Precies, allemaal zeer goedkope retoriek om mensen die het gemaakt hebben en het geluk aan hun zijde hebben zich beter te laten voelen, en waardoor mensen die minder hoog in aanzien staan zich slechter voelen dan nodig.quote:Op maandag 20 augustus 2012 19:17 schreef Saucerian het volgende:
Succes is een keuze, durf te kiezen, handen uit de mouwen!Wat een wijsgeer.
quote:Nabeschouwing zomergasten Ben Verwaayen
Tussen de propaganda door heb ik Ben Verwaayen leren kennen als een zeer enthousiaste, wat oppervlakkige man die zichzelf een mensenmens noemt (dan weet je het wel) en die, zoals zoveel mensen, zijn eigen karakter op de rest van de mensheid projecteert, waarbij moet gezegd dat hij niet nalaat te benadrukken een flinke dosis mazzel te hebben gehad. Verwaayen heeft een rotsvaste overtuiging, waar elke twijfel op afketst. Elke nuance die Jan Leyers probeerde aan te brengen, elke tegenwerping die hij deed, elk probleem dat hij opwierp, werd opgewekt en nonchalant weggewuifd. Een diepere analyse over de crisis waarin wij zaten en hoe wij daarin waren terechtgekomen, ontbrak. Dat leek er ook niet zo toe te doen. Je moet immers vooruit. Handen uit de mouwen.
En hier een hoofdstuk uit het boek van Tony Judt, Het land is moe, alhoewel niet volledig van toepassing op de huidige situatie in Europa, raakt het wat mij betreft precies de kern:quote:In zijn boek Denken over de twintigste eeuw stelde de historicus Tony Judt een snoeiharde diagnose. Ergens in de jaren zeventig van de vorige eeuw is de wereld van koers geraakt. Het naoorlogse ideaal van vooruitgang, van een betere wereld, van collectieve lotsverbetering en strijd tegen ongelijkheid werd weggevaagd door een cultus van hebzucht, narcisme en marktverdwazing. In het bijzonder in de Angelsaksische wereld en in landen die dat model hebben willen kopiëren.
Egocentrisch
Tony Judt richtte zich in zijn intellectueel testament speciaal tot de jongere generaties. Gepassioneerd houdt hij hen voor dat de wereld waarin zij nu leven niet de enig denkbare is. Niet altijd was de wereld zo egocentrisch, materialistisch en carrièristisch.
Niet altijd danste de wereld naar de pijpen van het financiële casinokapitalisme. Niet altijd was er een elite die vooral aan zichzelf dacht. Niet altijd werd het vrolijk-menselijke ondergeschikt gemaakt aan loos efficiencydenken, waren mensen fte's binnen managementsystemen.
Veel linkse politici geloofde zelf ook in de neoliberale ideologie. Dat kun je verwachten als een ideologie hoogtij viert.quote:Op dinsdag 21 augustus 2012 13:18 schreef Tomatenboer het volgende:
Kort en goed: de praktische behoefte aan sterke staten en interventionistische overheden is boven elke twijfel verheven. Toch ‘heroverweegt’ niemand de staat. De terughoudendheid om de publieke sector op basis van collectieve belangen en principes te beschermen, houdt stand. Het is opmerkelijk dat de sociaaldemocraten het in de verkiezingen die sinds het begin van de financiële crisis in Europa zijn gehouden vrijwel zonder uitzondering slecht hebben gedaan. Ze bleken niet in het minst in staat een aansprekend antwoord op de ineenstorting van de markten te formuleren.
Als links weer serieus wil worden genomen, moet het zijn stem hervinden. Er is van alles om boos over te zijn: van de toenemende ongelijkheid in rijkdom en kansen, de onrechtvaardigheid tussen de klassen en kasten en de economische uitbuiting in binnen- en buitenland tot corruptie, de manier waarop geld en privileges de slagaderen van de democratie doen dichtslibben. Het is tegenwoordig niet langer voldoende de tekortkomingen van ‘het systeem’ te benoemen en dan net als Pilatus af te wachten, onverschillig voor de gevolgen. De onverantwoorde manier waarop de afgelopen tientallen jaren voor de show retoriek werd bedreven, heeft links geen goed gedaan.
Uiteraard. De aanname van het taartmodel, dat iedereen een vast aandeel in de taart heeft, was dan ook onzin.quote:Op dinsdag 21 augustus 2012 13:22 schreef Tomatenboer het volgende:
@ Deelnemer:
Je hebt helemaal gelijk, waarbij ik nog wil opmerken dat het niet per definitie zo hoeft te zijn dat iedereen een groter stuk van de taart overhoudt indien de taart vergroot wordt, zoals dat voorbeeld dat je aanhaalt.
Juist de laatste jaren zie je dat men de taart wilt vergroten ten koste van het stuk taart aan de onderkant van de samenleving, door de rechten af te pakken of te beperken, of mensen te ontslaan.
Dan wordt de taart weliswaar vergroot, maar blijven er meer mensen met een kleiner stukje taart over, ten behoeve van een beperkt aantal mensen die zich een groter stuk toeëigenen.
Het woord God komt in het OP niet voor, en dan weet men niet meer of men nu voor of tegen is.quote:Op dinsdag 21 augustus 2012 13:31 schreef Tomatenboer het volgende:
Wel jammer dat deze discussie schijnbaar niet erg leeft.
[CENTRAAL] Het grote F&L video topicquote:Op dinsdag 21 augustus 2012 13:18 schreef Tomatenboer het volgende:
Ter aanvulling enkele stukjes van en over Tony Judt, omdat hij het punt wat ik wil maken nu eenmaal vele malen beter weet te verwoorden dan ik zelf.
Dank voor de filmpjes.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 00:01 schreef deelnemer het volgende:
[..]
[CENTRAAL] Het grote F&L video topic
Ik kende Judt niet, maar dank zij jouw post nu wel.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 00:12 schreef Tomatenboer het volgende:
[..]
Dank voor de filmpjes.
Ik heb het boek al, dus ik ken de inhoud al maar toch.
Ik neem aan dat jij Judt ook al kende? Verder kan ik je ook Michael J. Sandel aanbevelen (bijvoorbeeld zijn boek "Alles is te koop - de morele grenzen van de marktwerking").
Ik heb hem niet specifiek over het energievraagstuk, over het voedselvraagstuk en het milieu horen praten hoor. Maar dat kan aan mij liggen, omdat ik een stuk van de Zomergasten-aflevering heb gemist.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 11:02 schreef hoatzin het volgende:
Ik heb de uitzending ook gezien. Ik meen me te herinneren dat de heer Verwaayen ook bezig is met het vraagstuk hoe de wereld "leefbaarder" te maken voor de medemens. Het energievraagstuk, het voedselvraagstuk, het milieu, allemaal aspecten die daarbij horen.
Het is dus niet alleen maar geld, macht en economische groei die hij propageert.
Klopt, maar je schetst (hierdoor?) een incompleet beeld. Uitzending gemist een tip?quote:Op woensdag 22 augustus 2012 11:36 schreef Tomatenboer het volgende:
[..]
Ik heb hem niet specifiek over het energievraagstuk, over het voedselvraagstuk en het milieu horen praten hoor. Maar dat kan aan mij liggen, omdat ik een stuk van de Zomergasten-aflevering heb gemist.
Ik heb hem wel horen praten over concurreren met China, het opgeven van bepaalde zekerheden in Europa en durven kiezen, en meer van die stereotypische retoriek.
Als het klopt wat ik zeg, dan schets ik toch geen incompleet beeld?quote:Op woensdag 22 augustus 2012 11:55 schreef hoatzin het volgende:
[..]
Klopt, maar je schetst (hierdoor?) een incompleet beeld. Uitzending gemist een tip?
Jawel. Je kunt dingen zeggen die kloppen en toch een incompleet beeld schetsen.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 12:01 schreef Tomatenboer het volgende:
[..]
Als het klopt wat ik zeg, dan schets ik toch geen incompleet beeld?
Verder is iedereen in het Zomergasten topic wel ongeveer met mijn analyse eens, wat betreft het beeld dat Verwaayen schetste.
Klopt, maar volgens mij valt dat wel mee.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 12:05 schreef hoatzin het volgende:
[..]
Jawel. Je kunt dingen zeggen die kloppen en toch een incompleet beeld schetsen.
Ik heb jou niet gezien in het Zomergasten topic.quote:Zo ongeveer ja. Alle drie. (buiten mezelf dan).
quote:
Bovenstaande zaken zijn wel degelijk aan de orde geweest.quote:Echter hoor je ze nooit over de toekomstige generatie die wel opgezadeld wordt met afgebroken verworvenheden op het gebied van arbeidsrecht en inkomen, of de toekomstige generatie die opgezadeld wordt met een "uitgeputte" aarde omdat er onvoldoende is geinvesteerd in duurzame energie, of een toekomstige generatie die wordt opgezadeld met smog en klimaatproblemen omdat er onvoldoende van ondernemingen en mensen is gevraagd de uitstoot en vervuiling te beperken, of dat als men in de toekomst de pech heeft om gehandicapt geboren te worden men niet meer kan rekenen op talloze ondersteunende voorzieningen zodat zij toch dezelfde kansen krijgen dan degenen die het beter hebben getroffen.
Ik zal de uitzending nog eens in z'n geheel terug kijken.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 12:15 schreef hoatzin het volgende:
[..]
[..]
Bovenstaande zaken zijn wel degelijk aan de orde geweest.
Ik neem het niet op voor hem, ik zeg alleen dat het beeld wat van hem geschetst wordt wat eenzijdig is. Duidelijk is natuurlijk dat communiceren en verkopen zijn core-business is en was.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 12:48 schreef Tomatenboer het volgende:
[..]
Ik zal de uitzending nog eens in z'n geheel terug kijken.
Maar het algemene beeld wat ik schetste is wel ongeveer de realiteit, ook gezien het feit hoe de meerderheid van de overige kijkers en columnisten het geinterpreteerd hebben. Dat komt niet zomaar uit de lucht vallen.
Waarom voel je je overigens zo geroepen om het op te nemen voor Ben Verwaayen?
Overigens sloeg het stukje dat je quote vooral op rechts-liberalen in het algemeen, sociaal-liberalen uitgezonderd. Bij de VVD hoor je ze bijvoorbeeld hier ook nooit over, of in ieder geval onvoldoende en niet in verhouding met hun prioriteiten.
Kijk eens aan, is mijn post toch nog ergens goed voor geweest.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 01:12 schreef deelnemer het volgende:
[..]
Ik kende Judt niet, maar dank zij jouw post nu wel.
Ik ben het met zijn analyse eens. De Ansluss van Oostenrijk door Nazi Duidsland is de bron van de neoliberale ideologie. Het is een uitwerking van het liberalisme die in het marktmodel een oplossing ziet voor het gevaar van totalitairisme. Maar het werkt averrechts.
Hij zegt alleen, kijk die Chinesen eens ondernemen en hard werken. Dat moeten wij ook weer meer gaan doen, anders gaat het mis.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 12:15 schreef hoatzin het volgende:
Bovenstaande zaken zijn wel degelijk aan de orde geweest.
Een goed voorbeeld.quote:Op woensdag 22 augustus 2012 23:18 schreef Tomatenboer het volgende:
Maar ik heb Ben Verwaayen natuurlijk alleen als voorbeeld aangehaald.
quote:Verwaayen wordt nog steeds door velen als een 'succesvol topman' geëerd. Hoewel het grootste deel van het Nederlandse publiek - ook journalisten - daar een heel eind in mee gaat, valt daar toch het nodige op af te dingen. Eind 2011 besteedde we op FTM al eens even gedetailleerd aandacht aan de prestaties van de succesvolle 'oom' Ben Verwaayen. Sinds Verwaayen in 1999 ceo werd van Lucent, vernietigde hij per saldo aandeelhouderswaarde. En niet weinig. Eind 2011 lag de totale waardevernietiging onder zijn leiding bij achtereenvolgens Lucent, British Telecom en Alcatel Lucent op 83 procent. Daar stond tegenover dat hij in dezelfde periode meer dan 21,8 miljoen euro aan salaris en bonussen toucheerde.
bron
quote:Een ondernemer, aldus Verwaayen, blijft. Een ondernemer blijft bij zijn product, een ondernemer blijft bij zijn onderneming, een ondernemer ìs misschien zelfs wel zijn product en/of zijn onderneming. En een manager. Tsja, die is tijdelijk. Die is er maar even, het liefst tot het moment dat mensen vragen ‘Waarom ga je weg?' en niet ‘Wanneer ga je weg?'. Een manager is van voorbijgaande aard en hoeft (daarom) ook niet de details van het product te kennen.
Werkelijk... geloven we dit? Jij en ik en iedereen die de uitzending zag? Dat een ondernemer bij zijn product blijft? Ik ken er weinig. Mijn vader was tuinder, toch niet het meest vooruitstrevende type ondernemer. Maar ondernemer genoeg om komkommers met tomaten af te wisselen, en braakstaande grond te verhuren als stalling voor caravans en campers. Wat nou ‘bij je product blijven'? In mijn kennissenkring zijn er meer ‘ondernemers pur sang', zo noemen ze zich graag: types die een kans om te ondernemen zien, en die ook grijpen, om na een paar jaar zo'n bedrijfje te verkopen - als het teveel ‘managen' wordt, bijvoorbeeld - en dan iets heel anders te gaan opstarten.
Verwaayens positionering van de manager vind ik nog meer discutabel. Alhoewel ik aan den lijve heb ondervonden dat managers inderdaad van tijdelijke aard zijn, (job-rotation en ontslagrondes hebben zo hun weerslag op de houdbaarheidsdatum van een manager) vind ik het wel heel kort door de bocht om ze ‘te vrijwaren' van elke vorm van inhoudelijke kennis. Om ze vleugels te geven om overal heen te vliegen, en het goed te praten dat ze net lang genoeg neerstrijken om mensen (verbijsterd, of geschrokken, of teleurgesteld) aan hen te laten vragen ‘Waarom ga je weg?'
Of blijven slechte managers maar zo kort, omdat ze bang zijn tegen de lamp te lopen en dan onvermijdelijk te horen krijgen: ‘Wanneer ga je weg?'
bron
quote:Steve Jobs een natuurtalent? Welnee, hij had gewoon wat geluk
Geniaal, magisch, uniek. In de media wordt geen superlatief geschuwd om de grootsheid van de gisteren overleden Apple-oprichter Steve Jobs te cultiveren. Wederom laat de wereld zien dat ze niets van succes begrijpt.
Alle necrologieën ademen eenzelfde bewondering: dit was een selfmade man, iemand uit een arbeidersgezin wiens talent te volumineus voor het collegebankje was. Karakter, intelligentie, levensstijl: hierin zou Jobs recept, of algoritme, verscholen liggen. Niet te evenaren, want genetisch bepaald. Een code die hem een mythisch aanzien verschafte.
Onzin, allemaal gebakken lucht, respectvolle doch zinloze bladvulling. Weliswaar heeft Jobs de industrie op zijn kop gezet, ons tot grotere technologische hoogten gebracht, maar dat is meer een verdienste van zijn omgeving dan van hemzelf. Althans, dat is de uitkomst van een studie van Malcolm Gladwell. De wetenschapsjournalist onderzocht minutieus de levensverhalen van de 75 rijkste mensen ooit. Evenals die van de grootste kunstenaars en sporters, zoals Amadeus Mozart en Michael Jordan.
Er zit een patroon in, ontdekte Gladwell toen hij wat afstand nam van zijn tabellen. Een patroon dat minder magisch is dan we denken. Niet de uitzonderlijke talenten, maar de meevallers en de milieus bleken de gemene deler. Steve Jobs en Microsoft-oprichter Bill Gates haalt hij aan als exemplarische voorbeelden in het boek Outliers: The Story of Success (Little, Brown and Company, november 2008).
Genetisch voordeel inferieur aan maatschappelijk milieu
Gladwell maakt zijn punt het meest helder in een paragraaf over de ecologie van het organisme. “De hoogste eik in het bos is niet alleen het hoogst omdat hij uit de sterkste eikel is gegroeid. De eik is ook het hoogst omdat er geen andere bomen waren die zijn zonlicht blokkeerden, omdat de bodem eromheen diep en vruchtbaar was, omdat er geen konijn aan zijn schors knabbelde toen hij nog een jong boompje was, en omdat hij niet door een houthakker is omgehakt voordat hij volwassen werd.”
De onderzoeksjournalist wil hiermee zeggen dat succesvolle mensen weliswaar uit krachtig zaad voortkomen, maar dat hun genetische voordeel inferieur was aan maatschappelijke opstekers. Waar het echt om gaat is dit: het zonlicht dat hen verwarmde, de grond waarin ze hun wortels plantten en de konijnen en de houthakkers die hen met rust gelaten hebben. “Dit is geen verhaal over hoge bomen. Dit is een verhaal over bossen.”
Het gaat dus om het bos. Het bos waarin Steve Jobs en Bill Gates tot grote hoogte konden stijgen. Gladwell gidst ons eerst door het bos waarin de Microsoft-topman opgroeide. Toen Bill in de tweede klas zat kocht zijn school, het particuliere Lakeside, de zogenaamde ASR-33 Teletype. Een timesharingterminal die een directe verbinding had met een mainframecomputer in de binnenstad van Seattle. “Bill Gates kon gaan programmeren in de tweede klas van de middelbare school in 1968! Vanaf dat moment woonde Gates in de computerruimte”, schrijft Gladwell.
Het was geen gewone computer, maar het nieuwste van het nieuwste: één die zonder het tijdrovende ponskaartensysteem werkte, waarmee computerwetenschappers in die tijd zelfs nog mee in de weer waren. Gates: “Het was een obsessie voor me. Het kwam maar zelden voor dat we in een week minder dan twintig of dertig uur bezig waren.”
Hij groeide op in de branche waar hij later zou heersen
Steve Jobs woonde in een soortgelijk bos. Hij groeide op in Mountain View Calfornia, even ten zuiden van San Francisco, in het epicentrum van Silicon Valley, het industriegebied waar bedrijven als Hewlett-Packard en Intel het licht zagen. Jobs was een knutselaar en struinde alle elektronicabeurzen af op zoek naar onderdelen.
Om gratis aan onderdelen te komen belde hij iemand in de buurt, Bill Hewlett, oprichter van Hewlett-Packard. “Jobs kreeg niet alleen de gevraagde onderdelen, maar hij wist ook een vakantiebaan los te peuteren. Jobs werkte bij een assemblagelijn voor het bouwen van computers en hij was zo gefascineerd dat hij er zelf één probeerde te bouwen.” In de woorden van Gladwell: “Jobs groeide in de branche op waar hij later zou heersen.”
Als tieners waren Jobs en Gates dus niet alleen slim en creatief, ze hadden ook de beschikking over de beste doeken, pencelen en verfsoorten. Daarbij wandelden ze tussen mensen die het al gemaakt hadden. Vergelijk het met iemand die leuke kleertjes kan ontwerpen, zegt Gladwell. Het helpt dan enorm als je buurman Giorgio Armani is en af en toe wat zijden komt brengen in plaats van rommelmarkttroep.
Wees jong als de revolutie uitbreekt
Natuurlijk zijn er ook tal van tycoons die niet in het perfecte bos opgroeiden. Maar het gaat Gladwell om de patronen. Om die te ontdekken heeft hij de Forbes-lijst van de 75 rijkste personen ooit bestudeerd. In de lijst, die aangevoerd wordt door grootindustrieel John D. Rockefeller (1839 – 1937), ontdekte hij dat 14 van de 75 rijksten allen Amerikaan zijn die binnen negen jaar van elkaar zijn geboren in het midden van de negentiende eeuw.
Toeval? Allerminst, betoogt Gladwell. “In de jaren zestig en zeventig van de negentiende eeuw maakte de Amerikaanse economie misschien wel de grootste metamorfose van haar geschiedenis door. Het was de tijd waarin de spoorwegen werden aangelegd en Wall Street in opkomst was. Het was de tijd waarin de industriële fabricage pas goed begon. Het was de tijd waarin alle regels van de traditionele economie, werden gebroken en opnieuw bepaald.” Als je echt wilde profiteren van die condities moest je begin twintig zijn ten tijde van de metamorfose. “Je moest geboren zijn tussen 1831 en 1839.”
Terug naar Steve Jobs (24 februari 1955) en Bill Gates (28 oktober 1955). Zij waren begin twintig toen de Altair 8800, de eerste minicomputer ter wereld, in januari 1975 op de markt kwam. Dat moment wordt aangemerkt als de belangrijkste datum in de geschiedenis van de pc-revolutie. “Als januari 1975 de dageraad van het pc-tijdperk was, wie zou dan in de beste positie zijn om daar zijn voordeel mee te doen? Hier gelden dezelfde principes als in de tijd van John Rockefeller. Allereerst zou je natuurlijk niet te oud moeten zijn aan het begin van de revolutie. Alleen de jongeren hebben de vrijheid en het lef om een nieuw paradigma te omarmen”, zo duidt Gladwell de overeenkomst. Ook Bill Joy mag hier niet onvermeld blijven. Deze oprichter van Sun Microsystems, geboren op 8 november 1954, wordt wel de Edison van internet genoemd. “Als hij wat ouder was geweest, zou het venstertje dat hem de kans gaf om een ondersteunende code voor internet te schrijven intussen gesloten zijn.”
Niet iedere softwaretycoon werd in Silicon Valley geboren in 1955, geeft Gladwell toe. “Sommigen werden dat niet, net zomin als elke zakenreus in de Verenigde Staten in het midden van de jaren dertig van de negentiende eeuw werd geboren. Maar hier zijn heel duidelijk patronen waar te nemen, en het opvallende is dat we daar zo weinig over lijken te willen praten. We doen alsof succes een kwestie is van individuele verdienste, maar uit niets in de verhalen die we tot nu toe hebben gezien blijkt dat de zaken zo eenvoudig zouden liggen.”
Meevallers bij uitblinkers zijn geen uitzondering, maar regel
Alle uitblinkers profiteerden volgens Gladwell van de één of andere ongewone kans. “Het lijkt erop dat meevallers bij softwaremiljardairs, rockbands en topatleten geen uitzondering zijn, maar regel.” Zij werden volwassen in een tijd waarin een extra inspanning werd beloond door de rest van de maatschappij.
Datgene wat wij als talent zien is volgens Gladwell in werkelijkheid een ingewikkelde combinatie van aanleg, kansen en een volkomen willekeurig voordeel. Gladwell betoogt eigenlijk dat Mozart, Jobs, Gates en Rockefeller hun successen niet zozeer zelf gecreëerd hebben, maar dat hun succes vooral een product was van de wereld waarin zij opgroeiden. “Er zat een logica achter”, zo richt Gladwell zich op bladzijde 76 tot zijn lezers. “Bedenk eens welke aanlokkelijke mogelijkheden zich zouden voordoen als we die logica begrepen.”
En nu de echte bewijzen
Klinkt allemaal plausibel, zult u denken. Maar waar is het echte bewijs dat het bos de boom maakt? Dat geeft Gladwell op pagina 27, een tabel waarin alle A-spelers van het Canadese ijshockeyteam Medicine Hat Tigers zijn opgenomen: naam, veldpositie, links- / rechtshandig, lengte, gewicht, geboortedatum, geboorteplaats.
Wat valt er op, vraagt Gladwell. Velen zullen opmerken dat de geboortejaren dicht bij elkaar liggen. Ook gewicht en lengte schommelen niet al te veel. Maar dat zijn niet de gemene delers voor succes, verklapt Gladwell. Dat is de geboortemaand. Zeventien van de vijfentwintig spelers in het team zijn geboren in januari, februari, maart of april. Waarvan acht in januari. Een patroon dat zich voordoet bij alle Canadese ijshockeyspelers in het topklassement.
Gladwell gaat hier zweven, zal de lezer denken. Hij gaat over sterrenbeelden mijmeren, de fopwetenschap die astrologie heet. Maar niets is minder waar. De reden, de gemene deler van het succes, is simpelweg dat 1 januari de sluitingsdatum is voor de verkiezingen van leeftijdsklassen bij het Canadese hockey.
Dat betekent dat een kind voor de divisie van negenjarigen kan worden gekozen als hij op 1 januari negen jaar oud is. Het is dus mogelijk dat een jongen die tien wordt op 2 januari naast iemand speelt die pas in december tien wordt; en op die leeftijd, vóór de puberteit, betekent een leeftijdsverschil van twaalf maanden een enorm verschil in fysieke rijpheid. Gladwell onderzocht ook het Britse voetbal, waar de grensdatum voor de selectie op 1 september is vastgepind. Een grote meerderheid van de toppers bleek tussen september en november geboren te zijn.
En wat gebeurt er als een speler wordt gekozen voor zo’n topploeg? Gladwell: “Hij krijgt een betere coaching, zijn teamgenoten zijn beter en hij speelt vijftig of vijfenzeventig wedstrijden per seizoen in plaats van twintig, zoals degenen in de house league, en hij oefent twee of zelfs drie keer vaker dan hij anders had gedaan. Als hij in het begin nog niet inherent beter was, maar alleen wat ouder, zal hij rond zijn dertiende of veertiende, met het voordeel van betere coaching en al die extra oefening achter de rug, werkelijk beter zijn, en daarom meer kans hebben om te worden gekozen voor de Canadian Hockey League, en van daaruit voor de hoogste divisies.”
Oefenen, oefenen, oefenen. Want oefening baart kunst
Het kleine detail van de vroege selectie werkt dus groots uit: het geeft tijd, tijd om te oefenen met de beste instrumenten, onder de beste omstandigheden. Om precies te zijn: tienduizend uur in tien jaar tijd.
Talenten hebben hun ‘Hamburg’ nodig, schrijft Gladwell. Daarmee doelt hij op de periode van de Beatles voordat zij als band doorbraken. “In 1960, toen ze nog maar een worstelende middelbare-schoolrockband waren, werden ze uitgenodigd om in Hamburg in Duitsland te spelen”, weet Gladwell. “Er was een bepaalde clubeigenaar die oorspronkelijk kermisbaas was. Hij vatte het plan op om rockgroepen in verschillende clubs te laten spelen. Ze hadden een formule. Het was een enorme non-stopshow. De bands moesten aldoor blijven spelen om het voorkomende verkeer vast te houden.”
In Liverpool hadden de Beatles nooit sessies van langer dan een uur gedaan en speelden ze bij elke gelegenheid alleen maar hun beste nummer, zoals zoveel bands doen. “Maar in Hamburg”, zo vertelde John Lennon in een interview, “speelden we acht uur aaneen. We moesten echt een nieuwe manier van spelen zien te vinden.”
Alles bij elkaar traden ze 270 avonden op in net iets meer dan anderhalf jaar. Tegen de tijd dat ze in 1964 hun eerste uitbarsting van succes hadden, hadden ze ongeveer 1200 keer live opgetreden. Dat is meer dan de meeste bands van tegenwoordig in hun hele carrière doen. “Het is de vuurproef die de Beatles van de anderen onderscheidde”, aldus Gladwell.
Doe waar je zelf zin in hebt
Als er één iemand is die zijn ‘Hamburg’ heeft gehad, dan is het wel Steve Jobs. Een speech die hij in 2005 op een afstudeerplechtigheid van Stanford University gaf, onthult de geheimen van zijn jongvolwassen leven. Hij studeerde zes maanden aan Reed College, een prestigieuze universiteit voor de kunsten. Daarna gaf hij er de brui aan, maar bezocht nog wel colleges: alleen de colleges die hem interesseerden, zoals kalligrafie waarin Reed College toonaangevend was. Later zou hij die kennis verwerken in de typografie van de legendarische Macintosh-computer.
Dat hij überhaupt aan Reed College kon studeren had te maken met een bijzonder contract. Jobs biologische moeder stelde aan de adoptieouders, arbeiders met een laag inkomen, de eis dat haar zoon ooit zou gaan studeren. Vervolgens deed Jobs op Reed College gewoon waar hij zelf zin in had: hij stak alleen tijd in studie die hij nuttig achtte om vervolgens op zolder computers in elkaar te knutselen.
Jobs had niet alleen het geluk dat hij in het juiste bos verkeerde, maar ook dat hij al vroeg wist wat hij wilde. “Je werk beheerst een groot deel van je leven”, zei hij tegen de zojuist afgestudeerden op Stanford. “En de enige manier om tevreden te worden is door te geloven dat wat je doet groots is. En de enige manier om groots werk te doen is om te houden van wat je doet. Als je het nog niet gevonden hebt, blijf dan zoeken.”
Leef elke dag alsof het je laatste is
De ironie wil dat Jobs niet zei wat hij werkelijk dacht: als je het nu nog niet gevonden hebt, dan ben je te laat om mij ooit nog in te halen. Eigenlijk lachte hij al die brave afstuderende studenten in hun gezicht uit. Want die tienduizend uur in tien jaar had Jobs al te pakken toen hij eerstejaars was. Tegelijkertijd had hij een bewonderenswaardige levensfilosofie. “Toen ik 17 was las ik iets wat hierop neerkwam: ‘Als je elke dag leeft alsof het je laatste is, dan heb je op een dag gelijk.’ Dat maakte indruk op me, en sindsdien keek ik dagelijks in de spiegel en vroeg me af: ‘Als vandaag de laatste dag is, zou ik dan willen doen wat ik nu doe?’ Als het antwoord ‘nee’ was, dan wist ik dat ik iets moest veranderen.”
Deze fatalistische inslag had Jobs dus al decennia voordat hij ziek werd. “Dood is de beste uitvinding van het leven”, vindt hij. Het dwingt je tot de juiste keuze, zorgt dat je geen tijd verdoet.
Jobs mag dan misschien in het perfecte bos geboren zijn, maar zijn antenne voor kansen en beslissingsmomenten is een eigenschap. Een karakter dat hem net zo goed tot de top bracht. Aan kanker stierf hij, maar keuzestress was hem vreemd. Hij ging recht op zijn doel af met een voorsprong die hem door maatschappelijk toeval gegeven is.
Het bos maakte van Jobs een hoge boom. ‘Door de bomen het bos niet meer zien’, is dus niet alleen een gezegde, maar ook een wetenschappelijke waarheid. Zeker als het om hoge bomen gaat. Iets dat Jobs dondersgoed wist: hoe meer we tegen hem opkeken, hoe meer Macs, iPhones en iPads we kochten. Van een beetje mediastrategie was zijn Apple niet vies. Maar wat Jobs echt tot de absolute top deed rijzen was zijn bewustzijn: de informatierevolutionair had door hoe bijzonder zijn bos was.
Bron: NRC
Achteraf blijkt natuurlijk altijd dat sommige mensen succes hebben gehad met hetgeen ze deden. Steve Jobs zegt zelf ook dat zijn cursus in lettertypen geen doel diende, maar later van doorslaggevende belang bleek te zijn. Toeval. Nu kun je, door handig gebruikt maken van het toeval, proberen om het succes af te dwingen. Maar als je beter kijkt, zal blijken dat op ieder succesverhaal er velen zijn die misgrijpen. Daarom kan het beleid zich beter richten op de basis. Een land doet er verstandig aan om ervoor te zorgen dat mensen een goede opleiding krijgen, zich in werk kunnen ontplooien, er een rijke brede levendige cultuur is, en een open maatschappelijk debat.quote:Op donderdag 23 augustus 2012 00:47 schreef Tomatenboer het volgende:
Ook is het me bij het verhaal van Ben Verwaayen nog maar eens opgevallen dat het eigenlijk belangrijker is in welk milieu je opgroeit en de contacten die je hebt, wat betreft je kansen van slagen, dan je inzet en ideeën. Zie ook zijn verhaal mbt de oprichting van een militaire vakbond. "Je moet iemand kennen, die dan weer iemand kent etc."
Dat onderschrijf ik volledig. Een Meritocratie waarin iemand carriere maakt op basis van volledig zijn eigen inzet is naar mijn mening een utopie. Kansen, geluk, afkomst, gezondheid etc. zijn hierin vele malen belangrijker.
Ook het voorbeeld van Steve Jobs bijvoorbeeld, het is goed wat hij heeft gepresteerd en heeft uitgedokterd.
Maar ik heb hier ooit een interessante discussie over gehad met een hoogleraar die mij vertelde dat Steve Jobs nooit het succes had kunnen hebben als hij niet in exact de juiste tijdspanne de juiste leeftijd had om daarmee aan de slag te gaan.
Het was begin jaren 70 en die technieken waren net in opkomst, en Steve Jobs was een jaar of 16 / 17. Was hij in die periode jonger geweest dan had hij nog op school gezeten. Was hij in die periode ouder geweest dan had hij al gewerkt.
Was hij eind jaren 70 een drop-out geweest dan was de pc of iets soortgelijks waarschijnlijk al uitgevonden en ontwikkeld.
Om maar aan te geven dat omstandigheden en factoren in grote mate het geluk en succes bepalen.
Ook die stelling ontkracht de liberale mythe dat "succes een keuze" is, althans succes in de mate als Steve Jobs komt maar eens in de zoveel tijd voor natuurlijk, en daarvoor moet alles op z'n plaats vallen.
Dit maakt bovendien de legitimatie voor een maatschappij van "winnaars en verliezers" discutabeler, en ik denk ook niet dat veel mensen daar uiteindelijk gelukkig van worden.
Op zich is er niets mee dat iemand veel oefent. Steve Jobs was, itt Ben Verwaayen, een gepassioneerd mens. Ben zegt dat hij niet geobsedeerd bezig is met zijn werk. Hij doet een taak en verder vind hij het wel best. Maar hij bewondert gepassioneerde mensen zoals Steve Jobs. Hij ziet dat deze mensen vast geknoop zitten aan hun ding, en noemt dat ondernemers (en dat is eigenlijk een verkeerde term daarvoor, want het verwijst teveel naar de hedendaagse markt logica). Daar tegenover stelt hij de manager, die komt om een bepaalde taak uit te voeren en weer vertrekt, zoals hijzelf.quote:Op donderdag 23 augustus 2012 09:39 schreef Haushofer het volgende:
Die verheerlijking van een jobs zie je ook bij een daniel tammet, een savant met een beuitengewoon goed geheugen. Natuurlijk wordt dat verkocht als iemand die heel erg begaafd is, maar de waarheid is dat hij veel geoefend heeft en geheugentechnieken toepast die iedereen kan leren. Het wonder/talent aspect spreekt mensen toch meer aan dan honderden/duizenden uren van oefenen.
Veel wordt op één hoop gegooid en onder de noemer van marktwerking / ondernemen gebracht. Er is het ondernemen, dat verwant is met het zoeken naar een opening door een wetenschapper in een wetenschappelijk vraagstuk. Er is ook het arbeidsdiscipline model, waarin een medewerker in een keurlijf wordt geplaatst, en wordt gewezen op de noodzaak om je brood te verdienen, in concurrentie met anderen die hetzelfde doen als jij. De vrije ondernemer heeft ruimte / kansen nodig om zich te kunnen ontplooien, en tegelijk worden de mogelijkheden van productiemedewerker gecastreerd. Een leider-volger systeem, waarin de waarden en idealen van de één, het graf voor ander vormt.quote:Op donderdag 23 augustus 2012 14:45 schreef Tomatenboer het volgende:
Oefening baart kunst zegt men niet voor niets toch.
Alleen wel jammer dat men geen tijd meer gegund wordt om te oefenen of kennis te vergaren, men moet er tegenwoordig gelijk staan. Een beetje gechargeerd gesteld, maar daar komt het wel op neer.
Ook Ben Verwaayen zei bij Zomergasten dat inhoudelijke kennis bijvoorbeeld niet nodig was bij het creeëren van "toegevoegde waarde" zoals hij het zelf noemde.
Dat is ook een onderdeel ervan, die toegevoegde waarde lijkt tegenwoordig belangrijker dan de inhoud zelf. Snel geld ipv passie.
Ondertussen hebben we wel de hele samenleving zo ingericht, en leren we onze kinderen, dat we het "snelle geld" nastreven ipv onze passies.
Je ziet dit marktdenken ook sterk in de beoordeling van fundamentele wetenschap, iets wat erg jammer is. Mensen kunnen vaak niet dat onderzoeken wat ze interessant vinden. In de vs zie je nog sterker die " follow the leader" mentaliteit.quote:Op donderdag 23 augustus 2012 14:19 schreef deelnemer het volgende:
[..]
Op zich is er niets mee dat iemand veel oefent. Steve Jobs is, itt Ben Verwaayen, een gepassioneerd mens. Ben zegt dat hij niet geobsedeerd bezig is met zijn werk. Hij doet een taak en verder vind hij het wel best. Maar hij bewondert gepassioneerde mensen zoals Steve Jobs. Hij ziet dat deze mensen vast geknoop zitten aan hun ding, en noemt dat ondernemers (en dat is eigenlijk een verkeerde term daarvoor, want het verwijst teveel naar de hedendaagse markt logica). Daar tegenover stelt hij de manager, die komt om een bepaalde taak uit te voeren en weer vertrekt, zoals hijzelf.
Ik denk ook dat deze passie voortvloeit uit het pad dat iemand bewandeld en al vroeg begint. Eenmaal op dit pad blijven mensen erop voortborduren. Zo zie je Bob Dylan, Mick Jagger of Madonnna op oudere leeftijd zichzelf nog steeds het podium ophijsen, maakt Woody Allen nog ieder jaar een film, schrijft een bekende romanschrijver weer een nieuw boek, etc.
Passie is belangrijk als je, voorbij het conventionele, nieuwe wegen wilt bewandelen. Tal van interessen kunnen uitgroeien tot een passie. Er zijn mensen die gepassioneerd zijn van wetenschap en wetenschappelijke idealen (bv Richard Feynman), mensen die gepassioneerd zijn van kunst en artistieke idealen (bv Hans van Manen, Martha Graham), mensen gepassioneerd door politieke idealen (bv Gandhi, Maarten Luther King), mensen gepassioneerd door morele / filosofische kwesties (Simone Weil, Wittgenstein).
Afhankelijk van waar iemands passie naar uitgaat, spreekt hij over inspirerende richtingevende waarden: waarheid, schoonheid, rechtvaardigheid, ondernemen, etc. Maar de waarden van verschillende passies kunnen gemakkelijk conflicteren. De passie die Verwaayen bewonderd is van een bepaald soort, gericht op ondernemen en markt succes. Met deze eenzijdigheid is op zichzelf niets mis, het is zijn specialisme, tenzij je de gehele samenleving erop wilt inrichten.
Naar mijn overtuiging is onze samenleving juist destructief bezig, als het gaat om gepassioneerde mensen. Passie verhoudt zich iha slecht met economisch en marktconform denken. Het economische is te resultaatgericht voor creativiteit, en het marktconforme is te conventioneel voor creativiteit. Gepassioneerde mensen zijn vaak juist niet gemakkelijk in te passen in een bedrijf. Ze streven hun eigen doelen na, vanuit eigen motieven, ipv zich de wet te laten voorschrijven door een docent, CEO, of politicus. Zo word je zelfs nog ontslagen bij het bedrijf dat je zelf hebt opgericht, zoals Steve Jobs.
Zo vond ik het verrassend wat Paul Verhoeven in een eerdere aflevering van zomergasten vertelde. Hij had in de VS niet de vrijheid een film te maken naar eigen inzicht. Hoewel een gevierd filmmaker, loopt hij aan de leiband van film producenten en geldt er een strikt hierachische orde van beslisingbevoegdheden. Als Paul Verhoeven al niet de vrijheid heeft om zelf een filmproductie te ondernemen (er is teveel geld mee gemoeid), hoeveel vrijheid heeft een gewone burger dan om iets te ondernemen?quote:Op donderdag 23 augustus 2012 22:36 schreef Haushofer het volgende:
[..]
Je ziet dit marktdenken ook sterk in de beoordeling van fundamentele wetenschap, iets wat erg jammer is. Mensen kunnen vaak niet dat onderzoeken wat ze interessant vinden. In de vs zie je nog sterker die " follow the leader" mentaliteit.
Het hangt er erg vanaf wat je mogelijkheden zijn en waar je terecht komt. Gepromoveerde wetenschappers kunnen vaak niet verder in de wetenschap, en voor het bedrijfsleven is het een hele verkeerde achtergrond. Je hebt geen concreet vak geleerd en intellectuele eerlijkheid is in het bedrijfsleven een ongewenste eigenschap. Als je een beroepsopleiding hebt gedaan is het makkelijker. Dan is het een kwestie van niet te lang blijven hangen op een plek waar je je niet kunt ontwikkelen (het ene bedrijf is het andere niet). Mensen die niet uit een gezin komen waar je wereldwijs gemaakt wordt, maar alleen netjes wordt opgevoed, en zich moeten behelpen met de ideologische propaganda van bedrijven en media, zijn veel te naief.quote:Op vrijdag 24 augustus 2012 00:01 schreef Tomatenboer het volgende:
Overigens @ deelnemer, jij hebt ooit eens in een ander topic vertelt dat je wetenschapper bent, hoe ervaar jij in de praktijk, in het dagelijks leven de eventuele tekortkomingen of belemmeringen van de liberale markt cq het kapitalisme?
Integere mensen zijn ongeschikt voor topfuncties omdat het er te onverantwoordelijk / corrupt aan toe gaat. Het gaat dan ook niet alleen om gelijke kansen, maar ook om de verzieking van de werksfeer.quote:Je liet haarfijn zien dat je dus dit soort man moet zijn om het ver te schoppen in het bedrijfsleven. Ik vond dat verhelderend. Want ik dacht dat je juist als topman van zo’n gigantisch bedrijf en dan ook nog eens in Frankrijk, een hele reeks filosofische vergezichten en persoonlijke bevliegingen paraat moest hebben. Een REDEN waarom je alles doet. Die had hij niet. En op een gegeven moment liet je het maar zo, wat eigenlijk heel gemeen was, maar ook weer rechtvaardig.
Ben Verwaayen heeft de ballen verstand van de inhoud van het bedrijf dat hij leidt, zei hij. Na zeven jaar ging hij weer wat anders doen omdat je anders ‘je eigen verhaal terugkrijgt’. Hahaha, goeie.
Hij zei dat het ook niet nodig is de essentie te begrijpen van zo’n bedrijf. Verwaayen moest het blazoen van ITT, een multinational die werd beschuldigd van betrokkenheid bij de staatsgreep tégen Allende, oppoetsen. En dat deed hij, ongeacht de vraag of het klopte. Dat was pas een spannende klus geweest, zei hij!
Hij had niks met de programma’s van John de Mol en Joop van den Ende, maar het was wel de leukste periode in zijn leven toen hij president commissaris was geweest van Endemol. Hij was bij de VVD gegaan omdat hij de politiek een ´goede leerschool’ vond en omdat hij voor vrijheid was. Hij wilde de wereld beter maken, maar hij bedankte ervoor als minister zijn handen vuil te maken. Hij vindt Mark Rutte een rascommunicator omdat die twee keer hetzelfde zegt als hem een kritische vraag gesteld wordt.
Europese bedrijven moeten veranderen zei hij, om de opkomst van China het hoofd te kunnen bieden.
Noem eens zo’n nodige verandering, vroeg je, keer op keer. Uiteindelijk kwam het antwoord. Europese bedrijven moeten ‘iets anders gaan doen dan vandaag’, ‘keuzes maken en ‘de mouwen opstropen’ (Verwaayen zei het echt), ‘innoveren’, en Europa moet een centrale baas krijgen. Ik kraste me suf op de kaart van de bullshit bingo van de managementspeak.
Jammer dat de naam Wilders niet viel, en het salaris van Verwaayen, vorig jaar 2,25 miljoen euro – in verhouding tot al die ontslagen mensen. Ook jammer: dat je niets vroeg over het gevallen kabinet van rascommunicator Rutte. Misschien dacht je, terecht, dat er dan nog meer holle vaten opengetrokken zouden worden.
bron
Helemaal mee eens. Ik kan hier een mooi praktijkvoorbeeld bij vertellen.quote:Om niet in conflict te komen met de winstoogmerken van het bedrijf en de keuzes van het management, dient een moderne werknemer zich te onthechten van zijn inhoudelijke werkzaamheden. Als je inhoudelijke waarde aan toekent aan je werkzaamheden en daaraan je motivatie ontleent, dan bent je niet goed bestand tegen managers die deze zaken voor je ogen de nek omdraaien. Dat kan op ieder moment gebeuren en daarin hebt geen inspraak. Men noemt deze inhoudelijke onthechting een professionele of zakelijke houding. De ontkoppeling van motivatie en handelen, wordt door bezielde mensen als rampzalig ervaren.
Ik ken tal van dit soort voorbeelden.quote:Op vrijdag 24 augustus 2012 12:49 schreef Tomatenboer het volgende:
[..]
Helemaal mee eens. Ik kan hier een mooi praktijkvoorbeeld bij vertellen.
Ik heb enkele maanden geleden gesolliciteerd als (telefonisch) klantenservicemedewerker bij de Rabobank. Er werd gevraagd om integere klantgerichte werknemers, de functie was niet direct commercieel van aard.
Ik ben het niet geworden omdat ik - letterlijk! - te integer zou zijn voor de functie. Ik moest een aantal assesments doen, welke ik met goed resultaat voltooide, enkel bij de voorbeelden van klantadvisering bleek ik niet "commercieel" genoeg. Ik ging namelijk meestal voor oprecht advies van de klant, maar beter was het geweest als ik bepaalde zaken min of meer verzweeg voor de klant en de klant tot 2 beperkte keuzes dwong (die uiteraard meer geld opleverden).
Nu kun je zeggen dat dat niet slim geweest is van mij, geen commercieel inzicht en te naief, maar als ik mijn functie oprecht wil uitvoeren, met plezier, en mezelf recht in de spiegel wil durven aankijken, dan wil ik ook een goed gevoel hebben bij de adviezen die ik geef, is dat zo gek dan?
Ik vind het dan ook niet vreemd dat steeds meer mensen moeite krijgen met dat keurslijf waarin ze zitten, die voorgeprogrammeerde riedel die ze moeten verkopen zonder eigen inbreng. Het is in feite gewoon het voorliegen van mensen en heeft niets meer met de oorspronkelijke doelstelling van de functie te maken.
Zo raak je als samenleving ontweest. Als werknemer vanwege het bovenstaande, en consumenten raken - terecht - het vertrouwen kwijt in instellingen. Uiteindelijk is dit alleen maar slechter voor de maatschappij, maar korte termijn winst staat al decennia voorop, en ik heb niet de illusie dat dat snel zal veranderen.
quote:Op vrijdag 24 augustus 2012 00:35 schreef deelnemer het volgende:
[..]
Mensen als Noam Chomski, Joe Stiglitz, Naomi Klein, etc spelen daarin een belangrijke rol.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |