quote:
Op woensdag 20 januari 2010 19:49 schreef GlowMouse het volgende:Beroep, wat heb ik gemist? En je bent pas niet-ontvankelijk als het niet uitmaakt voor het judicium of geslaagd ja/nee. Heb nu een docent die flink afrond naar beneden en kan er niks aan doen

Een van degenen die dat ooit verzonnen heeft, zie ik regelmatig nog in de koffiekamer. Misschien moet ik hem eens aanspreken erover
Burgerlijk procesrecht (en afrond
t 
). Maar geldt die regel ook voor recht? Ze hebben echt een belachelijk tentamen afgeleverd in mijn ogen. Ik zal even een preview geven, de zonder enige kennis toch makkelijk te begrijpen misser:
quote:
2.1
Multiple choice vraag 10 luidt als volgt:
De distributieve onderhandelingsstijl heeft positieve en negatieve kanten. Welke van de onderstaande omschrijvingen van de distributieve onderhandelingsstijl is het meest juist?
a. Positief is dat door de stevige opstelling escalatie kan optreden. Hierdoor kan de koek worden vergroot, en valt er uiteindelijk meer te verdelen.
b. Positief is dat de kans op misbruik en exploitatie in vergelijking tot probleemoplossend onderhandelen minder groot is.
c. Negatief is dat het kenmerk van distributief onderhandelen, concessies doen, tot reputatieverlies kan leiden bij de onderhandelaar die de doorslaggevende concessie doet. Daardoor kan hij zwak lijken.
d. Negatief is dat distributief onderhandelen tot een escalerende wapenwedloop kan leiden, wat vooral nadelig kan zijn voor onderhandelaars die elkaar vaker zullen tegenkomen, zoals bij duurrelaties.
Volgens de antwoordindicatie is antwoord c het juiste antwoord, terwijl ik antwoord b gekozen heb. Dit is door mij zo gekozen omdat antwoord b in mijn ogen logischerwijs uit het betreffende, door de docenten voorgeschreven leerboek1 volgt, waarin de twee onderhandelingsmethoden besproken worden. In de paragraaf over integratief (probleemoplossend) onderhandelen staat namelijk op pagina 87:
“Ten eerste kan [integratief onderhandelen] leiden tot imagoverlies omdat een dergelijke opstelling gemakkelijk wordt geassocieerd met zwakheid. Deze perceptie kan de verwachting oproepen dat je tot aanzienlijke concessies bereid bent. Het risico hiervan is dat de andere partij geneigd zal zijn om zich steviger op te stellen om zoveel mogelijk persoonlijk voordeel te behalen. Het gevolg hiervan is een slechtere uitgangspositie. Ten slotte is het mogelijk dat de bereidheid om over de eigen onderliggende belangen te communiceren leidt tot informatieverlies. Tezamen leiden zij vaak tot uitbuiting door de tegenpartij. […] Daarom is het van belang dat integratief onderhandelen wordt gecombineerd met distributief onderhandelen.”
In de paragraaf over distributief onderhandelen staat vervolgens op pagina 90:
“Verder is distributief onderhandelen een relatief veilige manier van onderhandelen. Het minimaliseert namelijk de kans op uitbuiting.”
Tijdens de nadere toelichting op het tentamen, die ik op 19 januari 2010 op mijn verzoek heb gehad van mr. Van Gulijk en mr. Kamminga, heb ik beide docenten op de onderhavige passages in het boek gewezen, waarbij in mijn ogen door de docenten geen steekhoudende tegenargumenten zijn aangevoerd waarom toch niet antwoord b maar antwoord c het juiste antwoord had moeten zijn. Op grond van het bovenstaande moet dan ook in mijn ogen worden geconcludeerd dat de examinatoren niet in redelijkheid tot de beslissing hadden kunnen komen om antwoord b als fout aan te merken.
Zo heb ik nog een stuk of zeven punten, maar dit is dus kansloos nu ik een 8 (7 zonder bonus) heb?