Zijn deze week uitgebrachte boek Voetbal is onderdeel van dat slotoffensief, een cadeautje van Cruijff voor de liefhebber. 'Voetbal is simpel. Maar simpel voetballen blijkt vaak het moeilijkste wat er is', wie kent de gevleugelde uitspraak niet? Het werk, van de hand van de Meester zelf, ademt eenvoud en kon zijn gedachtegoed niet beter samenvatten.
Waarom iedere goede voetballer op straat gevoetbald moet hebben, waarom amateurverenigingen juist tijdens de zomermaanden hun velden open moeten houden voor de jeugd. Waarom overfanatieke ouders en jeugdtrainers nóóit het plezier uit een knul of meid mogen schreeuwen, waarom prestaties van jeugdteams totaal van ondergeschikt belang zijn. Waarom het verzorgen van de juiste kicksen zo 'ontstellend' belangrijk is voor de jeugd, waarom een goede voetballer zelden uitglijdt op een glad veld.
Waarom angsthazenvoetbal nooit iets wezenlijks oplevert, waarom hij de kriebels krijgt van een modewoord als 'loopvermogen'. Waarom niet 4-4-2 maar 4-3-3 ook voor de zwakkere elftallen - of beter gezegd: júist voor deze teams - het credo hoort te zijn, waarom een vleugelspits een opkomende back moet laten lopen en geen energie moet verspillen aan verdedigen. Waarom de aanvaller de eerste verdediger is en de verdediger de eerste aanvaller.
Een gedachtegoed dat samen met de methodes van Wiel Coerver, de Hollandse school, leidend zou moeten zijn bij iedere Nederlandse club.
Voetbal, Johan Cruijff is een ware voetbalbijbel, voor de symbolische prijs van ¤ 14,65 een must-read voor elke zichzelf respecterende voetballiefhebber.
Bron