit niet.quote:
Wat je hier moet gaan doen, is een formule opstellen. Het verhaaltje vertelt hoe je dat moet doen.quote:Op woensdag 4 september 2013 12:01 schreef girlnextdoorr het volgende:
De remweg van een auto is de afstand die een auto nodig heeft om tot stilstand te komen.
Voor het berekenen van de remweg geldt de volgende vuistregel:
Deel de snelheid door 10 en vermenigvuldig de uitkomst met zichzelf.
De remweg in meters is 3/4 deel van deze uitkomst.
Een auto heeft een remweg van 12 meter.
Wat was zijn snelheid?
...... km/u
a-n = 1/anquote:
Als je kijkt naar meting A, dan betekent die ± 3 km/u dat je er drie kilometer per uur naast mag zitten. Bij 80 km/u betekent dat dus: tussen 77 en 83 km/u. De waarde 78 km/u valt daar binnen, dus binnen de foutmarge. Je kunt nu zelf wel nagaan welke meting buiten de foutmarge valt.quote:Op woensdag 4 september 2013 16:43 schreef girlnextdoorr het volgende:
In de tweede kolom staan waarden met meetfouten. In de derde kolom staan waarden die wel of niet binnen de foutmarge vallen. Welke meting valt buiten de foutmarge?
Nee, dit klopt al niet. Arg(z + 1) stelt de hoek voor die de halve rechte vanuit de oorsprong door het beeldpunt van z + 1 maakt met de positieve reële as, niet de sinus van die hoek. Deze (rotatie)hoek is uiteraard slechts bepaald tot op een geheel veelvoud van 2π. Om toch te kunnen werken met een eenduidige waarde voor het argument van een complex getal z heeft men bedacht dat een halve slag in wijzerzin of in tegenwijzerzin voldoende is om het gehele complexe vlak te kunnen bestrijken, en gebruikt men vaak de unieke waarde van het argument op het interval (−π, π]. Deze waarde noemt men wel de hoofdwaarde van het argument. Met name door Amerikaanse auteurs wordt deze aangeduid met Arg(z), dus met een hoofdletter A, terwijl arg(z) met een kleine letter a dan staat voor de algemene waarde van het argument van z dat slechts bepaald is tot op een geheel veelvoud van 2π. Er zijn echter ook auteurs die deze notaties nu juist omwisselen en dus arg(z) gebruiken voor de hoofdwaarde van het argument van z en Arg(z) voor de verzameling van alle waarden van het argument van z. Ik zal hier echter de Amerikaanse conventie hanteren en dus Arg(z) gebruiken als aanduiding voor de hoofdwaarde van het argument van z op het interval (−π, π].quote:Op woensdag 4 september 2013 11:40 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Je eerste stuk over de modulus van z kon ik zo aantonen, maar dit niet.
arg(z+1) = sin(φ) = Im(z+1)/|z+1|
toch?
Dan is het meting C?quote:Op woensdag 4 september 2013 16:54 schreef Tochjo het volgende:
[..]
Als je kijkt naar meting A, dan betekent die ± 3 km/u dat je er drie kilometer per uur naast mag zitten. Bij 80 km/u betekent dat dus: tussen 77 en 83 km/u. De waarde 78 km/u valt daar binnen, dus binnen de foutmarge. Je kunt nu zelf wel nagaan welke meting buiten de foutmarge valt.
Ik neem aan dat er een plaatje van een weegschaal of iets dergelijks gegeven is?quote:Op woensdag 4 september 2013 17:08 schreef girlnextdoorr het volgende:
Een weegschaal laat het verband zien tussen het gewicht van de rode blikken en de gele blikken. Het gewicht van de rode blikken en de gele blikken is niet gelijk. Wat is de verhouding tussen het gewicht van een geel blik en het gewicht van een rood blik?
... staat tot .....
Dat klopt.quote:
Wat denk je zelf?quote:Op woensdag 4 september 2013 18:06 schreef girlnextdoorr het volgende:
Drie mensen tellen het aantal vlinders in een vlindertuin.
Ze tellen gemiddeld 240 vlinders.
Tim telt 233 vlinders. Zijn meting valt buiten de foutmarge.
Kim telt 245 vlinders. Zijn meting valt binnen de foutmarge.
Wat is de foutmarge? Rond af op een decimaal
......%
5quote:Op woensdag 4 september 2013 18:08 schreef Tochjo het volgende:
[..]
Ik neem aan dat er een plaatje van een weegschaal of iets dergelijks gegeven is?
http://imageshack.us/photo/my-images/9/7ac9.png/ (copy/paste deze link)
[..]
Dat klopt.
[..]
Wat denk je zelf?
Kijk eens goed naar je plaatje van de balans. Je hebt links twee gele blikken en één rood blik, en rechts één geel blik en drie rode blikken. Nu kun je zowel links als rechts één geel blik en één rood blik wegnemen, en de balans zal dan uiteraard in evenwicht blijven. Wat is nu je conclusie?quote:
dat 2 rode blikken gelijk is aan 1 gele blik?quote:Op woensdag 4 september 2013 18:34 schreef Riparius het volgende:
[..]
Kijk eens goed naar je plaatje van de balans. Je hebt links twee gele blikken en één rood blik, en rechts één geel blik en drie rode blikken. Nu kun je zowel links als rechts één geel blik en één rood blik wegnemen, en de balans zal dan uiteraard in evenwicht blijven. Wat is nu je conclusie?
Inderdaad. Iets nauwkeuriger: het gewicht van één geel blik is gelijk aan het gewicht van twee rode blikken, dus het gewicht van één geel blik verhoudt zich tot het gewicht van één rood blik als 2 : 1.quote:Op woensdag 4 september 2013 18:38 schreef girlnextdoorr het volgende:
[..]
dat 2 rode blikken gelijk is aan 1 gele blik?
dus het antwoord is 1 staat tot 2. Super bedankt!quote:Op woensdag 4 september 2013 18:40 schreef Riparius het volgende:
[..]
Inderdaad. Iets nauwkeuriger: het gewicht van één geel blik is gelijk aan het gewicht van twee rode blikken.
Er werd gevraagd naar de verhouding van de gewichten van geel staat tot rood, en die verhouding is 2 staat tot 1, de volgorde is hier van belang!quote:Op woensdag 4 september 2013 18:42 schreef girlnextdoorr het volgende:
[..]
dus het antwoord is 1 staat tot 2. Super bedankt!
Ik moet toe geven je legt het simpeler en makkelijker uit dan mijn rekendocent.
Nee.quote:Op woensdag 4 september 2013 18:50 schreef girlnextdoorr het volgende:
In de tabel staan de verkoopcijfers van een type auto per land en per jaar.
De auto verscheen in 2003 nieuw op de markt.
Met hoeveel procent steeg het aantal verkochte auto's in Europa tussen 2004 en 2005
Ik heb dan alles opgeteld van 2004 en 2005.
In de tabel staan de verkoopcijfers van een type auto per land en per jaar.
De auto verscheen in 2003 nieuw op de markt.
Met hoeveel procent steeg het aantal verkochte auto's in Europa tussen 2004 en 2005
Ik heb dan alles opgeteld van 2004 en 2005.
2004 = 8000
2005 = 18000
8000/10000*100 = 80%
Klopt het wat ik doe?
Laat nu eerst maar eens je eigen uitwerking zien. Het is natuurlijk niet de bedoeling om FOK te gebruiken als een soort huiswerkmachine, want dan leer je niks.quote:Op woensdag 4 september 2013 19:03 schreef girlnextdoorr het volgende:
Een onderzoeker wil weten hoe leerlingen naar school gaan.
Zij ondervraagt de klassen 4h1 en 4h2.
In klas 4h1 zitten 25 leerlingen.
In klas 4h2 zitten 24 leerlingen.
In klas 4h2 gaan meer leerlingen met de bus dan in klas 4h1.
Hoeveel leerlingen meer?
http://imageshack.us/photo/my-images/22/4zn1.png/ (copy/paste deze link)
Inderdaad. Deze vraag kon je dus best zelf beantwoorden.quote:Op woensdag 4 september 2013 19:03 schreef girlnextdoorr het volgende:
Ik had 0,16*25=4 voor klas 4h1 en bij klas 4h2 24*0,25=6
2 leerlingen meer gaan er met de bus.
Snap ik.quote:Op woensdag 4 september 2013 17:17 schreef Riparius het volgende:
Nee, dit klopt al niet. Arg(z + 1) stelt de hoek voor die de halve rechte vanuit de oorsprong door het beeldpunt van z + 1 maakt met de positieve reële as, niet de sinus van die hoek. Deze (rotatie)hoek is uiteraard slechts bepaald tot op een geheel veelvoud van 2π. Om toch te kunnen werken met een eenduidige waarde voor het argument van een complex getal z heeft men bedacht dat een halve slag in wijzerzin of in tegenwijzerzin voldoende is om het gehele complexe vlak te kunnen bestrijken, en gebruikt men vaak de unieke waarde van het argument op het interval (−π, π]. Deze waarde noemt men wel de hoofdwaarde van het argument. Met name door Amerikaanse auteurs wordt deze aangeduid met Arg(z), dus met een hoofdletter A, terwijl arg(z) met een kleine letter a dan staat voor de algemene waarde van het argument van z dat slechts bepaald is tot op een geheel veelvoud van 2π. Er zijn echter ook auteurs die deze notaties nu juist omwisselen en dus arg(z) gebruiken voor de hoofdwaarde van het argument van z en Arg(z) voor de verzameling van alle waarden van het argument van z. Ik zal hier echter de Amerikaanse conventie hanteren en dus Arg(z) gebruiken als aanduiding voor de hoofdwaarde van het argument van z op het interval (−π, π].
Zoals aangegeven wordt alles een stuk duidelijker als je een plaatje tekent. Teken een cartesisch assenstelsel dat het complexe vlak representeert en geef hierin de beeldpunten aan van de getallen 0, 1, z en z + 1, waarbij z = ½√2 + i·½√2. Merk nu op dat |z| = 1 zodat het beeldpunt van z op de eenheidscirkel ligt, en dat Arg(z) = ∠(1,0,z) = π/4. De beeldpunten van 0,1, (z + 1) en z vormen de hoekpunten van een parallellogram daar immers (z + 1) de som is van z en 1, en tevens de hoekpunten van een ruit, daar |z| = 1. In een ruit delen de diagonalen de hoeken die zij verbinden middendoor, zodat we dus hebben
Arg(z + 1) = ∠(1,0,z+1) = ½·∠(1,0,z) = ½·Arg(z) = ½·¼π = π/8
Dit ook nadat ik een tekening had gemaakt.quote:Op woensdag 4 september 2013 17:17 schreef Riparius het volgende:
Ook zijn in een parallellogram aanliggende hoekenparen supplementair, zodat we dus hebben
∠(0,1,z+1) = π − ∠(1,0,z) = π − ¼π = ¾π
Volgens de cosinusregel hebben we nu voor de driehoek gevormd door de beeldpunten van 0, 1, (z + 1)
|z + 1|2 = |1|2 + |(z + 1) − 1|2 −2·|1|·|(z + 1) − 1|·cos(¾π)
en daar uiteraard |(z + 1) − 1| = |z| = 1 en cos(¾π) = −½√2 geeft dit
|z + 1|2 = 1 + 1 − 2·(−½√2) = 2 + √2
Hier had ik wel even complexe e-machten voor nodig, maar dat was ook maar een regel. Helder.quote:Op woensdag 4 september 2013 17:17 schreef Riparius het volgende:
zodat |(z + 1)2| = 2 + √2. Ook is Arg((z + 1)2) = 2·Arg(z + 1) = π/4. Aangezien tevens |z| = 1 en Arg(z) = π/4 kunnen we nu direct zeggen dat
(z + 1)2/z = (2 + √2)
Logisch. Het is een inkoppertje dat ik het gisteren fout deed ja. Ik kon me 's ochtends wel serieus 3x voor m'n kop slaan dat ik die fout nog maak.quote:Op woensdag 4 september 2013 17:17 schreef Riparius het volgende:
en ook
z/(z + 1)2 = 1/(2 + √2) = (2 − √2)/(4 − 2) = 1 − ½√2
Takk.quote:
We hebben van mijn rekendocent soort gelijken rekenopdrachten gekregen die in de toets voorkomen volgende week. Voor de rest hebben we niet eens uitleg gekregen. Ik gebruik FOK omdat ik hier niet alleen het antwoord krijg maar ook goed uitleg.quote:Op woensdag 4 september 2013 19:06 schreef Riparius het volgende:
[..]
Laat nu eerst maar eens je eigen uitwerking zien. Het is natuurlijk niet de bedoeling om FOK te gebruiken als een soort huiswerkmachine, want dan leer je niks.
Welk handboek gebruiken jullie?quote:Op woensdag 4 september 2013 20:09 schreef girlnextdoorr het volgende:
[..]
We hebben van mijn rekendocent soort gelijken rekenopdrachten gekregen die in de toets voorkomen volgende week. Voor de rest hebben we niet eens uitleg gekregen. Ik gebruik FOK omdat ik hier niet alleen het antwoord krijg maar ook goed uitleg.
Niet echt: het quotiënt van twee complexe getallen ongelijk aan nul met dezelfde hoofdwaarde van het argument is reëel en positief en gelijk aan het quotiënt van de moduli van die complexe getallen.quote:Op woensdag 4 september 2013 20:03 schreef Amoeba het volgende:
Hier had ik wel even complexe e-machten voor nodig, maar dat was ook maar een regel. Helder.
Jazeker, daar maakte ik ook gebruik vanquote:Op woensdag 4 september 2013 20:18 schreef Riparius het volgende:
[..]
Niet echt: het quotiënt van twee complexe getallen ongelijk aan nul met dezelfde hoofdwaarde van het argument is reëel en positief en gelijk aan het quotiënt van de moduli van die complexe getallen.
Dan kun je ons vast wat van dat 'digitale handboek' laten zien. Theorie die je niet begrijpt, etc. etc.quote:Op woensdag 4 september 2013 20:18 schreef girlnextdoorr het volgende:
[..]
Dit jaar met geen. Alles gaat digitaal.
Gebruik voortaan voor je plaatjes imgur (aanbevolen) of tinypic. Imageshack werkt niet op FOK! om de een of andere duistere reden.quote:Op woensdag 4 september 2013 20:17 schreef girlnextdoorr het volgende:
Vijf werknemers meten hoelang ze onderweg zijn van hun huis naar kantoor. Elk 500 meter noteren ze de tijd. In de grafiek zie je de resultaten van de werknemers. Wat was de gemiddelde snelheid van de langzaamste werknemer?
.... km/u
http://imageshack.us/photo/my-images/62/mw5v.png/ (copy/paste deze link)
Het digitale handboek bestaat alleen uit opgaves die we elke week moeten maken voor huiswerk. Er staat helaas geen theorie.quote:Op woensdag 4 september 2013 20:26 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Dan kun je ons vast wat van dat 'digitale handboek' laten zien. Theorie die je niet begrijpt, etc. etc.
http://imgur.com/w1ntKboquote:Op woensdag 4 september 2013 20:28 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Gebruik voortaan voor je plaatjes imgur (aanbevolen) of tinypic. Imageshack werkt niet op FOK! om de een of andere duistere reden.
Wel nu, wat was de traagste werknemer? Je moet goed beseffen dat de traagste werknemer ook de grootste afstand afgelegd kan hebben. Immers, afstand zegt niets over de snelheid, en daar wordt naar gevraagd. Anders gezegd:
Welke werknemer heeft de laagste (gemiddelde) snelheid?
