Ja, en als je dat uitwerkt, wat krijg je dan uiteindelijk?quote:Op woensdag 3 maart 2010 19:12 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Volume is:
Eerst de gewone formule: f(x) = Wortel(r^2 - x^2)
Dat kwadrateren, dan primitiveren geeft als volume:
V = Pi x [(r^2)x - 1/3x^3]a,b met a=-r en b=r
Dan krijg je Pi maal 2r^3 - 2/3r^3 = Pi maal 1/1/3r^3quote:Op woensdag 3 maart 2010 19:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja, en als je dat uitwerkt, wat krijg je dan uiteindelijk?
Juist. Het volume van een bol met straal r is dus 4/3∙π∙r3.quote:Op woensdag 3 maart 2010 19:33 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Dan krijg je Pi maal 2r^3 - 2/3r^3 = Pi maal 1/1/3r^3
Ok, dat is wel erg handig!
Dat is dus 2Pi maal lengte ( en niet breedte, zoals ik de vorige keer deed!).quote:Op woensdag 3 maart 2010 19:38 schreef Riparius het volgende:
[..]
Juist. Het volume van een bol met straal r is dus 4/3∙π∙r3.
Maar nu de oppervlakte ...
Het lijkt me toch echt dat dat andersom moet: met de axioma's beginnen en vanaf daar naar de conclusie werken.quote:Op woensdag 3 maart 2010 14:26 schreef Friek_ het volgende:
[..]
Ik moet dus een aantal zaken bewijzen. Hierbij ga ik er vanuit dat ik vanaf de conclusie (het bewijs) mezelf terug moet werken naar de axioma's toe. Maar hoe werkt zoiets precies? Hoe begin ik daarmee?
Ik heb de post aangepast. Bedankt voor je reactie tot zover.quote:Op woensdag 3 maart 2010 20:32 schreef thabit het volgende:
[..]
Het lijkt me toch echt dat dat andersom moet: met de axioma's beginnen en vanaf daar naar de conclusie werken.
Het lijkt me dat (1) makkelijk is op te lossen door □(φ ∧¬φ) aan te nemen, D toe te passen en dan vervolgens φ ∧¬φ te concluderen, waaruit je met propositielogica weer een falsum kan afleiden.
Je hebt T niet gegeven, dus (2) en (3) kan ik niet oplossen. En U begrijp ik niet, zit daar een tikfout in?
Bij (4) volgt de tweede regel uit (D) door □φ voor φ te substitueren. Voor de eerste regel heb je misschien U nodig, maar dan moet ik wel de juiste formulering weten..
Nee, dit gaat al niet goed, je vergeet de kettingregel bij het differentiëren. De formule voor de manteloppervlakte (area) van het omwentelingslichaam verkregen door de curve van y = f(x) (≥ 0) tussen x=a en x=b om de x-as te wentelen isquote:Op woensdag 3 maart 2010 20:04 schreef Siddartha het volgende:
[..]
Dat is dus 2Pi maal lengte ( en niet breedte, zoals ik de vorige keer deed!).
Lengte is
[ afbeelding ]
Waarbij dy/dx = - 1/(Wortel(r^2- x^2))
Kwadrateren geeft = 1/(r^2 -x^2)
Klopt het tot nu toe nog? Waarschijnlijk zal ik de functie moeten primitiveren, want anders kan ik ook niet x=r invullen.
Voor (2) moet je aantonen dat als T geldt, dat dan ook D geldt. ◊φ interpreteer ik als ¬□¬φ. Je hebt dus de implicatie □φ → φ en je wilt daaruit afleiden □φ → ¬□¬φ. Je kunt nu A3 toepassen en ¬φ → ¬□φ afleiden. Substitueer nu ¬φ voor φ en er staat ¬¬φ → ¬□¬φ. De implicaties □φ → φ, φ → ¬¬φ en ¬¬φ → ¬□¬φ tezamen geven □φ → ¬□¬φ.quote:Op woensdag 3 maart 2010 14:26 schreef Friek_ het volgende:
Kan iemand (Iblis, GlowMouse?) me helpen bij het vak 'modale logica'? Ik zit alweer met problemen rondom de wat meer wiskundige kant van mijn studie.
Modale logica dus. Modale logica is strikt gezien de studie naar het deductieve gedrag van de expressies 'het is noodzakelijk dat' (□) en 'het is mogelijk dat' (◊). Nu heeft de docent syntaxis (wat welgevormde zinnen zijn) en axiomatiek beschreven (de drie axioma's van de propositielogica, de Neccissitatie-regel (N) en het K(ripke)-, D-, U, en T-axioma). Deze axiomatiek wordt dus gebruikt om verdere welgevormde proposities te bewijzen (kijken of ze dus afleidbaar zijn uit die axioma's).
Ik heb de volgende opgaven:
1. Bewijs zelf het omgekeerde ⊨ ¬□(φ ∧¬φ) ⇒ C! D
2. Toon aan dat T sterker is dan D.
3. Bewijs dat T inderdaad U impliceert, als ook N geldt.
4. Toon de volgende beweringen aan:⊨ □φ → □□φ ⊨ □□φ → □φ
Axioma's:
N: ⊨ If φ is a theorem of K, then so is □φ (Neccissitatie regel)
K: ⊨ □(φ →ψ) → (□φ →□ψ). (Distribution Axiom)
T: ⊨ □φ→φ
U: ⊨ □(□φ→φ)
D: ⊨ □φ→◊φ
Ah, logisch. Bedankt!quote:Op zondag 7 maart 2010 14:54 schreef GlowMouse het volgende:
Bij een complexe vector neem je het inproduct met zijn complex geadjugeerde.
Bedoel je dit?quote:Op maandag 8 maart 2010 18:26 schreef julian6 het volgende:
Wie weet hoe je 4√x-x in je GR moet intikken?
Welke tabel en welke waardes? Je moet echt meer info geven als je wil dat mensen je kunnen helpen.quote:Op maandag 8 maart 2010 20:59 schreef julian6 het volgende:
De bijbehorende tabel staat in mijn boek, maar de waardes komen niet overeen als ik het vergelijk met die in mijn GR
Abels betekent xy = yx voor elke x en y in G. Als jij f(xy)=f(yx) aantoont, toon je aan dat (xy)² = (yx)², ofwel xyxy = yxyx. Hiermee toon je niet aan dat xy=yx.quote:Op maandag 8 maart 2010 15:38 schreef JoPiDo het volgende:
[ afbeelding ]
Om te laten zien dat de afbeelding abels is, moet ik dan laten zien dat geldt: f(xy)=f(yx) of moet ik verder gaan en laten zien dat xy=yx?
quote:Op maandag 8 maart 2010 21:08 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
Abels betekent xy = yx voor elke x en y in G. Als jij f(xy)=f(yx) aantoont, toon je aan dat (xy)² = (yx)², ofwel xyxy = yxyx. Hiermee toon je niet aan dat xy=yx.
Het hoofdstuk gaat over toenamediagrammen en ik ben nu bij een vraag aan beland waarbij ik tijdsintervallen moet berekenen. De waardes die bij de formule 4√x-x horen volgens mij boek zijn:quote:Op maandag 8 maart 2010 21:00 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Welke tabel en welke waardes? Je moet echt meer info geven als je wil dat mensen je kunnen helpen.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |