quote:
Op woensdag 29 september 2010 16:48 schreef rubje het volgende:[..]
Dat was dus mijn punt ook omdat als je als leek al die YouTube fimpjes en verhalen erbij zo hoort je zou denken van " wow...dat moet echt een rete-zware opleiding zijn die gelijk staat aan die van andere specile eenheden " terwijl als je wat googled je andere feiten leest die dit tegenspreken.
Vandaar ook mijn specifieke vraag hier aan de kenners om nu het 'echte' verhaal te horen.

dus luchtmobiel zijn gewone infanteristen die snel vervoerd worden en niks van doen hebben met elite eenheden zoals de commandos en de mariniers.
@Rubje… De Nederlandse krijgsmacht kent m.i. enkele eenheden (lees Special Forces (SF)) die door hun manier van opleiding, training en optreden m.i. met recht het predicaat ‘Elite’ dragen. Denk hierbij dan bijvoorbeeld aan het keurkorps van de Koninklijke Landmacht (KL), het Korps Commandotroepen (KCT). Het KCT heeft onder meer als taak het voorbereiden en uitvoeren van Speciale Operaties (SO) in het kader van bondgenootschappelijke verdedigings- en crisisbeheersingstaken. Daarnaast verzorgt het speciale opleidingen ten behoeve van diverse eenheden.
Daarnaast schaar ik de ‘Maritieme Speciale Operaties’ (MSO) compagnie van het Korps Mariniers (KMarns), dat tot de Koninklijke Marine behoort, in ieder geval ook onder diezelfde noemer. De MSO is niettemin in eerste instantie voorbestemd voor de uitvoering van SO in een amfibische setting. De Bijzondere Bijstands Eenheid / Unit Interventie Mariniers (BBE/UIM), voorheen de Bijzondere Bijstandseenheid Mariniers (BBE-M), die met twee pelotons ook deel uitmaakt van de MSO, is in principe 24/7 ter ondersteuning van de Dienst Speciale Interventies (DSI) – dat onder het Ministerie van Justitie valt.
Daarnaast wordt zowel 11 Air Manoeuvre Brigade (wat op haar beurt een synergie is tussen 11 Luchtmobiele Brigade (Air Assault) "7 december" als grondeenheid en het Defensie Helikopter Commando als de factor in de derde dimensie) als ook het Korps Mariniers, door anderen of zichzelf de toevoeging ‘Elite’ toegedicht. De landmachtcommandant, luitenant-generaal Rob Bertholee, roemde recent nog de fysieke en mentale capaciteiten van de rode baretdragers, die hij rekent tot de ‘’keurtroepen’ van de landmacht. “Zij gaan door waar anderen stoppen.” Overigens Rubje, de kleur van de Nederlandse rode baret is identiek aan die van de Britse ‘Parachute Regiment’, namelijk maroon-rood.
Niettemin, beide eenheden zijn ‘lichte infanterie eenheden’ die bij uitstek 'expeditionair' ingericht zijn met elk zijn specifieke inzet opties en taakstellingen. Denk aan inzet respectievelijk voornamelijk via de derde dimensie (lucht) en Amfibisch (zee). Maar dit zijn slechts middelen om van A naar B te komen. Daarna gaat de opdracht pas beginnen.
Aan een eventuele discussie 'wie van de twee er beter is' ga ik geen woorden aan vuil maken. Ten eerste zinloos en niet volledig te vergelijken (het bekende appels met peren ...). Op de enkele man niveau zijn ze m.i. namelijk gelijkwaardig. Focus in opleidingen liggen weliswaar wat anders maar het eindproduct ligt voor beide eenheden op een kwalitatief bijzonder erg hoog niveau. Het zijn beide zeer goede professionele eenheden die verschillende taken uitvoeren op verschillende niveaus.
Dat de initiële opleiding van beide eenheden beduidend zwaarder zijn dan die van de reguliere eenheden moge duidelijk zijn. Een reguliere AMO bij de KL kun je onmogelijk vergelijken met die bij de Luchtmobiele Brigade dan wel het Korps Mariniers. Al was het alleen maar vanwege de tijdsduur… Iedereen die anders beweert of het bagatelliseert is niet realistisch of heeft het zelf nooit geprobeerd, maar in hun achterhoofd willen ze het heel erg graag... Maar weten ze zelf al dat ze het nooit zullen halen...
Gedurende de opleiding leert de aspirant luchtmobiele infanterist / marinier (lees cursist) ondermeer zelfbeheersing, afzien en op alle fronten ‘correct’ gedrag. De totale opleiding is vormend en is vooral gebaseerd op discipline. Dit uit zich in gehoorzaamheid, leren omgaan met frustratie en onzekerheid en ook zorgzaamheid voor elkaar. Het doel is dat de cursist leert dat men nooit opgeeft, onder welke omstandigheden dan ook. Voor beide eenheden komt het niet alleen aan op fysieke fitheid, maar ook op het te allen tijde overleven – in alle omstandigheden. Daartoe is kameraadschap en vertrouwen zeer belangrijk. Het opleiden van gebeurt door beide eenheden zelf (in tegenstelling tot de rest van de reguliere AMO bij de KL en KM) en is voor een groot deel gebaseerd op overlevering. Dit heeft gevolgen
voor de (ongeschreven) lesdoelen: veel kaderleden hebben een eigen visie op het resultaat van
de opleiding en hebben veel vrijheid hun eigen stempel op de opleiding te drukken. De lessen
(militaire) ethiek dragen duidelijk bij aan de vorming van de personen in opleiding.
Om te beginnen wordt in de opleiding bij beide eenheden het profiel, de competenties en de ambities constant onder de aandacht van de cursist gebracht. Teneinde de hoge kwaliteit van beide eenheden te handhaven achtten beide een hoog moreel van het grootste belang, gekoppeld aan de gemeenschappelijke wil om de beste te zijn. Daarvoor is kameraadschap nodig en toewijding. Het behoren tot de luchtmobiele infanterie / marinier is geen beroep, maar een ‘way of living’. De instelling die van beide verwacht wordt is er een van overleven en winnen, waarvoor een sterke motivatie en een grote loyaliteit nodig is. De mannen dienen fysiek en mentaal gehard te zijn, omdat het resultaat telt (‘afhaken is geen optie!’). In het profiel van beide eenheden wordt verwezen naar gemeenschappelijke waarden, normen en tradities en mentale veerkracht. Met zoveel woorden wordt gezegd dat initiatieven worden gestimuleerd, evenals zelfstandig nadenken. De militairen bij beide eenheden zijn niet bang om fouten te maken. De training is gericht op het vergroten van het aanpassingsvermogen, en gedisciplineerdheid heeft zowel betrekking op een gezonde groepsdiscipline als een hoge mate van zelfdiscipline. Er wordt dan ook te allen tijde opgetreden vanuit een ‘moral highground’ met een hoog ethisch besef. In de kerncompetenties is sprake van alle kennis en vaardigheden die nodig zijn voor complexe militaire operaties en speciale operaties. Waar het gaat om de ambities is sprake van een ‘doorontwikkeling’, waardoor gesteld wordt dat deze ambities momenteel ook al gelden. Het betreft een ambitie bij vier tactische rollen van beide eenheden: het lid zijn van een gevechtseenheid, het zijn van hulpverlener, het zijn van opleider/trainer en de rol van ordehandhaver. Aan de basis van deze rollen liggen militaire vaardigheden, een besef van ethisch juist handelen en communicatieve vaardigheden.
In zowel de AMOL als de EVO spelen in ieder geval vormingsprocessen een belangrijke rol, naast ‘indringende ervaringen’, zoals men vormingsprocessen onder verzwarende omstandigheden noemt. Hiermee wordt ingespeeld op de omstandigheden waaronder cursisten geacht worden te moeten optreden, zoals wanneer sprake is van levensgevaar, fysieke en psychische ongemakken en zeer primitieve omstandigheden. Door deze indringende ervaringen tijdens de opleiding wordt een bijdrage geleverd aan het verhogen van het incasseringsvermogen. Ook leren de cursisten hun eigen grenzen kennen en deze te verleggen. De cursisten leren eveneens symptomen van stress herkennen en daarmee omgaan. Tot slot zijn de ervaringen bedoeld om uit te voeren handelingen te structureren onder moeilijke omstandigheden. Voorbeelden van indringende ervaringen zijn: zware fysieke inspanningen (langdurig marsen, snelmarsen, peddelen, hardlopen), ontberingen lijden (weinig slaap, weinig eten, slecht weer), angstconfrontatie (werken in het donker, op grote hoogten, in en onder water), teleurstellingen beleven (later terugkeren of eten dan – ogenschijnlijk – gepland, grotere inspanningen moeten verrichten dan verwacht), gedurende een bepaalde tijd functioneren onder een streng regiem (straffe discipline, onvoorwaardelijk opvolgen van orders, geen inspraak), aan stress blootstaan (te krappe reactietijden, te veel werkaanbod, weerloosheid en onmacht). Ook zijn er oefeningen die gericht zijn op het overwinnen van walging: waar de cursist geacht wordt een uitgereikt dier (kip of konijn) zelf te doden om het op te kunnen eten.
De cursisten krijgen ook les in de geschiedenis van beide eenheden. De opleiding is doordrenkt van de wetenschap dat men deel gaat uitmaken van een bijzondere eenheid, met een eigen cultuur. Dat zijn naast vele practical jokes ook het opdraven bij bijzondere gelegenheden, bijvoorbeeld Koninklijke uitvaarten. Officieel wordt dat de korpsgeest genoemd – als iets dat zowel aanwezig is als iets dat nagestreefd moet
worden. Het uit zich in een sterke verbondenheid met de eenheden, een grote mate
van kameraadschap, een zeer hoge bereidheid zichzelf in te zetten en offers te brengen, een
hoge mate van vakbekwaamheid, een zeer correct uiterlijk voorkomen, een hoge mate van
discipline en een sterke gebondenheid met het eigen team.
@Rubje… Op mijn (fan)website… is meer dan genoeg leesvoer over de opleiding en operationele kant te vinden… Zowel van het KCT, Luchtmobiele Brigade, operationele inzet in de vele uitzendgebieden (ja, ik ben daar echt zelf bij geweest, mocht je daar nog steeds aan twijfelen) en andere eenheden van onze krijgsmacht kun je hier op terugvinden. Momenteel staan er zo’n 300 verhalen in het archief. Dus veel leesplezier en kijkplezier toegewenst. Eventuele op- en/of aanmerkingen worden zeer gewaardeerd… Mocht je/jullie naar anleiding daarvan iets meer willen weten, schroom dan niet en vraag het gewoon aan me.
Cheers, Leo