Er lopen twee mannen door het bos en opeens komen te een diep gat tegen. "zo, dat is een diep gat" zegt de een. "zullen we er iets in gooien om te kijken hoe diep het is?" zegt de ander, en pakt vervolgens een kleine steen en gooit die in het gat. De mannen luisteren aandachtig maar horen de steen niet neervallen. Ze besluiten een grote steen te pakken en het daarmee nog een keer te proberen, maar nog steeds horen ze niks als ze de steen erin gegooid hebben. Eén van de mannen ziet dan opeens een biels van een treinspoor liggen en ze besluiten om deze in het gat te gooien. Weer horen ze een tijd lang helemaal niets, totdat er opeens geritsel uit de bosjes achter hen klinkt. Uit het struikgewas komt een geit aangerend die zo tussen de mannen door het gat in springt. De mannen staan nog een beetje verbaasd te kijken wat er nou precies gebeurde als er een boer langs komt. "Hebben jullie misschien mijn geit gezien? Die liep hier ergens rond" Een van de mannen reageert daarop door te zeggen dat er zojuist een geit het gat in is gesprongen. "Dat kan mijn geit niet zijn" zegt de boer "mijn geit zat vast aan een spoorbiels"
Ik snap niet waarom deze grap in mijn boek over lichaamstaal staat...
RitseB: Dat leer je nog wel, koei heeft altijd gelijk