Oké, aangezien ik sommige mensen uit Pub mag (andersom kan ook, weet niet) en ik ’t altijd fijn vind om elkaar een beetje te kennen (en andersom, ik vind ’t ook fijn dat mensen mijn achtergrond een beetje kennen) open ik dit topic waarin ik mijn verhaal over mijn ongeluk vertel, wanneer ik over mezelf schrijf, doe ik dat in derde persoon, waarom? Omdat het er gaaf uit ziet.
Afijn, mijn verhaal;
We beginnen op dinsdag 11 oktober 2005, in Leidsche Rijn wat toen een nieuwbouw wijk in Vleuten was, Len's oma was de donderdag daarvoor begraven en iedereen was daar nog enigszins door geraakt, maar Len had een mooi vooruitzicht, hij zou zijn vader weer eens zien na drieënhalf jaar, op het 50-jarige jubileum van zijn opa en oma. Niet wetend wat hem over enkele minuten overkomt springt Len op zijn mountainbike, gooit zijn tas over zijn schouders, hangt zijn plastic tas met gymspullen aan zijn stuur en zwaait de hond nog even uit.
Wanneer Len net 300 meter van zijn huis verwijdert is, hoort hij een ritselend geluid, gevolgd door een blokkerend fietswiel, zijn gymtas zat tussen zijn spaken. Na een luid ge-godver trekt Len zijn fiets naar de rechterzijkant van de weg, knielt neer en haalt zijn tas uit zijn spaken.
Plotseling hoort hij een dof geluid en valt nog verder voorover, een groot object wat zojuist nergens te bekennen was gaat met een tempo over hem heen, hij ziet dat hij maar net gemist is door een gigantisch wiel en draait zich snel om. Terwijl Len nog een paar wielen naar hem toe ziet komen probeert Len weg te rollen, weg van de wielen, dat lukt.. tot op een zekere hoogte, terwijl Len wegkruipt wordt hij vastgeklemd en meegerukt over de straat. De pijn is zo ondragelijk dat het binnen een seconde wegtrekt, na tien seconden stopt het bewegen, een deur gaat open en wordt met een klap dichtgesmeten, Len kijkt naar links, in de richting van het geluid, hij wilt schreeuwen, maar er komt geen geluid uit zijn keel, een streep van een slordige 40 meter, getrokken met bloed.
Len probeert te gaan zitten, maar wordt direct op de grond gedrukt door een man, deze man zegt met een doodsbleke uitdrukking “Hulp is onderweg”, voordat Len er zich van bewust is staan er tien mensen om hem heen, twee aan de telefoon, Len probeert ondanks het geschreeuw van een aantal geschrokken mensen te luisteren wat er gezegd wordt; “Jongen aangereden door vrachtwagen… …bloed dood...” , “arme jongen” denkt Len, tot hij opeens een ingeving krijgt, de grote wielen, het doffe gedreun in zijn hoofd.. “.. ik ben die jongen..”. Hij kijkt om zich heen en een vrouw vraagt met geslaakte stem “waar wonen je ouders”, na een korte uitleg rende die vrouw naar mijn huis om mijn ouders te halen, binnen twee minuten zijn ze er, met piepende banden stopt de donkere rode Ford Grand Voyager en komen er twee mensen uit, mijn moeder en stiefvader, in de verte doemt een blauw licht op met het bekende ‘taaduu-taaduu’.
Nadat Len een zoveelste black-out heeft gekregen en hij zijn ogen opent ziet hij wolken, razend snel bewegen, hij ligt in een ambulance die over de A28 raast.
Er zijn 3 dagen verstreken, het is vrijdagmiddag en Len kijkt naar een hagelwit plafond, hij begint te hoesten en te kokken, binnen enkele seconden staat er een zuster die hem op het hart drukt niet teveel inspanning te verrichten.
Diezelfde nacht is het meteen raak, doordat Len aan zijn been krabde is een plastic buisje wat zijn ader moest vervangen gesprongen, diezelfde nacht ligt Len weer op de OK, om na een 6 uur durende operatie weer naar de IC te mogen, dit gebeurd in de eerste twee weken nog eens drie keer.
Na twee weken is Len gezond genoeg om naar een andere afdeling te gaan, het gaat de goede kant op.
Na twee dagen gebeurt hetzelfde als de vier keer daarvoor, het plastic buisje knapt, Len naar de OK, stiefvader in shock, Len weer eens naar de IC voor een week.
Wanneer Len weer naar de normale afdeling mag wordt hij constant in de gaten gehouden, pijnmedicatie wordt enorm opgevoerd en leeft zogezegd op vloeibare medicatie, een losse hap eten word direct uitgespuugd. Weken gaan voorbij, de pijn wordt steeds meer, met een uiteindelijk doel. Na 4 weken wordt dat doel geprobeerd te behalve, Len’s been wordt tot vlak onder de knie geamputeerd, hij begint langzamerhand aan revalidatie, zijn been omhoog tillen kostte zoveel kracht dat hij minstens een uur was uitgeteld, dat werd steeds beter en beter, tot aan kerstochtend 2005, elf weken heeft Len in het ziekenhuis gelegen, en mag hij weer weg.
Na een week thuis te zijn gaat Len beginnen aan zijn revalidatie, na twee dagen wordt Len naar ’t ziekenhuis gebracht, met normale auto. Len is gevallen tijdens het revalideren, bloed komt uit de bovenkant van zijn been, maar wanneer ze in het ziekenhuis zijn is het bloeden al afgelopen, de doorstroming van het bloed werkt dus, ook zonder plastic buisje.
Tot aan de zomervakantie zit Len in het revalidatiecentrum, maar gaat wel elke dag naar huis. Op 25 juni wordt Len geopereerd, nog een stuk van zijn been gaat eraf -eerst was dit onder de knie, nu door de knie- zodat hij op een kunstbeen zou kunnen lopen.
Terug naar nu, het kunstbeen lopen lukt soms, ik heb continu last van uitgroei van bot zodat het irriteert bij het erop steunen.
Ook speel ik inmiddels rolstoelbasketball in drie teams; Jong Oranje (bankspeler), Toernooidivisie B (twee na hoogste nationaal, bankspeler) en de Eredivisie (hoogste nationaal / internationaal, bankspeler).
Vragen? Stel ze. :3