Je voelt het determinisme vanuit de atomen, via de biochemie en fysiologie omhoog kruipen en misschien ondermijnt het je zelfbeleving als een vrij mens. Als je denkt: “Ik ben niet vrij, want de atomen waaruit ik besta volgen hun eigen wetmatigheden en laten geen ruimte over voor mijn individuele vrijheid”, dan pas je het begrip vrijheid toe op het verkeerde niveau, want je past het toe op je eigen bestaansgrond. Maar hoe zou je vrij kunnen zijn van je eigen bestaansgrond. Als je vrij bent van je eigen bestaansgrond, waaruit zou je dan kunnen bestaan. Als je die atomen niets vindt, omdat ze je teveel bepalen, kun je dan iets anders bedenken, waaruit je zou kunnen bestaan, zonder dat je erdoor wordt bepaald. Je bestaansgrond bepaald je. Hoe kan er iets gebeuren dat geheel of gedeeltelijk onbepaald is. Dat betekent dat er geen Vrije Wil bestaat, want een Vrije Wil is onbepaald. Maar niet getreurd, want er is geen plezier te beleven aan het onbepaald zijn. Je moet in alle concreetheid iets zijn, om wat te kunnen willen.
Maar ook ‘bepalen’ is hier niet het juiste begrip. De atomen die op dit moment jouw lichaam vormen, zijn niet het andere dat tegenover jouw staat en jou bepaald, want je bent het zelf. Als je jezelf identificeert met de atomen die jouw lichaam vormen, wordt je er niet meer door bepaald. Als deze atomen iets doen, dan doe jij dat. Als je jezelf identificeert met je eigen lichaam, dan kun je terecht zeggen: “Ik wil”. Het concept ‘Ik’ staat hier voor iedere atoom dat je lichaam gestalte geeft en het willen is een aspect van je lichaamstoestand (gegeven je situatie). Op het atomaire niveau van organisatie bestaat je wil niet, en de atomen die wel bestaan, die willen niets. Dat er op het atomaire niveau willen noch vrijheid bestaat, is duidelijk. Het fenomeen ‘willen’ bestaat pas op een hoger niveau van organisatie.
Men zoekt graag de vrijheid van de mens in het atomaire plaatje, bijvoorbeeld door te verwijzen naar de moeilijkheden bij de interpretatie van de quantum mechanica. Men denkt, als we van het onderliggende deterministische af zijn, dan is onze vrijheid op een fundamenteel niveau gewaarborgd. Maar als de vrijheid al op dit fundamentele niveau bestaat, dan lijkt het niet op de vrijheid om met een knopje de kleuren van het televisiebeeld bij te stellen, maar op de vrijheid van de kleinste onderdelen van de inwendige televisie om vreemd en onvoorspelbaar gedrag te vertonen, waardoor het apparaat niet meer betrouwbaar functioneert. Het is geen vrijheid die onder onze bewuste controle valt. Het heeft geen zin om de vrijheid in de mechanica zelf te zoeken, omdat het niet leidt tot het soort vrijheid dat wij willen. Het willen en het erna kunnen handelen, worden beide door de noodzakelijkheid op een lager niveau mogelijk gemaakt. Zonder die ondersteunende noodzakelijk zou het geheel op een wezenlijke manier onbepaald zijn, en daar is op geen enkele wijze zinvol gebruikt van te maken.
Op het organisatieniveau waar de wil gestalte krijgt, bestaat ook de keuzevrijheid. Het is waar dat al die atomen het eigelijke werk doen, maar dat ben je dus zelf, per definitie. En als die atomen de keuze situatie tot een conclusie brengen, dan doe jij dat. Als je jezelf identificeert met het stukje van de atomaire wereld dat jou lichaam vormt, dan kunt je het handelen naar je eigen wil terecht je eigen keuze noemen. Als het flauw is om te stellen dat je niet echt bestaat, omdat alleen atomen echt bestaan, dan is het net zo flauw om te stellen dat je niet echt kiest, omdat alleen die atomen wat aan het doen zijn. Ik denk dat het determinisme van het atomaire model niet onbevredigend of problematisch is. Omdat je zelf samenvalt met een klein stukje van de wereld, is dat stukje niet te beschouwen als iets dat je wordt opgelegd, maar als iets waarmee je jezelf kunt identificeren. Dat kleine stukje heeft daarom een andere status. Een goed gebruik van het begrip “Vrije Wil” brengt alleen dit verschil in status tot uitdrukking. Dat kleine stukje is in staat om van alles te willen en daarna te handelen. Dat is onze vrijheid.
Het feitelijke willen is een resultante van het eigen lichaam. Of het nu jouw wil is, of een gebeuren dat je overkomt, is een kwestie van identificatie. Als je jezelf alleen identificeert met de atomen waaruit je bestaat, dan heb je geen vrijheid. Als je jezelf alleen identificeert met je bewuste aanwezigheid, dan lijkt de wil misschien vrij, maar dan is het eigenlijk iets dat je overkomt, ook al klets je jezelf daar natuurlijk gemakkelijk onderuit. Alleen als je jezelf identificeert met je hele lichaam ben je vrij. Dan ben je vrij om naar je eigen wil te handelen. Als je jezelf identificeert met je lichaam, dan heb je een andere soort vrijheid, dan als je jezelf identificeert met een ander niveau van organisatie, zoals je bewuste aanwezigheid of een werveling van atomen.
Vrijheid bestaat uit de afwezigheid van een belemmering, net zoals een raam bestaat uit de afwezigheid van een stukje (uitzicht belemmerende) muur. Je kunt deze vrijheid niet vinden in je eigen bestaansgrond, want als die afwezig is, dan ben je er niet. Je vindt deze vrijheid alleen in je eigen handelingsvrijheid, die bestaat uit het benutten van de mogelijkheden (vrijheidsgraden) van je eigen lichaam.
Je subjectieve vrijheidsbeleving wordt bepaald door je handelingsvrijheid. Doen wat je wilt doen, gaat vaak gepaard met een gelukkig vrijheidsgevoel. Succes en bevrediging verdiepen het vrijheidsgevoel. Het is beter, als er geen belangrijke verlangens onvervuld blijven. Willen en niet krijgen, dat is het vrijheidsprobleem (een psychologisch probleem). Het vrijheidsprobleem ontstaat als je weet dat je deelnemer bent met reële belangen. Een probleem dat, via de identificatie met jezelf als deelnemer in een gemeenschap, tot een ethisch en politiek probleem wordt: het reguleren van de onderlinge vrijheid.
The view from nowhere.