Waar komt nou de lichtsnelheid vandaan? Ik probeer erover na te denken. Wat gegeven is, is dat vanuit elk reference frame de lichtsnelheid constant lijkt. Afgezien van het begrip tijd, kan je zeggen dat de events in het space time diagram niet voor iedereen gelijktijdig gebeuren en kan je zeggen dat de lichtsnelheid variabel is, gelang naar hoe je ernaar kijkt. Eigenlijk is c alleen constant in jouw reference frame. Jouw reference frame, zonder ingebrip van andere reference frames, is een absoluut reference frame. Kan ik daarmee zeggen dat c alleen constant is in een absoluut reference frame?
Nu is het zo, dat het pad wat licht aflegt in 4d ruimtetijd, niet mee tranfsformeert bij lorentztransformaties. Feitelijk is de lichtsnelheid dus het ruimtelijk equilibrium bij opeenvolgende dimensionale transformaties. Dat is eigenlijk alles wat het is. Zodra je sneller gaat, gaat dimensionale informatie verloren. Dan 'besta' je niet meer in alle reference frames, maar slechts in een klein, afgeleid gebied. Een gebied wat natuurlijk gezien gelijk wegtransformeert om nooit meer ruimtelijk in equilibrium te komen met de rest van 'onze' ruimte. Oftewel, het licht wat we zien, zit toevallig op dat equilibrium. Evenals de materie wat wij ervaren als de ruimte om ons heen. En tijd is niet een constant begrip (alleen constant, net als de lichtsnelheid, in jouw absolute reference frame), het is de ruimtelijke verhouding tussen intertiaalstelsels in beweging. Deze ruimtelijke verhouding, komt tot uiting met de lichtsnelheid. De lichtsnelheid is dus de transformatiesnelheid waarbij dezelfde gebeurtenissen in een gemeenschappelijke ruimte plaatsvinden. Gaat de transformatiesnelheid sneller of langzamer, dan valt de cohesie, de gemeenschappelijke ruimte uit elkaar. Oftewel, dan vallen de deeltjes uit elkaar, want dan is er geen transformatie equilibrium meer. Dit sterkt mij in de gedachte, dat deeltjes, in dit transformatie equilibrium, geen andere keus hebben dan zich te verplaatsen (beter gezegd, zij verplaatsen zich niet, de inertiaalselsels worden verlegd en gaan uit elkaar lopen), indien zij onderhevig zijn aan lengtecontractie, als het punt waarbij transformatie equilibrium optreed beinvloed wordt.
Oftewel, we dienen het begrip 'lichtsnelheid' beter te definieren. Ten eerste is het alleen constant in jouw, virtueel absolute reference frame. Ten tweede, er is daarmee geen maximum aan de lichtsnelheid, er is geen ruimte om licht daar nog sneller doorheen te laten gaan. Lichtsnelheid is de tijdsnelheid en zodra events sneller geforceerd worden voorbij het transformatie equilibrium, vallen deeltjes uit elkaar. En dit zien we dan ook dagelijks om ons heen. Forceren we energie naar het transformatie equilibrium, dan kunnen we een deeltje maken. Forceren we het weg van het equilibrium, dan valt het deeltje uit elkaar en komt er energie vrij, waarvan we slechts een gedeelte zien, wat toevallig op het transformatie equilibrium ligt en met ons kan interacteren. Daarnaast zijn er transformatie stadia te maken, waarbij, door interferentie, deeltjes over grote afstand invloed op elkaar lijken uit te oefenen, gezien de ruimte virtueel is en constant onderhevig is aan transformatie. Tengevolge van mijn gedachte zou Minkowski ruimtetijd slechts het virtueel ruimtelijk equilibrium zijn van een hyperdimensionale ruimte.
[ Bericht 7% gewijzigd door Onverlaatje op 23-03-2012 13:30:04 ]