In de vierde was alles nog boemchille hè! Gewoon alles opzoeken in Binas, hoppa 9,8. Maar nu faal ik ook echt, ik begrijp de inleiding bij de vragen niet eens en de begrippen in de opgaven ook niet hahaquote:Op maandag 1 april 2013 20:37 schreef OudeBok het volgende:
Dit wordt toch wel het examen waar ik het meest tegen op zie, samen met Grieks.
Begon in de vierde met negens voor Scheikunde, ging toen lui doen en sta nu een 6,3. Ik ga voor een 7 als CE-cijfer, zodat ik op m'n eindlijst ook een 7 kan staan :].
Ja.quote:Op donderdag 4 april 2013 20:20 schreef ulq het volgende:
Moet je ook analyse technieken enz leren? Zoals gaschromotogafie enzo?
http://www.examenblad.nl/(...)526z0/f=/bestand.pdfquote:Subdomein F3: Stoffen aantonen
De kandidaat kan een aantal methoden noemen om stoffen aan te tonen en de resultaten die daarbij worden verkregen, interpreteren.
Specificatie
De kandidaat kan:
139 papier- en dunnelaagchromatogrammen interpreteren ten behoeve van het herkennen van stoffen.
140 gaschromatogrammen interpreteren ten behoeve van het herkennen van stoffen.
141 aangeven dat in spectrogrammen van stoffen kenmerkende patronen kunnen voorkomen en deze patronen interpreteren om die stoffen of soorten stoffen te herkennen:
• absorptiespectra (visueel, UV, IR);
• massaspectra.
Subdomein F4: Analysetechnieken
De kandidaat kan een aantal technieken noemen om de hoeveelheid van een stof te bepalen en de daarbij behorende berekeningen uitvoeren.
Specificatie
De kandidaat kan:
142 het principe van een titratie beschrijven:
• bij zuur-base titraties: titratiecurve, indicatorkeuze.
143 gaschromatogrammen gebruiken ter bepaling van een hoeveelheid van een stof.
144 aangeven op welke wijze een hoeveelheid van een stof colorimetrisch kan worden bepaald.
145 hoeveelheden van een stof bepalen gebruik makend van gegevens uit experimenten en van de wet van Lambert-Beer.
aha, ok. thanks.quote:Op donderdag 4 april 2013 22:16 schreef Rezania het volgende:
[..]
Ja.
[..]
http://www.examenblad.nl/(...)526z0/f=/bestand.pdf
Redox CO:quote:Op woensdag 8 mei 2013 13:08 schreef ShortyGirl het volgende:
In de syllables staat onder het onderwerp redoxreacties het volgende:
de naam en de formule noemen van enkele bekende reductoren:
• koolstofmono-oxide;
• koolstof;
Kan iemand mij vertellen wat hun halfreacties zijn? Ik heb dit namelijk nooit gehad.
En ook dit kan ik nergens vinden
202 aangeven op welke wijze de vermoedelijke aanwezigheid kan worden nagegaan van:
• chloor;
• jood;
• sulfiet;
• zwaveldioxide;
• waterstof.
Bedankt alvast
Kan iemand mij het verschil uitleggen tussen een polaire binding, een waterstofbrug en een dipool-dipoolbinding? Ik zou zeggen dat ze alle 3 hetzelfde zijn?quote:-Aangeven hoe de volgende typen bindingen tot stand komen en aangeven welk(e) van die
bindingstypen aanwezig is/zijn bij een zout, moleculaire stof (zowel polair als apolair), stof met
een atoomrooster, respectievelijk een metaal:
•atoombinding of covalente binding;
•polaire binding;
•waterstofbrug;
•vanderwaalsbinding;
•ionbinding;
•metaalbinding;
•dipool-dipoolbinding.
Polaire binding is een binding tussen atomen waarbij er een verschil in de lading ontstaat op de verschillende atomen in een molecuul, bijvoorbeeld H2O:quote:Op vrijdag 10 mei 2013 03:07 schreef Nafi het volgende:
Ik heb ook even het syllabus erbij gepakt. Dit staat erin:
[..]
Kan iemand mij het verschil uitleggen tussen een polaire binding, een waterstofbrug en een dipool-dipoolbinding? Ik zou zeggen dat ze alle 3 hetzelfde zijn?