De grafiek is een beetje tricky, omdat hier de tijd is aangegeven langs de verticale as. Dat betekent dus: hoe steiler de grafiek van een werknemer, des te meer tijd heeft die werknemer gebruikt voor het afleggen van een bepaalde afstand. Dus, de steilste curve hoort bij de langzaamste werknemer, en dat is kennelijk Jessica.quote:Op woensdag 4 september 2013 20:17 schreef girlnextdoorr het volgende:
Vijf werknemers meten hoelang ze onderweg zijn van hun huis naar kantoor. Elk 500 meter noteren ze de tijd. In de grafiek zie je de resultaten van de werknemers. Wat was de gemiddelde snelheid van de langzaamste werknemer?
.... km/u
http://imageshack.us/photo/my-images/62/mw5v.png/ (copy/paste deze link)
Snelheid is gedefinieerd als de verandering van de afstand in een tijdsinterval.quote:
Daar weet jij helemaal niets van. Wie weet moest ze wel heel nodig de sanitaire voorzieningen in haar residentie utiliseren en ging ze daarom sneller lopen.quote:Op woensdag 4 september 2013 20:41 schreef Riparius het volgende:
Als je het verloop van de rode lijn van Jessica bekijkt, dan zie je dat ze het grootste stuk van de route (vanaf haar kantoor op 5 km afstand van huis tot 1,5 km van huis) met een constante snelheid aflegt. Maar als dichter bij huis komt wordt ze kennelijk enthousiaster en gaat ze op het stuk van 1,5 tot 1 km van huis sneller lopen (curve verloopt minder steil). En, de laatste kilometer loopt ze nóg iets sneller (curve nog iets minder steil).
Nee, daar weet ik inderdaad niets van. Maar misschien werd ze werd geënthousiasmeerd door haar aandrang (hoewel dat niet verstandig is). Of ze realiseerde zich plotseling dat haar favoriete TV-programma op het punt stond te beginnen, weet jij veel? In ieder geval kun je 'enthousiaster' opvatten als 'sneller gaan wandelen' en bezwaarlijk als 'langzamer gaan wandelen', dus ik zie het probleem niet zo. Zie het maar als een didactisch gemotiveerde woordkeus.quote:Op woensdag 4 september 2013 20:44 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Daar weet jij helemaal niets van. Wie weet moest ze wel heel nodig de sanitaire voorzieningen in haar residentie utiliseren en ging ze daarom sneller lopen.
Ik vind dat we haar motivatie om sneller te gaan wandelen buiten beschouwing moeten laten daar wij daar geen zinnig woord over kunnen zeggen.quote:Op woensdag 4 september 2013 21:11 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, daar weet ik inderdaad niets van. Maar misschien werd ze werd geënthousiasmeerd door haar aandrang (hoewel dat niet verstandig is). Of ze realiseerde zich plotseling dat haar favoriete TV-programma op het punt stond te beginnen, weet jij veel? In ieder geval kun je 'enthousiaster' opvatten als 'sneller gaan wandelen' en bezwaarlijk als 'langzamer gaan wandelen', dus ik zie het probleem niet zo. Zie het maar als een didactisch gemotiveerde woordkeus.
Die had ik ook buiten beschouwing gelaten, ik zei hierboven in mijn uitleg voor girlnextdoor alleen dat ze kennelijk enthousiaster werd op het laatste stuk van de route. Alleen maak jij dan vervolgens een probleem van mijn woordkeuze.quote:Op woensdag 4 september 2013 21:15 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik vind dat we haar motivatie om sneller te gaan wandelen buiten beschouwing moeten laten daar wij daar geen zinnig woord over kunnen zeggen.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Dit is voor mij (en voor anderen) zo goed als onleesbaar, en dat niet vanwege het feit dat het plaatje gekanteld is maar vanwege de beroerde resolutie. Als je antwoord verwacht op je vraag zul je toch echt iets duidelijkers moeten posten.quote:
Je maakt al een fout bij het kwadrateren van 3c3/2a2b−3quote:Op woensdag 4 september 2013 22:25 schreef Hesitater het volgende:
Je tip heb ik al toegepast als het goed is...
en de allerlaatste twee moet een 4 zijn zie ik net... (2a^4b^-6))
Nee.quote:Op woensdag 4 september 2013 22:45 schreef Hesitater het volgende:
1. 9c6
2. 4a4b9...?
3. (9c6)/(4a4b9)
En wat denk je?quote:Op donderdag 5 september 2013 10:26 schreef girlnextdoorr het volgende:
In Noord-Holland wordt een fietstocht georganiseerd. De deelnemers starten in Alkmaar.Tussen elk dorp ligt een afstand van 41/2 km. Marcel fiets rechtsom via St. Pancras. Hij rijdt twee keer zo snel als Tineke.Tineke fiets linksom via Oudorp. Tineke fietst linksom via Oudorp. Marcel fiets bij het dorp Waarland. Waar is Tineke op dat moment?
http://imgur.com/Qrfi7Aw
In Noord-Holland wordt een fietstocht georganiseerd. De deelnemers starten in Alkmaar.Tussen elk dorp ligt een afstand van 41/2 km. Marcel fiets rechtsom via St. Pancras. Hij rijdt twee keer zo snel als Tineke.Tineke fiets linksom via Oudorp. Tineke fietst linksom via Oudorp. Marcel fiets bij het dorp Waarland. Waar is Tineke op dat moment?quote:
http://imgur.com/Qrfi7Awquote:
Die hele kilometers zijn ja niet nodig.quote:Op donderdag 5 september 2013 11:46 schreef Amoeba het volgende:
Je weet dat geldt:
2vtineke = vmarcel
Marcel heeft 6*4.5 km = 27km afgelegd. Dus heeft Tineke 27/2 = 13.5 km afgelegd.
13.5 / 4.5 = 3
Dus Tineke is 3 dorpen verder, dit is inderdaad Hensbroek.
Kun je in het vervolg structureel je uitwerkingen posten? Dan kunnen we je wijzen op fouten of zeggen dat je het juiste antwoord hebt. Dit topic is primair niet bedoeld om je vragen te lozen om ze door anderen op te laten lossen, we zijn Malle Pietje niet.
Hmm ja, je hebt gelijk.quote:Op donderdag 5 september 2013 17:50 schreef t4rt4rus het volgende:
[..]
Die hele kilometers zijn ja niet nodig.
Enige dat je moet weten is dat als henk 2 doet, tineke 1 verder is.
Maar zitten hier basisschoolleerlingen op fok?
Ik zou eerst uitwerken wat de uitdrukkingen boven en onder de deelstreep opleveren. Dat zijn namelijk ook beuken. Daarna idd die breukenregel.quote:Op donderdag 5 september 2013 18:38 schreef Hesitater het volgende:
[ afbeelding ]
Is het handig om te beginnen met: a/b : (c/d)-2 = a/b · c2/d2
of (a/b)-2s = 1/(a/b)2 ....?
Delen door een getal p ≠ 0 is hetzelfde als vermenigvuldigen met de inverse p−1. Bepaal dus eerst de inverse van de noemer van je breuk, dat isquote:Op donderdag 5 september 2013 18:59 schreef Hesitater het volgende:
Kun je er eentje als voorbeeld nemen? Ik weet niet zo goed wat ik met al die verschillende breuken beginnen moet..
Dat van die inverse hadden ze je op de lagere school moeten leren. Immers, als je vroeger door een breuk moest delen, dus bijvoorbeeldquote:Op donderdag 5 september 2013 19:32 schreef Hesitater het volgende:
Ik snap hem.
Maar was zelf nooit op die inverse gekomen, is er een andere manier om het zonder die inverse te doen?
Nee, twee getallen die elkaars inverse zijn hebben 1 als product:quote:En de inverse van (-1/2) is -2, moet ik dat zo denken: -1 maal 2 = -2 ..?
Mooi. Wat krijg je nu als uitkomst van opgave die je hierboven postte?quote:Op donderdag 5 september 2013 22:19 schreef Hesitater het volgende:
Dankje! Het is nu een stuk helderder geworden
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |