Op de heen-en terugweg in de file in een kokende auto.
Je hebt je beurs getild aan de Koelbox en het windscherm voordat je een plekje hebt gevonden.
Terwijl je het windscherm opzet moet je uitkijken voor rondvliegende frisbees, loslopende honden en/of Duitsers die het plekje opeisen. Het is bloed heet en geen plek voor een schaduw.
Je gaat je insmeren met factor-8. Eénmaal gebeurd probeer je, zonder het zand te raken, op de handdoek te gaan liggen. Dat mislukt en het zand blijft aan je huid kleven. Irritant gevoel en je gaat de zee in om het zand eraf te spoelen. Je wil je opnieuw insmeren maar de zonnebrandolie pakt niet omdat je huid niet droog genoeg is. Dan maar later proberen. Ondertussen vreet de zon zich een weg in je huidoppervlak en de eerste zandkorrels melden zich in je bilnaad.
Op de terugweg naar je handdoek heb je geprobeerd de kwallen te ontwijken. Niet helemaal gelukt en er ontstaat een brandend gevoel in je voetzool. Desinfecteren dus. Je kunt met je pens amper bukken en mensen kijken lachend toe.
Kinderen beginnen ondertussen te vragen of ze wat mogen eten en drinken.
Blijk je de broodjes te zijn vergeten. Dan maar naar het strandpaviljoen. Kinderen eisen op hoge toon patatjes. Om van het gezeur af te zijn stem je in. Je bent immers een dagje aan het genieten. Je schrikt je het apenlazerus bij het afrekenen. Daar had je thuis een weeklang van kunnen dineren. Weer terug op je plek blijkt er een Duits gezin pal voor je zorgvuldig gekozen uitzicht op twee topless schoonheden te zijn gaan bivakkeren.
Nu blijkt ook nog eens dat je beter een parassol ipv windscherm had mee kunnen nemen. De hitte is bijna ondragelijk.
Je verwijt je vrouw dat ze niet naar je geluisterd heeft en krijgt en-publice een heftige woordenwisseling. Precies op dat moment vraagt je jongste dochter waar de sinas blijft. Dit word je even teveel en geeft haar een mep. Kind huilen, vrouw nog harder schreeuwen.
Uit wanhoop trek je een blikje bier open. Zo lauw als kattenpis. Dan maar de zee in. Tussen de ronddrijvende kwallen doe je alsof je plezier hebt. Om indruk te maken op de langszwemmende deerne, ga je borstcrawlen. Was al lang geleden en je krijgt een scheut zout zeewater binnen. Hoestend en proestend vlucht je uit het water. Kinderen jankend omdat ze er al weer uitmoeten.
De lucht betrekt en er komen dreigende wolken aangedreven. Het is dan wel 32-graden, maar de natuur blijft onvoorspelbaar. De wind laait ook op met als gevolg dat het windscherm uit zijn voegen wordt getild en zich een weg baant over het strand. Achter het windscherm aanjagend voel je de eerste druppels.
Na tien minuten kun je eindelijk je dagelijkse kleren aantrekken. Maar dat gaat amper door de inmiddels neergutsende regen. Kleddernat trek je de kleren aan. De zonnenbrandcreme vermengt zich met de binnenkant van je spijkerbroek. Het begint te jeuken en te irriteren.
Het windscherm is door de neerslag nog zwaarder geworden. Eénmaal bij de auto ben je doodop.
Je ziet op tegen de terugreis. Immers iedereen vertrekt op hetzelfde moment. Dat worden 2 lange uren besef je. Stervend van de honger kom je thuis aan. Weer ruzie over wie als eerste onder de douche mag. Je vindt het allemaal wel goed op dat moment. Je bent weer op vertrouwd territorium, en daar ben jij de baas. Je trekt een koude beugelfles Grolsch open, pakt de afstandsbediening, net optijd voor GTST, en zucht voldaan tegen je vrouw. 'Het was een mooie dag Beppie, die nemen ze ons niet meer af.'
![Guy-Stuck-In-Chair.jpg]()
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !