Geachte meneer de politieagent,
Gisteravond vroren mijn ballen er zowat af. Het was echt serieus koud. Ik fietste desalniettemin vrolijk van het lokale café naar mijn domicile, een lieflijk deuntje fluitend. Maar mijn serene geluk werd al spoedig verstoord door een duo verveelde ambtenaren in een witte bus met rode en blauwe diagonalen. Vijfendertig euro boete voor fietsen zonder licht, of ik dat eens op wilde hoesten. En maar in zijn formulierenboekje schrijven - een boekje dat nota bene mede door mij, de belastingbetaler, is betaald! Schande!
Beeldt u eens in, geachte meneer de diender, dat u een vrouw bent van middelbare leeftijd. U bent een week geleden verkracht door een horde hitsige Antillianen in een kelderbox en heeft net te horen gekregen dat uw ouders overleden zijn tijdens een tragisch verlopen frikandeleetwedstrijd, dat uw huis in vlammen is opgegaan en dat uw kind van school het advies heeft gekregen naar het VMBO te gaan.
Dat is geen prettig beeld, is het wel? Een dergelijke tragedie vormde het voor mij toen ik werd beroofd van mijn centjes - zuurverdiend door zwavelstokjes te verkopen op het station. Ik hoop dat u een fijn kerstfeest heeft. Hopelijk kan ik nog genoeg centjes bijeenverzamelen om een warme maaltijd te bekostigen.
Met vriendelijke groet,
Aurelianus.
Gelegenheidssedevacantist extraordinaire. Een dozijn lama's en je grootvader. Tweede Exloërmond, ofwel het vagevuur. De schemerlamp van je nachtmerries. Vla, en veel ervan. Verlanglijst: vijf pedaalemmers en het einde der tijden.