Dat is hetzelfde.quote:Op zaterdag 23 juni 2012 15:28 schreef Miraculously het volgende:
Dat lijkt me dan [ afbeelding ]
Maar waarom dan eerst delen door l en dan pas keer A, want dat deed ik eerst andersom, en dan kwam ik uit op dit:
[ afbeelding ]
Je tweede afgeleide van θ(t) naar t is fout.quote:Op donderdag 28 juni 2012 17:17 schreef dynamiet het volgende:
Ik heb de volgende opgave:
[ afbeelding ]
Ik tot zover gekomen:
[ afbeelding ]
Zou iemand mij verder kunnen helpen? Ik kom er niet uit hoe ik de termen c1, c2 en c3 moet bepalen.
Klopt, je moet in ieder geval werken in liters en seconden, dus het is zeker slim om daar al je waarden naar over te zetten.quote:Op donderdag 30 augustus 2012 12:00 schreef orangesjuice het volgende:
in een vat van 500 ml word bij constante temperatuur de volgende reactie uitgevoerd:
CH3Cl + I- >>>> CH3I + Cl-
tijdens deze reactie wordt op verschillende tijdstippen gemeten hoeveel mol I- nog in het vat aanwezig is. Dat levert de volgende resultaten op.
tijd (min) --------------- hoeveelheid I-
0 ------------------------- 0,250
180 ---------------------- 0,225
360 ---------------------- 0,205
vraag:
bereken de gemiddelde reactie snelheid in het interval 0 - 180 minuten in mol L-1s-1
ik weet niet zeker wat ik hier moet doen, maar kan het kloppen dat ik eerst de 500ml naar L en dat ik de minuten naar seconde moet veranderen?
alvast bedankt
t = 0quote:Op donderdag 30 augustus 2012 17:48 schreef 4Beta het volgende:
Ik neem aan dat de hoeveelheid aanwezige jodide in mol is gegeven?
ja dat was in mol en ik ben eruit gekomen nu, maar nu heb ik nog wat anders.quote:Op donderdag 30 augustus 2012 17:48 schreef 4Beta het volgende:
[..]
Klopt, je moet in ieder geval werken in liters en seconden, dus het is zeker slim om daar al je waarden naar over te zetten.
Ik neem aan dat de hoeveelheid aanwezige jodide in mol is gegeven?
Als het evenwicht bereikt is betekent dat de reactie 'gestopt' is. Dat wil zeggen, er gebeurd nog genoeg maar de reactie naar links werkt even snel als de reactie naar rechts en men spreekt dan ook van een evenwichtsituatie.quote:Op maandag 3 september 2012 14:30 schreef orangesjuice het volgende:
[..]
ja dat was in mol en ik ben eruit gekomen nu, maar nu heb ik nog wat anders.
(in een reactie vat van 5,00L brengt men 1,00 mol H2(g) en 2,00 mol N2(g)
deze twee gassen reageren met elkaar onder vorming van ammoniakgas. na enige tijd steld zich een evenwicht in. er is dan 0,100 mol NH3 gevormd: 3H2(g) + N2 -> 2 NH3)
nu is de vraag bereken de concentratie van elk van de drie stoffen als het evenwicht bereikt is. maar uit het boek kan ik het niet ophalen, maar wat bedoelen ze hier bij "als het evenwicht bereikt is"?
Wat dacht je van de calculator van Windows? Die vertelt je meteen dat 10101111 binair gelijk is aan 175 decimaal. Of zet het even om naar hexadecimaal. Dan krijg je AF hex en zie je ook meteen dat dit gelijk is aan 10∙16 + 15 = 175.quote:Op donderdag 6 september 2012 20:46 schreef facile het volgende:
Hallo daar,
Wat betreft informatica,
Ben bezig met Aries Institute of Technology en loop een beetje vast bij de binaire getallen.
onder andere de vragen:
welke reeks decimale getallen wordt door deze binaire getallen weergegeven? 1,10,11,100,101.
welk decimale getal wordt door het binaire getal 10101111 weergegeven?
zijn deze op te lossen met een simpele rekensom of rekenmachine, of is dit nou iets wat je moet leren?
kon er verder geen duidelijke informatie over vinden. alvast bedankt:)
Dit soort sommetjes kregen kinderen vroeger in de vijfde klas van de lagere school.quote:Op vrijdag 7 september 2012 09:24 schreef VaLkyRie het volgende:
Brrr, okee, ik ben bezig met een cursus toegepaste rekenvaardigheden voor mn werk. The horror... Ik ben vroeger altijd meer een alfa student geweest en nu snap ik weer waarom Heb me opgegeven om wat bedrevener te worden met rekensommen, maar ik vraag me af of ik het ooit ga leren
Onderstaande opgave kom ik dus gewoon niet uit, weet niet eens waar ik moet beginnen... Kan iemand er wat licht op werpen? Het zal vast simpel zijn uiteindelijk, maar ik zie het niet...
Aantal motorfietsen totaal: 396.000. Deze zijn verdeeld over 90% bezitters met één motorfiets en 10% die drie motorfietsen bezitten.
Het aantal bezitters van één of meer motorfietsen is derhalve:
Ja erg he Heb wiskunde laten vallen in havo 3 en 10+ jaar nagenoeg niets met rekenen gedaan.quote:Op vrijdag 7 september 2012 09:38 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dit soort sommetjes kregen kinderen vroeger in de vijfde klas van de lagere school.
Stel dat er x bezitters zijn van één of meer motorfietsen. Daarvan bezit 90% oftewel 0,9∙x personen één motorfiets en de resterende 10% oftewel 0,1∙x personen drie motorfietsen. Het totaal aantal motorfietsen is dus:
0,9∙x + 3∙0,1∙x = 1,2∙x
Maar nu is gegeven dat het totaal aantal motorfietsen 396.000 bedraagt. Dus hebben we:
1,2∙x = 396.000
Nu beide leden delen door 1,2 en we krijgen voor x oftewel het aantal bezitters:
x = 330.000
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |