Ik ben geschokt, lieve FOK-ers.
Tot in mijn ziel, tot in de diepste kern van m'n botten, iedere atoom van mijn lichaam is vervuld met afschuw, tot op de rand gevuld met afgrijzen.
Nu vragen jullie je vanzelfsprekend af, nieuwsgierig als de mens is, waarom, TFM? Waarom ben je zo vreselijk verminkt? Waarom ben je zo afgestompt? Wat is er gebeurd, vertel het ons!
Het begon allemaal vanmiddag, rond half één, het was de grote pauze van de Amersfoortse Berg, en ik besloot met een vriend wat versnaperingen te kopen bij de dichtstbijzijnde Albert Heijn, gekenmerkt door het hemelsblauwe uithangbord met de A, verbroederd door een H.
Onderweg, voort bewegend op een verroeste puberfiets, zware slagen in het wiel, half lege banden en een scheef stuur.
Toen we arriveerden, kwamen we een aantal klasgenoten tegen, die hetzelfde idee hadden gekregen als ons. Één van hen is de aanstichter van mijn trauma, Karel B.
Vergezeld met Tim, Karel en Julius liepen wij Albert binnen. We werden er door een medewerkster van middelbare leeftijd op gewezen dat we ons moesten voorzien van een mandje, om diefstal tegen te gaan. Als ze eens had geweten wat Karel B. van plan was, dan had ze zeker anders gehandeld.
Eenmaal voorzien van een mandje liepen we de winkel binnen, sloegen linksaf voor de koffie- en thee tafel, om ons te verplaatsen naar de schappen met het snoepgoed.
Daar aangekomen had ik mijn oog gelegd op een doosje autodrop, de aanlokkelijke verpakking had me overtuigd, ik moest deze suikercollectie in mijn bezit krijgen. Ondertussen ligt het doosje in m'n o zo blauwe mandje, en ik kijk naar Karel B.
Tot mijn verbazing zie ik dat hij zich buigt over een vak met kinder bueno, geïdentificeerd door Mark Tuitert, die schaatser. De komische factor hier haan, is dat Karel B. een aardig verslaafde nicotine roker, en is ook niet vies van een alcoholische versnapering.
Maar hij deponeert het desbetreffende voorwerp niet in het mandje, zoals aangegeven, maar stopt hem met een verbazingwekkende hand-oog-coördinatie in zijn binnenzak!
Het was bijna niet merkbaar, waardoor het duidelijk werd dat dit niet de eerste, maar ook zeker niet de laatste keer was dat hij een supermarkt een voorwerp had ontvreemd.
Ik was geschokt, de combinatie van een onschuldig, eeuwig jeugdige kinder bueno, vertwist met een gruwelijke, o zo verboden en taboegelegen actie der ontvreemding, ook wel stelen, jatten, ontvreemden, hoe je het ook maar wilt noemen.
Eenmaal bij de kassa aangekomen rekent hij zijn pakje sigarretten af, even ontstaat er commotie, omdat hij z'n identiteitskaart niet kan vinden, maar dat is al snel opgelost. Nog steeds stond hij er zo nonchalant bij, met die frisse air van onschuldigheid en er is al zeker geen onrust of zenuwachtigheid merkbaar in zijn helderblauwe ogen.
Eenmaal buiten laat hij zijn buit zien, lichte euforie te bespeuren op zijn gelaat, maar hij blijft cool, hij moet z'n reputatie als populaire gozer hoog houden, en overhandigd het aan Tim.
De volgende worden vallen uit zijn mond:
"Winkelen kan ook als je geen geld bij je hebt."
Ik was geschokt.
Niet zo zeer omdat hij iets had gestolen, maar omdat hij een KINDERBUENO had gestolen, een nutteloos, ongezond, onschuldig en nietsvermoedend pakje met chocolade reepjes.
Dit wou ik mededelen.
Ik hou van jullie