abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  zondag 18 april 2010 @ 21:22:56 #173
249833 Jotcha
duw eens op mijn neus!
pi_80459881
Die x^2-8 = u
√u = u^1/2
Afgeleide daarvan is 1/2 * u^-1/2.
Herleiden: 1/2 * 1/√u = 1/2√u

Die afgeleide moet je dan vermenigvuldigen met de afgeleide van x^2 -8, dat is gewoon 2x
Dus als je dan u gewoon terugzet krijg je 2x/√x^2 -8.
En dat dan nog met 5 vermenigvuldigen
10x/5x^2 -8

Waar gaat het dan fout?
  zondag 18 april 2010 @ 21:24:21 #174
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_80459966
Herleiden: 1/2 * 1/√u = 1/(2√u)

Waar blijven die 2 en die wortel later in je uitwerking?
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
  zondag 18 april 2010 @ 21:44:14 #175
249833 Jotcha
duw eens op mijn neus!
pi_80460980
quote:
Op zondag 18 april 2010 21:24 schreef GlowMouse het volgende:
Herleiden: 1/2 * 1/√u = 1/(2√u)

Waar blijven die 2 en die wortel later in je uitwerking?
Da's een goede. Vanwaar die haakjes eigenlijk?
pi_80469264
Als ik twee vergelijkingen heb , met als eigenwaarden :

r1= 0
r2= 5

Wat voor een grafiek heb ik dan? (stabiel, onstabiel, node, spiraal etc.). Ik kan het maar niet vinden in mijn boek (Terwijl ik weet dat het er in staat,)
In fact, recent observations and simulations have suggested that a network of cosmic strings stretches across the entire universe.
pi_80469865
quote:
Op zondag 18 april 2010 21:44 schreef Jotcha het volgende:

[..]

Da's een goede. Vanwaar die haakjes eigenlijk?
Omdat je het anders ook kan lezen als (1/2) wortel(u)
pi_80534268
Zou iemand me gewoon het volgende kunnen vertellen, namelijk hoe je (◊p V ◊q) → ◊(p V q) bewijst in het minimale modale propositielogische systeem van NK? Het gaat dus over modale logica. Korte inleiding daarop kun je hier en hier vinden. Je gebruikt nu dus enkel twee regels (Neccissitatie en Modus Ponens) en één axioma (het K-axioma, oftewel Distributie Axioma).

Ik ben al zover:

1. (p V q) → (p V q) [pL]
2. □((p V q) → (p V q)) [1, N]
3. □ (p V q) → □(p V q) [2, K]
4. (□p V □q) → □(p V q) [3, K]
5. (¬◊¬p v ¬◊¬q) → ¬◊¬(p V q) [4, def □]
6. (◊p V ◊q) → ◊(p V q) [pL]

Ik dacht dat dit hem was, maar ik kan hem ook verkeerd gedaan hebben.

[ Bericht 10% gewijzigd door #ANONIEM op 20-04-2010 20:16:27 ]
pi_80540548


[ Bericht 100% gewijzigd door Siddartha op 21-04-2010 11:29:27 ]
pi_80584092
Ik wou even controleren of mijn antwoord goed is (aangezien Calculus alleen oneven antwoorden geeft):

The dimensions of a closed rectangular box are measured as 80cm, 60cm, and 50 cm, respectively, with a possible error of 0,2 cm in each dimension. Use differentials to estimate the maximum error in calculating the surface are of the box.

Ik kwam zelf op 100 cm2 mogelijke fout. Wou graag weten op hoeveel jullie uitkomen.

thx.


edit :

laat maar ik merk dat ik nog wat mis. (ben het onderste en bovenste vlak vergeten )


Ik zou het iig zo doen:

O = 2xy + 2yz + 2xz

dO= (naar x diff)dx + (naar y diff) dy + (naar z diff) dz

Daarna dit invullen met de gegeven maten en dy=dz=dx = 0.2

En voila daar komt een cijfer uitrollen. Correct toch?
In fact, recent observations and simulations have suggested that a network of cosmic strings stretches across the entire universe.
pi_80588445
quote:
Op donderdag 22 april 2010 01:18 schreef Burakius het volgende:
Ik wou even controleren of mijn antwoord goed is (aangezien Calculus alleen oneven antwoorden geeft):

The dimensions of a closed rectangular box are measured as 80cm, 60cm, and 50 cm, respectively, with a possible error of 0,2 cm in each dimension. Use differentials to estimate the maximum error in calculating the surface are of the box.

Ik kwam zelf op 100 cm2 mogelijke fout. Wou graag weten op hoeveel jullie uitkomen.

thx.


edit :

laat maar ik merk dat ik nog wat mis. (ben het onderste en bovenste vlak vergeten )


Ik zou het iig zo doen:

O = 2xy + 2yz + 2xz

dO= (naar x diff)dx + (naar y diff) dy + (naar z diff) dz

Daarna dit invullen met de gegeven maten en dy=dz=dx = 0.2

En voila daar komt een cijfer uitrollen. Correct toch?
Me dunkt dat je dx=dy=dz=0.4 cm in moet vullen, omdat je een afwijking van +/- 0.2 cm hebt, dus maximale fout kan 0.4 cm zijn. Ter controle kun je het verschil tussen de worst-case scenario's uitrekenen.

Dus opp1-opp2, met voor

opp1: (x,y,z)=(80-0.2,60-0.2,50-0.2)
opp2: (x,y,z)=(80+0.2,60+0.2,50+0.2)
pi_80602533
Eh nee. dat lijkt mij niet. Omdat de afwijking per dimensie al maximaal 0.2 cm is.
In fact, recent observations and simulations have suggested that a network of cosmic strings stretches across the entire universe.
pi_80604270
quote:
Op donderdag 22 april 2010 16:47 schreef Burakius het volgende:
Eh nee. dat lijkt mij niet. Omdat de afwijking per dimensie al maximaal 0.2 cm is.
Bereken eerst eens ΔO = O(x+Δx,y+Δy,z+Δz) - O(x,y,z) en bedenk dan dat je de producten Δx∙Δy, Δx∙Δz en Δy∙Δz kunt verwaarlozen als Δx, Δy en Δz klein zijn t.o.v. x, y en z (zoals hier het geval is). Herken je de uitdrukking die je dan overhoudt?
pi_80627043
Zie onderstaand bewijs.


Gegeven is vergelijking 8.14, tot zover begrijp ik het.
rs wordt geintegreerd van t tot T.

De eerste term van rs is simpel te integreren. Ik snap echter niet waarom


[ Bericht 4% gewijzigd door mrbombastic op 23-04-2010 16:00:07 ]
pi_80632712
Ik begrijp een gedeelte van de definitie van een topologische ruimte niet. Ik snap niet waarom (X,T) een geordend paar moet zijn. Waarom is (X,T) niet gelijk aan (T,X)? Met X bedoel ik de verzameling X en T de collectie van deelverzamelingen van X die open zijn.
-
pi_80640490


[ Bericht 100% gewijzigd door Siddartha op 23-04-2010 17:47:32 ]
pi_80644580
quote:
Op vrijdag 23 april 2010 13:57 schreef gaussie het volgende:
Ik begrijp een gedeelte van de definitie van een topologische ruimte niet. Ik snap niet waarom (X,T) een geordend paar moet zijn. Waarom is (X,T) niet gelijk aan (T,X)? Met X bedoel ik de verzameling X en T de collectie van deelverzamelingen van X die open zijn.
Als T een verzameling van deelverzamelingen van X is, dan is T niet gelijk aan X en dus is (X,T) niet gelijk aan (T,X).
pi_80675621
Heeft iemand toevallig een dictaat over representatietheorie (van groepen)?
En voor noob-niveau graag. Gewoon simpel representaties van groepen, bewijzen dat ze (ir)reducibel zijn etc. Heb al veel gevonden op internet, maar wil een simpelere aanpak
Gebruik nu deze: http://math.berkeley.edu/~teleman/math/RepThry.pdf

Wat ik vooral wil zijn voorbeelden of opgaven met uitwerkingen (zijn ook voorbeelden).
Ik wil veel groepen zien en dan een constructie van hun representaties (met tussenstappen).

Alvast bedankt.
pi_80676869
Ik heb inmiddels een betere gevonden van een Belgische Universiteit (altijd beter om de een of andere reden).
Houd me aanbevolen desondanks.
pi_80677837
quote:
Op vrijdag 23 april 2010 19:49 schreef thabit het volgende:

[..]

Als T een verzameling van deelverzamelingen van X is, dan is T niet gelijk aan X en dus is (X,T) niet gelijk aan (T,X).
Maar hier ga je uit van de assumptie dat het geordende paren betreft. Maar waarom zou je niet gewoon kunnen omdraaien? Dus (T,X) gelijk aan (X,T) mits je duidelijk aangeeft wat X is en wat T is. Dan hoeven het niet per se geordende paren te zijn. Zoals de verzameling {2,1} gelijk is aan {1,2}. Hier is de volgorde ook niet van belang. Het voordeel voor het kiezen van geordende paren is wel dat als X en T niet expliciet worden vermeld dat dan duidelijk is dat het eerste element de verzameling X is en de tweede element de collectie van deelverzamelingen. Als het geen geordend paar betreft ,dan zou er enige ambiguiteit kunnen ontstaan. Trouwens dit stukje staat alleen vermeld in Topology van Munkres, in andere boeken ben ik het niet tegengekomen.
-
  zaterdag 24 april 2010 @ 21:45:47 #191
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_80678014
Met de conventie van een geordend paar (X,T) is duidelijk wat X en T zijn. Je geeft zelf al aan wat het nadeel is van jouw notatie.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_80738857
waarschijnlijk de simpelste vragen ooit, maar ben er even uitgeweest dus hoop op jullie hulp:

Rare vraag maar hoe toets je dit ook alweer in op je rekenmachine:

Rekenkundige rij getallen: 4, 8, 16, 32, 64, 128
Bereken met een somformule van de formulekaart de som van de eerste 11 getallen van deze rij

Volgens mij is het:

S11 = 4 x 2-1 / 2-1 =

Alleen krijg ik dan niet het goede antwoord.

Tevens krijg ik bij de volgende vragen het goede antwoord niet uit mijn rekenmachine:

A = 350.000 * 0.044 / 1-1.044 (t/m -20) = 15399,58 (goede antwoord moet 26.674 zijn volgens het boek)


1.044 (1/12) – 1 = 0.16298 (is niet goed volgens het boek).

Wat doe ik verkeerd?
pi_80740250
quote:
Op maandag 26 april 2010 19:50 schreef peter070 het volgende:
waarschijnlijk de simpelste vragen ooit, maar ben er even uitgeweest dus hoop op jullie hulp:

Rare vraag maar hoe toets je dit ook alweer in op je rekenmachine:

Rekenkundige rij getallen: 4, 8, 16, 32, 64, 128
Hier gaat het al fout. Dit is een meetkundige rij.
quote:
Bereken met een somformule van de formulekaart de som van de eerste 11 getallen van deze rij
Vergeet die formulekaart. Je kunt het beste onthouden dat de som van een aantal opeenvolgende termen van een meetkundige rij gelijk is aan de eerstvolgende term min de eerste term, gedeeld door de reden min één.

In dit geval heb je tn = 2n+1, dus t12 = 213.

De som is dan S = (213 -4)/(2 - 1) = 8188.

De andere opgaven mag je nu even zelf proberen. En gebruik alsjeblieft haakjes waar nodig.
pi_80793459
Ahhhh de wiskunde "gods" zitten in dit topic zie ik al.

Ik had een vraagje....
quote:
Sinds kort ben ik met mijn vriendin aan het geocachen (Wat? www.geocaching.com voor het antwoord)

Maar nu kom ik een cache tegen in de buurt waar ik geen ene **** van begrijp.
Het is het volgende:
[quote]
Elementaire getallentheorie

Na een geheime transformatie op de cache coördinaten wordt het volgende resultaat verkregen:



De transformatie maakt alleen gebruik van concepten uit de elementaire getallentheorie. Success!
Kan iemand mij een richting op duwen??

Uit dit topic: Elementaire getallentheorie
Kreeg daar de tip om het hier te proberen.

Het volgende weet ik wel:
N75 moet N52 zijn
En E156 moet E004 zijn.

Het zijn namelijk GPS coordinaten in mijn omgeving waar ik woon (Leiden) en daar beginnen alle coordinaten met die getallen.
Maar hoe dat te berekenen....
  woensdag 28 april 2010 @ 08:12:50 #195
75592 GlowMouse
l'état, c'est moi
pi_80793572
Er zijn oneindig veel geheime transformaties te bedenken die hieraan voldoen.
eee7a201261dfdad9fdfe74277d27e68890cf0a220f41425870f2ca26e0521b0
pi_80794679
Hmmm een hint die erbij staat:
"[puzzel] Rij van 15 priemgetallen. 9 = 0. Zie ook link onderaan"
http://members.ziggo.nl/s.jobing/gc/uploads/elem_num_th_book.pdf
pi_80809452
Wie kan mij 'n beetje uitleggen hoe dat gedoe werkt met domeinen toekennen bij semantische tableaus in de predikaatlogica ?

Bijv met:
x(Ax -> ∀y By) o ∀xy (Ax -> By)

o ∀y(Ad1 -> By) D = {d1}

(Ad1 -> ∀y By) o

o (Ad1 -> Bd2) D = {d1, d2}

(Ad2 -> ∀y By) o

Ad1 o Bd2

y By o ------------------ o Ad1

Bd1, Bd2 o


Wat ik hier niet aan snap is: Waarom introduceren ze domein 2 erbij? Waarom wordt aan de linkerzijde d1 vervolgens vervangen door d2, terwijl je in de stap daarvoor er net d1 van had gemaakt? Waarom worden die y'tjes aan de linkerkant niet gewoon vervangen door d2? Vragen, vragen... Het is me niet duidelijk!
pi_80809679
quote:
Op woensdag 28 april 2010 08:01 schreef DrukVout het volgende:
Ahhhh de wiskunde "gods" zitten in dit topic zie ik al.

Ik had een vraagje....
[..]

Kan iemand mij een richting op duwen??

Uit dit topic: Elementaire getallentheorie
Kreeg daar de tip om het hier te proberen.

Het volgende weet ik wel:
N75 moet N52 zijn
En E156 moet E004 zijn.

Het zijn namelijk GPS coordinaten in mijn omgeving waar ik woon (Leiden) en daar beginnen alle coordinaten met die getallen.
Maar hoe dat te berekenen....
Het lijkt me handig als je nog wat meer informatie erbij zet. Hoe weet je dat N75 eigenlijk N52 is?
pi_80809884
quote:
Op woensdag 28 april 2010 16:46 schreef thabit het volgende:

[..]

Het lijkt me handig als je nog wat meer informatie erbij zet. Hoe weet je dat N75 eigenlijk N52 is?
Het is een coordinaat in Nederland.
Alle (tot nu toe) coordinaten die ik ben tegengekomen in Nederland beginnen met 52.
Ik weet dat het ergens in leiden is het coordinaat en ik weet 100% zeker dat het N52 moet zijn en E004 of E4.
pi_80810593
quote:
Op woensdag 28 april 2010 16:51 schreef DrukVout het volgende:

[..]

Het is een coordinaat in Nederland.
Alle (tot nu toe) coordinaten die ik ben tegengekomen in Nederland beginnen met 52.
Ik weet dat het ergens in leiden is het coordinaat en ik weet 100% zeker dat het N52 moet zijn en E004 of E4.
Met wat gegoogle vind ik N 52° 09.134 E 004° 27.212 maar ik weet niet of dat goed is.
pi_80810903
quote:
Op woensdag 28 april 2010 17:10 schreef thabit het volgende:

[..]

Met wat gegoogle vind ik N 52° 09.134 E 004° 27.212 maar ik weet niet of dat goed is.
Helaas niet
Je kan hem hier checken: http://evince.locusprime.net/cgi-bin/index.cgi?q=b7Vz7LRd4JtGCr6
of hij goed is.
pi_80811596
Dit is wat ik zo gauw vinden kan. Maar die komt overeen met wat ik eerder heb gemeld. Ik heb ook geen idee wat de bedoeling van zulke puzzels is, dus wat meer achtergrond zou leuk zijn.

<name id="GC1H656">Elementaire getallentheorie by globe_explorer</name>
<coord lat="52.15223300000000" lon="4.45353300000000"/>
http://www.geocaching.com/seek/cache_details.aspx?wp=GC1H656
pi_80812143
quote:
Op woensdag 28 april 2010 17:10 schreef thabit het volgende:

[..]

Met wat gegoogle vind ik N 52° 09.134 E 004° 27.212 maar ik weet niet of dat goed is.
Owww crap sorry NVM dit bericht.
Mocht niet te snel achter elkaar invoeren....
pi_80914976
Hoe bewijs je dat weak mathematical induction logisch equivalent is met strong induction? Met weak bedoel ik : [P(1) and for all k (P(k) implies P(k+1)] implies for all n P(n). Bij strong induction is alleen de inductive hypothesis anders : [P(1) and P(2) and..... P(k)] implies P(k+1).
Je moet dit dus in 2 richtingen bewijzen: strong implies weak en weak implies strong.
Intuitief zou de eerste implicatie makkelijker te bewijzen zijn want de inductive hypothese van weak induction deel is van de inductive hypothesis van strong induction. Want als alle P(n) tussen P(1) en P(k) waar zijn dan moet de een na laatste ook waar zijn. Maar hoe formuleer je dit netjes in een bewijs? Uit de tweede richting weak implies strong kom ik helemaal niet uit.
-
pi_80999383
Zijn vast ook mensen hier met verstand van mathematica.

Ik heb een error plot. Wat ik nu wil is dat de error plot een andere kleur krijgt als de data...

Voorbeeld van http://reference.wolfram.(...)/ErrorListPlot.html;
1
2
3
4
ErrorListPlot[{{{1, 1}, ErrorBar[0.2]}, {{2, 2}, 
   ErrorBar[0.1]}, {{3, 4}, ErrorBar[0.3]}, {{4, 6}, 
   ErrorBar[0.4]}, {{5, 7}, ErrorBar[0.8]}, {{6, 10}, 
   ErrorBar[0.5]}}, Joined -> True, ErrorPlotFunction->Automatic]




ErrorPlotFunction heeft als invoer een functie die jezelf moet definiëren. http://reference.wolfram.(...)rorBarFunction.html.

Mijn vraag is eigenlijk simpel maar moeilijk te beantwoorden als buitenstaander. Hoe definieer ik de ErrorPlotFunction zo dat de error lijntjes een andere kleur krijgen als de data...
pi_81001519
quote:
Op zaterdag 1 mei 2010 22:01 schreef gaussie het volgende:
Hoe bewijs je dat weak mathematical induction logisch equivalent is met strong induction? Met weak bedoel ik : [P(1) and for all k (P(k) implies P(k+1)] implies for all n P(n). Bij strong induction is alleen de inductive hypothesis anders : [P(1) and P(2) and..... P(k)] implies P(k+1).
Je moet dit dus in 2 richtingen bewijzen: strong implies weak en weak implies strong.
Intuitief zou de eerste implicatie makkelijker te bewijzen zijn want de inductive hypothese van weak induction deel is van de inductive hypothesis van strong induction. Want als alle P(n) tussen P(1) en P(k) waar zijn dan moet de een na laatste ook waar zijn. Maar hoe formuleer je dit netjes in een bewijs? Uit de tweede richting weak implies strong kom ik helemaal niet uit.
zwak => sterk: maak vanuit P de bewering Q die het volgende zegt: Q(n) geldt als P(1) t/m P(n) gelden. Zwakke inductie voor Q is dan sterke inductie voor P.
pi_81001530
quote:
Op dinsdag 4 mei 2010 10:51 schreef ReWout het volgende:
Zijn vast ook mensen hier met verstand van mathematica.

Ik heb een error plot. Wat ik nu wil is dat de error plot een andere kleur krijgt als de data...

Voorbeeld van http://reference.wolfram.(...)/ErrorListPlot.html;
[ code verwijderd ]

[ afbeelding ]

ErrorPlotFunction heeft als invoer een functie die jezelf moet definiëren. http://reference.wolfram.(...)rorBarFunction.html.

Mijn vraag is eigenlijk simpel maar moeilijk te beantwoorden als buitenstaander. Hoe definieer ik de ErrorPlotFunction zo dat de error lijntjes een andere kleur krijgen als de data...
Vragen over softwarepakketten kun je denk ik beter in DIG stellen.
pi_81207814
TB: een rij-compacte metrische ruimte V is precompact.

rij-compact => er bestaat een deelrij in V die convergeert in V
rij-compact => V is gesloten en begrensd

Hoe kom ik verder?
pi_81260488
Ik ben een beetje een linear algebra boek door het bladeren en snap iets niet.

Het gaat erom dat, wanneer de vectors u en v orthogonal zijn, het volgende (in R^2 en R^3) geld:
d(u+v)^2= du^2 + dv^2 ( met d bedoel ik afstand/lengte)
Dat snap ik, maar dan komt het bewijs dat dit geld voor elke R^n. Kan iemand me uitleggen wát je nou precies wilt bewijzen om aan te tonen dat die regel in R^n geld?

[ Bericht 1% gewijzigd door Siddartha op 10-05-2010 18:23:27 ]
pi_81269950
quote:
Op zondag 9 mei 2010 12:29 schreef BasementDweller het volgende:
TB: een rij-compacte metrische ruimte V is precompact.

rij-compact => er bestaat een deelrij in V die convergeert in V
rij-compact => V is gesloten en begrensd

Hoe kom ik verder?
Zij epsilon>0 gegeven. Kies een punt P1 in V en een open deel U1 = B(P1, epsilon). Kies nu een punt P2 buiten U1 en een open deel U2 = B(P2, epsilon). Doe nu hetzelfde met een punt P3 buiten U1 \cup U2 etc. Als dit op een gegeven moment niet meer lukt omdat de Ui de ruimte overdekken dan is V precompact. En anders is P1, P2, ... en rij die geen convergente deelrij heeft.

[ Bericht 1% gewijzigd door thabit op 10-05-2010 22:16:00 ]
pi_81273162
quote:
Op maandag 10 mei 2010 17:49 schreef Siddartha het volgende:
Ik ben een beetje een linear algebra boek door het bladeren en snap iets niet.

Het gaat erom dat, wanneer de vectors u en v orthogonal zijn, het volgende (in R^2 en R^3) geld:
d(u+v)^2= du^2 + dv^2 ( met d bedoel ik afstand/lengte)
Dat snap ik, maar dan komt het bewijs dat dit geld voor elke R^n. Kan iemand me uitleggen wát je nou precies wilt bewijzen om aan te tonen dat die regel in R^n geld?
Wel, orthogonaal betekent gewoon dat het inproduct 0 is. Gebruik vervolgens dat de lengte van een vector v het kwadraat van het inproduct van v met zichzelf is.
pi_81273911
edit: dubbel
pi_81277127
quote:
Op maandag 10 mei 2010 21:13 schreef thabit het volgende:

[..]

Zij epsilon>0 gegeven. Kies een punt P1 in V en een open deel U1 = B(P1, epsilon). Kies nu een punt P2 buiten U1 en een open deel U2 = B(P2, epsilon). Doe nu hetzelfde met een punt P3 buiten U1 \cup U2 etc. Als dit op een gegeven moment niet meer lukt omdat de Ui de ruimte overdekken dan is V precompact. En anders is P1, P2, ... en rij die geen convergente deelrij heeft.
Thanks
pi_81290811
quote:
Op maandag 10 mei 2010 22:03 schreef thabit het volgende:

[..]

Wel, orthogonaal betekent gewoon dat het inproduct 0 is. Gebruik vervolgens dat de lengte van een vector v het kwadraat van het inproduct van v met zichzelf is.


Het kwadraat van de lengte van een vector v is het inproduct van v met zichzelf.
pi_81293417
quote:
Op dinsdag 11 mei 2010 12:25 schreef Riparius het volgende:

[..]



Het kwadraat van de lengte van een vector v is het inproduct van v met zichzelf.
Uhm juist, zo bedoelde ik het ook, ik zei het alleen verkeerd.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')