Oké, een waterstofbrug wordt dus gevormd vanwege het polaire karakter van water. Zonder polariteit is er dus ook geen vorming van waterstofbruggen? Wat zijn dan voorbeelden van polaire moleculen zonder waterstofatomen, stoffen die dus polair zijn maar geen waterstofbruggen vormen?quote:Op vrijdag 10 mei 2013 04:08 schreef yosander het volgende:
[..]
Polaire binding is een binding tussen atomen waarbij er een verschil in de lading ontstaat op de verschillende atomen in een molecuul, bijvoorbeeld H2O:
[ afbeelding ]
Het zuurstofatoom heeft immers een grotere elektronegativiteit dan de twee waterstofatomen: daarom het verschil in lading: het molecuul heeft een dipoolmoment (di: twee; oftewel twee polen).
Een waterstofbrug is een binding tussen moleculen. Deze binding wordt veroorzaakt doordat het ene molecuul een negatief geladen zuurstof- of stikstofatoom bezit en het andere molecuul een positief geladen waterstofatoom bezit (dit is ook weergeven in bovenstaande afbeelding).
Een dipool-dipoolbinding is dus een binding tussen twee moleculen die een dipoolmoment bezitten. In principe hetzelfde als een waterstofbrug. Echter wordt zo'n binding tussen een zuurstof- of stikstofatoom en een waterstofatoom een waterstofbrug genoemd en geen dipool-dipoolbinding. Een waterstofbrug is tevens ook een vele sterkere binding dan een een dipool-dipoolbinding!
Misschien heb ik 't een beetje verkeerd verwoord, maar polaire verbindingen (moleculen) kunnen weldegelijk waterstofbruggen vormen, bijvoorbeeld trichloormethaan (chloroform). Zonder polariteit is er inderdaad geen vorming van waterstofbruggen.quote:Op vrijdag 10 mei 2013 04:18 schreef Nafi het volgende:
[..]
Oké, een waterstofbrug wordt dus gevormd vanwege het polaire karakter van water. Zonder polariteit is er dus ook geen vorming van waterstofbruggen? Wat zijn dan voorbeelden van polaire moleculen zonder waterstofatomen, stoffen die dus polair zijn maar geen waterstofbruggen vormen?
Oké, ik snap hem denk ik, thanks!quote:Op zaterdag 11 mei 2013 15:28 schreef yosander het volgende:
[..]
Misschien heb ik 't een beetje verkeerd verwoord, maar polaire verbindingen (moleculen) kunnen weldegelijk waterstofbruggen vormen, bijvoorbeeld trichloormethaan (chloroform). Zonder polariteit is er inderdaad geen vorming van waterstofbruggen.
Succesquote:
Oud idee:quote:Op vrijdag 17 mei 2013 18:54 schreef Tiezol het volgende:
Ook al hebben we een Binas bij ons examen, toch is het leuk om te delen omdat het vandaag geüpload is:
Je weet dat FeS2 als reductor optreedt, die gaat dus elektronen afgeven, dus sowieso:quote:Op zaterdag 18 mei 2013 11:13 schreef Ascarona het volgende:
Kan iemand mij helpen met CE2011 II vraag 13? Gaat over Redox reacties, zelfs na 2 jaar havo en 2 jaar vwo is mijn scheikunde kennis nog steeds niet genoeg om dat te begrijpen.
http://www.examenblad.nl/(...)pparent=vg41h1h4i9qe
Oke ik denk dat ik het nu begrijp, gewoon maar wat klooien met het gegeven dus. Ik de hele tijd zitten kutten met de tabel in de binas van al die half reactiesquote:Op zaterdag 18 mei 2013 14:09 schreef Rezania het volgende:
[..]
Je weet dat FeS2 als reductor optreedt, die gaat dus elektronen afgeven, dus sowieso:
FeS2 -> e- + Fe2+ + SO42-
In beide reacties komen H2O en H+ voor, en pyriet reageert alleen met water en zuurstof, dus O2 moet wel de oxidator zijn. Dus:
O2 + e- ->
Nu moet je nog kijken waar je H2O en H+ gaat plaatsen bij beide halfreacties, hou daarbij rekening dat de lading aan beide kanten van de reacties gelijk moet zijn als je ze uiteindelijk kloppend hebt gemaakt. Dus:
FeS2 + H2O -> e- + Fe2+ + SO42- + H+
O2 + e- + H+ -> H2O
Dan moet je ze nog kloppend maken en combineren tot één reactie. Dan krijg je:
[ afbeelding ]
Je kan er bijna goud op zetten dat de reacties uit Binas niet worden behandeld op het examen. Ze kiezen altijd reacties uit die je zelf moet opstellen en niet in Binas staan.quote:Op zaterdag 18 mei 2013 14:26 schreef Ascarona het volgende:
[..]
Oke ik denk dat ik het nu begrijp, gewoon maar wat klooien met het gegeven dus. Ik de hele tijd zitten kutten met de tabel in de binas van al die half reacties.
Ik denk dat dat stappenplan maar eens in m'n rekenmachine gaat chillen. Bedankt.quote:Op zaterdag 18 mei 2013 14:31 schreef belkiss944 het volgende:
Misschien hebben jullie hier niets aan maar bij deze een stappenplan;
Zelf halfreactie maken:
Wanneer:
- er komt e- voor in de reactievergelijking
- begin + eindstof gegeven
* stappenplan
1. Schrijf de stoffen voor en na de pijl
2. Maak alle atoomsoorten kloppend BEHALVE (O en H)
3. Maak O kloppend met H2O
4. Maak H kloppend met H+
5. Maak lading kloppend met e-
6. Vraag je af; is dit een zuur of basis milieu?
--> corrigeer H+ door aan beide kanten OH toe te voegen
(Ps; bij neutraal milieu komen geen OH, H+ VOOR de pijl)
7. Controleer je antwoord, lading coeff. etc.
Een voorbeeld:
In een neutraal milieu NO3- tot NH3. Behalve NO3- en NH3 komen in de reactievergelijking ook voor: e- H20, OH-
--->Geef de reactievergelijking
1. NO3- ---> NH3
2. NO3- ---> NH3
3. NO3- --> NH3 + 3H2O
4. NO3- + 9H+. --> NH3 + 3H2O
5. 8e- + NO3- + 9H+. --> NH3 + 3H2O
6. 8e- + NO3- + 9H+ + 9OH- ---> NH3 + 3H2O + 9OH-
(Ps: 9H+ + 9OH- ---> 9H2O)
7. 8e- + NO3- + 6H2O ---> NH3 + 9OH-
Ga ik ook maar eens doen denk ik :3.quote:Op zaterdag 18 mei 2013 14:39 schreef Tiezol het volgende:
[..]
Ik denk dat dat stappenplan maar eens in m'n rekenmachine gaat chillen. Bedankt.
Omdat jij dat topic nog niet hebt aangemaakt.quote:Op zaterdag 18 mei 2013 16:25 schreef domynsy het volgende:
Waarom is er geen centraal topic voor havo?
• Je schrijft als eerste de reactievergelijking op:quote:Op zaterdag 18 mei 2013 14:54 schreef Ascarona het volgende:
[..]
Ga ik ook maar eens doen denk ik :3.
Van datzelfde examen vraag 15, hoe komen zij op dat antwoord. Ik krijg op de manier van de antwoorden steeds maar 1 uit.
Overigens zou ik niet op die methode zijn gekomen, ik kwam alleen tot het uitrekenen van de H3O+ concentratie en het erbij pakken van pKz van HSO4-
En een vraag over 23, al weet ik zoiezo niet veel over massaspectrometrie omdat onze docent daar echt bar weinig over heeft verteld. Hoe begin je met zo'n vraag?
Ja precies, bij de laatste stap raak ik het verhaal dus ook kwijt. Waarom zetten ze daar dan de concentratie in de noemer? Klopt echt geen zak van het correctiemodel volgens mij hoorquote:Op zaterdag 18 mei 2013 20:05 schreef Kloothoofd het volgende:
[..]
• Je schrijft als eerste de reactievergelijking op:
SO42- + H+ (of H3O+) -> HSO4-
• Uit de reactievergelijking kan je de volgende evenwichtsvergelijking afleiden.
[ afbeelding ]
• De pH = 0,70, dus
[H+] = 10-(-0,70) = 5,011
• De Kz kan je aflezen uit BiNaS tabel 49:
Kz = 1,0 . 10-2
• Dan bereken je de verhouding
[ afbeelding ], door [H+] te delen door Kz.
Je krijgt 501,187. De verhouding HSO4- : SO42- is dus 501 : 1. Dit betekent dat 1 mol/L SO42- 501 mol/L HSO4- geeft.
• Ten slotte bereken je hoeveel procent van het SO42- is omgezet in HSO4-, door te berekenen hoeveel H+'tjes er procentueel in het geheel zitten:
[ afbeelding ]
Ofzo. Ik ben in de war geraakt.
Hoezo niet? Gewoon een duidelijke vraag hoor.quote:
Kijk eens in tabel 39D.quote:Op zondag 19 mei 2013 01:20 schreef Ascarona het volgende:
[..]
Aan de binas had ik iniedergeval vrij weinig
Ni is een vaste stof, de concentratie daarvan is altijd hetzelfde dus wordt die ook niet meegenomen in de evenwichtsconstantequote:Op zondag 19 mei 2013 13:13 schreef ShortyGirl het volgende:
Kan iemand me uitleggen waarom Ni niet in de evenwichtsconstante voorkomt van vraag 3 ?
http://static.examenblad.nl/9336110/d/ex2010/vw-1028-a-10-1-o.pdf
Is dat zo? Leg mij dan is uit waarom ze de concentratie in de noemer zetten (laatste stap)quote:Op zondag 19 mei 2013 13:23 schreef Rezania het volgende:
[..]
Hoezo niet? Gewoon een duidelijke vraag hoor.
[..]
Kijk eens in tabel 39D.
Noemer? Wacht, over welk examen hebben we het nou?quote:Op zondag 19 mei 2013 14:02 schreef belkiss944 het volgende:
[..]
Is dat zo? Leg mij dan is uit waarom ze de concentratie in de noemer zetten (laatste stap)
2011-IIquote:Op zondag 19 mei 2013 14:03 schreef Rezania het volgende:
[..]
Noemer? Wacht, over welk examen hebben we het nou?
Ja dat is dus de tabel waar ik het over had, maar het verhaal werd er niet duidelijker op helaas.quote:Op zondag 19 mei 2013 13:23 schreef Rezania het volgende:
[..]
Hoezo niet? Gewoon een duidelijke vraag hoor.
[..]
Kijk eens in tabel 39D.
Ik zou een gat in de lucht springen voor dat.quote:Op zondag 19 mei 2013 14:11 schreef Ascarona het volgende:
[..]
Ja dat is dus de tabel waar ik het over had, maar het verhaal werd er niet duidelijker op helaas.
Scheikunde gaat rond de 6 worden vrees ik
Opzich is het gewoon een kwestie van logisch redeneren. Kijken wat de oxidator is en wat de reductor en zo steeds verder kijken hoe en waar alles moet staan. Meestal staat er ook bij gegeven dat er H2O en H+ in de reactie voorkomt. Je weet dat de oxidator elektronen opneemt en de reductor elektronen afstaat, maar soms is het idd wel een beetje gepuzzel.quote:Op zaterdag 18 mei 2013 14:14 schreef Tiezol het volgende:
Scheikunde sowieso slecht in, net als Natuurkunde. Nooit een echte voldoende voor gehaald.
Het moeilijkste vind ik nog zelf die half reacties verzinnen. Snap echt niet hoe je zo veel fantasie kan hebben dat zomaar goed te gokken.
Dit heb ik net iets anders gedaan, was volgens het correctievoorschrift ook goedquote:Op zaterdag 18 mei 2013 20:05 schreef Kloothoofd het volgende:
• Je schrijft als eerste de reactievergelijking op:
SO42- + H+ (of H3O+) -> HSO4-
• Uit de reactievergelijking kan je de volgende evenwichtsvergelijking afleiden.
• De pH = 0,70, dus
[H+] = 10-(-0,70) = 5,011
• De Kz kan je aflezen uit BiNaS tabel 49:
Kz = 1,0 . 10-2
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |